jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap jg 22 jaarboek 2 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
14.09.2013 Views

Tiecelijn 22 13 Andrew Salkey, Caribbean Folk Tales and Legends, Londen, Press of Villiers Publications Limited, 1980. 14 Noni Lichtveld, Anansi tussen God en Duivel, Rotterdam, Lemniscaat/Novib, 1997. 15 Richard de Veer, Sí, ta mi mes!, uitgave in eigen beheer, 1998. 16 David P. Makhanlall: The further Adventures of Brer Anansi, Londen, Blackie and Son Limited, 1980. 17 Openingsspreuk bij een Anansi ver haal van de Ashanti’s in Ghana, volgens R.S. Rattray in: Akan-Ashanti Folk-tales, Oxford, 1930. 18 Ope nings spreuk bij een Anansitori van de Creolen in Suriname, volgens dr. Johan Ferrier in: Het grote Anansiboe k, ‘s-Gravenhage, 1986, Schoorl, Conserve, 2003. 19 Openingsspreuk van Wijnand Stomp in zijn theaterstuk Ik, Anansi!, Nederland, een meespeelvoorstelling die enorm veel respons aan het publiek ontlokte en die tussen 1987 en 1990 250 keer gespeeld is. 20 Johan Ferrier, Het grote Anansiboek, ‘s-Gravenhage, 1986, Schoorl, Conserve, 2003, p. 7. 21 Liesbeth Overtoom, ‘Ala soema sa dede, ma Anansi wan sa tan, over Ananse, Nanzi en Anansi’, in: Leesgoed, december 1989, p. 211. 22 Zo gaat Liesbeth Overtoom in haar artikel (noot 21) kort in op verschillen tussen de Surinaamse Anansi- en Antilli aanse Nanzivertellingen. 23 ‘De revival van het vertellen’, in: Literatuur zonder leeftijd, nr. 32, winter 1994. Deze revival heeft in 2004 geleid tot een nieuw tijdschrift: Vertel eens. 24 Dit gebeurt met name in: J. Koopman, Avonturen met Anansie de Spin, Amsterdam, Mulder, 1982. In mindere mate in Varina Tjon-A-Ten: Anansi komt naar Nederland’, Breda, De Geus, 1983; en in; Fiona French, Anansi en de Botjesman, Haarlem, Gottmer, 1994. 25 R.S. Rattray, Akan-Ashanti Folk-tales, Oxford, Clarendon Press, 1930, p. 106: How contradiction came among the tribe. 26 Robert D. Pelton: The trickster in West-Africa, A Study of Mythic Irony and Sacred Delight, Berkeley-Los Angeles-Londen, University of California Press, 1980. 27 Zie: H.C. ten Berge, De dood is de jager, Indiaanse mythen van N.W. Amerika, Amsterdam, De Bezige Bij, 1974. 28 Zie De sluwe vos in Van de raaf die Koetcha heette, sprookjes van de volkeren uit het Noorden, tekeningen J. Ratsjov, uitgeverij Malysj, Moskou, 1974. ~ 122 ~

peegie en zijn kompanen Over een Roeselaarse Reynaert Een zelfbeleefde anekdote als inzet ~ 123 ~ Thema / Tiecelijn 22 Marcel rySSen Er zijn van die dingen die je nooit meer vergeet. Ik was nog student en placht mijn studieverlof door te brengen in een klooster in het hoppedorp Proven nabij Poperinge. Dat ik daar terecht kon, kwam doordat ik er een tante ‘nonneke’ had die ‘mamère’ ervan had kunnen overtuigen dat mijn mannelijk gezelschap geen gevaar inhield voor de deugdzaamheid van haar vrome kudde. Op zekere dag belde er een leurder aan, gepakt en gezakt. Hij had voor ‘eerwaarde moeder-overste’ een buitengewone ‘occasie’ (koopje) mee. Laken van eerste klas. Ge herinnert het u misschien wel, eerwaarde moeder-overste, het heeft in al de gazetten gestaan, die textielfabriek die in Beveren-Roeselare is afgebrand. Met man en macht hebben wij gered wat er te redden viel en uit dankbaarheid liet de baas ons het geredde laken voor de helft van de prijs. Ja, er waren wat vlekjes van het bluswater, maar die kunnen er gemakkelijk worden uitgewassen. Voel maar eens, dat is klasse. ‘Mamère’ bekeek en betastte de stof. Intussen haalde de leurder een zakdoek uit zijn broekzak om zijn neus te snuiten. Toevallig viel zijn paternoster op de grond. ‘Oei, verschoning, eerwaarde moeder-overste, mijn vrouw is ziek en als ik voorbij een kerk kom of een kapelleke, bid ik een weesgegroetje. Ik heb die paternoster gekregen van mijn oudste dochter, die ook in ‘t klooster is. Apropos, ge hebt hier een schone kerk in Proven en straks ga ik een tientje bidden bij de grot.’ Om een lang verhaal kort te maken: moederoverste was zo ingenomen met die man dat ze hem uitnodigde voor een kopje koffie. ‘Merci, moeder-overste, God zal ‘t u lonen, wij hebben het niet breed en als ge acht mondjes moet openhouden…’ en hij haalde een vergeeld portret boven waarop zijn groot gezin pronkte. Het laken werd bekeken en betast. 25 frank de meter, ‘maar omdat ge zo vriendelijk zijt, eerwaarde moeder-overste, krijgt ge het voor twintig’. En moeder-overste kocht. Alles wat hij bij zich had. Dertig meter ongeveer. ‘Moet ge het meten? Neen, moeder-overste moest het niet meten. ‘En voila, ge krijgt er nog twee fluwijnen (kussenslopen) gratis bij. Verschoning, moeder-overste dat ik nu zo haastig ben, maar de tram wacht niet,

peegie en zijn kompanen<br />

Over een Roeselaarse Reynaert<br />

Een zelfbeleefde anekdote als inzet<br />

~ 123 ~<br />

Thema / Tiecelijn <strong>22</strong><br />

Marcel rySSen<br />

Er zijn van die dingen die je nooit meer vergeet. Ik was nog student en placht<br />

mijn studieverlof door te brengen in een klooster in het hoppedorp Proven<br />

nabij Poperinge. Dat ik daar terecht kon, kwam doordat ik er een tante ‘nonneke’<br />

had die ‘mamère’ ervan had kunnen overtuigen dat mijn mannelijk gezelschap<br />

geen gevaar inhield voor de deugdzaamheid van haar vrome kudde. Op<br />

zekere dag belde er een leurder aan, gepakt en gezakt. Hij had voor ‘eerwaarde<br />

moeder-overste’ een buitengewone ‘occasie’ (koopje) mee. Laken van eerste klas.<br />

Ge herinnert het u misschien wel, eerwaarde moeder-overste, het heeft in al de<br />

gazetten gestaan, die textielfabriek die in Beveren-Roeselare is afgebrand. Met<br />

man en macht hebben wij gered wat er te redden viel en uit dankbaarheid liet<br />

de baas ons het geredde laken voor de helft van de prijs. Ja, er waren wat vlekjes<br />

van het bluswater, maar die kunnen er gemakkelijk worden uitgewassen. Voel<br />

maar eens, dat is klasse. ‘Mamère’ bekeek en betastte de stof. Intussen haalde<br />

de leurder een zakdoek uit zijn broekzak om zijn neus te snuiten. Toevallig viel<br />

zijn paternoster op de grond. ‘Oei, verschoning, eerwaarde moeder-overste, mijn<br />

vrouw is ziek en als ik voorbij een kerk kom of een kapelleke, bid ik een weesgegroetje.<br />

Ik heb die paternoster gekregen van mijn oudste dochter, die ook in<br />

‘t klooster is. Apropos, ge hebt hier een schone kerk in Proven en straks ga ik<br />

een tientje bidden bij de grot.’ Om een lang verhaal kort te maken: moederoverste<br />

was zo ingenomen met die man dat ze hem uitnodigde voor een kopje<br />

koffie. ‘Merci, moeder-overste, God zal ‘t u lonen, wij hebben het niet breed en<br />

als ge acht mondjes moet openhouden…’ en hij haalde een vergeeld portret<br />

boven waarop zijn groot gezin pronkte. Het laken werd bekeken en betast.<br />

25 frank de meter, ‘maar omdat ge zo vriendelijk zijt, eerwaarde moeder-overste,<br />

kri<strong>jg</strong>t ge het voor twintig’. En moeder-overste kocht. Alles wat hij bij zich had.<br />

Dertig meter ongeveer. ‘Moet ge het meten? Neen, moeder-overste moest het<br />

niet meten. ‘En voila, ge kri<strong>jg</strong>t er nog twee fluwijnen (kussenslopen) gratis bij.<br />

Verschoning, moeder-overste dat ik nu zo haastig ben, maar de tram wacht niet,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!