WC ZL4_samenvatting.pdf - VETserieus.nl
WC ZL4_samenvatting.pdf - VETserieus.nl
WC ZL4_samenvatting.pdf - VETserieus.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
www.<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />
Beste Student,<br />
De documenten op <strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong> zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij<br />
het studeren. De <strong>samenvatting</strong>en worden nagekeken door studenten tijdens<br />
het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel<br />
foutloze <strong>samenvatting</strong>en te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit<br />
streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je<br />
tijdens het lezen van de <strong>samenvatting</strong> fouten vinden kun je dat doorgeven<br />
via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar<br />
vetserieus@gmail.com<br />
De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het<br />
uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!!<br />
Hartelijke groet,<br />
<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />
1
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Werkcollege 1 reactiepatroon van het centraal zenuwstelsel<br />
Casus 1: kalf met fibrinopurulente meningo-encephalitis<br />
Twee dagen oud kalf, ernstig ziek. Het lag slap en plat op de grond en had een<br />
ondertemperatuur. De ogen lagen diep in de kassen,<br />
in het linkeroog was een lichte troebeling te zien.<br />
Het dier is niet in buikligging te krijgen door een<br />
krampachtige contractiegolf in de nekspieren, dit<br />
komt door terminale hypoglycemie.<br />
Microscopisch zie je de meningen als een donkere lijn. In<br />
dit geval zie je daar een toegenomen celrijkdom, want de<br />
breedte van de meningen is toegenomen. Ook zien we<br />
sterke verwijding van de bloedvaten.<br />
Daarnaast is er sprake van perivasculaire<br />
cuffing: de ontsteking zit in de meningen om de<br />
bloedvaten heen. Er is dan een manchet van<br />
ontstekingscellen om het bloedvat te zien.<br />
Macroscopisch valt aan de hersenen op dat er<br />
exsudaat in de sulci ligt en er zijn ook gebieden met<br />
hyperemie in de schors.<br />
Linksonder zie je dat er ook sprake is van infiltratie in het<br />
hersenweefsel. Vanuit het vlies gaat de ontsteking dus nu de cortex in.<br />
Als we gaan inzoomen op het ontstekingsfiltraat, dan zien we dat deze<br />
bestaat uit:<br />
- pmk’s<br />
- fibrine<br />
We spreken dus van een purulente ontsteking en binnen de hersenen kun<br />
je dan uitgaan van een bacteriële infectie!<br />
Bij dit kalf zou je willen weten of de biestopname wel genoeg en snel genoeg heeft<br />
plaatsgevonden. Daarbij is de duur van de partus ook van belang in verband met<br />
zuurstofgebrek in de hersenen en het MDK. Moeilijke start barrière MDK ↓ <br />
maternale Ab’s ↓ door biest ↓ niet zo mooi…<br />
De vatbaarheid voor infecties is binnen de schedel hoger omdat daar de<br />
zuurstofspanning lager is ook de macrofaagactiviteit.<br />
1
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Andere pathologische afwijkingen die we bij dit kalf zouden kunnen verwachten:<br />
- polyarthritis<br />
- polyserositis<br />
- hypopyon (pus in het oog)<br />
o dit ontstaat door exsudaat in de voorste oogkamer<br />
Casus 2: pup met Carré<br />
Klein op sterven-na-dood hondje, 2 maanden oud. Diepliggende<br />
ogen met een hoeveelheid slijmig exsudaat, kan niet meer lopen.<br />
Een toeval gehad. Problemen begonnen met diarree, daarna hoesten<br />
en na 3 weken neurologische verschijnselen.<br />
‘macroscopisch’ zien we hier het<br />
cerebellum. Om het midden heen zijn<br />
grote bleke gebieden zichtbaar, dit is<br />
pathologisch.<br />
Als we daarop inzoomen, blijkt het een beetje een spons- <br />
achtige structuur te zijn. De vele witte gaatjes zijn opvallend,<br />
zij zijn ontstaan door primaire demyelinisatie en door<br />
degeneratie van de neuronen, er zijn namelijk veel neuronen<br />
zonder kern te zien. Dit wordt opgeruimd door de macrofaag<br />
welke een digestiekamer vormt.<br />
Ook in deze coupe kun je de perivasculaire cuffing zien. Als we hier inzoomen op het<br />
ontstekingsfiltraat, dan zijn het met name<br />
- lymfocyten<br />
- plasmacellen<br />
en binnen de hersenen kun je dan uitgaan van een virale ziekte!<br />
hier is goed een intranucleair insluitlichaampje te zien. Het paarse bolletje<br />
is dus de kern. Het insluitlichaampje duwt het chromatine van de celkern<br />
naar de rand, dit is het 1 e herkenningspunt. Ook dit is een aanwijzing voor<br />
een virale infectie.<br />
4 ziekten die de pup meegenomen kan hebben vanuit het asiel:<br />
- Carré / hondenziekte / morbillivirus<br />
- Parvo<br />
- HCC door adenovirus<br />
- Toxocara canis<br />
Om je diagnose Carré te bevestigen, kun je je antilichamen tegen het virus op je coupe<br />
gooien en aankleuren.<br />
Carré uit zich in 2 viremieën. De eerste viremie geeft respiratoire kalchten, de 2 e viremie<br />
geeft hersenklachten en komt een paar weken later.<br />
2
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De veranderingen in de hersenen ontstaan direct door degeneratie van astrocyten en<br />
oligodendrocyten. Indirect wordt het verergerd door de afweer en overgevoeligheid type<br />
IV.<br />
De klinische symptomen van Carré:<br />
- Koorts<br />
- Gastro-enteritis: diarree, braken, vermageren<br />
- mucopurulente conjunctivitis en soms blindheid<br />
- bronchitis/pneumonie: hoesten, benauwdheid,<br />
- Na enkele weken:<br />
o hyperkeratose van de neus en voetzolen<br />
o hersenverschijnselen zoals ataxie, convulsies, paralyse en tremoren<br />
Casus 3: paard met wobbler<br />
Jaarling, begon atactisch te lopen en bij het wenden viel hij. Bij het achteruit lopen bleek<br />
de locomotie van voor- en achterhand niet meer gecoördineerd te kunnen worden, het<br />
paard zakte door de achterbenen.<br />
Op een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg, zit ventraal de grootste ‘gleuf’ met een<br />
groot bloedvat. Aan de buitenzijde is de witte stof, de binnenkant is de grijze stof.<br />
Dorsaal zijn de sensibele neuronen<br />
Ventraal zijn de motorische neuronen.<br />
De witte stof ligt vol met axonen, eige<strong>nl</strong>ijk kijk je naar een bundel dwarsdoorgesneden<br />
bundels. Deze bundels heten funiculi. Nu bekijken we de ventrale funiculi, dit ziet er erg<br />
rommelig uit. De axonen zijn gezwollen, vervallen, eosinofiel en ook de myelineschedes<br />
zijn gezwollen. Een gezwollen axon noemen we een spheroid.<br />
Macrofagen komen de vervallen zooi opruimen. Een Mq is dus een teken van<br />
degeneratie Wallerse degeneratie. Ook hier zijn weer digestiekamers te zien. <br />
Macroscopisch zou te zien kunnen zijn dat de<br />
tussenwervelschijven compressie geven op het<br />
ruggenmerg.<br />
linksonder is de grijze stof met de neuroncellichamen.<br />
Rechtsboven is de witte stof met axonen<br />
en myelineschedes.<br />
In de witte stof: secundaire demyelinisatie, digestiekamers in het kader van de Wallerse<br />
degeneratie, macrofagen en gezwollen axonen<br />
In de grijze stof: niks bijzonders<br />
3
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Het Wobbler-syndroom houdt eige<strong>nl</strong>ijk in dat er beschadiging van het axon optreedt door<br />
mechanische invloeden. Door de compressie zal het deel caudaal van de compressieplek<br />
gaan degenereren.<br />
De Ddx van demyelinisatie in het ruggenmerg bij het paard:<br />
- statische stenosen<br />
o bloeding<br />
o neoplasie<br />
o fractuur<br />
o trauma<br />
- dynamische stenose bij snelgroeiende hengsten<br />
- equine herpesvirus<br />
- EDM: Vit E tekort in de groei<br />
- Sarcocystes neurona<br />
- Nematoden<br />
Doorslaggevend voor de diagnose van EDM: digestiekamers en verval van cellichamen..?<br />
Werkcollege 2 infectieuze aandoeningen van het zenuwstelsel<br />
Casus 1: een gekke koe?<br />
Gegevens uit het signalement, de anamnese en het lichamelijk onderzoek die kunnen<br />
wijzen in de richting van BSE:<br />
- Signalement:<br />
o 5 jaar oude koe: de eerste verschijnselen treden op bij runderen van 4 tot 5<br />
jaar, door de lange incubatietijd (3 jaar)<br />
o 6 weken post partum: wanneer de eerste verschijnselen rond de partus<br />
optreden is het klinische verloop sneller<br />
- anamnese:<br />
o afwijkend gedrag:<br />
loopt weg als de koeien uit de wei worden gehaald<br />
zenuwachtig<br />
trappen tijdens het melken<br />
onrustig en nerveus<br />
o matige conditie: dit wijst op een chronische aandoening<br />
o niet kreupel, maar wel beiderzijds een dikke hak: de huisvesting is niet in<br />
orde, of het dier ligt heel veel<br />
o het is maar 1 dier op het bedrijf met deze klachten!! (kans virus/bacterie↓)<br />
- neurologisch onderzoek<br />
o overdreven alert<br />
o dier trapt en zwaait met het hoofd naar de dierenarts (agressie)<br />
o ataxie<br />
o spiertrillingen zichtbaar bij spieren van het voorbeen<br />
4
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
o wankele gang, met name van de achterhand<br />
o overdreven schrikreactie bij plots hard geluid<br />
o dreigreflex versterkt<br />
Een waarschij<strong>nl</strong>ijkheidsdiagnose haal je dus uit je anamnese en de verschijnselen.<br />
Wanneer je het vermoeden BSE hebt moet je de VWA inschakelen. Zij sturen dan een<br />
specialistenteam. De definitieve diagnose wordt post mortem gesteld via histologisch<br />
onderzoek van hersenweefsel en een immunohistochemische test op het voor BSE<br />
kenmerkende prioneiwit.<br />
Het bedrijf wordt op het moment van verdenking gesloten.<br />
De etiologie van BSE: een prioneiwit. Alle dieren hebben prioneiwitten, door een<br />
verkeerde vouwing van een van die eiwitten krijg je stapelingen, want het kan niet meer<br />
afgebroken worden omdat het een ‘gekke vorm’ heeft. De ‘verkeerd gevouwen<br />
prioneiwitten’ dringen hun conformatieverandering op aan andere hersencellen zodat zij<br />
ook verkeer gaan vouwen afwijkende configuratie ellende. Er is geen<br />
immunologische reactie, want het zijn eigen eiwitten, dus lastig aan te tonen.<br />
Pathogenese: Het prioneiwit zit in slachtafval in het voer (diermeel) peyerse platen in<br />
de darm (niet in andere lymforeticulaire weefsels zoals scrapie wel doet) zenuwen <br />
centraal zenuwstelsen. Incubatietijd: 3 jaar.<br />
Het prioneiwit is bijzonder resistent, het doorstaat bijvoorbeeld verhitting en hoge druk.<br />
De uitbraken in Engeland waren met name het gevolg van de ‘slechte’ verwerking van de<br />
dode dieren, maar ook van het feit dat er heel veel schapen in Engeland zijn en er een<br />
verband gezocht wordt met scrapie. Tegenwoordig wordt de verwerking met hogere<br />
temperatuur en hogere druk uitgevoerd. Ook wordt er nu geen diermeel meer aan LH<br />
gevoerd, vroeger wel en zo kreeg je de kruisbesmetting.<br />
Voor mensen is het van belang dat milt, ruggenmerg, hersenen en peyerse platen niet<br />
worden verwerkt in ons eten.<br />
De koe in deze casus komt dus hoogst waarschij<strong>nl</strong>ijk aan deze aandoening het voer. De<br />
kans op verticale transmissie is maar 10% en over horizontale besmetting wordt niet<br />
gesproken. Het is natuurlijk wel zo dat hetzelfde cohort ook vaak hetzelfde vier krijgt.<br />
Daarom worden ook vaak de runderen die 12 maanden voor of na de zieke koe geboren<br />
zijn geruimd en de koeien die in het eerste half jaar in dezelfde groep hebben gestaan als<br />
dit slachtoffer.<br />
BSE is dus een aangifteplichtige ziekte, mede omdat het een mogelijke zoönose is. Er<br />
zijn vele (erfelijke) vormen van Kreutzfield-Jacob, en een nieuwe variant daarvan wordt<br />
toegeschreven aan BSE.<br />
5
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Casus 2: een dolle hond?<br />
Gegevens uit het signalement, de anamnese en het lichamelijk onderzoek die kunnen<br />
wijzen in de richting van rabiës:<br />
- anamnese<br />
o afwijkend gedrag<br />
bang<br />
herkent eigenaar niet<br />
o progressieve verlammingsverschijnselen<br />
o speekselen<br />
- aanvullende anamnese; vragen naar:<br />
o agressie<br />
o typisch hoge blaf<br />
o contact met vleermuizen/vossen<br />
o buite<strong>nl</strong>and<br />
o wanneer begonnen: bij rabiës na +/- 5 dagen vanaf de eerste verschijnselen<br />
dood<br />
- neurologisch onderzoek:<br />
o gedesoriënteerd<br />
o alert<br />
o dier lijkt blind en ‘hapt’ om zich heen<br />
o parese/paralyse: hond belast de poten niet<br />
o dier lijkt blind en heeft een afhangende onderkaak<br />
o agressief<br />
o vertraagde palpebrale en corneale reflexen<br />
o urine-incontinentie<br />
o de hond geeft bij het opwekken van de pijnperceptie geen ‘centrale’<br />
reactie.<br />
Wanneer je een hond hebt met de waarschij<strong>nl</strong>ijkheidsdiagnose rabiës, dan is het om<br />
veiligheidsredenen af te raden om lichamelijk onderzoek te doen. De hond moet<br />
aangegeven worden bij de VWA die voor verdere afwikkeling zullen zorgen.<br />
Het is mogelijk om het virus te isoleren uit speeksel en cerebrale vloeistof, maar deze<br />
uitslag is soms vals-negatief. Vaker worden er coupes van het hersenweefsel gemaakt,<br />
hierin zijn de typische ‘insluitlichaampjes van Negri’ te zien. Betrouwbaarder is het<br />
aantonen van virusantigeen door middel van een IFT op coupes of uitstrijkpreparaatjes<br />
van verschillende plaatsen van de hersenen. Is deze uitslag negatief, maar blijft er een<br />
sterke verdenking, dan kun je een bio-assay uitvoeren. Hierbij spuit je muizen in met<br />
verdacht hersenmateriaal en deze sterven bij een positieve uitslag. Een PCR is het<br />
alternatief.<br />
Etiologie: het rabiësvirus is een enkelstrengs RNA virus en omvat drie genotypen.<br />
1. klassiek - vos<br />
2. EBLV1 - vleermuis<br />
3. EBLV2 - vleermuis<br />
6
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Pathogenese: een infectie ontstaat na een bijtwond, speeksel komt in het onderhuidse<br />
weefsel of spieren vermenigvuldiging concentratie virus ↑ virus komt<br />
zenuwstelsel binnen: zenuwen CZS vermenigvuldiging verdere verspreiding via<br />
de zenuwen.<br />
Er zijn aanwijzingen dat de verspreiding ook oraal en aerogeen kan plaatsvinden, maar<br />
hiervoor is nog geen bewijs.<br />
Deze hond is dus hoogst waarschij<strong>nl</strong>ijk gebeten door een ander dier (vos, vleermuis) of<br />
heeft eventueel een dode vleermuis opgegeten.<br />
Rabiës is een zoönose, als een mens gebeten wordt door een besmet dier, is er dus grote<br />
kans op ellende. Daarom is het in Nederland zo dat er preventief wordt gevaccineerd.<br />
Honden uit het buite<strong>nl</strong>and of die naar het buite<strong>nl</strong>and gaan, moeten minstens een maand<br />
van te voren gevaccineerd zijn. Bij vossen wordt dit doormiddel van een lokaas gedaan<br />
waarin zich het vaccin bevind.<br />
Casus: een scheef schaap?<br />
Gegevens uit het signalement, de anamnese en het lichamelijk onderzoek die kunnen<br />
wijzen in de richting van listeriose:<br />
- signalement<br />
o twee jarige ooi (dus als niet te sepsisvorm meer)<br />
o drachtig: meer kans<br />
- anamnese<br />
o sloom<br />
o loopt rondjes linksom<br />
o houdt de kop scheef! eenzijdig probleem<br />
- algemene indruk<br />
o links een afhangend oor, ooglid en lip<br />
- algemeen onderzoek<br />
o verhoogde ademhaling en pols<br />
o T: 40,5<br />
- Neurologisch onderzoek<br />
o Gedesoriënteerd<br />
o Dwangbewegingen<br />
o Dier valt om bij het dubbeltreden<br />
o Sterke miosis<br />
De waarschij<strong>nl</strong>ijkheidsdiagnose stel je door middel van de verschijnselen. Dit kun je<br />
bevestigen met een kweek, maar dit duurt minstens 3 maanden en is erg duur.<br />
De andere mogelijkheden:<br />
- bloedonderzoek: gepaarde sera<br />
- liquor: deze is niet vaak positief… <br />
- microscopisch onderzoek op een hersencoupe: encephalitis en eenzijdig<br />
multifocale abcessen<br />
7
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Listeria leidt bij de geit snel tot de dood, bij het schaap al iets minder ernstig en het rund<br />
is het minst ziek.<br />
Etiologie: listeria monocytogenes. Deze bacterie kan in de voeding zitten, met name in<br />
slecht geconserveerd kuilgras.<br />
Pathogenese: de bacterie komt in de mond- of keelholte en gaat dan via de nn. trigeminus<br />
of glossopharyngeus naar de hersenstam. Ook mogelijk: mond darm bloed <br />
hersenen.<br />
Listeriose is een zoönose en wordt met name verspreid via gekoeld voedsel zoals franse<br />
kaasjes. Ook wordt het verspreid via bladgroentes, rauw vlees en rauwe vis. Er vindt geen<br />
horizontale verspreiding plaats!<br />
Listeria abortus bij het rund cutane vorm listeria bij de mens kans op<br />
encephalitis<br />
Werkcollege 3 botafwijkingen<br />
Jonge trabekels zijn rood, oude zijn vet. Om de trabekels liggen de beenbalkjes.<br />
Een osteoclast is donkerpaars en heeft meerdere kernen. De holte tussen de osteoclast en<br />
het bot heet de Howshipse lacune.<br />
Osteoid is niet gemineraliseerd, in de matrix, bevat collagenen, eiwitten wordt een<br />
bedje voor cellen. Cellen in de matrix zijn osteocyten, welke ontstaan uit de osteoblasten.<br />
De osteoblasten liggen altijd langs de rand van de beenbalkjes.<br />
Casus 1: hond met osteodystrofia fibrosa<br />
4½ jaar oude terriër, ging de laatste weken steeds moeilijker en pij<strong>nl</strong>ijker lopen, met<br />
kromme beenderen. Vitamine D therapie gaf verslechtering.<br />
Bij sectie vertoonden de beenderen, die gemakkelijk buigbaar<br />
waren, normale groeischijven en dunne cortices en de<br />
bijschildklieren waren vergroot. Ontkalkte coupe van radius en<br />
ulna werd gemaakt.<br />
dunne cortex, wijde mergholte, gebogen beenderen,<br />
greenstick-fractuur. Diagnose: osteoporose<br />
8
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
dit is het normale beeld van kraakbeenrijping. Bovenin zie je de<br />
chondrocyten die zich rangschikken in kolommen. Daaronder, het donkere<br />
gebied, worden de beenbalkjes (trabekels) gevormd.<br />
De veranderingen in deze coupe berusten met name op <br />
een toename van het aantal osteoclasten. De grote reuscellen zijn<br />
behoorlijk prominent aanwezig. Na de botresorptie van de<br />
osteoclasten blijft collageen over: fibrosering, met name in de<br />
buurt van de osteoclasten. Hierdoor ogen de beenbalkjes wat<br />
vleziger.<br />
Deze jonge hond, leidend aan osteodystrofia fibrosa zal dit<br />
ziektebeeld vertonen door een te lage calciuminname, een te hoge fosforgehalte of beide.<br />
Het gaat om de verhouding.<br />
Als Ca 2+ daalt en P stijgt (relatief) PTH ↑ osteoblast krijgt het signaal de osteoclast<br />
te activeren.<br />
Vit D zorgt ervoor dat de osteoclasten nog gevoeliger worden voor PTH, dus deze<br />
therapie is niet aan te raden.<br />
Verminderd been dunne cortex botten buigbaar.<br />
Casus 2: cavia met Vitamine C deficientie<br />
Cavia met als klachten: veel liggen, sloom, pij<strong>nl</strong>ijk bij<br />
palpatie. Bij sectie zijn vooral de subcutane bloedingen rond<br />
de metafysaire gebieden opvallend. Het skelet was bovendien<br />
buigbaar. Er werd een ontkalkte coupe gemaakt ter hoogte van<br />
de ribkraakbeenovergang.<br />
Een overzicht van de coupe <br />
Wanneer je beter kijkt naar de spieren, blijken daar<br />
vele bloedingen aanwezig. Dit komt omdat ook de<br />
wand van bloedvaten als bestanddeel collageen bevat.<br />
De bloedingen treden met name op in de buurt van de<br />
gewrichten, omdat daar de druk- en trekkrachten groot<br />
zijn.<br />
Op de plek van de groeischijf is met name necrose te zien geen normale botopbouw.<br />
En tussen het bot en het kraakbeen bevindt zich fibroangioblastenweefsel, dat is het<br />
gevolg van de necrose. Deze zijn er nu in plaats van de trabekels.<br />
De histopathologische diagnose: hypoplastische osteoporose<br />
9
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De oorzaak: Vitamine C deficiëntie. Dit is nodig voor collageensynthese en beenmatrix<br />
bestaat uit collageen waardoor er geen basis is voor osteosynthese.<br />
Casus 3: hond met osteosarcoom<br />
Duitse herder van 7 jaar, kreupel aan een voorbeen. Dikte in het<br />
schoudergebied. Bij radiologisch onderzoek werd een proces met veel<br />
verval en nieuwvorming in en rond de proximale humerus vastgesteld.<br />
Tevens longverdichtingen. Er werd een onontkalkte coupe gemaakt van<br />
de proximale humerus.<br />
opvallend is het zeer onregelmatige aspect van de epifyse. Daarbij is<br />
er necrose in het centrum aanwezig.<br />
Wanneer we in zouden zoomen op de trabekels,<br />
dan valt op dat zij geïnfiltreerd zijn met<br />
tumorcellen.<br />
links zijn tumorcellen, zij<br />
hebben geen enkel onderling<br />
verband, dat wijst erop dat het<br />
om een mesenchymale tumor<br />
gaat. Bij epitheliaal zie je soms<br />
een buisje of andere structuur. De roze ‘wolkjes’<br />
rechts bestaan uit osteoid-achtig materiaal wat<br />
gevormd wordt door de tumorcellen.<br />
De kenmerken van een maligne tumor:<br />
- infiltratie in het beenweefsel<br />
- metastasen in de longen (de longverdichtingen)<br />
- slecht omschreven<br />
- cellen zijn slecht gedifferentieerd en verschillend van vorm: pleiomorfie<br />
Nu gaat het om de maligne osteosarcoom (uit osteoblast).<br />
De osteosarcoom bij de hond is meestal gelokaliseerd in de metafysaire gebieden van de<br />
lange pijpbeenderen:<br />
- distale radius<br />
- proximale humerus<br />
- distale femur<br />
- proximale en distale tibia<br />
10
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Werkcollege 4 (septische) arthritis<br />
Arthritis kan op verschillende manieren worden ingedeeld:<br />
- mono- of polyarthritis<br />
- primair (trauma gewricht) of secundair (ontsteking elders in het lichaam)<br />
- acuut of chronisch<br />
o onderverdeling bij acuut:<br />
sereus<br />
serofibrineus<br />
purulent<br />
- septisch of nonseptisch of immuungemedieerd<br />
Over het algemeen begint een arthritis als een synovialitis: ontsteking in<br />
synoviaalmembraan verspreid naar synovia kraakbeen gaat mee doen bot gaat<br />
meedoen enz.<br />
De oorzaken van<br />
- een monoarthritis<br />
o trauma (prikkeldraad)<br />
o gewrichtspunctie (iatrogeen)<br />
o vanuit peri-arthritis (lang blijven liggen / vaak dezelfde plek beschadigen)<br />
- polyarthritis<br />
o hematogeen (sepsis / immuungemedieerd)<br />
met name na een navelontsteking<br />
De verschijnselen:<br />
- kreupel<br />
- zwelling van het gewricht<br />
- pijn<br />
- standaard ontstekingsbeeld<br />
- algemeen ziek bij hematogene infectie polyserositis<br />
De diagnostische mogelijkheden:<br />
- gewrichtspunctie synoviaalvocht<br />
o troebel / pus / fibrine<br />
o bloed: kan simpelweg een bloedvat aangeprikt hebben<br />
o BO<br />
Bacterie kan ook via jouw punctie (contaminatie) gekomen zijn<br />
o Leukocyten horen er niet in<br />
o Consistentie: hoort hoge viscositeit te hebben, stroperig. Bij een<br />
ontsteking is het minder plakkerig<br />
- röntgenfoto<br />
o eventueel botaantasting te zien<br />
o bij een acute septische arthritis: niets te zien!<br />
11
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De componenten van het behandelplan:<br />
- rust<br />
- koelen bij acute infectie<br />
- AB<br />
o Bij voorkeur smal spectrum<br />
o Parenteraal<br />
o Kans op chemische arthritis bij depot in gewricht aanbrengen<br />
- Spoelen van het gewricht<br />
- NSAID’s (het dier gaat wel het been meer belasten…_<br />
- Bandage bewegingsbeperking<br />
Kreupele biggen<br />
U gaat op bedrijfsbezoek bij een varkensfokker. U komt bij een hok van biggen van<br />
enkele dagen oud. U ziet direct een biggetje dat zijn linker voorpootje niet belast en<br />
welke diarree heeft.<br />
De waarschij<strong>nl</strong>ijke oorzaak van deze kreupelheid is septische polyarthritis, aangezien dit<br />
het meeste voorkomt. Het biggetje zal te weinig melk gehad hebben minder weerstand<br />
vatbaarder voor infectie E.coli diarree. Het dier staat ook bij de achterste speen, wat<br />
ook een reden is voor te weinig melkopname.<br />
De meest waarschij<strong>nl</strong>ijke veroorzaker van de polyarthritis is de Streptococcus suis, deze<br />
zit overal en heeft dus met name te maken met de verminderde weerstand van de<br />
biggetjes. Als de andere biggetjes wel voldoende melk krijgen, dan is voor hen het risico<br />
al aanzie<strong>nl</strong>ijk minder.<br />
De behandeling zal uit parenterale toediening van AB bestaan.<br />
De prognose voor het kreupele biggetje is goed, mits je er in een vroeg stadium bij bent.<br />
Als je ‘te laat’ bent is het al meer een chronisch stadium en zal hij niet meer naar de<br />
slacht kunnen euthanasie.<br />
Er is pas een vergroot ziekterisico voor de andere biggen als de zeug ziek wordt. Deze zal<br />
je dan eerst moeten behandelen. Eventueel is het dan wijs alle biggetjes preventief met<br />
AB te behandelen.<br />
In een ander toom, wat gisteren geboren is, treft u een mollig biggetje wat zich<br />
nauwelijks kan voortbewegen. Het biggetje belast het rechter voorpootje helemaal niet en<br />
heeft ook moeite met het belasten van het linkerpootje. De gewrichten zijn niet gezwollen.<br />
Waarschij<strong>nl</strong>ijk is bij dit biggetje sprake van een verkorting van de buigpezen, ook wel<br />
arthrogrypose genoemd. In de ddx moet je ook schoonmaakmiddelen opnemen. Biggetjes<br />
hebben hele zachte zooltjes, als er bijtend schoonmaakmiddel in een plasje in de hoeken<br />
ligt, dan kan het biggetje zijn pootjes ‘verbranden’. Ook moet aan trauma gedacht<br />
worden.<br />
12
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De huid van het linker voorknietje is beschadigd en bedekt met een korst. Dit is een periarthritis<br />
en kan leiden tot een septisch proces. Dit kan komen door:<br />
- de te korte buigpezen<br />
- de zeug geeft te weinig melk big gaat melktrappelen tegen de speen <br />
voorknietje open kan dan ook gewricht overbelasten door het trappelen <br />
makkelijke ontsteking (+ weinig melk… is niet zo mooi)<br />
In dit kraamhok check je daarom ook de zeug en de andere biggen.<br />
In het volgende hok zitten biggen van 2 weken oud. Wederom is er een biggetje kreupel,<br />
maar deze heeft grove beschadigingen aan de tarsus.<br />
Dit biggetje zal lijden aan splay-leg, waardoor nu een polyarthritis is ontstaan met een<br />
streptococcus suis. Deze bacterie komt oraal bij de zeug voor en is dus in de buurt van de<br />
biggetjes. Dit kan dan via de wondjes op de tarus hematogeen verspreid worden en zo<br />
naar het gewricht gaan.<br />
De diagnose stel je door de duidelijke verschijnselen en eventueel door in een biopt<br />
myofibrillaire hypoplasie vast te stellen.<br />
De prognose is nu niet meer zo goed, het is nu al een chronisch probleem en dus zal het<br />
biggetje nooit meer op een normaal slachtgewicht komen. Het had beter geweest het<br />
biggetje gelijk te tapen, zodat de pootjes niet over de grond slepen en normaal onder het<br />
lijfje komen. Het is een erfelijke aandoening en het voer van de zeug rond de partus is<br />
van groot belang. De vette en magere zeugen hebben grotere kans op biggetjes met splayleg.<br />
En dan is er nog een veulen van 2 weken, en de eigenaar heeft het over veulenziekte.<br />
Met veulenziekte wordt polyarthritis bedoeld.<br />
De verschijnselen van veulenziekte:<br />
- zwelling<br />
- liggend dier<br />
- andere ziekten<br />
Deze ziekte kan gekomen zijn<br />
- via een ontsteking elders<br />
- intra-uteriene besmetting<br />
- partusproblemen<br />
De behandeling:<br />
- spoelen gewricht<br />
- NSAID’s<br />
- Rust<br />
- AB<br />
13
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De prognose is niet heel rooskleurig. 2/3 van de veulens sterft aan de aandoening. Het is<br />
afhankelijk van de duur, het ontstaan, de therapie en de toestand van het veulen.<br />
De adviezen om dit in de toekomst te voorkomen:<br />
- voldoende colostrum<br />
- navelstrengdesinfectie<br />
- preventieve AB<br />
Werkcollege 5 gewrichtsaandoeningen<br />
Normaalbeeld van beenweefsel met een AZAN-kleuring.<br />
Blauw is kraakbeen, rood is collageen.<br />
Casus 1: mestvarken met leg weakness<br />
Mestvarken, 6 maanden, moeilijke en pij<strong>nl</strong>ijke gang, verdikte<br />
kniegewrichten. Na euthanasie bleken de femoro-tibiale gewrichten<br />
gevuld te zijn met een helder vocht en vertoonde het gewrichtskraakbeen<br />
van de mediale femurcondylen een zeer onregelmatig oppervlak.<br />
Ontkalkte coupe van dit proces<br />
Links zie je een fissuur en woekering van kraakbeen. Eige<strong>nl</strong>ijk is<br />
het een ussuur en geen<br />
fissuur, want het is niet<br />
alleen een spleetje. De<br />
synovialis eromheen is<br />
hyperemisch gewoekerd <br />
hier zie je de fissuur met <br />
daaroverheen de losse<br />
kraakbeenflap. Rechts van het<br />
midden, onderin zie je een stuk<br />
(wit) zonder beentrabekels. Als je dit beeld vergelijkt met het<br />
normaalbeeld, dan zie je een duidelijke verbeding van het kraakbeen:<br />
osteochondrose.<br />
Het stukje ‘wit’ in het plaatje hierboven is nu uitvergroot. Dit<br />
noemen we een kraakbeeneiland. Links van dit eiland zie je een<br />
roze massa, dit is fibrosering. Op deze plek zijn geen<br />
beentrabekels gevormd door de gestoorde enchondrale ossificatie.<br />
14
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
vergroting van het kraakbeen onder de kraakbeenflap.<br />
Je ziet proliferatie van chondrocyten (broedkapsels)<br />
en degeneratie van chondrocyten (zwelling).<br />
Bij de asterisk zie je het normaalbeeld, 1 cel in 1 lacune en de cel<br />
is niet gezwollen. De pijl geeft dus een duidelijk broedkapsel of<br />
broednest aan. Een broedkapsel wijst op activiteit.<br />
Dus, de veranderingen in het gewrichtskraakbeen:<br />
- onregelmatig<br />
- fissuur<br />
- broedkapsels<br />
- necrose (dit is eige<strong>nl</strong>ijk meer in het bot)<br />
De veranderingen in het subchondrale been:<br />
- onregelmatige beenbalkjes<br />
- fibrosering<br />
- kraakbeeneiland<br />
De enchondrale ossificatie is in dit geval gestoord en we spreken nu van osteochondrose.<br />
(LET OP: enchondrale ossificatie en kraakbeenrijping is alleen bij jonge dieren!!)<br />
Door de botafwijkingen krijg je irritatie van de synovia ontsteking van de synovia <br />
pijn kreupelheid. Door de ontsteking van het synoviale membraan gaat de<br />
vochtproductie omhoog, wat de overvulling van het femoro-tibiale verklaart.<br />
Een belangrijke oorzaak van deze gewrichtsaandoening is overbelasting.<br />
Casus 2: hond met osteochondrose<br />
Bouvier, 7 maanden, kreupel aan beide voorbenen. Dit bleek schouderkreupelheid te zijn.<br />
Bij sectie bleek het gewrichtskraakbeen in de linker<br />
en rechter humeruskop lokaal verdikt. Ontkalkte<br />
coupe van de kraakbeenverdikking en het<br />
onderliggende beenweefsel<br />
1. Een ussuur <br />
2. Verdikking<br />
van het<br />
kraakbeen,<br />
waarschij<strong>nl</strong>ijk<br />
begin van een<br />
losse flap. Het is te glimmend, waarschij<strong>nl</strong>ijk is hiet<br />
het kraakbeen weg zodat je op het bot kijkt.<br />
3. Hyperemisch kraakbeen/synovia.<br />
15
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Een detail van de fissuur: <br />
1. necrose<br />
2. Fibroangioblastenweefsel, in plaats van been-trabekels<br />
3. Geen kolomvorming van de chondrocyten, dus geen<br />
kraakbeenrijping.<br />
Dus, veranderingen in gewrichtskraakbeen en subchondraal<br />
been:<br />
- fissuur<br />
- afwijkend kraakbeen<br />
- necrose<br />
De diagnose: osteochondrose dissicans<br />
De pathogenese: vertraagde kraakbeenrijping<br />
bij punt 1 zie je dat het kraakbeen dikker is dan op<br />
de andere plaatsen. Daarbij zit onder 1 een<br />
dwarsfissuur.<br />
Ook zie je in de groeischrijf dat er plaatselijke<br />
verdikkingen zijn. Histologisch valt hier necrose op.<br />
Deze aandoening vind je alleen bij jonge dieren. Door de snelle groei is er ook verhoogde<br />
kraakbeengroei, dus daar vindt rijping plaats.<br />
Casus 3: zeug met actieve chronische synovitis<br />
Zeug, lange tijd kreupel aan een achterbeen. Na slachten<br />
bleek de synovialis van het kniegewricht diffuus vlokvormig<br />
verdikt en intens rood gekleurd. Coupe van het<br />
gewrichtskapsel.<br />
de plooiing ontstaat omdat het weefsel vergroot is, zo<br />
worden de synoviaalcellen groter en meerlagig.<br />
Macroscopisch zie je met name de opvallende hyperemische<br />
synovialis. Dit duidt op een acute ontsteking.<br />
1: toename bindweefsel<br />
2: sterke plooiing<br />
16
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
normaalbeeld van synoviaalmembraan, losmazig<br />
bindweefsel, weinig cellen, kleine synoviocyten<br />
(paarse stippen links) en bloedvaten.<br />
In deze coupe vallen op: <br />
- pmk’s<br />
- plasmacellen<br />
- hypertrofische<br />
synoviocyten<br />
- hyperplasie van<br />
synoviocyten<br />
We noemen deze aandoening een actieve chronische synovitis.<br />
We zien zowel exsudatieve ontstekingscomponenten (pmk’s) als<br />
proliferatieve ontstekingscomponenten (plasmacellen en bindweefsel)<br />
De oorzaak is waarschij<strong>nl</strong>ijk infectieus, vanwege de plasmacellen (immunologische<br />
afweer). Doordat er pmk’s zijn is dit een aanwijzing voor een bacteriële infectie.<br />
De prognose is afhankelijk van de oorzaak en de ernst.<br />
Werkcollege 6 huid/mammae aandoeningen<br />
Casus 1: hond met furunculose/folliculitis<br />
Duitse herder, 5 jaar, huidklachten. Heftige jeuk, er werden regelmatig vlooien gezien.<br />
Veranderingen in de huid die begonnen zijn als papels, pustels, erosies en crustae<br />
(korsten) en in een later stadium tumorachtige knobbels met ulcera en fistels. In de<br />
herstelfase vertoonde de huid alopecia. Er werd een huidbiopt gemaakt.<br />
De Ddx die je uit deze anamnese kunt halen:<br />
- vlooienallergie<br />
- demodex<br />
- tumoren (mastcel)<br />
17
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
- bacteriële infectie (staphylococcen<br />
De diagnose stel je door een afkrabsel te nemen, een biopt te nemen, met een UV-lamp te<br />
kijken (schimmels) en anders een diagnostische therapie.<br />
Macroscopisch valt het ontstoken haarfollikel hoor, dit duidt op<br />
een folliculitis. Daarbij zie je dat de epidermis verdikt is. <br />
Hieronder zie je het normaalbeeld van de huid. Rechts is een<br />
detail van links:<br />
een overzicht van de huidcoupe<br />
1. ulceratie<br />
2. haarfollikels gevuld met materiaal<br />
3. verwijde zweetklier<br />
Wanneer je de ulceratie beter bekijkt zie je verlies van<br />
epidermis, de hoor<strong>nl</strong>aag is verdwenen. Ook zie je<br />
veranderingen in de dermis, namelijk toegenomen<br />
celrijkdom.<br />
Het haarfollikel is gevuld met hoorn en purulent exsudaat folliculitis<br />
De celrijkdom in de dermis is een ontsteking, want er zijn verschillende celtypen te zien<br />
zoals:<br />
- neutrofiele granulocyten<br />
- eosinofiele granulocyten<br />
- plasma cellen<br />
- macrofagen<br />
Met adnexa bedoelt men haren, talgklieren en zweetklieren. In dit geval lijkt er een relatie<br />
tussen de celrijkdom en de adnexa, want de toename van de ontstekingscellen zit met<br />
name in de haarzakjes. De dermis rondom de haarfollikels is te ‘blauw’, dit zijn de<br />
ontstekingscellen. Er zijn veel neutrofielen en dit past bij een bacteriële infectie, maar dat<br />
18
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
kan secundair zijn… De wand van het haarzakje is ook helemaal ontstoken, het epitheel<br />
is te dun.<br />
Een complicatie van een folliculitis is dat dit barst uitbreiding naar het omliggende<br />
weefsel haar en pus in de dermis heftige furunculose<br />
In dit geval is dus de pathologisch anatomische diagnose: een folliculitis met op sommige<br />
plaatsen furunculose.<br />
Mogelijke etiologische agentia:<br />
- demodex canis<br />
o geven niet in alle haarzakjes ontsteking. Met name rond de ogen een<br />
grijze, schilferige, kale huid.<br />
o Huidafkrabsel, histologisch onderzoek<br />
- staphylococcus intermedius<br />
o schimmelkweek, histologisch onderzoek<br />
- microsporum canis<br />
o bacteriekweek, histologisch onderzoek<br />
Casus 2: kat met pemphigus<br />
Volwassen kat, huidveranderingen met name aan de oren, de<br />
neusspiegel en de voetzooltjes. In de huid komen veel crustae voor en<br />
enkele pustulae. Er werden enkele huidbiopten genomen van de<br />
pustuleuze (jongste laesies).<br />
oor van de kat<br />
De Ddx die je bij deze anamnese op kunt stellen:<br />
- demodex (rond de ogen)<br />
- schimmel<br />
- pemhigus foliaceus (auto-immuun)<br />
- bacterieel<br />
- (bij een witte kat met korsten op 1 oor, moet je denken aan een<br />
plaveiselcelcarcinoom)<br />
Een overzicht van de histologie van de oorhuid. Op de plaats van de <br />
X is een duidelijk pustula te zien. Daar is de epidermis los van de<br />
dermis. De pustula bevinden zich in het stratum corneum en tussen<br />
stratum corneum en stratum granulosum Wanneer we deze pustula<br />
beter bekijken zien we:<br />
- neutrofiele granulocyten<br />
- eosinofiele granulocyten<br />
- plasmacellen<br />
- wanneer de desmosomen zijn aangetast (deze eiwitstructuur wordt aangevallen<br />
door autoantilichamen gericht tegen antigenen op de keratinocyten) komen de<br />
keratinocyten los te liggen en dan noemen we ze: acantolytische keratinocyten<br />
19
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De rest van de epidermis en dermis zien er goed uit.<br />
Omdat de aandoening redelijk oppervlakkig is, noemen we dit pemphigus foliaceus.<br />
Andere huidaandoeningen met een vergelijkbare pathogenese:<br />
- pemphigus foliaceus<br />
- lupus erythematosus (ook de diepe delen van de huid)<br />
Casus 3: koe met galactophoritis<br />
Witgele vlokken in de melk van 1 kwartier, het kwartier<br />
voelt stevig aan. Na insnijden van het kwartier blijken de<br />
ducti lactiferi en de uiercisterne gevuld met troebel<br />
exsudaat. Het uierparenchym heeft een grijze kleur.<br />
doorsnede van het uier<br />
1. verbrede wanden van de melkgangen<br />
2. purulent materiaal in de melkgangen<br />
het normaalbeeld van een melkklier:<br />
1. melkgang<br />
2. interstitium<br />
3. acini<br />
De afwijkende melkklier uit deze casus <br />
Opvallend is al het materiaal in de<br />
melkgangen, dit is pus (pmk’s).<br />
Ook het interstitium is veranderd, deze bestaat nu uit <br />
1. proliferatie epitheel<br />
a. infiltratie van ontstekingscellen<br />
b. erosies en ulceraties<br />
c. ook juist hyperplasie<br />
2. fibrosering<br />
3. fibro-angioblastenweefsel<br />
De ontstekingscellen in het interstitium:<br />
- histiocyten<br />
- eosinofielen<br />
- plasmacellen<br />
- lymfocyten<br />
In de acinus zie je met name eosinofiele granulocyten<br />
De acinus is bekleed met kubisch epitheel, maar de cellen zijn nu bleek en gezwollen,<br />
hyperplastisch en gevuld met exsudaat. Het AB komt hierdoor slecht op de plek.<br />
20
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Als de melkblaasjes zijn ontstoken noem je dat een mastitis.<br />
Wanneer de melkgangen zijn ontstoken noem je dat een galactophoritis.<br />
We noemen de aandoening in dit geval: chronische purulente galactophoritis en mastitis.<br />
De meest waarschij<strong>nl</strong>ijke verwekkers: staphylococcus aureus en streptococcen.<br />
Acuut<br />
Chronisch<br />
Coli/Klebsiela strepto staphylo<br />
Werkcollege 7 infectieuze oorzaken van huidproblemen<br />
Ectoparasieten:<br />
- bijten: direct pijn/jeuk veroorzaken<br />
- vectoren die ziektekiemen overbrengen of waarin bepaalde stadia van kiemen<br />
kunnen ontwikkelen.<br />
- Veroorzaken onrust kost energie nadeel in de veehouderij<br />
Arthropoden:<br />
- spinachtigen (acarina)<br />
o teken<br />
harde teken<br />
zachte teken<br />
o mijten<br />
langpotige schurftmijten<br />
kortpotige schurftmijten<br />
andersoortigen<br />
demodex<br />
cheylletiella<br />
dermanyssus<br />
- insecten (hexapoda)<br />
o vliegen<br />
o luizen<br />
bijtende luizen<br />
zuigende luizen<br />
o vlooien<br />
Casus 1: poedel Bobby<br />
Intact teefje, 12 jaar, stevige jeuk over het hele lichaam, sinds een aantal dagen. Enkele<br />
dagen voordat het jeuken begon is Bobby uit logeren geweest. Op dit logeeradres hadden<br />
de mensen 3 katten en een hond. De vlooien bij Bobby worden preventief bestreden met<br />
een adulticide middel en er werden nog nooit vlooien gezien.<br />
21
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Ddx:<br />
- dermatofyten (minder jeuk)<br />
- bacteriën (duidelijker laesies en korsten, hot spots zitten vaak op 1 plek)<br />
- teken (normaal lokaal)<br />
- mijten<br />
o sarcoptes<br />
o cheylletiella<br />
o demodex<br />
- vliegen en muggen (onwaarschij<strong>nl</strong>ijk)<br />
- vlooien (mogelijk, er kan sprake zijn van een ontwikkeling van een allergie of de<br />
laatste behandeling is al lang geleden)<br />
- luizen (passen ook goed in het beeld, mallophaga geven meeste jeuk)<br />
Je kunt nog verder vragen naar de vlooien. Hoe vaak en wanneer is Bobby voor het laatst<br />
behandeld. En is de omgeving ook behandeld en de dieren op het logeeradres?<br />
De verdere stappen om tot een diagnose te komen:<br />
- na het algemene onderzoek begin je met een vachtinspectie<br />
o de vacht blijkt schilferig, zonder laesies of korsten<br />
- eventueel de vacht nalopen met een loep<br />
o de schilfering lijkt te bewegen<br />
- een afkrabsel nemen: diep en oppervlakkig<br />
- altijd meerdere afkrabsels nemen!<br />
- haren plukken op zoek naar schimmel, ook is de Woodse lamp te gebruiken. De<br />
geplukte haren bekijk je onder de microscoop schimmel, dan zie je een rafelig<br />
aspect van de haren. Als er niets te zien is, dan maak je een kweek.<br />
- Eerst desinfecteren en dan pas bemonsteren als het om schimmels gaat<br />
- Mackenzie methode: borstelen van het dier<br />
- Stofzuigmonster nemen: opsturen in een papieren zakje (langpotige mijten)<br />
- Plakbandmethode: niet doen!<br />
- Vlooien: vlooienpoep zoeken met kammetje, vlooienpoepjes op wit papiertje <br />
bloed te zien<br />
- Stel: je vindt sarcoptes en demodex. Dan is de diagnose sarcoptes, want deze is<br />
heel lastig te vinden.<br />
Uiteindelijk denk je, door de bewegende schilfers, dat het hier gaat om Cheyletiella<br />
yasguri. Bobby komt hier waarschij<strong>nl</strong>ijk aan van de andere hond, al kun je de katten als<br />
oorzaak ook niet uitsluiten.<br />
Het advies aan de eigenaar van Bobby naast de behandeling:<br />
De logeerdieren ook behandelen en bovendien is het een zoönose! Mensen hoeven niet te<br />
worden behandeld, want de infectie is zelflimiterend (na behandeling van de dieren).<br />
Cheylletiella kan bij koel en vochtig weer tot een maand overleven, dus eventueel de<br />
behandeling een keer herhalen.<br />
22
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Casus 2: koeien met jeuk<br />
Aan een koe valt u op dat er erg veel korsten rond de staartbasis zijn en ook enkele kale<br />
plekken aan de achterhand. U trekt er enkele haren uit en houdt ze tegen het licht, u ziet<br />
enkele beestjes aan de haren zitten.<br />
Naar alle waarschij<strong>nl</strong>ijkheid zijn dit luizen. Vlooien zijn ook macroscopisch te zien, maar<br />
deze heeft het rund niet. Teken, vliegen en larven zijn natuurlijk ook te zien.<br />
De luizen zijn grofweg in 2 groepen te delen:<br />
- bijtende luizen<br />
o kop breder dan de thorax<br />
- zuigende luizen<br />
o kop smaller dan de thorax<br />
U denkt dat de korsten mogelijk veroorzaakt worden door mijten.<br />
De mijten die in Nederland voorkomen bij het rund:<br />
- sarcoptes<br />
o voorkeurslokatie:<br />
rond de kop<br />
diep<br />
- chorioptes<br />
o voorkeurslokatie:<br />
staartbasis, melkspiegel<br />
oppervlakkig<br />
- psoroptes<br />
o voorkeurslokatie:<br />
op de rug, van schoft tot staart<br />
oppervlakkig<br />
- demodex<br />
o knobbeltjes<br />
o diagnose rund: insnijden<br />
Nu stel je de diagnose dus door een diep en oppervlakkig afkrabsel.<br />
Voor deze infecties zijn middelen geregistreerd. Wel moet je goed kijken dat het niet<br />
wordt uitgescheiden via de melk en eventueel zijn er wachttijden op melk en vlees.<br />
- Amitraz: wachttijd 4 dagen<br />
- Moxydectine: geen wachttijd<br />
- Ivermectine: geef je alleen aan niet melkgevende koeien<br />
Het is essentieel dat adulticide middelen binnen 24 uur hun werk doen. Poppen op de<br />
grond worden actief. Door trillingen/warmte- en lichtonderbreking van het dier, induceert<br />
dit het springen op dit dier. Het vrouwtje legt dan binnen 24 uur eitjes, en die moet dus<br />
binnen 24 uur dood zijn. Zo voorkom je een herinfectie.<br />
23
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
De stofjes die je in de praktijk hebt:<br />
Stofnaam en Kat adulticide Hond adulticide Kat residuele Hond residuele<br />
merknaam werking na werking na werking werking<br />
Fipronil<br />
(frontline)<br />
24-36 uur 18-24 uur 35 dagen 35-84 dagen<br />
Imidoclopramid<br />
(advantage)<br />
Selamectine<br />
(stronghold)<br />
Nitenpyram<br />
(Capstar)<br />
24 uur<br />
12-18 uur<br />
21-28 dagen<br />
28 dagen<br />
24 uur 36-42 uur 30 dagen 30 dagen<br />
3-4 uur 3-4 uur geen geen<br />
Bij een volwassen hond kies je voor fipronil of imidoclopramid. Nitenpyram is ook<br />
prima, maar moet je erg vaak toedienen.<br />
Bij de kat kies je voor Selamectine.<br />
Casus 3: merrie met bulten<br />
Een 6 jarige, goed doorvoede merrie, sinds enkele dagen kleine korstige bultjes onder het<br />
zadel. Merrie lijkt nauwelijks jeuk te hebben.<br />
De meest waarschij<strong>nl</strong>ijke diagnose’s:<br />
- dermatofytose<br />
- foliculitis<br />
Schimmelinfecties komen vaak voor op drukplaatsen (onder het zadel).<br />
De huidschimmels bij het paard: trichophyton en microsporum.<br />
Foliculitis is vaak wat gegeneraiseerder.<br />
Om de diagnose dermatofytose te bevestigen pluk je wat haren en onderzoek je deze.<br />
Allereerst desinfecteer je het gebied en laat je dit drogen. De haren breng je aan op een<br />
medium en je kijkt of de kleur veranderd.<br />
Voor de diagnose dermatofylose: korstjes eraf halen en een swab maken van het<br />
ondergelegen weefsel.<br />
Pas wel op, schimmels zijn een zoönose. Het paard mag even geen contact hebben met<br />
andere dieren en ook de spullen van het paard moet je goed schoonmaken. Dit kun je<br />
doen met antischimmelmiddelen of anders chloor lang laten intrekken. Schimmel wordt<br />
overgedragen via direct contact, fomites en contact met mensen.<br />
De therapie: het paard wassen (en evt scheren). Minimaal 3x in zijn geheel wassen met<br />
interval van 3-5 dagen. Eventueel systemisch behandelen.<br />
Eventueel zou je als preventie een vaccinatie kunnen overwegen (insoldermatofiton). Dit<br />
geeft met name een versnelling van het herstel en niet zozeer bescherming.<br />
Schimmelinfecties bij kalveren:<br />
24
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
- trichophyton ferrucosum<br />
- trichophyton metagrophytes<br />
- microsporum canis<br />
- microsporum gypseum<br />
preventieve maatregelen bij kalveren:<br />
Het vaccin insoltrichofiton meer duurzame immuniteit op populatieniveau. Dit vaccin<br />
bevat geen microsporum.<br />
Werkcollege 8 vaccinologie<br />
In NL wordt 20% van de katten jaarlijks gevaccineerd en 60% van de honden.<br />
Verschillende factoren spelen een rol bij de keuze om te gaan vaccineren tegen een<br />
bepaalde infectieziekte en met welk vaccin, op welke leeftijd en de frequentie waarmee<br />
wordt geïmmuniseerd. Hierbij moet rekening gehouden worden met:<br />
- immuniteitsopbouw van het dier<br />
- de eigenschappen van de vaccins<br />
o levend<br />
o dood<br />
- kennis van de epidemiologische situatie<br />
Bij pup is de eerste enting meestal rond de 6 weken.<br />
Of een vaccinatie dan zin heeft, hangt af van de hoeveelheid maternale antilichamen. Als<br />
dit namelijk te hoog is, zal het vaccin<br />
geen effect hebben, maar bij sommige<br />
pups is de titer na 6 weken al voldoende<br />
laag. Dit niveau daalt tussen de 6 en 12<br />
weken.<br />
De titer moet onder lijn 1 zijn en dan<br />
vangen niet alle maternale antilichamen<br />
het vaccin op zodat de hond een<br />
afweerreactie gaat krijgen. Maar als de<br />
titer onder de 2 zakt zijn er eige<strong>nl</strong>ijk te<br />
weinig antilichamen om beschermd te<br />
zijn. Dit noemt men ook we ‘the<br />
immunity gap’ of ‘the window of susceptibility’. In die tijd is er dus kans op infectie<br />
omdat de maternale antilichamen dalen en de hond zelf nog geen immuunrespons heeft<br />
opgebouwd.<br />
Je vaccineert dus op 6 weken omdat je een kans hebt op een pup die al na 6 weken zo<br />
weinig maternale antilichamen heeft dat hij een immuunrespons creëert na vaccinatie.<br />
Van belang is dat de pup de eerste dag colostrum krijgt, want dan kunnen de antilichamen<br />
nog door de darmwand omdat er dan nog receptoren op de epitheelcellen zitten om ze<br />
door te sluizen. Deze verdwijnen na de geboorte.<br />
25
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Strategieën die men heeft toegepast om de effectiviteit van de vaccinatie op deze leeftijd<br />
te verhogen:<br />
- hogere virustiter in het vaccin en/of virussen die minder afgezwakt zijn<br />
- heterotypisch vaccin: met verwant virus vaccineren<br />
o geeft minder immunisatie, maar wordt niet geremd door maternale<br />
antilichamen. Dit dan alleen de 1 e enting doen.<br />
- Titers van de maternale antilichamen bepalen (weinig gedaan). Er zijn wel nu<br />
sneltesten op de markt.<br />
In de praktijk wordt er meestal gekozen voor een levend vaccin:<br />
- brede immuniteit / immuunrespons<br />
- hechtere en langdurigere immuniteit / immuunrespons<br />
- betere celgemedieerde immuniteit (MHC-1 cytotoxische T-cel)<br />
- kan intranasaal<br />
o dood vaccin niet!<br />
- kan eenmalig als het goed immuuncompetent is<br />
o dood minimaal 2x met 3-4 weken tussentijd<br />
- kan niet binnen een week nog een keer<br />
o vaccin interferon 2 e vaccin kan niet vermeerderen = interferentie<br />
o dit is niet zo bij een dood vaccin<br />
- milde neveneffecten<br />
o niet bij dood vaccin<br />
- geen adjuvants nodig<br />
Het entschema voor een pup<br />
Op 6 weken: parvo en hondenziekte<br />
Op 9 weken: parvo en leptospirose (=dood vaccin)<br />
Op 12 weken: cocktail<br />
Tegen parvo ent je 2x omdat er een hoog risico is.<br />
Daarna doe je jaarlijks de cocktail. Dit zou niet helemaal noodzakelijk zijn. Je zou<br />
kunnen volstaan met jaarlijks leptospirose en om de 3 jaar de hele cocktail.<br />
De cocktail:<br />
- HCC (CAV-1, maar CAV-2 in het vaccin)<br />
- Parvo<br />
- Leptospirose<br />
o Canicula<br />
o Icterohaemoragica<br />
- Hondenziekte<br />
- PI<br />
- Bordetella bronchiseptica<br />
- Coronavirus<br />
Een dier kan na een vaccinatie acuut gaan braken en diarree krijgen. Dit kan direct maar<br />
ook pas na een dag. Dit komt dan door een allergische reactie, de anafylactische type I.<br />
26
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Op de mestcellen zitten al antilichamen en die gaan nu een interactie aan met de<br />
antigenen (het dier heeft het antigeen dus al eens gezien!) release histamine <br />
dilatatie vaten shock<br />
Als therapie zou je kunnen denken aan anti-histaminica en heel snel vocht (infuus!)<br />
Bij een mildere reactie zou je kunnen volstaan met cortico’s. Zuurstof wanneer nodig.<br />
Voor de volgende vaccinatie:<br />
- vaccineren met opname<br />
- kritisch evalueren of vaccinatie wel nodig is (antilichamen bepalen)<br />
- ander type vaccin of andere fabrikant<br />
- preventief cortico’s (dit is niet onderzocht!)<br />
Eisen met betrekking tot veiligheid<br />
Bijvoorbeeld het Aujeszky-virus<br />
- moet niet te virulent zijn voor de gastheer en andere dieren na uitscheiding<br />
- moet niet terug muteren naar een virulentere stam, dus het moet genetisch stabiel<br />
zijn<br />
- mag geen latente infecties veroorzaken<br />
- mag geen contaminatie<br />
- mag niet uitgescheiden worden<br />
- geen verticale transmissie via de placenta<br />
Bij Felv moet je ook nog met andere dingen rekening houden. Dit is namelijk een<br />
retrovirus wat een reverse transcriptase heeft en zich in kan bouwen in het genoom van<br />
de gastheer. Hier zit het dan net voor een oncogen transformatie cellen tumoren.<br />
Het is dus van belang dat het virus zich niet kan inbouwen in chromosomen van de<br />
gastheercellen. Dus je kunt al geen levend vaccin geven. In NL wordt vaak gebruik<br />
gemaakt van vectorvaccins (adeno/pokken met oppervlakte-eiwitten van Felv erin). Dit<br />
kan dan wel een cel infecteren, en er worden wel eiwitten gemaakt, maar er kunnen geen<br />
nieuwe virusdeeltjes worden gemaakt, dus er vindt geen vermeerdering plaats.<br />
Wanneer je runderen wilt vaccineren tegen rota- en coronavirusinfecties, dan vaccineer je<br />
dragende koeien, want de 1 e week na de geboorte is de kans op ziekte bij het kalf het<br />
grootst. Pas na 3-4 weken zijn er titers waarneembaar, dus zo vroeg voor de partus gaan<br />
enten. Dit kan met een levend of dood vaccin.<br />
Markervaccin<br />
Tegen BHV kunnen runderen geënt worden met een markervaccin.<br />
Na vaccinatie met een markervaccin kan onderscheid gemaakt worden tussen dieren die<br />
alleen zijn gevaccineerd en dieren die (ook) een veldinfectie hebben doorgemaakt.<br />
DIVA: differentiation infected from vaccinated animals.<br />
Het veldvirus heeft bijvoorbeeld oppervlakte-eiwitten die vierkant zijn, rond, met een<br />
sterretje, met een driehoekje enzovoorts. Het vaccinvirus geef je dan bijvoorbeeld alleen<br />
een vierkantje. Je checkt dan later op de antilichamen en als die ook<br />
stervormig/rondvormig enzovoorts zijn, dan weet je dat je te maken hebt met een<br />
veldvirus.<br />
27
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Dit is handig als je vrij wilt worden van een ziekte. Als er toch alsnog een infectie plaats<br />
vindt, dan is er wel minder uitscheiding waardoor er minder andere dieren worden<br />
geïnfecteerd.<br />
De eisen waaraan een markervaccin moet voldoen:<br />
- de oppervlakte-eiwitten die je eruit haalt, moeten niet essentieel zijn voor de<br />
immunisatie<br />
- alle veldvirussen moeten wel het oppervlakte-eiwit hebben dat je hebt uitgekozen<br />
voor je marker-vaccin<br />
- het moet een goede immuunrespons opwekken en bij alle dieren<br />
- het mag niet interfereren met de replicatie van het virus.<br />
Werkcollege 9 zoonosen<br />
Er zijn:<br />
- zooanthroponoses: de mens is natuurlijke gastheer. Andere vertebraten kunnen<br />
een infectie oplopen door contact met de mens<br />
o m. tuberculosis<br />
- anthropozoonose: dierlijke vertebraat is natuurlijke gastheer. Mensen worden<br />
geïnfecteerd door contact met dieren<br />
o brucella abortus<br />
- amphixenose: zowel mens als andere vertebraat species kan natuurlijke gastheer<br />
zijn; er vindt vrije uitwisseling plaats van infectieuze agentia tussen mens en dier.<br />
o E. coli<br />
Dierenartsen krijgen op verschillende manieren met zoonosen te maken:<br />
- als patiënt<br />
- voorlichting geven<br />
o aan veehouder<br />
o aan humane artsen<br />
o aan de overheid<br />
- voedselveiligheid<br />
De routes hoe zoonotische agentia worden overgedragen van dier op mens:<br />
- direct of indirect contact<br />
o intensiviteit met dieren<br />
- voedsel<br />
28
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
Specialisme Zoönosen Porte d’entree<br />
Dierenarts kleine herkauwer Chlamydofila abortus Aerogeen en oraal<br />
ecthyma Direct huidcontact/wondjes<br />
Q-fever Aerogeen<br />
pluimveedierenarts Aviaire influenza Aerogeen<br />
salmonella Voedsel<br />
NCD Aerosolen via conjunctiva<br />
varkensdierenart influenza Aerogeen<br />
salmonella Contact en consumptie<br />
gezelschapsdierenarts Kattenkrabziekte (Bartonella) Contact<br />
toxoplasmose Oraal<br />
Salmonella (reptielen)<br />
toxocara Oraal<br />
rundveedierenarts ringworm Contact<br />
brucellose contact<br />
Bij de kleine herkauwer loop je dus het grootste risico wanneer je hulp geeft bij de partus.<br />
Vooral YOPI’s zijn gevoelig.<br />
- Young<br />
- Old<br />
- Pregnant<br />
o Verschuiving van cellulair humoraal. Dit omdat de foetus 50%<br />
lichaamsvreemd is, en de moeder het niet af wil stoten.<br />
o Veel agentia gaan graag om/in de vrucht<br />
Flinke verspreiding<br />
Veel gevoelige individuen om je geen (nog meer drachtige ooien)<br />
- Immuundeficient<br />
o Aids<br />
o Chronische ziekte<br />
o Cortico’s<br />
o DM<br />
o Oververmoeidheid/stress<br />
Veel zoönosen geven griepachtige, aspecifieke verschijnselen. Daarom worden ze vaak<br />
niet juist gediagnosticeerd.<br />
Leptospiren kunnen de volgende ziekten veroorzaken bij de mens:<br />
- ziekte van Weil<br />
o l. icterohaemorrhagiae<br />
o reservoir is rat<br />
- melkerskoorts<br />
o l. hardjo<br />
o reservoir is rund<br />
29
Werkcolleges Ziekteleer 4<br />
- modderkoorts<br />
o l. grippotyphosa<br />
o reservoir is veldmuis<br />
Het bevestigen dat een bepaald dier of een bepaalde diersoort verantwoordelijk is voor<br />
een leptospirose-uitbraak kun je doen door eerst te bepalen met welk serovar je te maken<br />
hebt. Zij hebben alle 200 een gastheer-voorkeur. Of deze dieren besmet zijn kun je<br />
checken door de urine te testen of eventueel de melk.<br />
De melkerskoorts komt tegenwoordig nog maar weinig voor. Dit komt door een<br />
verbeterde hygiëne, maar ook omdat de bedrijven vrij moeten zijn om melk te mogen<br />
leveren. Hiervoor is een monitoringsonderzoek, waarbij het tankcelgetal wordt gemeten.<br />
De maatregelen die een mens preventief kan nemen:<br />
- goede hygiëne<br />
- geen rauwe melk drinken<br />
- niet bij urine komen en anders je handen wassen<br />
- niet zwemmen in verdacht water<br />
Ecthyma duurt ongeveer zo’n 4 weken. Het begint met een puist met een hyperemische<br />
randzone, dit barst agens in het milieu korstje. Veel mensen krijgen dit doordat ze<br />
fleslammeren hebben. Dit kun je voorkomen door handschoenen te dragen en goede<br />
hygiëne te bedrijven<br />
Dit is besmettelijk van mens op mens, want er zit virulent materiaal in de wondjes en in<br />
de korstjes die loslaten.<br />
2 belangrijke complicaties:<br />
- keratitis, door na het krabben met je vinger in je oog te zitten<br />
- ontsteking van de blaren<br />
therapie: verbandje eromheen, met betadine<br />
Eisen aan een geslaagde zoönose:<br />
- infectieus voor mens en dier weinig diersoortspecifiek<br />
- reservoir<br />
- hoge virulentie<br />
- grote hoeveelheden uitscheiden<br />
- luchtverspreiding<br />
- matig pathogeen<br />
30