Edmonton schaal voor functioneren - Meetinstrumenten voor de ...

Edmonton schaal voor functioneren
Vertaling van de Edmonton Functional Assessment Tool © Universiteit van Alberta, Canada; vertaling door de Kenniscentra Palliatieve Zorg (www.kenniscentrapalliatievezorg.nl).
Met betrekking tot 10 aspecten van functioneren kunnen patiënten een score krijgen variërend van 0 (normaal functioneren) tot en met 3 (ernstige beperking). Een
algehele maat voor functioneren is toegevoegd. Het gaat hierbij om hoe goed de patiënten functioneren als ze gevraagd zouden worden de taken uit te voeren.
Zorgverleners worden gevraagd per aspect een waarde 0, 1, 2, of 3 toe te kennen. Het toekennen van de waarden moet op basis van eigen observaties, niet op basis van
wat de patiënten vinden dat ze kunnen of moeten kunnen.
0: Functioneert normaal 1: Licht beperkt 2: Matig beperkt 3: Ernstig beperkt Score (0-3)
1. Communicatie Onafhankelijk bij alle vormen
van communicatie.
2. Mentaal
functioneren
Georiënteerd en geheugen
intact.
3. Pijn Geen pijn of af en toe pijn. Pijn
heeft geen invloed op
functioneren.
Communiceert >50%, maar
minder dan 100% van de tijd
effectief.
Verminderde oriëntatie /
geheugen. Voert eenvoudige
opdrachten uit.
Lichte beperking van
functioneren door pijn.
4. Kortademigheid Geen kortademigheid. Ademnood bij tellen of
kortademigheid bij inspanning
of intermitterend gebruik van
zuurstof.
5. Evenwicht (zitten of
staan)
6. Beweging en
verplaatsing (lopen
of rolstoel)
Onafhankelijk. Heeft een hulpmiddel of een
persoon nodig: minimaal
valrisico.
Onafhankelijk en veilig. Heeft assistentie van één
persoon nodig om veilig te
bewegen.
Communiceert

7. Mobiliteit Onafhankelijk bij lopen of
gebruik rolstoel.
0: Functioneert normaal 1: Licht beperkt 2: Matig beperkt 3: Ernstig beperkt Score (0-3)
Heeft bij lopen een hulpmiddel
nodig of assistentie van een
persoon of supervisie bij
rolstoelgebruik.
Heeft assistentie van twee
personen nodig om te lopen, of
assistentie bij rolstoelgebruik.
Kan niet lopen. Afhankelijk in
het gebruik van een rolstoel.
.................
8. Vermoeidheid Hoeft zelden te rusten. Rust 50% van de dag. Bedlegerig door vermoeidheid. .................
9. Motivatie Doet mee aan alle activiteiten. Doet >50% van de tijd mee. Doet