14.09.2013 Views

afzonderlijk overzicht - Boekel De Nerée

afzonderlijk overzicht - Boekel De Nerée

afzonderlijk overzicht - Boekel De Nerée

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

A. Kapitaal en kapitaalbescherming<br />

Inbreng op aandelen<br />

anders dan in geld<br />

Artikel 2:204b BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

Overeenkomstig de oude wetgeving is<br />

bepaald dat wanneer er inbreng op aandelen<br />

anders dan in geld wordt overeengekomen,<br />

de vennootschap overeenkomstig artikel<br />

2:204a lid 1 BW een beschrijving op van<br />

hetgeen wordt ingebracht opmaakt,<br />

welke ziet op de toestand op een dag die<br />

niet eerder dan vijf maanden ligt voor<br />

de dag waarop de aandelen worden<br />

genomen dan wel waartegen een<br />

bijstorting is uitgeschreven of waarop zij is<br />

overeengekomen.<br />

Over de beschrijving van hetgeen wordt<br />

ingebracht moet een accountant een<br />

verklaring afleggen. <strong>De</strong> verklaring houdt in<br />

dat de waarde van hetgeen wordt ingebracht,<br />

bij toepassing van in het maatschappelijke<br />

verkeer als aanvaardbaar beschouwde<br />

waarderingsmethoden, ten minste beloopt<br />

het in de verklaring genoemde bedrag van de<br />

stortingsplicht, in geld uitgedrukt, waaraan<br />

met de inbreng moet worden voldaan.<br />

<strong>De</strong> vennootschap legt, binnen acht dagen na<br />

de dag waarop de aandelen zijn genomen<br />

dan wel waarop de bijstorting opeisbaar<br />

werd, de accountantsverklaring bij de<br />

inbreng of een afschrift daarvan neer ten<br />

kantore van het handelsregister met opgave<br />

van de namen van de inbrengers en van het<br />

bedrag van het aldus gestorte deel van het<br />

geplaatste kapitaal.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

<strong>De</strong> accountantsverklaring is niet meer vereist<br />

bij een inbreng op aandelen anders dan in<br />

geld (deponering van deze verklaring bij het<br />

handelsregister hoeft aldus evenmin plaats te<br />

vinden).<br />

<strong>De</strong> beschrijving dient ten kantore van de<br />

vennootschap ter inzage te worden gelegd<br />

voor de aandeelhouders en anderen aan wie<br />

het vergaderrecht toekomt.<br />

1<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Artikel 71 Overgangswet NBW geldt, op<br />

grond waarvan een verwijzing in de statuten<br />

naar een wetsbepaling evenals de weergave<br />

van de zakelijke inhoud van een wetsbepaling<br />

een verwijzing naar de wetsartikelen van de<br />

nieuwe wet inhoudt.<br />

Een bepaling in de statuten waarin de<br />

wettelijke tekst is opgenomen, komt in<br />

beginsel geen zelfstandige betekenis toe.<br />

<strong>De</strong> nieuwe regeling die op grond van de<br />

inwerking getreden Flexwet geldt, is van<br />

toepassing. Het gevolg hiervan is dat er<br />

geen accountantsverklaring meer vereist<br />

is. <strong>De</strong> beschrijving dient ten kantore van de<br />

vennootschap ter inzage te worden gelegd<br />

voor de aandeelhouders en anderen aan wie<br />

het vergaderrecht toekomt.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Nachgründung<br />

Artikel 2:204c BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

Een rechtshandeling die de vennootschap<br />

heeft verricht zonder goedkeuring van<br />

de algemene vergadering of zonder de<br />

accountantsverklaring, bedoeld in artikel<br />

2:204c lid 3 BW, kan ten behoeve van de<br />

vennootschap worden vernietigd, indien de<br />

rechtshandeling:<br />

a. strekt tot het verkrijgen van goederen,<br />

met inbegrip van vorderingen die worden<br />

verrekend, die een jaar voor de oprichting of<br />

nadien toebehoorden aan een oprichter of<br />

aandeelhouder, en<br />

b. is verricht voordat twee jaren zijn<br />

verstreken na de inschrijving van de<br />

vennootschap in het handelsregister.<br />

<strong>De</strong> vennootschap stelt een beschrijving<br />

op van de te verkrijgen goederen en<br />

van de tegenprestatie. <strong>De</strong> beschrijving<br />

heeft betrekking op de toestand van het<br />

beschrevene op een dag die niet voor de<br />

oprichting ligt. In de beschrijving worden de<br />

waarden vermeld die aan de goederen en<br />

tegenprestatie worden toegekend alsmede<br />

de toegepaste waarderingsmethoden. <strong>De</strong>ze<br />

methoden moeten voldoen aan normen<br />

die in het maatschappelijke verkeer als<br />

aanvaardbaar worden beschouwd. <strong>De</strong><br />

bestuurders ondertekenen de beschrijving;<br />

ontbreekt de handtekening van een of meer<br />

hunner, dan wordt daarvan onder opgave van<br />

reden melding gemaakt.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

<strong>De</strong> regeling omtrent de zogenaamde<br />

Nachgründung is vervallen.<br />

2<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Artikel 71 Overgangswet NBW geldt, op<br />

grond waarvan een verwijzing in de statuten<br />

naar een wetsbepaling evenals de weergave<br />

van de zakelijke inhoud van een wetsbepaling<br />

een verwijzing naar de wetsartikelen van de<br />

nieuwe wet inhoudt.<br />

Een bepaling in de statuten waarin de<br />

wettelijke tekst is opgenomen, komt in<br />

beginsel geen zelfstandige betekenis toe.<br />

Omdat door de inwerking getreden Flexwet<br />

de Nachgründung is vervallen, komt de<br />

statutaire bepaling omtrent dit onderwerp<br />

geen betekenis meer toe.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Inkoop van aandelen<br />

Artikel 2:207 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

Volgestorte eigen aandelen mag de<br />

vennootschap slechts verkrijgen om niet of<br />

indien:<br />

a. het eigen vermogen, verminderd met<br />

de verkrijgingsprijs, niet kleiner is dan<br />

het gestorte en opgevraagde deel van het<br />

kapitaal vermeerderd met de reserves die<br />

krachtens de wet of deze statuten moeten<br />

worden aangehouden,<br />

b. het nominale bedrag van de te verkrijgen<br />

en de reeds door de vennootschap en haar<br />

dochtermaatschappijen tezamen gehouden<br />

aandelen in haar kapitaal niet meer dan de<br />

helft van het geplaatste kapitaal bedraagt,<br />

c. de machtiging tot de verkrijging is verleend<br />

door de algemene vergadering of door een<br />

ander vennootschapsorgaan dat daartoe<br />

bij deze statuten of door de algemene<br />

vergadering is aangewezen.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Op grond van het nieuwe recht hoeft er<br />

voor een inkoop van aandelen niet meer<br />

de goedkeuring te worden verkregen van<br />

de algemene vergadering of van een ander<br />

vennootschapsorgaan dat daartoe bij de<br />

statuten of door de algemene vergadering is<br />

aangewezen.<br />

Voorts geldt het vereiste niet meer dat het<br />

nominale bedrag van de te verkrijgen en<br />

de reeds door de vennootschap en haar<br />

dochtermaatschappijen tezamen gehouden<br />

aandelen in haar kapitaal niet meer dan<br />

de helft van het geplaatste kapitaal mag<br />

bedragen.<br />

Overigens geldt er ook een minder strikte<br />

regel omtrent de omvang van het eigen<br />

vermogen: het eigen vermogen minus de<br />

verkrijgingsprijs voor de te verkrijgen eigen<br />

aandelen, dient alleen nog groter te zijn<br />

dan de reserves die krachtens de wet of de<br />

statuten moeten worden aangehouden.<br />

Het bestuur beslist over de verkrijging van<br />

eigen aandelen. <strong>De</strong> bestuurders zijn in<br />

beginsel jegens de vennootschap hoofdelijk<br />

verbonden tot vergoeding van het tekort<br />

dat door de verkrijging is ontstaan, indien<br />

de vennootschap als gevolg van de uitkering<br />

niet kan voortgaan met het betalen van haar<br />

opeisbare schulden (de “uitkeringstest”).<br />

3<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

In veel statuten zullen de beperkingen voor<br />

de inkoop nog zijn opgenomen, conform<br />

de oude regeling, hetgeen is toegestaan<br />

op grond van het nieuwe artikel 2:207 lid 4<br />

BW. Dit betekent dat de oude voorwaarden<br />

voor inkoop blijven gelden, naast de nieuwe<br />

vereisten. Artikel 71 Overgangswet NBW is<br />

niet van toepassing.<br />

Artikel 2:207a lid 1 (nieuw) bepaalt dat een<br />

inkoop in strijd met een statutaire beperking<br />

of uitsluiting nietig is. Dit is dus ook het<br />

geval indien de oude regeling in de statuten<br />

opgenomen blijft.<br />

Wanneer men voornemens is om de nieuwe<br />

regeling voor inkoop te volgen, is het dus<br />

noodzaak om de beperkingen voor de inkoop<br />

van aandelen uit de statuten te verwijderen,<br />

waaronder, indien gewenst, de vereiste<br />

machtiging van de algemene vergadering<br />

voor de inkoop.<br />

Dit zal met name gewenst zijn indien de B.V.<br />

meerdere aandeelhouders kent en het lastig<br />

is om een algemene vergadering bijeen te<br />

roepen om alsdan over de machtiging te<br />

beslissen. Wanneer de machtiging van de<br />

algemene vergadering door middel van een<br />

statutenwijziging op een eerder tijdstip uit<br />

de statuten is geschrapt, zal de inkoop van<br />

aandelen te zijner tijd wanneer dit aan de<br />

orde is minder problematisch zijn.<br />

Het besluit tot verkrijging van eigen aandelen<br />

dient door het bestuur te worden genomen,<br />

waarbij de uitkeringstest zal gelden.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Steunverbod<br />

Art. 2:207c BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

1. <strong>De</strong> vennootschap mag niet, met het oog<br />

op het nemen of verkrijgen door anderen van<br />

aandelen in haar kapitaal of van certificaten<br />

daarvan, zekerheid stellen, een koersgarantie<br />

geven, zich op andere wijze sterk maken of<br />

zich hoofdelijk of anderszins naast of voor<br />

anderen verbinden. Dit verbod geldt ook<br />

voor haar dochtermaatschappijen.<br />

2. Leningen met het oog op het nemen of<br />

verkrijgen van aandelen in haar kapitaal<br />

of van certificaten daarvan, mag de<br />

vennootschap slechts verstrekken tot ten<br />

hoogste het bedrag van de uitkeerbare<br />

reserves.<br />

3. <strong>De</strong> vennootschap houdt een niet<br />

uitkeerbare reserve aan tot het uitstaande<br />

bedrag van de in het vorige lid genoemde<br />

leningen.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Het oude artikel 2:207c BW is vervallen.<br />

Het is hierdoor niet langer verboden dat een<br />

vennootschap met het oog op het nemen<br />

of verkrijgen door anderen van aandelen in<br />

haar kapitaal of van certificaten daarvan,<br />

zekerheid stelt, een koersgarantie geeft, zich<br />

op andere wijze sterk maakt of zich hoofdelijk<br />

of anderszins naast of voor anderen verbindt.<br />

Voorts is het een vennootschap toegestaan<br />

dat een vennootschap een lening verstrekt<br />

met het oog op het nemen of verkrijgen van<br />

aandelen in haar kapitaal of van certificaten<br />

daarvan, waarbij er geen maximum meer<br />

geldt tot het bedrag van de uitkeerbare<br />

reserves.<br />

4<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

In beginsel geldt artikel 71 Overgangswet<br />

NBW, op grond waarvan een verwijzing in<br />

de statuten naar een wetsbepaling evenals<br />

de weergave van de zakelijke inhoud van<br />

een wetsbepaling een verwijzing naar de<br />

wetsartikelen van de nieuwe wet inhoudt<br />

(de bepaling in de statuten komt geen<br />

zelfstandige betekenis toe).<br />

Echter, het is niet zonder meer duidelijk<br />

dat door de inwerking getreden Flexwet de<br />

statutaire bepaling omtrent het steunverbod<br />

géén zelfstandige betekenis meer toekomt,<br />

omdat het wettelijk voorschrift van het<br />

steunverbod is vervallen. Het is bij dit<br />

artikel mogelijk dat het is opgenomen op<br />

initiatief van de aandeelhouders, waarbij het<br />

niet zozeer de bedoeling was om enkel de<br />

wettelijke tekst op te nemen.<br />

Wanneer men het statutaire steunverbod<br />

definitief wil omzeilen, dienen de statuten te<br />

worden aangepast.<br />

Indien er zich 2:207c BW-achtige transacties<br />

zullen plaatsvinden, is het van belang om de<br />

statuten te wijzigen. Wanneer dit vlak voor<br />

de transactie nog dient te geschieden kan<br />

dit problematisch zijn indien er meerdere<br />

aandeelhouders zijn die het besluit dienen te<br />

nemen.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Kapitaalvermindering<br />

Artikel 2:208/209 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

1. <strong>De</strong> algemene vergadering kan besluiten<br />

tot vermindering van het geplaatste kapitaal<br />

door intrekking van aandelen of door het<br />

bedrag van aandelen bij statutenwijziging te<br />

verminderen. In dit besluit moeten de aandelen<br />

waarop het besluit betrekking heeft,<br />

worden aangewezen en moet de uitvoering<br />

van het besluit zijn geregeld. Het gestorte<br />

en opgevraagde deel van het kapitaal mag<br />

niet kleiner worden dan het ten tijde van het<br />

besluit voorgeschreven minimumkapitaal.<br />

2. Een besluit tot intrekking kan slechts<br />

betreffen aandelen die de vennootschap zelf<br />

houdt of waarvan zij de certificaten houdt,<br />

dan wel alle aandelen van een soort waarvan<br />

alle aandeelhouders instemmen of waarvan<br />

voor de uitgifte in deze statuten is bepaald<br />

dat zij kunnen worden ingetrokken met terugbetaling,<br />

of wel de uitgelote aandelen van<br />

een soort waarvan voor de uitgifte in deze<br />

statuten is bepaald dat zij kunnen worden<br />

uitgeloot met terugbetaling.<br />

3. Vermindering van het bedrag van aandelen<br />

zonder terugbetaling en zonder ontheffing<br />

van de verplichting tot storting moet naar<br />

evenredigheid op alle aandelen van een<br />

zelfde soort geschieden. Van het vereiste van<br />

evenredigheid mag worden afgeweken met<br />

instemming van alle betrokken aandeelhouders.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Er hoeft niet meer te worden voldaan aan het<br />

minimumkapitaal, omdat deze voor een B.V.<br />

is vervallen.<br />

Voorts zijn de artikelen 2:216 lid 2 tot en met<br />

4 van toepassing.<br />

Het besluit tot kapitaalvermindering dient<br />

te worden goedgekeurd door het bestuur.<br />

<strong>De</strong> bestuurders zijn in beginsel jegens de<br />

vennootschap hoofdelijk verbonden tot<br />

vergoeding van het tekort dat door de<br />

uitkering is ontstaan, indien de vennootschap<br />

als gevolg van de uitkering niet kan voortgaan<br />

met het betalen van haar opeisbare schulden<br />

(de “uitkeringstest”).<br />

<strong>De</strong> verzetregeling (artikel 2:209 BW) is<br />

vervallen.<br />

5<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Artikel 71 Overgangswet NBW geldt, op<br />

grond waarvan een verwijzing in de statuten<br />

naar een wetsbepaling evenals de weergave<br />

van de zakelijke inhoud van een wetsbepaling<br />

een verwijzing naar de wetsartikelen van de<br />

nieuwe wet inhoudt.<br />

<strong>De</strong> bepaling in de statuten waarin de<br />

wettelijke tekst is opgenomen, komt in<br />

beginsel geen zelfstandige betekenis toe.<br />

Dit betekent dat voor de<br />

kapitaalvermindering de nieuwe wettelijke<br />

vereisten gelden, waardoor de verzetregeling<br />

niet meer geldt. Hierdoor is onder meer de<br />

goedkeuring van het bestuur vereist. Voorts<br />

dient het bestuur de uitkeringstest uit te<br />

voeren.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Kapitaalvermindering<br />

Artikel 2:208/209 BW<br />

(vervolg)<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

4. Gedeeltelijke terugbetaling op aandelen<br />

of ontheffing van de verplichting tot storting<br />

is slechts mogelijk ter uitvoering van een besluit<br />

tot vermindering van het bedrag van de<br />

aandelen. Zulk een terugbetaling of ontheffing<br />

moet naar evenredigheid op alle aandelen<br />

geschieden, tenzij voor de uitgifte van<br />

een bepaalde soort aandelen in deze statuten<br />

is bepaald dat terugbetaling of ontheffing<br />

kan geschieden uitsluitend op die aandelen;<br />

voor die aandelen geldt de eis van evenredigheid.<br />

Van het vereiste van evenredigheid mag<br />

worden afgeweken met instemming van alle<br />

betrokken aandeelhouders.<br />

5. <strong>De</strong> oproeping tot een vergadering waarin<br />

een in dit artikel genoemd besluit wordt<br />

genomen, vermeldt het doel van de kapitaalvermindering<br />

en de wijze van uitvoering. Het<br />

tweede, derde en vierde lid van artikel 2:233<br />

Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige<br />

toepassing.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

6<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Uitkeringen aan<br />

aandeelhouders<br />

Artikel 2:216 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

1. <strong>De</strong> winst, zoals die blijkt uit de vastgestelde<br />

jaarrekening, staat ter beschikking van de<br />

algemene vergadering, hetzij voor uitkering,<br />

hetzij voor reservering.<br />

2. Bij de berekening van het winstbedrag,<br />

dat op ieder aandeel zal worden uitgekeerd,<br />

komt slechts het verplicht gestorte bedrag<br />

op de aandelen tot maximaal de nominale<br />

waarde daarvan in aanmerking. Bij de<br />

berekening van de winstverdeling tellen<br />

de aandelen die de vennootschap in haar<br />

kapitaal houdt en waarop geen recht van<br />

vruchtgebruik rust, dat vóór de verkrijging<br />

door de vennootschap van die aandelen<br />

daarop werd gevestigd, niet mee.<br />

3. <strong>De</strong> vennootschap kan aan de<br />

aandeelhouders en andere gerechtigden<br />

tot de voor uitkering vatbare winst slechts<br />

uitkeringen doen voor zover het eigen<br />

vermogen groter is dan het gestorte<br />

en opgevraagde deel van het kapitaal,<br />

vermeerderd met de reserves die krachtens<br />

de wet of deze statuten moeten worden<br />

aangehouden.<br />

4. Uitkering van winst geschiedt na de<br />

vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt<br />

dat zij geoorloofd is.<br />

5. Mits aan het vereiste van lid 3 van dit<br />

artikel is voldaan, kan de vennootschap<br />

tussentijds uitkeringen doen krachtens een<br />

daartoe strekkend besluit van haar bestuur.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Onder het oude recht gold als sanctie voor<br />

het niet voldoen aan de wettelijke vereisten<br />

nietigheid van het besluit.<br />

In het bijzonder is het van belang dat hetgeen<br />

in de linkerkolom als derde lid is opgenomen,<br />

ingrijpend is gewijzigd.<br />

Als gevolg van de inwerking getreden<br />

Flexwet, is er voor een (winst)uitkering<br />

de goedkeuring van het bestuur vereist.<br />

<strong>De</strong> bestuurders zijn in beginsel jegens de<br />

vennootschap hoofdelijk verbonden tot<br />

vergoeding van het tekort dat door de<br />

uitkering is ontstaan, indien de vennootschap<br />

als gevolg van de uitkering niet kan voortgaan<br />

met het betalen van haar opeisbare schulden<br />

(de “uitkeringstest”).<br />

Bij de berekening van het bedrag dat op ieder<br />

aandeel zal worden uitgekeerd, komt slechts<br />

het bedrag van de verplichte stortingen<br />

op het nominale bedrag van de aandelen<br />

in aanmerking. Van de vorige zin kan in de<br />

statuten telkens met instemming van alle<br />

aandeelhouders worden afgeweken.<br />

7<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Artikel 71 Overgangswet NBW geldt, op<br />

grond waarvan een verwijzing in de statuten<br />

naar een wetsbepaling evenals de weergave<br />

van de zakelijke inhoud van een wetsbepaling<br />

een verwijzing naar de wetsartikelen van de<br />

nieuwe wet inhoudt.<br />

Een bepaling in de statuten waarin de<br />

wettelijke tekst is opgenomen, komt in<br />

beginsel geen zelfstandige betekenis toe.<br />

Dit betekent (onder meer) dat er voor een<br />

(winst)uitkering de goedkeuring van het<br />

bestuur vereist is. Voorts zal het bestuur de<br />

uitkeringstest dienen uit te voeren.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

B. Algemene vergaderingen<br />

Jaarlijkse algemene<br />

vergadering<br />

Art. 2:218 BW<br />

Verzoek tot oproeping<br />

algemene vergadering<br />

Art. 2:220 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

Jaarlijks wordt ten minste één algemene<br />

vergadering gehouden.<br />

<strong>De</strong> jaarlijkse algemene vergadering wordt<br />

binnen zes maanden na afloop van het<br />

boekjaar gehouden.<br />

Een of meer houders van aandelen<br />

die gezamenlijk ten minste een tiende<br />

gedeelte van het geplaatste kapitaal<br />

vertegenwoordigen, kunnen aan het<br />

bestuur en aan de raad van commissarissen,<br />

schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van<br />

de te behandelen onderwerpen verzoeken<br />

een algemene vergadering bijeen te roepen.<br />

Het bestuur en de raad van commissarissen,<br />

daartoe gelijkelijk bevoegd, treffen na<br />

honorering van het verzoek de nodige<br />

maatregelen opdat de algemene vergadering<br />

binnen zes weken na het verzoek kan worden<br />

gehouden.<br />

Met houders van aandelen worden<br />

gelijkgesteld de houders van de certificaten<br />

op naam van aandelen, welke met<br />

medewerking van de vennootschap zijn<br />

uitgegeven.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Tijdens ieder boekjaar wordt ten minste<br />

één algemene vergadering gehouden of ten<br />

minste eenmaal overeenkomstig artikel 2:238<br />

lid 1 of lid 3 BW besloten.<br />

Op grond van de inwerking getreden Flexwet<br />

kunnen een of meer houders van aandelen<br />

die alleen of gezamenlijk ten minste een<br />

honderdste gedeelte van het geplaatste<br />

kapitaal vertegenwoordigen, aan het<br />

bestuur en aan de raad van commissarissen<br />

schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van<br />

de te behandelen onderwerpen het verzoek<br />

richten een algemene vergadering bijeen te<br />

roepen.<br />

Het bestuur en de raad van commissarissen,<br />

daartoe gelijkelijk bevoegd, treffen de nodige<br />

maatregelen, opdat de algemene vergadering<br />

binnen vier weken na het verzoek kan<br />

worden gehouden, tenzij een zwaarwichtig<br />

belang van de vennootschap zich daartegen<br />

verzet.<br />

In de statuten kan het vereiste gedeelte<br />

van het kapitaal lager worden gesteld en de<br />

termijn waarbinnen de algemene vergadering<br />

moet worden gehouden, worden verkort.<br />

Indien het bestuur en de raad van<br />

commissarissen geen uitvoering geven aan<br />

het verzoek, kunnen de in de eerste<br />

8<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

<strong>De</strong> besluitvorming op de verplichte<br />

vergadering die gedurende het boekjaar<br />

dient plaats te vinden moet ook buiten<br />

vergadering kunnen plaatsvinden,<br />

overeenkomstig artikel 2:238 BW (alle<br />

vergadergerechtigden dienen in te stemmen<br />

met deze wijze van besluitvorming).<br />

Artikel 71 Overgangswet NBW geldt, op<br />

grond waarvan een verwijzing in de statuten<br />

naar een wetsbepaling evenals de weergave<br />

van de zakelijke inhoud van een wetsbepaling<br />

een verwijzing naar de wetsartikelen van de<br />

nieuwe wet inhoudt.<br />

<strong>De</strong> bepaling in de statuten waarin de<br />

wettelijke tekst is opgenomen, komt in<br />

beginsel geen zelfstandige betekenis toe.<br />

Wanneer het gedeelte van het geplaatste<br />

kapitaal dat vertegenwoordigd dient te<br />

zijn bij het indienen van een verzoek<br />

tot het bijeenroepen van een algemene<br />

vergadering in de statuten hoger is dan<br />

een honderdste, vindt deze bepaling geen<br />

toepassing. <strong>De</strong> soepelere bepaling voor het<br />

verzoek tot bijeenroeping dat in de Flexwet is<br />

opgenomen gaat voor. Er is dus ten hoogste<br />

een gedeelte van een honderdste van het<br />

geplaatste kapitaal vereist.<br />

Voorts dient het bestuur en de raad van<br />

commissarissen de nodige maatregelen te<br />

treffen, opdat de algemene vergadering<br />

binnen vier weken (in plaats van zes


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Verzoek tot oproeping<br />

algemene vergadering<br />

Art. 2:220 BW<br />

(vervolg)<br />

Oproeping algemene<br />

vergadering van aandeelhouders<br />

Art. 2:225 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

<strong>De</strong> oproeping geschiedt niet later dan op<br />

de vijftiende dag vóór die der vergadering.<br />

Was die termijn korter of heeft de oproeping<br />

niet plaats gehad, dan kunnen geen wettige<br />

besluiten worden genomen, tenzij met<br />

algemene stemmen in een vergadering,<br />

waarin het gehele geplaatste kapitaal<br />

vertegenwoordigd is.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

zin bedoelde aandeelhouders op hun<br />

verzoek door de voorzieningenrechter van<br />

de rechtbank worden gemachtigd tot de<br />

bijeenroeping van de algemene vergadering.<br />

Met houders van aandelen worden<br />

overigens gelijkgesteld anderen aan wie het<br />

vergaderrecht toekomt.<br />

Als gevolg van de inwerkingtreding van de<br />

Flexwet, is de wettelijke oproepingstermijn<br />

verkort van de vijftiende dag voor de dag van<br />

de vergadering naar de achtste dag voor de<br />

dag van de vergadering.<br />

9<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

weken) kan worden gehouden (tenzij een<br />

zwaarwichtig belang van de vennootschap<br />

zich daartegen verzet).<br />

Wanneer het bestuur en de raad van<br />

commissarissen geen uitvoering geven<br />

aan het verzoek, kunnen de bedoelde<br />

aandeelhouders en vergadergerechtigden op<br />

hun verzoek door de voorzieningenrechter<br />

van de rechtbank worden gemachtigd tot de<br />

bijeenroeping van de algemene vergadering.<br />

Omdat de in de Flexwet genoemde<br />

termijn een minimumtermijn is, dient er<br />

te worden gekeken naar de bepalingen in<br />

de huidige statuten van een B.V. Wanneer<br />

er in de statuten een oproepingstermijn is<br />

opgenomen en er hierbij wordt aangesloten<br />

bij de oude wetgeving, op grond waarvan<br />

er een termijn van 15 dagen of meer<br />

geldt, dient deze termijn in acht te worden<br />

genomen.<br />

Om gebruik te kunnen maken van de nieuwe<br />

kortere termijn dienen de statuten te worden<br />

gewijzigd, waarbij het mogelijk wordt<br />

gemaakt dat er gebruik wordt gemaakt van<br />

de nieuwe verkorte oproepingstermijn.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Vergaderrechten van<br />

houders van met<br />

medewerking uitgegeven<br />

certificaten<br />

Art. 2:227 lid 2 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

Iedere houder van een met medewerking<br />

van de vennootschap uitgegeven certificaat<br />

op naam van een aandeel is bevoegd, in<br />

persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, de<br />

algemene vergadering bij te wonen en daarin<br />

het woord te voeren.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Op grond van het nieuwe lid 2 van artikel<br />

2:227 BW, kunnen de statuten bepalen of<br />

aan houders van certificaten vergaderrecht is<br />

verbonden.<br />

10<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Binnen een jaar na inwerkingtreding van<br />

de Flexwet (dit is op 1 oktober 2013)<br />

moeten de houders van certificaten die met<br />

medewerking van de vennootschap zijn<br />

uitgegeven de vennootschap verzoeken hen<br />

als vergadergerechtigden in te schrijven in<br />

het register (artikel V.2 lid 1 Invoeringswet<br />

vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht).<br />

<strong>De</strong>ze overgangsregel voorkomt dat personen<br />

met certificaathoudersrechten die nog niet<br />

zijn ingeschreven in het register, niet zouden<br />

worden opgeroepen voor een algemene<br />

vergadering. <strong>De</strong> oproepingsbrieven voor een<br />

algemene vergadering worden volgens art.<br />

2:223 lid 1 BW (nieuw) immers gestuurd aan<br />

aandeelhouders en overige gerechtigden<br />

zoals deze zijn vermeld in het register als<br />

bedoeld in artikel 2:194 BW.<br />

Wanneer dit niet een maand vóór de<br />

datum van de eerste algemene vergadering<br />

na de inwerkingtreding van de Flexwet is<br />

gedaan, geschiedt de oproeping op de wijze<br />

zoals de oude wet dit voorschreef (art.<br />

2:223 lid 2 en 3 BW). Dit kan betekenen<br />

dat certificaathouders moeten worden<br />

opgeroepen door een aankondiging in een<br />

landelijk verspreid dagblad, tenzij de statuten<br />

anders bepalen.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

Vergaderrechten van<br />

houders van met<br />

medewerking uitgegeven<br />

certificaten<br />

Art. 2:227 lid 2 BW<br />

(vervolg)<br />

Besluitvorming buiten<br />

vergadering<br />

Art. 2:238 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

<strong>De</strong> aandeelhouders kunnen op andere wijze<br />

dan in een vergadering besluiten, tenzij<br />

met medewerking van de vennootschap<br />

certificaten van aandelen zijn uitgegeven.<br />

Zulks is slechts mogelijk indien een<br />

besluit met algemene stemmen van de<br />

stemgerechtigde aandeelhouders wordt<br />

genomen.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Besluitvorming van aandeelhouders kan<br />

op andere wijze dan in een vergadering<br />

geschieden, mits alle vergadergerechtigden<br />

met deze wijze van besluitvorming<br />

hebben ingestemd (het is dus mogelijk<br />

dat er besluitvorming buiten vergadering<br />

plaatsvindt wanneer er certificaathouders<br />

zijn).<br />

<strong>De</strong> unanimiteitseis voor de besluitvorming is<br />

komen te vervallen.<br />

11<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Vervolgens zal bij de eerstvolgende<br />

statutenwijziging aan de houders van met<br />

medewerking uitgegeven certificaten in<br />

de statuten vergaderrecht moeten worden<br />

toegekend (artikel V.2 lid 6 Invoeringswet<br />

vereenvoudiging en flexibilisering<br />

bv-recht). Tot het moment van deze<br />

statutenwijziging worden onder certificaten<br />

waaraan bij de statuten vergaderrecht is<br />

verbonden tevens verstaan certificaten<br />

die voor inwerkingtreding van de wet over<br />

vergaderrecht beschikten en die in het<br />

aandeelhoudersregister zijn opgenomen.<br />

Indien er in de statuten een striktere regeling<br />

omtrent besluitvorming buiten vergadering<br />

is opgenomen dan in de Flexwet (vereiste<br />

unanimiteit), zal deze blijven gelden. Om<br />

gebruik te maken van de soepelere nieuwe<br />

regeling, dienen de statuten op dit punt te<br />

worden aangepast op de nieuwe regelgeving.<br />

Met name wanneer er meerdere<br />

aandeelhouders zijn is het raadzaam<br />

de unanimeitseis door middel van een<br />

statutenwijziging uit de statuten te<br />

schrappen, omdat dit de besluitvorming van<br />

de algemene vergadering buiten vergadering<br />

kan bevorderen.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

C. Bestuurders en<br />

commissarissen<br />

Bindende voordracht voor<br />

benoeming bestuurder/<br />

commissaris<br />

Art. 2:243 BW<br />

Belet en ontstentenis van<br />

commissarissen<br />

Art. 2:252 lid 4 BW<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

Bij de statuten kan worden bepaald, dat de<br />

benoeming door de algemene vergadering<br />

zal geschieden uit een voordracht, die<br />

ten minste twee personen voor iedere te<br />

vervullen plaats bevat.<br />

In de statuten kan niets zijn opgenomen over<br />

de ontstentenis en belet van commissarissen.<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

Bij de statuten kan worden bepaald dat de<br />

benoeming door de algemene vergadering<br />

geschiedt uit een voordracht. Het vereiste dat<br />

de voordracht dient te bestaan uit ten minste<br />

twee personen is komen te vervallen.<br />

Art. 2:252 lid 4 BW (nieuw) bepaalt dat de<br />

statuten voorschriften dienen te bevatten<br />

omtrent de wijze waarop in de uitoefening<br />

van de taken en bevoegdheden voorlopig<br />

wordt voorzien in geval van ontstentenis of<br />

belet van een of meer commissarissen. <strong>De</strong><br />

statuten kunnen nader bepalen wanneer er<br />

sprake is van belet.<br />

12<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Wanneer in de statuten is bepaald dat de<br />

voordracht uit ten minste twee personen<br />

dient te bestaan, zal dit blijven gelden.<br />

Om gebruik te maken van de soepelere<br />

nieuwe regeling, dienen de statuten op dit<br />

punt te worden aangepast op de nieuwe<br />

regelgeving.<br />

Wanneer er niets in de statuten is bepaald,<br />

kan er geen regel worden gevolgd omtrent<br />

ontstentenis of belet van commissarissen.<br />

Echter op grond van artikel V.2 lid 7<br />

Invoeringswet vereenvoudiging en<br />

flexibilisering bv-recht dienen de statuten<br />

bij de eerstvolgende statutenwijziging<br />

na inwerkingtreding van de Flexwet in<br />

overeenstemming te worden gebracht met<br />

artikel 2:252 lid 4 BW.


ONDERWERP OPGENOMEN BEPALINGEN IN DE<br />

HUIDIGE STATUTEN (GEBASEERD OP DE<br />

WET GELDEND TOT 1 OKTOBER 2012)<br />

D. Overige<br />

Blokkeringsregeling<br />

Art. 2:195 BW<br />

CONTACT<br />

In de statuten kan een goedkeurings- of een<br />

aanbiedingsregeling zijn opgenomen, waarbij<br />

de zakelijke inhoud van artikel 2:195 BW is<br />

overgenomen, zonder dat er verwezen wordt<br />

naar de “vrije kring”, op grond waarvan de<br />

aandeelhouder vrijelijk kan overdragen aan<br />

zijn echtgenoot of geregistreerde partner,<br />

aan zijn bloed- en aanverwanten, in de rechte<br />

lijn onbeperkt en in de zijlijn in de tweede<br />

graad, aan een mede-aandeelhouder en aan<br />

de vennootschap.<br />

Voor vragen naar aanleiding van dit <strong>overzicht</strong> kunt u contact opnemen met<br />

<strong>Boekel</strong> <strong>De</strong> <strong>Nerée</strong> N.V.<br />

Boudewijn Waaijer, notaris<br />

T 020- 795 3118<br />

E boudewijn.waaijer@boekel.com<br />

Cars-Jan van Gool, notaris<br />

T 020- 795 3382<br />

E carsjan.vangool@boekel.com<br />

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met “de Flexwet”<br />

WAT IS ER VERANDERD OP GROND<br />

VAN DE WET VEREENVOUDIGING<br />

EN FLEXIBILISERING B.V.-RECHT<br />

(“FLEXWET”)?<br />

<strong>De</strong> verplichte blokkeringsregeling is als<br />

gevolg van de inwerkingtreding van de<br />

Flexwet komen te vervallen. Er kan voor een<br />

B.V. worden gekozen voor de krachtens de<br />

wet geldende aanbiedingsregeling (2:195<br />

lid 1), voor een statutaire beperking of<br />

uitsluiting van de overdraagbaarheid van<br />

de aandelen (2:195 leden 3 en 4) of voor<br />

geen enkele vorm van beperkingen voor de<br />

overdraagbaarheid van de aandelen in haar<br />

kapitaal.<br />

Op grond van de Flexwet is er geen ruimte<br />

voor een vrije kring op grond waarvan een<br />

aandeelhouder vrijelijk kan overdragen;<br />

hiervoor kan wel worden gekozen in de<br />

statuten.<br />

13<br />

WAT GELDT SINDS DE INWERKING-<br />

TREDING VAN DE FLEXWET MET<br />

BETREKKING TOT DE “OUDE<br />

STATUTEN”? OVERGANGSRECHT?<br />

Wanneer in de huidige statuten de zakelijke<br />

inhoud omtrent de blokkeringsregeling wordt<br />

weergegeven (uit het oude art. 2:195 BW),<br />

zal dit geacht worden een verwijzing te zijn<br />

naar de wetsartikelen van de nieuwe wet<br />

(artikel 71 Overgangswet NBW).<br />

In de nieuwe regeling is er geen ruimte voor<br />

een vrijelijke overdracht op grond van de<br />

“vrije kring”, zodat deze niet van toepassing<br />

zal zijn bij een overdracht van aandelen overeenkomstig<br />

de huidige statuten.<br />

Wanneer een dergelijke vrije kring echter<br />

toch gewenst is, dient dit door middel van<br />

een statutenwijziging expliciet in de statuten<br />

te worden opgenomen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!