jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 22 hé.’ En weg was hij, niet zonder eerst beloofd te hebben ‘nen helen paternoster’ voor haar en haar medezusters te zullen bidden. Het laken werd ontrold met alle zusters erbij en toen werd het duidelijk dat ‘mamère’ lelijk beetgenomen was. Met moeite 25 meter en na de eerste meters doken de gele vlekken op; middenin zat er zelfs een scheur. Eerwaarde moeder-overste was in de luren gelegd door een lepe Nieuwmarkter uit Roeselare, een telg van een leurdersvolk dat tot in het zuiden van Frankrijk of diep in Duitsland ‘op triem’ (verkooptocht) ging en vooral in kloosters en bij boeren zijn waar aan de man of de vrouw wist te brengen. Een beetje oneerlijk maar op een eerlijke wijze of eerlijk op een oneerlijke wijze, hoe paradoxaal dit ook moge klinken. Over die Nieuwmarkters schreef Willem Denys (Roeselare 1911-1983) het boek Peegie. Het hoofdpersonage is het prototype van dit volkje dat ook in andere streken en steden actief was. Zo waren er ook rondtrekkende leurders in de wijk Klein Hulst in Sint-Niklaas. 1 Peegie, de Roeselaarse Reynaert of Uilenspiegel, is een echte schelm. Willem Denys (1911-1983) Willem Joseph Daniël Eduard Renaat Denys was een zondagskind, want hij werd in 1911 inderdaad op een zondagavond geboren in de drukke Ooststraat, die vandaag nog steeds de voornaamste winkelstraat is van het bedrijvige West- Vlaamse Roeselare. Vader Achiel en moeder Margriet Schelpe hadden een zaak in bont en hoogwaardig textiel. Willem was nummer zes van de tien kinderen in het gezin (vier ervan werden geestelijke). Vader koesterde enige literaire aspiraties, want samen met de Hoogleedse volksschrijver Edward Vermeulen 2 gaf hij de geestige West-Vlaamse volksalmanak Manneke uit de Mane uit, die door Alfons Vanhee (Lo 1846-Moere 1903) in 1881 werd bedacht. Willem Denys zal dit humoristische boekje in 1964 samen met K.M. de Lille uit Ieper nieuw leven inblazen. 3 Willem volgde de Grieks-Latijnse studierichting in het Roeselaarse kleinseminarie, waar toen nog steeds de vruchtbare geest van het driemanschap Gezelle-Verriest-Rodenbach de studenten inspireerde. De Blauwvoet wiekte nog onder het jonge volkje. Na zijn humaniorastudies volgde Willem zijn vader op en werd zakenman. Hij huwde in 1939 met Paula de Bevere. Zelf gewiekst handelaar en levensgenieter volgde hij met een oplettend oog de ‘triems’ en de aparte levenswijze van de uitgekookte Roeselaarse Nieuwmarkters. Hij genoot van hun eigen taal en hun eigen gebruiken. Later zou hij als een gevierd conferencier en verteller overal in Vlaanderen hun verhaal brengen. Hij schreef over de Nieuwmarkters twee boeken vol eigengereide West-Vlaam- ~ 124 ~
~ 125 ~ Tiecelijn 22 se humor: Peegie in zijn apejaren in 1949 en Peegie. Zijn triem door ‘t leven in 1951. Beide verhalen werden op grote aanvraag opnieuw uitgegeven in de Reinaertreeks (D.A.P. Reinaert Uitgaven te Brussel) samen met de Paradijsvogels van Gaston Martens 4 en de Filosoof van Hagem van Jef Scheirs 5 in de Tweede omnibus van de gulle Vlaamse lach. (In 1981 was men al aan de negende druk van dit populaire boek toe.) Het geheel wordt vlot en boeiend verteld en is naast literair vooral volkskundig belangrijk. Het levensverhaal van die ‘vossige’ Peegie was eigenlijk begonnen als een cursiefje en vervolgverhaal in de rubriek ‘Hutsepot’ van het Poperingse blad Het Wekelijks Nieuws. Denys schreef onder het pseudoniem W. de Hazelt. Onder impuls van vooral F.R Boschvogel 6 werd besloten de verhalen over Peegie als boek uit te geven. Van meet af aan werd de held vergeleken met literaire personages als de Witte van Zichem van Ernest Claes en Pallieter van Felix Timmermans en later met Tijl Uilenspiegel. Ikzelf zie er vooral een lepe Reynaert in, die om zijn waren te verkopen de ‘kromme’ taal van de vos meesterlijk hanteert, die van de leugen een geloofwaardig feit maakt en zich weet in te leven in verschillende, aan de omstandigheden perfect aangepaste rollen, zonder pij weliswaar, maar steeds voorzien van de nodige attributen die zijn goede trouw en godvruchtig leven moeten garanderen. Het verhaal van Peegie kreeg nog meer bekendheid en succes toen Willem Putman 7 (1900-1954) er een geslaagde toneelbewerking van maakte, die meer dan 100 keer werd opgevoerd. In de Brusselse KVS stond het theaterstuk tweemaal drie weken op de affiche. Het werd ook driemaal op het Vlaamse tv-scherm vertoond. De toenmalige BRTN bracht een Peegie-langspeelplaat uit. Vooral in West-Vlaanderen liepen ondertussen de zalen vol voor de voordrachten van Willem Denys en Willem Putman over de Roeselaarse schelm. Op initiatief van ‘Het Gild der Maten van Peegie’ werd in 1992 een kunstige en genummerde uitgave (in twee delen, telkens Peegie getiteld) gepubliceerd naar aanleiding van de tiende verjaardag van het Peegie-standbeeld op de Botermarkt te Roeselare. 8 Op de rugzijde van het tweede deel lezen we als afsluiter: ‘Voila, zei Willem, Peegie is niet dood, bijlange niet, en ge kunt nooit weten dat hij nog wederkomt; als ik een beetje meer tijd heb.’ Dit mocht helaas niet zijn. Willem Denys stierf in de Roeselaarse Sint-Hubrechtsstraat op 10 maart 1983. 9 Voor we dieper ingaan op de verhalen over Peegie, nog een kleine toelichting. De boeken werden geschreven in een ‘gekuist’ West-Vlaams. Dit kan voor vele
- Page 74 and 75: Tiecelijn 22 aan kleine huisdieren
- Page 76 and 77: Tiecelijn 22 • André Bouwman, Re
- Page 78 and 79: Thema / Tiecelijn 22 lisTen en lage
- Page 80 and 81: Tiecelijn 22 rechters te verzoeken
- Page 82 and 83: Tiecelijn 22 de middeleeuwen al ont
- Page 84 and 85: Tiecelijn 22 Omslag van de Vlaamse
- Page 86 and 87: Tiecelijn 22 ratuurhistoricus. Hij
- Page 88 and 89: Tiecelijn 22 Verder kan men alleen
- Page 90 and 91: Tiecelijn 22 het paradoxale feit op
- Page 92 and 93: Tiecelijn 22 Kwelgeest Het succes v
- Page 94 and 95: Tiecelijn 22 Hutsebaut 2008, die de
- Page 96 and 97: Thema / Tiecelijn 22 anansi is Tijd
- Page 98 and 99: Tiecelijn 22 Met dit antwoord op de
- Page 100 and 101: Tiecelijn 22 gen. Maar ook gebruike
- Page 102 and 103: Tiecelijn 22 Ashanti-hulppriester B
- Page 104 and 105: Tiecelijn 22 lijker maakte voor mis
- Page 106 and 107: Tiecelijn 22 protest tegen de onmen
- Page 108 and 109: Tiecelijn 22 Daarnaast zijn de Cari
- Page 110 and 111: Tiecelijn 22 naamse kinderen, maar
- Page 112 and 113: Tiecelijn 22 ~ 112 ~ Anansi rijdt o
- Page 114 and 115: Tiecelijn 22 Ze zaten onder de palm
- Page 116 and 117: Tiecelijn 22 aan goden en halfgoden
- Page 118 and 119: Tiecelijn 22 Omslag van het tweetal
- Page 120 and 121: Tiecelijn 22 onwrikbaar in zijn eig
- Page 122 and 123: Tiecelijn 22 13 Andrew Salkey, Cari
- Page 126 and 127: Tiecelijn 22 Tiecelijnlezers een hi
- Page 128 and 129: Tiecelijn 22 Petrus Franciscus Sava
- Page 130 and 131: Tiecelijn 22 belt aan, zegt Savatte
- Page 132 and 133: Tiecelijn 22 Peegie spitste zijn or
- Page 134 and 135: Tiecelijn 22 De kleren van de… bo
- Page 136 and 137: Tiecelijn 22 De boer placeerde zich
- Page 138 and 139: Tiecelijn 22 uitbuiten, meester zij
- Page 140 and 141: Tiecelijn 22 Noten 1 Marcellijn Dew
- Page 142 and 143: Thema / Tiecelijn 22 pua moders - d
- Page 144 and 145: Tiecelijn 22 Waar kwam hij ter dood
- Page 146 and 147: Tiecelijn 22 aan - net zoals wij da
- Page 148 and 149: Tiecelijn 22 5 Als kind; zie Schmid
- Page 150 and 151: Tiecelijn 22 Robert Johnson werd ni
- Page 152 and 153: Tiecelijn 22 Laarmans moet echter o
- Page 154 and 155: Tiecelijn 22 binnenvallen, want een
- Page 156 and 157: Tiecelijn 22 aan het schaakbord van
- Page 158 and 159: Tiecelijn 22 Lauwereyssen per ongel
- Page 160 and 161: Tiecelijn 22 Na Boormans verhaal is
- Page 162 and 163: Tiecelijn 22 eindigt met het ‘won
- Page 164 and 165: Tiecelijn 22 de markt lijkt Boorman
- Page 166 and 167: Tiecelijn 22 rond Robert Johnson. Z
- Page 168 and 169: Tiecelijn 22 gelisten, een bloemlez
- Page 170 and 171: Tiecelijn 22 zijn verre van kindera
- Page 172 and 173: Tiecelijn 22 Zo begint een van de b
~ 125 ~<br />
Tiecelijn <strong>22</strong><br />
se humor: Peegie in zijn apejaren in 1949 en Peegie. Zijn triem door ‘t leven in<br />
1951. Beide verhalen werden op grote aanvraag opnieuw uitgegeven in de Reinaertreeks<br />
(D.A.P. Reinaert Uitgaven te Brussel) samen met de Paradijsvogels<br />
van Gaston Martens 4 en de Filosoof van Hagem van Jef Scheirs 5 in de Tweede<br />
omnibus van de gulle Vlaamse lach. (In 1981 was men al aan de negende druk<br />
van dit populaire boek toe.) Het geheel wordt vlot en boeiend verteld en is naast<br />
literair vooral volkskundig belangrijk.<br />
Het levensverhaal van die ‘vossige’ Peegie was eigenlijk begonnen als een cursiefje<br />
en vervolgverhaal in de rubriek ‘Hutsepot’ van het Poperingse blad Het<br />
Wekelijks Nieuws. Denys schreef onder het pseudoniem W. de Hazelt. Onder<br />
impuls van vooral F.R Boschvogel 6 werd besloten de verhalen over Peegie als<br />
boek uit te geven. Van meet af aan werd de held vergeleken met literaire personages<br />
als de Witte van Zichem van Ernest Claes en Pallieter van Felix Timmermans<br />
en later met Tijl Uilenspiegel. Ikzelf zie er vooral een lepe Reynaert in, die<br />
om zijn waren te verkopen de ‘kromme’ taal van de vos meesterlijk hanteert, die<br />
van de leugen een geloofwaardig feit maakt en zich weet in te leven in verschillende,<br />
aan de omstandigheden perfect aangepaste rollen, zonder pij weliswaar,<br />
maar steeds voorzien van de nodige attributen die zijn goede trouw en godvruchtig<br />
leven moeten garanderen.<br />
Het verhaal van Peegie kreeg nog meer bekendheid en succes toen Willem Putman<br />
7 (1900-1954) er een geslaagde toneelbewerking van maakte, die meer dan<br />
100 keer werd opgevoerd. In de Brusselse KVS stond het theaterstuk tweemaal<br />
drie weken op de affiche. Het werd ook driemaal op het Vlaamse tv-scherm<br />
vertoond. De toenmalige BRTN bracht een Peegie-langspeelplaat uit. Vooral<br />
in West-Vlaanderen liepen ondertussen de zalen vol voor de voordrachten van<br />
Willem Denys en Willem Putman over de Roeselaarse schelm.<br />
Op initiatief van ‘Het Gild der Maten van Peegie’ werd in 1992 een kunstige en<br />
genummerde uitgave (in twee delen, telkens Peegie getiteld) gepubliceerd naar<br />
aanleiding van de tiende verjaardag van het Peegie-standbeeld op de Botermarkt<br />
te Roeselare. 8 Op de rugzijde van het tweede deel lezen we als afsluiter: ‘Voila,<br />
zei Willem, Peegie is niet dood, bijlange niet, en ge kunt nooit weten dat hij nog<br />
wederkomt; als ik een beetje meer tijd heb.’ Dit mocht helaas niet zijn. Willem<br />
Denys stierf in de Roeselaarse Sint-Hubrechtsstraat op 10 maart 1983. 9<br />
Voor we dieper ingaan op de verhalen over Peegie, nog een kleine toelichting.<br />
De boeken werden geschreven in een ‘gekuist’ West-Vlaams. Dit kan voor vele