Musis september 2011 nr. 8 - Gemeente Schiedam
Musis september 2011 nr. 8 - Gemeente Schiedam
Musis september 2011 nr. 8 - Gemeente Schiedam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SEPTEMBER <strong>2011</strong> jaaRgang 17 no 8 culTuREEl MagazinE<br />
Een inventarisatie van het erfgoedbeleid<br />
<strong>Schiedam</strong> en Vlaardingen<br />
e 5,-<br />
Herwaardering en herbestemming
www.ontdekschiedam.nu<br />
Anneke Dunkhase,<br />
amazone<br />
Matras met<br />
perfect<br />
aansluitende<br />
elementen<br />
Swissfl ex en ik. Eén tijdens het slapen.<br />
NIEUW<br />
Een gezonde nachtrust door de synchroon-precisie tussen matras en lattenbodem. Het resultaat:<br />
• Perfecte aanpassing aan uw bewegingen tijdens de slaap.<br />
• In elke houding perfect in balans en een goede ondersteuning van top tot teen.<br />
• Anatomisch correct en tegelijk ontspannen, drukvrij liggen.<br />
Alleen Swissfl ex biedt deze unieke combinatie van matras en lattenbodem voor alle<br />
lichaamstypen aan, in een uitgebreid assortiment.<br />
Swissfl ex. Omdat een gezonde nachtrust het waard is.<br />
Bekijk de Uitagenda op<br />
Ontdek<strong>Schiedam</strong>.nu<br />
De WennekerWeek, Cultuurplu en de<br />
Brandersfeesten! Het is maar een<br />
kleine greep uit de vele evenementen,<br />
activiteiten en tentoonstellingen die u<br />
kunt bezoeken in <strong>september</strong> in <strong>Schiedam</strong>.<br />
Op de website Ontdek<strong>Schiedam</strong>.nu vindt<br />
u de complete Uitagenda en leuke tips<br />
voor een gezellig dagje uit in <strong>Schiedam</strong>.<br />
Wilt u meer informatie?<br />
Neem dan contact op met:<br />
VVV/Stichting Promotie <strong>Schiedam</strong><br />
Buitenhavenweg 9<br />
3113 BC <strong>Schiedam</strong><br />
010 473 30 00<br />
info@vvvschiedam.nl<br />
Synchroon-precisie = precieze samenwerking tussen matras en lattenbodem<br />
Paardrijden is mijn leven.<br />
Een gezonde nachtrust mijn stokpaardje.<br />
Hoogstraat 172-174 - 3111 HP <strong>Schiedam</strong> - Tel.: (010) 42 68 732<br />
www.bednodig.nl<br />
Zelfregulerende<br />
lattenbodem<br />
Hoogstraat 172-174 - 3111 HP <strong>Schiedam</strong> - Tel.: (010) 4<br />
Hoogstraat 172-174 - 3111 HP <strong>Schiedam</strong> - Tel.: (010) 42 68 732<br />
www.bednodi<br />
www.bednodig.nl<br />
Orthopedische kussens thuis gra<br />
Orthopedische Parkeren: ABC kussens Parkeergarage thuis gratis - Kreupelstraat. testen. Gratis u<br />
Parkeren: ABC Parkeergarage - Kreupelstraat. Gratis uitrijkaart.
3 <strong>Musis</strong><br />
MUSIS <strong>september</strong> <strong>2011</strong><br />
jaargang 17<br />
no 8<br />
ISSN 1568.9751<br />
<strong>Musis</strong> verschijnt 11 maal per jaar<br />
en informeert en opinieert<br />
onafhankelijk op het brede terrein<br />
van cultuur en samenleving.<br />
<strong>Musis</strong> is toegelaten als<br />
Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)<br />
8049 60 057<br />
Uitgever: Stichting <strong>Musis</strong><br />
Bestuur:<br />
Jan Franken, Dick Jansen, Loe Koppejan - voorzitter,<br />
Jos Poolman, Karin Visser, (vacature)<br />
Redactie en administratie:<br />
Broersvest 75-77<br />
3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />
Telefoon: 010 473 55 18<br />
E-mail: redactie@musis.info<br />
Hoofdredacteur: Hans van der Sloot<br />
Redactie:<br />
Jeroen ter Brugge, Theo van Giezen,<br />
Sjef Henderickx, Jack Tsang, Rikkert Wijk<br />
Tekstredactie: Harriet Kruse<br />
Eindredactie: Laurens Priester<br />
Abonnement: minimaal e 35,-<br />
(jaarabonnement <strong>2011</strong>)<br />
(een hogere bijdrage wordt zeer op prijs gesteld)<br />
op rekeningnummer 81.33.79.555 Fortis<br />
Opzeggingen schriftelijk 2 maanden<br />
voor beëindiging abonnementsperiode.<br />
Advertentie-exploitatie:<br />
DK media, Schieweg 93, 2627 AT Delft<br />
Telefoon: 015 256 60 10<br />
Mobiel: 06 285 993 70<br />
MUSIS ONLINE OP<br />
http://archief.schiedam.nl/<br />
Van januari 2009 tot de maand voorafgaand aan<br />
het laatste nummer (juli-augustus <strong>2011</strong>) is <strong>Musis</strong><br />
volledig leesbaar op de website van het<br />
<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong> / publicaties.<br />
Het <strong>Musis</strong>archief is volledig doorzoekbaar.<br />
Alle auteursrechten en datarecht berusten bij<br />
Stichting <strong>Musis</strong> en de auteurs. Het onderwijs en<br />
educatieve instellingen kunnen op <strong>Musis</strong> een beroep<br />
doen bij het geschikt maken van onderwerpen voor<br />
lessen en projecten.<br />
Lithografie en druk: TDS printmaildata, <strong>Schiedam</strong><br />
Alle auteursrechten en datarecht berusten<br />
bij Stichting <strong>Musis</strong> en de auteurs.<br />
Deze uitgave is mede<br />
mogelijk gemaakt door<br />
Fonds <strong>Schiedam</strong> Vlaardingen<br />
en omstreken<br />
Omslag:<br />
Annerieke Kooi, coördinator CBK <strong>Schiedam</strong>.<br />
Foto: Sjaak van Beek<br />
Inhoudsopgave<br />
4 Een cultuurhistorisch pleidooi voor kwaliteit<br />
8 Mooi of lelijk. Daar gaat het feitelijk niet om<br />
12 "Het roer moet om, anders wordt Vlaardingen krimpstad"<br />
16 Stadslab <strong>Schiedam</strong><br />
19 Het ongedwongen <strong>Schiedam</strong> van Robert Collette<br />
22 Open Monumentendag in Vlaardingen<br />
27 Column: Wereldmuseum<br />
28 Museumvondsten<br />
31 Het merk Nieuw Mathenesse. Binnenkort op de markt<br />
4<br />
19<br />
Zoek de verschIllen<br />
Terwijl de monumentenbeheerders in <strong>Schiedam</strong> vol enthousiasme spreken<br />
over de aanpak van zoveel projecten tegelijk, gebouwd in zoveel verschillende<br />
tijdperken en stijlen, spreekt Bert van Bommel in Vlaardingen zijn grote zorg uit<br />
over de toekomstige ontwikkeling van zijn stad.<br />
Het verschil in opvattingen over hoe om te gaan met het erfgoed is merkwaardig.<br />
Juist in een monumentjaar dat zorg voor en behoud van de wederopbouwarchitectuur<br />
centraal stelt. Als er één stad in Nederland is die door de<br />
grootste architecten en stedenbouwkundigen uit de wederopbouwperiode<br />
tot stand is gebracht dan is het Vlaardingen dat grossiert in de Van Tijens en<br />
Maaskants waar <strong>Schiedam</strong> het veel bescheidener moet doen met – overigens<br />
vruchtbare – resultaten van lokale bouwmeesters. Terwijl in hedendaagse zorg<br />
voor het erfgoed precies het omgekeerde het geval is.<br />
<strong>Schiedam</strong> en Vlaardingen kennen heden ten dage een nauwe samenwerking<br />
in facilitaire zin als – min of meer – resultaat van een lange na-oorlogse traditie<br />
waarin beide steden voor zichzelf in zusterlijke concurrentie een toekomst<br />
zagen als belangrijk industriecentrum. Cultureel lijken de verschillen echter<br />
alleen maar groter te worden en zeker op het gebied van monumentenzorg.<br />
Dat is jammer. Want juist in de cultuur blijkt het delen van kennis en inzicht<br />
voor alle betrokkenen altijd een meerwaarde op te leveren. Hoe interessant<br />
zou het bijvoorbeeld niet zijn om in groter verband aandacht te besteden aan<br />
de wederopbouwperiode. Want al er één tijdvak is geweest waarin besturen<br />
en politiek openlijk het lef hadden om over de eigen stadsgrenzen te kijken<br />
dan was het wel tussen 1945 en 1965. Het was de durf die toen het verschil<br />
maakte. En nu te vaak ontbreekt.<br />
8<br />
22<br />
12<br />
28<br />
16<br />
31
Een cultuurhistorisch<br />
pleidooi voor kwaliteit<br />
Vanzelf is het niet gegaan, maar eindelijk<br />
behoort dan ook <strong>Schiedam</strong> tot de steden<br />
die een onderzoek hebben laten verrichten<br />
naar de wederopbouw 1940-1965. Het<br />
resultaat is een kloeke samenvatting in<br />
twee delen. Het eerste deel behandelt alle<br />
stedenbouwkundige projecten die in deze<br />
periode in het kader van de wederopbouw<br />
in de Kethelse polders en Nieuwland zijn<br />
gerealiseerd. Het tweede is een compleet<br />
overzicht van de wederopbouwarchitectuur<br />
in geheel <strong>Schiedam</strong>. Een dapper stuk,<br />
oordeelt Wim Henkes.<br />
Grensflat, 1950, architect Spruijt en den Butter Kantoor Ver. Glasfabrieken,<br />
Buitenhavenweg, 1941,<br />
architect Dirk Brouwer<br />
Met 'De wederopbouw in <strong>Schiedam</strong> 1940-1965' heeft de<br />
gemeente <strong>Schiedam</strong> zichzelf een rapport bezorgd dat zowel<br />
voor de ontwikkeling van een meerjarenbeleid op het gebied<br />
van stadsvernieuwing, stadsherstel en monumentenzorg van<br />
grote betekenis zal zijn, als een strategische uitvalsbasis vormt<br />
voor de critici daarvan. Want juist vanwege de objectiviteit<br />
die de samenstellers hebben betracht is 'De wederopbouw<br />
in <strong>Schiedam</strong> 1940–1965' allerminst een vrijblijvend stuk.<br />
Nauwkeurig hebben de samenstellers van deel I 'Stedenbouw'<br />
(Cees Boekraad, Arjan Hebly en Dolf Broekhuizen) en deel<br />
II 'Architectuur' (Rikkert Wijk)' in kaart gebracht hoe de<br />
stedenbouwkundige projecten en architectuur zich in de<br />
wederopbouwperiode tot elkaar verhielden, welke ambities<br />
eraan ten grondslag lagen en hoe deze tot uiting zijn gebracht<br />
in het stadsbeeld.<br />
'De wederopbouw…' inventariseert de resultaten aan de hand<br />
van de objectieve criteria van de Rijksdienst voor Archeologie,<br />
Cultuurlandschap en Monumenten (RACM).<br />
Enkele jaren geleden startte de RACM met het project<br />
Wederopbouw dat onder andere de inventarisatie beoogt<br />
<strong>Musis</strong> 4
tekst: Wim Henkes<br />
foto's: Rikkert Wijk<br />
van waardevolle bebouwing uit de periode direct na de<br />
Tweede Wereldoorlog. De taakstelling van het project is<br />
ruimer en omvat het naoorlogs herstel van de algemene<br />
bouwproductie en de daarmee gepaard gaande omvangrijke<br />
stads- en dorpsuitbreidingen. Ook de aanleg van haven- en<br />
industriegebieden, infrastructurele werken en heri<strong>nr</strong>ichting<br />
van het landelijk gebied horen daarbij.<br />
Corporaties en projectontwikkelaars kijken momenteel<br />
verlekkerd naar de vroegnaoorlogse woonwijken als hun<br />
nieuwe wingebieden. Waarbij dan vooral wordt gedacht aan<br />
vervangende nieuwbouw, zoals deze met name in Nieuwland<br />
en in de oudste gedeelten van Groenoord is gerealiseerd.<br />
Voorzichtigheid is daarbij altijd geboden, zoals de Opstandingskerk<br />
in <strong>Schiedam</strong> leerde. In de revitaliseringplannen voor Nieuwland<br />
was voor deze kerk geen plaats. Totdat het protest, dat al snel<br />
nationale dimensies kreeg, duidelijk maakte dat <strong>Schiedam</strong> met<br />
de Opstandingskerk één van Nederlands gaafste en zeldzame<br />
voorbeelden bezat van het brutalisme in het direct-naoorlogse<br />
bouwen. Een topontwerp bovendien van de befaamde architect<br />
Jaap Bakema. Het scheelde maar een haar of dit 'landmark' van<br />
Nieuwland was aan vervangende nieuwbouw ten onder gegaan.<br />
120.000 inwoners<br />
<strong>Schiedam</strong> werkte in de jaren 1950 hard om de tweede stad<br />
te worden langs de Nieuwe Waterweg, die de concurrentie<br />
aan kon met grote buur Rotterdam. Het bestuur zette zich in<br />
voor vervolmaking van het rijkswegenstelsel en de aanleg<br />
van moderne bedrijventerreinen, zodat de economie zich kon<br />
ontwikkelen. Maar die infrastructuur was ook zeer dwingend<br />
voor de stadsopbouw. <strong>Schiedam</strong> raakte doorsneden door een<br />
bundel van snelwegen en spoorlijnen. Tegelijk diende de stad<br />
uit te breiden en de binnenstad gesaneerd.<br />
De naoorlogse gebouwen en wijken nemen in <strong>Schiedam</strong><br />
zowel in cultuurhistorisch als ruimtelijk opzicht nog steeds<br />
een opvallende plaats in. In korte tijd was de gemeente erin<br />
geslaagd het woningaanbod sterk te vergroten. Gedeeltelijk<br />
kwam <strong>Schiedam</strong> daarmee tegemoet aan de op de naoorlogse<br />
woningnood gebaseerde eisen. Die woningnood werd in<br />
<strong>Schiedam</strong> extra gevoeld omdat de stad er alles aan gelegen<br />
was om tegemoet te komen aan de explosieve groei van de<br />
<strong>Schiedam</strong>se scheepsbouw en scheepsreparatie. De werven<br />
vroegen om jong, hooggekwalificeerd personeel. Daarvoor<br />
moesten navenante voorzieningen worden getroffen.<br />
De realisatie van de ruime woongebieden Nieuwland, Maasboulevard,<br />
Kethel en de eerste fase van Groenoord, kwam<br />
tegemoet aan de sterke bevolkingsaanwas in deze periode.<br />
Het inwoneraantal nam toe van circa 65.000 in 1940 naar<br />
83.000 in 1971. Verwacht werd dat <strong>Schiedam</strong> – precies als<br />
Vlaardingen zich voornam – zou groeien tot een inwoneraantal<br />
van 120.000. De bouw van de nieuwe naoorlogse woonwijken<br />
was in <strong>Schiedam</strong> tegelijk een technisch en organisatorisch<br />
hoogstandje: nooit eerder waren zo snel zoveel woningen<br />
en bijbehorende voorzieningen, parken en infrastructuur<br />
gebouwd. De nieuwe woonwijk Nieuwland werd beschouwd<br />
als het summum van modern bouwen, al noemden oudere<br />
5 <strong>Musis</strong><br />
Burg. van Haarenlaan, 1956, architect Dirk Brouwer<br />
De bouw van de nieuwe<br />
naoorlogse woonwijken was in<br />
<strong>Schiedam</strong> tegelijk een technisch<br />
en organisatorisch hoogstandje:<br />
nooit eerder waren zo snel<br />
zoveel woningen en bijbehorende<br />
voorzieningen, parken en<br />
infrastructuur gebouwd.<br />
<strong>Schiedam</strong>mers de nieuwe wijk ook denigrerend 'de Hongerput'.<br />
Nieuwland bood ruime, lichte en gezonde woningen, scholen<br />
en winkels voor hoofdzakelijk arbeiders en middenstanders.<br />
Aan de Havendijk keken de bewoners vanuit de nieuwe flats<br />
op de efficiënte verkeersstructuur aan de ene zijde en een<br />
ruim wandelpark met uitzicht op de rivier aan de andere<br />
zijde. De aanleg van het recreatiegebied Prinses Beatrixpark<br />
waarmee in 1954 als werkverschaffingsproject werd begonnen<br />
en het sportveldencomplex Harga leverden het bewijs dat de<br />
gemeente en zijn burgers zich inzetten voor de opbouw van<br />
een ontspannen, blije en gezonde samenleving. Deze lijn werd<br />
ook doorgezet in Groenoord, waarvan het oudere gedeelte, dat<br />
op de tijdschaal nog net past binnen de wederopbouwperiode,<br />
dezelfde sfeer ademt als de woongebieden rondom de<br />
Klaas Katerstraat en J.C. van Markenstraat die als laatste in<br />
Nieuwland werden gerealiseerd.
Nolenslaan,1962, architect Spruijt en den Butter. Foto G. den Butter<br />
In zekere zin geeft het omvangrijke en zorgvuldig uitgevoerde<br />
onderzoek dat ten grondslag ligt aan 'De wederopbouw in<br />
<strong>Schiedam</strong> 1940-1965' de fysieke verantwoording van een<br />
– veel oudere – stedenbouwkundige studie. De resultaten<br />
hiervan werden in 1949 neergelegd in het 'Stedebouwkundig<br />
Memorandum over de stedebouwkundige ontwikkeling<br />
van <strong>Schiedam</strong>'. In datzelfde jaar nam de gemeenteraad<br />
dit memorandum aan als leidraad voor het te ontwikkelen<br />
beleid. In dit memorandum schetsten stedenbouwkundige,<br />
landschapsarchitecten en gemeentelijke diensten het<br />
bouwkundig toekomstbeeld van <strong>Schiedam</strong>. Hans van der<br />
Sloot beschrijft in zijn geschiedenis van <strong>Gemeente</strong>werken,<br />
'Een omgeving licht en blij van kleur' hoe dit memorandum<br />
– door hem 'Het blauwe boek' genoemd – tot in de jaren<br />
tachtig de 'bijbel' bleef van de stadsontwikkelaars en politiek.<br />
'De wederopbouw in <strong>Schiedam</strong>' geeft daarentegen een<br />
gedetailleerde verantwoording van wat er nu precies werd<br />
gebouwd en welke waardering wij daaraan kunnen verbinden.<br />
'Deel I' plaatst de projecten terug in het kader van technische,<br />
algemene en lokale visies van het moment van voorbereiden<br />
en uitvoeren. Deel II gaat daarin enkele stappen verder en<br />
beschrijft en waardeert de architectuur op gebouwniveau (en<br />
soms gedeelten daarvan).<br />
Met plezier en interesse<br />
Het is niet meer dan logisch dat beide delen van 'De wederopbouw'<br />
elkaar grotendeels overlappen. Want waar deel I<br />
zich vooral richt op de geschiedenis en bespreking van de<br />
grote stadsuitbreidingen, concludeert deel II dat daarin ook<br />
het merendeel van opmerkelijke wederopbouwarchitectuur is<br />
gerealiseerd. Maar met kennelijk veel plezier en interesse kijkt<br />
Rikkert Wijk ook over de grenzen van dit onderzoeksgebied<br />
en bespreekt ook kleinere en grote wederopbouwprojecten in<br />
de binnenstad, in <strong>Schiedam</strong> Oost en West en in de Gorzen. In<br />
In de verdere wijkontwikkeling<br />
van onder andere Nieuwland<br />
en Groenoord kan niet langer<br />
voetstoots worden uitgegaan<br />
van een lage en dus vervangbare<br />
kwaliteit. Omgekeerd krijgen<br />
bewoners in hun pleidooi<br />
voor handhaving van hun<br />
woonomgeving en woongenot<br />
er in een aantal gevallen een<br />
cultuurhistorisch argument bij.<br />
Hun straat of buurt heeft met<br />
'De wederopbouw' een identiteit<br />
gekregen.<br />
dit deel confronteert hij de lezer met (of attendeert op) tal van<br />
architectonische parels waarvan de waarde nog niet of pas<br />
sinds heel kort wordt onderkend.<br />
In de inleiding op Deel II verwoordt architect Rikkert Wijk<br />
helder de probleemstelling en doelstelling van het onderzoek:<br />
'De architectuur en stedenbouw uit de naoorlogse periode<br />
is te beschouwen als een belangrijke ontwikkeling in de<br />
<strong>Musis</strong> 6
Nederlandse architectuurgeschiedenis. Het was een periode<br />
van vernieuwing op het gebied van architectuur, mede door<br />
het gebruik van nieuwe materialen en werkwijzen.<br />
Het stedenbouwkundige ontwerp kenmerkte zich door nieuwe<br />
verkavelingspatronen, nieuwe wijkopbouw en een steeds<br />
belangrijker rol van het verkeer als ordeningsprincipe. Dat<br />
deze vernieuwing niet overal tot leefbare en aantrekkelijke<br />
wijken heeft geleid, is gezien de complexiteit van de toenmalige<br />
nieuwbouwopgave geen wonder. Toch verdienen de<br />
vroegnaoorlogse gebouwen en wijken meer aandacht voor de<br />
bestaande – soms verhuld geraakte – (steden)bouwkundige<br />
kwaliteiten. Meer aandacht voor de bestaande kwaliteiten kan<br />
ook leiden tot een effectiever gebruik van bestaande structuren<br />
en bouwwerken.<br />
Op het ogenblik staan stedenbouw en architectuur uit deze<br />
periode onder druk. Door slecht onderhoud en sociale<br />
problemen hebben naoorlogse wijken een slechte naam.<br />
De kwaliteit van de openbare ruimte is afgenomen en de<br />
woningen voldoen allang niet meer aan de eisen van de<br />
moderne tijd'.<br />
Daarin – noch Hebly, noch Rikkert Wijk spreekt zich daarover<br />
expliciet uit – vinden hedendaagse ontwikkelaars en<br />
corporaties precies de motieven voor binnenstedelijke kaalslag<br />
om zodoende nieuw terrein te vinden voor een stadsuitbreiding<br />
of wijkvernieuwing die volledig is afgestemd op de eisen van<br />
de hedendaagse woonconsument.<br />
In deze ontwikkeling is slopen in alle gevallen aantrekkelijker<br />
dan restauratie en inpassing van bestaande gebouwen<br />
en structuren in een nieuw ontwikkelingsplan. Ook – of<br />
misschien juist – gelet op de aantrekkelijkheid van nieuw te<br />
ontwikkelen gebieden in een bestaand stedenbouwkundig<br />
kader. In veel gevallen kan immers gebruik worden gemaakt<br />
van de inbedding van het nieuwe project in een bestaande<br />
omgeving, met gebruikmaking van tal van reeds gerealiseerde<br />
infrastructurele voorzieningen.<br />
Juist tegen de achtergrond van deze praktijk waarschuwt<br />
Rikkert Wijk: 'Van belang is de cultuurhistorische waarde<br />
van deze wijken en gebouwen in kaart te brengen en<br />
cultuurhistorie een volwaardige afwegingsfactor te laten<br />
zijn bij het opstellen van plannen ter verbetering en<br />
vernieuwing van naoorlogse gebieden. Zo kan er een<br />
verantwoorde keuze gemaakt worden bij het opstellen<br />
van ontwikkelingsprogramma's in het kader van stedelijke<br />
vernieuwing'.<br />
Hiermee geeft Wijk precies aan waarin 'De wederopbouw<br />
in <strong>Schiedam</strong>' een brisant document kan zijn. In de verdere<br />
wijkontwikkeling van onder andere Nieuwland en Groenoord<br />
kan niet langer voetstoots worden uitgegaan van een lage<br />
en dus vervangbare kwaliteit. Omgekeerd krijgen bewoners<br />
in hun pleidooi voor handhaving van hun woonomgeving en<br />
woongenot er in een aantal gevallen een cultuurhistorisch<br />
argument bij. Hun straat of buurt heeft met 'De wederopbouw'<br />
een identiteit gekregen. Reden temeer om bestaande en voor<br />
de toekomst geschetste kwaliteiten nog eens goed met elkaar<br />
te vergelijken. Naast het kwantitatieve rendementsdenken,<br />
een leidend principe voor elke projectontwikkelaar en tegenwoordig<br />
ook de corporatie, ligt er nu het cultuurhistorische<br />
pleidooi voor kwaliteit en niet zelden handhaving van het<br />
bestaande. Daarom verdient 'De wederopbouw in <strong>Schiedam</strong><br />
1940-1965', de kwalificatie van een dapper stuk. Met de<br />
complimenten aan de opdrachtgever. Dat ook.<br />
7 <strong>Musis</strong><br />
Rioolgemaal Marconiweg, 1949, <strong>Gemeente</strong>architect L.A. de Haas. Foto G. Burg<br />
Ooievaarsbrug, 1949, <strong>Gemeente</strong>architect L.A. de Haas<br />
Opstandingskerk woningen Burg. Honnerlage Gretelaan, 1958, architect J. Bakema<br />
Oranjestraat, 1952, architect Spruijt en den Butter
Mooi of lelijk.<br />
Daar gaat het feitelijk niet om<br />
Het zal inmiddels niemand zijn ontgaan.<br />
Met volle inzet is <strong>Schiedam</strong> bezig om<br />
een periode van ernstige verwaarlozing<br />
gedurende een kleine halve eeuw<br />
ongedaan te maken. Direct na de<br />
bouwvak is een begin gemaakt met<br />
de restauratie van zes winkelpanden<br />
tussen het Stedelijk Museum en de hol<br />
van de Lange Achterweg in opdracht<br />
van de speciaal hiervoor opgerichte<br />
Stichting Restauratie Hoogstraat<br />
<strong>Schiedam</strong>. In <strong>september</strong> gaat officieel het<br />
Wennekerpand van start met de kleine<br />
zaal van het Theater aan de Schie, de<br />
Teerstoof, Wenneker Cinema en het CBK<br />
in de hiervoor schitterend verbouwde<br />
distilleerderij Wenneker. Zonder hierop<br />
al te veel de aandacht te vestigen is<br />
aan het Stationsplein, na een grondige<br />
renovatie het vroegere AMEC-gebouw in<br />
gebruik genomen. Daarbuiten worden op<br />
de Hoogstraat een twaalftal particuliere<br />
verbeterprojecten uitgevoerd en is op een<br />
haar na (of – om precies te zijn – op de<br />
restauratie na van de glas-in-loodramen<br />
in de bioscoopzaal) de cascorestauratie<br />
voltooid van de vroegere Monopole.<br />
Winkelgalerij Nolenslaan,1962, architect Spruijt en den Butter. Foto G. den Butter<br />
Het team dat verantwoordelijk is voor monumentenzorg<br />
en gevormd door Vera van der Vlerk, Ciska Bakker en<br />
Geert Medema, blaakt van enthousiasme. Nog nooit zijn in<br />
<strong>Schiedam</strong> zoveel projecten tegelijk in uitvoering geweest. En<br />
nog nooit in zo'n grote diversiteit. En dit laatste dan zowel<br />
gemeten naar het onderscheid in de objecten, variërend van<br />
een simpele kruidenierswinkel tot en met de stamhouder<br />
aller waterstaatkerken in Nederland, naar bouwperiode<br />
vanaf de achttiende eeuw tot de wederopbouwperiode en<br />
naar toekomstige bestemming. Want in de restauraties die<br />
het drietal in uitvoering heeft wordt ook voorzien in het<br />
realiseren van hedendaagse woningen achter gevels van de<br />
winkelpanden aan de Hoogstraat.<br />
Revitalisering is een sleutelbegrip in alle hersteloperaties.<br />
Ciska Bakker: 'We gaan ervan uit dat alle restauratieobjecten<br />
een functie zullen hebben. We gaan daarbij uit van een<br />
economisch herstel. Dat kan korter of langer duren, maar<br />
uiteindelijk moeten alle objecten terecht komen op de vrije<br />
markt. Het is ondoenlijk om voor alle gebouwen die op dit<br />
ogenblik worden hersteld, een culturele functie te creëren. In<br />
de eerste plaats is <strong>Schiedam</strong> met z'n culturele voorzieningen<br />
in gerestaureerde panden, meer dan goed voorzien. Het<br />
Stedelijk Museum, het Wennekerpand en Pand Paulus hebben<br />
alle culturele bestemmingen gekregen. Vanuit particulier<br />
initiatief kun je daar nog de Korenbeurs bij tellen en de<br />
schitterend gerestaureerde KetelFactory. Het is een palet aan<br />
culturele voorzieningen dat je niet eindeloos kunt uitbreiden.<br />
Dat betekent dat je voor restauratieprojecten een commerciële<br />
basis zult moeten vinden. Dat mag wat ons betreft horeca<br />
zijn, mits dit voldoet aan een aantal randvoorwaarden wat<br />
kwaliteit betreft en exploitatiemogelijkheden, maar ook<br />
een bedrijfsbestemming is denkbaar of het opsplitsen in<br />
appartementen'.<br />
<strong>Musis</strong> 8
Magazijn Ver. Glasfabrieken, 1955<br />
O.S. Schravenlant, 1956, architect C.C. Vollinga O.S. Schravenlant, 1956, architect C.C. Vollinga<br />
Een trouwlocatie zonder kraak of smaak<br />
Vera van der Vlerk: 'De horeca heeft met name de Grote Markt<br />
een impuls gegeven. Nog maar een paar jaar geleden was het<br />
oude stadhuis, alle historische en monumentale waarden ten<br />
spijt, een trouwlocatie zonder kraak of smaak. En moet je nu<br />
'ns komen. Mede dankzij de horeca is het toch een parel voor<br />
de binnenstad'.<br />
En natuurlijk een ingrijpende restauratie waarin het monumententeam<br />
een groot aandeel heeft gehad. Was het niet in de<br />
technische uitwerking van de restauratieplannen dan wel in<br />
het enthousiasmeren van politiek en bestuur voor alle plannen<br />
en deelplannen, in de keuze voor sprekende en onverwachte<br />
kleuren en materialen voor het interieur en daarmee het<br />
herbestemmen van het oude stadhuis tot representatieve<br />
stedelijke ontvangstruimte.<br />
Vera van der Vlerk: 'Je hebt natuurlijk wel een bestuur nodig<br />
dat het enthousiasme deelt. Zonder dat geen Wennekerpand.<br />
Of de restauratie van de Armenschool aan het Broersveld. Al<br />
op de dag van de brand waren we het er over eens dat sloop<br />
geen optie mocht zijn. Terwijl het misschien best voor de<br />
hand had gelegen om deze ruïne te slopen. De Armenschool<br />
behoorde beslist niet tot de belangrijkste stedelijke monumenten.<br />
Maar was wel beeldbepalend voor het Broersveld en ondanks<br />
z'n bescheidenheid één van <strong>Schiedam</strong>s rijksmonumenten. Dus<br />
zijn we vanaf de allereerste dag uitgegaan van herstel'.<br />
Ciska Bakker over hetzelfde pand: 'We hebben daarin duidelijk<br />
al die wijzigingen intact gelaten die in de loop der eeuwen zijn<br />
aangebracht. Zo'n gebouw is een levend onderdeel geweest<br />
van het stedelijk weefsel. Dat mag je wat mij betreft laten zien.<br />
En stad is voortdurend in beweging. Het monumentenbeheer<br />
moet daarin onderdeel zijn. Geen keurslijf dat een vrije<br />
ontwikkeling in de weg staat'.<br />
9 <strong>Musis</strong><br />
tekst: Hans van der Sloot<br />
foto's: Rikkert Wijk<br />
Inmiddels liggen er twee<br />
rapporten die de periode waarin<br />
gebouwen een monumentale<br />
status kunnen krijgen aanzienlijk<br />
oprekken. Officieel geldt een<br />
leeftijd van vijftig jaar als grens<br />
waarop gebouwen aanspraak<br />
kunnen maken op een monu-<br />
mentenstatus. De groeiende<br />
aandacht voor de wederopbouwarchitectuur<br />
maakt dat deze<br />
grens wat minder rigide wordt<br />
gehanteerd.<br />
Inmiddels liggen er twee rapporten die de periode waarin<br />
gebouwen een monumentale status kunnen krijgen<br />
aanzienlijk oprekken. Officieel geldt een leeftijd van vijftig<br />
jaar als grens waarop gebouwen aanspraak kunnen maken<br />
op een monumentenstatus. De groeiende aandacht voor de<br />
wederopbouwarchitectuur maakt dat deze grens wat minder<br />
rigide wordt gehanteerd. Ciska Bakker: '<strong>Schiedam</strong> heeft<br />
deze aandacht aangegrepen om de wederopbouwperiode
Willemskade, 1951, architect D. van der Meyde<br />
Revitalisering is een sleutelbegrip in alle hersteloperaties. Ciska Bakker:<br />
'We gaan ervan uit dat alle restauratieobjecten een functie zullen hebben.<br />
We gaan daarbij uit van een economisch herstel. Dat kan korter of langer<br />
duren, maar uiteindelijk moeten alle objecten terecht komen op de vrije<br />
markt. Het is ondoenlijk om voor alle gebouwen die op dit ogenblik<br />
worden hersteld, een culturele functie te creëren.<br />
diepgaand aandacht te geven. Met de rapporten van Hebly<br />
Teunissen over de stedenbouwkundige ontwikkeling van<br />
<strong>Schiedam</strong> tussen 1945 en 1965 en dat van Rikkert Wijk<br />
over de wederopbouwarchitectuur, beschikken we over<br />
een goed inzicht over de historische samenhang van<br />
stadsontwikkelingsprojecten en de manier waarop deze vorm<br />
hebben gekregen'.<br />
Langs de lat<br />
Dit betekent overigens niet dat de gemeentelijke<br />
monumentenlijst vanwege deze lijvige studies nu met enkele<br />
tientallen objecten wordt uitgebreid. Althans niet per definitie.<br />
Bakker en Van der Vlerk benadrukken dat beide onderzoeken<br />
vooral zullen dienen om het gehele monumentale bezit van<br />
<strong>Schiedam</strong> langs de lat te leggen. Ciska Bakker: 'We hebben nu<br />
een monumentenwaardering die een langere periode bestrijkt<br />
en daardoor een – op enkele punten – andere samenhang<br />
laat zien. Dat is heel waardevol. Het overzicht is nu compleet.<br />
Wat volgt is dat we nu verantwoorde keuzes kunnen maken.<br />
Niet alleen is het aantal gebouwen waaraan de bevolking een<br />
betekenis hecht nu uitgebreid. Er is ook vastgelegd wat die<br />
gebouwen bijzonder maakt en hoe zeldzaam soms. Zowel voor<br />
<strong>Schiedam</strong> als voor de tijd waarin ze gerealiseerd zijn. Heel<br />
belangrijk is ook het stedenbouwkundig onderzoek. Dat maakt<br />
dat je met andere ogen kijkt naar een gebouwde omgeving en<br />
in het onderzoek de elementen kunt vinden, waarom sommige<br />
nieuwe stadsdelen een bredere belangstelling verdienen. Juist<br />
in de ontwikkelingsgebieden van na de Tweede Wereldoorlog.<br />
Sommige conclusies uit beide rapporten staan al vrijwel vast.<br />
Je moet wel blind zijn om niet de monumentale waarde te<br />
zien van het gemaal aan de Marconistraat of van de Grensflat<br />
met aansluitende bebouwing. Andere punten staan echter<br />
veel minder vast, of worden in het geheel niet als monument<br />
gezien. Neem de muziekkoepel in de Plantage. Op basis van de<br />
onderzoeken van Hebly Teunissen en van Rikkert Wijk kun je<br />
zonder meer stellen dat <strong>Schiedam</strong> met deze koepel een klein,<br />
maar heel bijzonder monument bezit, terwijl de omwonenden<br />
van de Plantage het een onding vinden en het zo snel mogelijk<br />
gesloopt willen hebben'.<br />
Vera van der Vlerk: 'Maar je zult altijd meemaken dat wat de<br />
één mooi en waardevol vindt, door de ander wordt afgekraakt<br />
als monsterlijk. Dat hebben we ook met de Monopole ervaren.<br />
<strong>Musis</strong> 10
Even puur geredeneerd vanuit het gebouw en de plaats waar<br />
dit staat hebben we te maken met een bijzonder object.<br />
Hoeveel van deze volkstheaters zijn in Nederland bewaard<br />
gebleven? En hoeveel in min of meer de staat waarin het<br />
indertijd ook is gebouwd? Méér dan enkele tientallen zullen<br />
het niet zijn. En misschien dat zelfs niet eens. Maar even los<br />
daarvan is het ook een bijzonder gebouw. Een vaste vraag<br />
in de discussies over behoud of sloop is altijd in hoeverre je<br />
op dezelfde plaats een vergelijkbare monumentaliteit kunt<br />
realiseren. Het antwoord lijkt makkelijk. Maar hoe vul je een<br />
dergelijk volume, hoe realiseer je dezelfde stedenbouwkundige<br />
en architectonische verhoudingen ten opzichte van de<br />
omringende bebouwing. Kortom, hoe bouw je na de sloop iets<br />
terug dat dezelfde waarde en dezelfde betekenis heeft? Nu is<br />
het de vraag wie aan dit gebouw een nieuwe bestemming kan<br />
geven. Daarbij kun je van alles voorstellen. Zeker is echter dat<br />
op één van de belangrijkste plekken aan de Hoogstraat een<br />
pand van betekenis staat'.<br />
Ciska Bakker: 'Je kunt de restauratie van de Monopole niet<br />
los zien van de verdere plannen in de directe omgeving van<br />
het Stedelijk Museum. Met het herstel van een zestal winkels<br />
tussen Museum en de afrol van de Lange Achterweg is een<br />
begin gemaakt. Niet voorbij mag worden gegaan aan de<br />
inspanningen die Van Doorn en Salari zich inmiddels heeft<br />
getroost om zijn winkelbezit te restaureren en daarvoor<br />
nieuwe functies te vinden. De Monopole kan in de verdere<br />
ontwikkeling van de Hoogstraat, waarbij we ook naar de<br />
voormalige Schoene<strong>nr</strong>eus kijken, een sleutelrol vervullen.<br />
Stedenbouwkundig gesproken had het misschien vervangen<br />
kunnen worden. Maar had <strong>Schiedam</strong> daarmee dan een<br />
even karakteristiek bouwwerk terug gekregen? Ik durf dat te<br />
betwijfelen. En zeker zoals de Monopole er nu bijstaat. Met<br />
die raampartijen op de begane grond heeft het gebouw een<br />
aantrekkelijke plint. Je kunt er weer van alles mee doen'.<br />
Een duidelijke, eigen karakteristiek<br />
De restauratie van de Monopole is een cascorestauratie,<br />
gericht op een zodanig bouwkundig herstel dat een nieuwe<br />
investeerder er goed mee uit de voeten kan, zonder dat de<br />
restauratie het toekomstig gebruik een dwingende verplichting<br />
oplegt. Vergelijk het met een loft die ook wordt opgeleverd als<br />
gezonde, maar kale ruimte waarbinnen van alles gerealiseerd<br />
kan worden.<br />
Beide monumentenzorgsters zijn desalniettemin verrukt<br />
van het resultaat. Vera van der Vlerk: 'Het was een absolute<br />
ruïne die de gemeente had aangekocht. Niet alleen was het<br />
hele bioscoopinterieur eruit gesloopt, het was ook nog eens<br />
onoordeelkundig gedaan. In feit was er een heel gevaarlijke<br />
situatie ontstaan en had <strong>Schiedam</strong> aan de Monopole een<br />
gebouw waaraan in feite geen enkele bestemming meer kon<br />
worden gegeven. Het bouwkundig onderzoek bracht aan het<br />
licht dat ook de fundamenten moesten worden aangepakt. Een<br />
bioscoop is daarbij ook nog eens een ongelukkig gebouw om<br />
te restaureren. De kern is niet meer dan een grote doos. Je mist<br />
de binnenstructuur. Desalniettemin is het wel een gebouw met<br />
een heel duidelijke, eigen karakteristiek. Of je het nu een mooi<br />
of een lelijk gebouw vindt'.<br />
Die overwegingen spelen ook een rol bij de ontwikkeling van<br />
de restauratie- en herbestemmingsplannen voor de Havenkerk.<br />
Lang niet iedere <strong>Schiedam</strong>mer is even gecharmeerd van deze<br />
kerk van Tollus, die mag worden beschouwd als een voorloper<br />
van de Waterstaatsstijl waarin zovele rooms-katholieke kerken<br />
zijn gebouwd (1822-1824) nadat koning Willem I het uit de<br />
zestiende eeuw stammend verbod op de katholieke eredienst<br />
had versoepeld.<br />
11 <strong>Musis</strong><br />
School Nieuwe Damlaan, 1956, architect Swaneveld en Goslinga<br />
Voormalige Timmerfabriek Wilton-Fijenoord, 1948, architect F. de Weger<br />
In vergelijking tot vele andere bouwwerken van Tollus is de<br />
<strong>Schiedam</strong>se kerk disproportioneel. In het oeuvre van deze<br />
bouwmeester manifesteert zich het hernieuwd zelfbewustzijn<br />
van de Nederlandse katholieken aan het begin van de<br />
negentiende eeuw. De <strong>Schiedam</strong>mers deden er echter nog<br />
een schepje bovenop en maakten van hun kerk bijkans een<br />
katholiek manifest dat al van verre zichtbaar moest zijn.<br />
Ook het interieur is in menig opzicht een voorbeeld van<br />
classicistisch exuberantisme. Te groot, te rijk geornamenteerd<br />
en te weelderig en daarmee buiten de verhoudingen die de<br />
devote Tollus nastreefde.<br />
De restauratieplannen zijn in volle ontwikkeling. De gedachtewisseling<br />
over de herbestemming ook nadat de eerdere hotelplannen<br />
op een snel verslechterend investeringsklimaat zijn<br />
stukgelopen. Vera van der Vlerk: 'Een eerste stap was het<br />
verwerven van de kerk en het creëren van een gezonde basis<br />
voor verdere ontwikkeling. Die hebben we nu. En wat daaruit<br />
kan voortkomen zien we nu zowel op het niveau van de<br />
Hoogstraat als – veel groter – in het Wennekerpand. Wat daar<br />
is gerealiseerd is uniek voor <strong>Schiedam</strong> en voor de regio. Maar<br />
daar begon de ontwikkeling met na te denken over wat je<br />
met een dergelijk gebouw zou kunnen doen en het besef dat<br />
hier een industrieel gebouw staat, dat lang niet iedereen mooi<br />
vond, maar ondertussen niet meer weg te denken valt uit de<br />
binnenstad van <strong>Schiedam</strong>'.
"Het roer<br />
moet om,<br />
anders wordt<br />
Vlaardingen<br />
krimpstad"<br />
Dat hotel aan de Markt in Vlaardingen komt<br />
er dus niet. Het zou worden gevestigd in<br />
de voormalige Stadsschool en omliggende<br />
panden. Doch de parkeernorm stond het<br />
niet toe. Om zijn investering te redden,<br />
besloot de ontwikkelaar het complex<br />
dan maar te verbouwen tot woningen.<br />
Een herbestemming tegen wil en dank,<br />
te elfder ure geïmproviseerd, helemaal<br />
in de lijn van het weinig doelgerichte<br />
Vlaardingse monumentenbeleid. De koper<br />
van Markt 45 stelt het met een speciaal<br />
soort humor vast. Die koper heet – leve<br />
het toeval – Bert van Bommel. De monumentendeskundige<br />
die wegens zijn<br />
opvattingen over stedenbouw met weinig<br />
mensen op het stadhuis door één deur kan.<br />
Het is een mooi, ruim pand, dus over zijn nieuw verworven<br />
woongenot zal Van Bommel niet klagen. Maar beroepshalve<br />
vindt hij het toch jammer dat rigide parkeerregels in staat<br />
zijn gebleken een interessante herbestemming te blokkeren.<br />
Zoiets zou eigenlijk niet moeten kunnen. "Waarom bemoeit de<br />
overheid zich überhaupt met parkeren? Als jij kiest voor een<br />
auto, ben je toch zelf verantwoordelijk waar je dat ding laat?<br />
De gemeente had moeten zeggen: zoek zelf maar een plek<br />
voor het blik."<br />
Bert van Bommel<br />
Helaas, het Vlaardingse gemeentebestuur laat zelden een<br />
origineel geluid horen, is Van Bommels ervaring. Wethouders,<br />
raadsleden en ambtenaren houden liever vast aan vertrouwde<br />
normen – zonder zich af te vragen of een update zo nu en<br />
dan niet op z'n plaats zou zijn. Door die conservatieve aanpak<br />
lopen niet enkel individuele panden een mooie toekomst<br />
mis. De stad als geheel ondervindt er nadeel van. Aan de<br />
vooravond van Open Monumentendag <strong>2011</strong> pleit Van Bommel<br />
dan ook voor een herbestemming van Vlaardingen en detail en<br />
en gros. Waarmee hij eenmalig breekt met zijn adagium "dat<br />
hij zich nergens mee bemoeit, omdat hij aan zijn gezondheid<br />
moet denken".<br />
Bert van Bommel (57) is architect, volgens zijn opleiding<br />
althans, want gebouwen ontwerpen is niet zijn vak: hij<br />
doceert aan de TU Delft en is adviseur monumentenzorg van<br />
de Rijksbouwmeester. In Vlaardingen was hij jarenlang lid van<br />
de monumentencommissie. Onder de PvdA-wethouders Ary<br />
Maarleveld en Kees van der Windt ging het wel, die waren<br />
niet doof voor goede adviezen, maar met de CDA'er Cees Bot<br />
was geen land te bezeilen. Na een paar aanvaringen gooide<br />
Van Bommel de handdoek in de ring. Zijn betrokkenheid met<br />
het stenen erfgoed beperkt zich tegenwoordig tot incidentele<br />
adviezen aan de SP (zijn partij) en aan de Historische<br />
Vereniging Vlaardingen.<br />
Het bloed kruipt evenwel waar het niet gaan kan. Vanuit zijn<br />
ooghoeken houdt hij wel degelijk in de gaten hoe Vlaardingen<br />
met zijn monumenten omgaat. Wat hij waarneemt, is weinig<br />
hoopgevend. "Ik zie vooral gemiste kansen," zegt hij somber.<br />
De uitgangspunten van het Actieplan Wonen, dat de<br />
uitstroom van kapitaalkrachtige inwoners wil tegengaan<br />
door goedkope portiekflats te slopen en te vervangen door<br />
eengezinswoningen, zijn op zich niet verkeerd, erkent hij.<br />
<strong>Musis</strong> 12
Maar uitvoering van dit plan alleen is onvoldoende. Hij maakt<br />
een vergelijking en stelt Vlaardingen voor als een schip met<br />
een gat in de romp. "We zijn bezig het binnenstromende water<br />
weg te pompen. Maar het gat wordt niet gedicht."<br />
Doordat de gemeente enkel focust op uitvoering van het<br />
woonplan, worden andere belangen uit het oog verloren.<br />
In Vlaardingen lijkt men blind voor de onmiskenbare trends<br />
die bezig zijn hun stempel op de toekomst te drukken, betoogt<br />
Van Bommel.<br />
"Praten over de toekomst is deels koffiedik kijken, maar drie<br />
ontwikkelingen staan toch wel vast. We krijgen te maken met<br />
een dalende bevolking, een verschijnsel dat bekend staat als<br />
krimp, en die bevolking wordt ouder en ouder. Dat betekent<br />
nogal wat voor de gebouwde omgeving. In krimpregio's zal<br />
veel plat moeten, anders ontstaan er spooksteden. Punt twee<br />
heet duurzaamheid. We gaan naar energiepassieve gebouwen.<br />
We moeten ons aanpassen aan nieuwe bouwwijzen. Thema<br />
drie tenslotte is het herbestemmen van de overvloed aan<br />
panden die straks niet meer worden gebruikt. Nu al staat<br />
veertien procent van de kantoorgebouwen leeg. Wat gaan<br />
we daar mee doen? En wat gaan we doen met de verouderde<br />
bedrijfsterreinen uit de jaren vijftig en zestig? Blijven die<br />
exclusief bestemd voor bedrijven, of gaan we er straks ook<br />
wonen?"<br />
Beleidsnota's van B en W van Vlaardingen roeren deze<br />
thema's onvoldoende aan, meent Van Bommel. "Men gaat er<br />
te gemakkelijk vanuit dat onze levensstijl over twintig jaar nog<br />
dezelfde is als nu. Wij anticiperen helemaal niet op hoe de<br />
stad er in 2030 zal uitzien."<br />
Blijft Vlaardingen het oude, weinig toekomstgerichte beleid<br />
voeren, dan moet het gemeentebestuur op den duur rekening<br />
houden met krimp, vreest Van Bommel. "Nieuwe inwoners<br />
trek je niet alleen door leuke huizen te bouwen. Goede<br />
bereikbaarheid bijvoorbeeld is ook van belang voor het op<br />
peil houden van je inwonertal. Als je dat erkent, moet je niet<br />
akkoord gaan met een tramverbinding vanuit Rotterdam<br />
die niet verder gaat dan Holy en je eigen centrum links laat<br />
liggen. En ook niet akkoord gaan met het ombouwen van<br />
de Hoekse Lijn tot metro, waarvan de consequentie is dat de<br />
directe railverbinding met Rotterdam CS wordt opgeheven.<br />
Vlaardingers die per trein richting Utrecht willen, moeten<br />
straks met hun bagage de metro in en overstappen op Beurs,<br />
of op station <strong>Schiedam</strong>-Centrum overstappen op een trein<br />
richting Rotterdam en daar dan opnieuw overstappen."<br />
Zorgen voor goede werkgelegenheid is een andere<br />
voorwaarde om nieuwe inwoners naar een stad te trekken.<br />
Ook daarmee is het droevig gesteld volgens Van Bommel.<br />
"Hoeveel bedrijven hebben wij met veel en hoogwaardige<br />
arbeidsplaatsen? Ik weet er maar één: Unilever Research. Als<br />
je niet in staat bent hoogwaardige werkgelegenheid binnen te<br />
halen, accepteer je de vergrijzing. Dat doet de vraag rijzen of<br />
we, met zo'n bevolkingssamenstelling, al die nieuwe huizen in<br />
de Westwijk en de Babberspolder nog wel nodig hebben."<br />
"In 2025 is meer dan de helft van de Vlaardingse bevolking<br />
65 jaar en ouder. Daar houden we onvoldoende rekening<br />
mee. We zijn bezig vooral woningen voor jonge gezinnen te<br />
bouwen. Die woningen moet je straks allemaal weer gaan<br />
herbestemmen. Maar in hoeverre zijn die huizen daarvoor<br />
geschikt? Er zal veel moeten worden gesloopt, wat veel geld<br />
gaat kosten. We doen er goed aan ons te realiseren dat we<br />
13 <strong>Musis</strong><br />
tekst: Peter de Lange<br />
foto's: Jan van Kampenhout<br />
meer seniorenwoningen en meer verzorgingshuizen nodig<br />
hebben. Misschien is de Wilhelminahaven wel een goede plek<br />
om iets te doen voor deze groep. Je zou er een omgeving<br />
van kunnen maken waar ouderen kunnen wonen in een<br />
karakteristiek havengebouw met een eigen jacht voor de<br />
deur."<br />
Wat Vlaardingen de allereerste plaats nodig heeft, meent<br />
Van Bommel, is een stadsbestuur met durf. Bestuurders die,<br />
zoals burgemeester Jan Heusdens en wethouder Teun de<br />
Bruin deden ten tijde van de wederopbouw, gaan voor het<br />
hoogste. "Heusdens en De Bruin waren visionaire mensen.<br />
Bij de ontwikkeling van de stad lieten ze zich terzijde staan<br />
door Willem van Tijen, de grootste stedenbouwkundige van<br />
zijn tijd. De Westwijk en de Babberspolder zijn typische<br />
voorbeelden van de stedenbouw volgens de principes van die<br />
tijd. We maakten er internationaal naam mee. Vlaardingen<br />
was een ultramoderne, snel groeiende stad waar tal van<br />
fameuze architecten aan meebouwden. We zouden een beetje<br />
van het lef van toen moeten zien te herwinnen."<br />
Niet alleen is het lef van toen verdwenen, ook veel van de<br />
gebouwen die getuigden van het elan dat Vlaardingen toen<br />
uitstraalde bestaan alleen nog in de herinnering. Of ze zijn<br />
zodanig verminkt, dat ze de naam van hun ontwerper nog<br />
maar weinig eer aandoen.<br />
Bert van Bommel somt een treurigstemmend lijstje op.<br />
Het politiebureau aan de Delftseveer van Marius Duijntjer:<br />
gesloopt. De technische school aan de Deltaweg, van Dirk<br />
Roosenburg: gesloopt. Het Holyziekenhuis van Joost Boks:<br />
Zicht op de watertoren van Vlaardingen
Hoogstraat 180, Hof van Spaland 59, <strong>Schiedam</strong><br />
De Tuinen 20, Naaldwijk<br />
...WIJ GAAN NOG EVEN DOOR...<br />
UW OUDE BRIL<br />
IS GELD WAARD<br />
DEZE DEZE SUCCESVOLLE<br />
SUCCESVOLLE<br />
AKTIE AKTIE STOPPEN STOPPEN WIJ<br />
NOG NOG LANG LANG NIET! NIET!<br />
DOE DOE DUS DUS MEE..!<br />
MEE..!<br />
INRUIL-<br />
PREMIE<br />
€100,- OF<br />
€50,-!<br />
Ruil uw oude bril in en ontvang tot 100,- euro<br />
i<strong>nr</strong>uilpremie bij aanschaf van een nieuwe<br />
complete bril uit onze gehele collectie. Uw oude bril<br />
geeft iemand in een 3e wereldland weer kans op een<br />
beter (vooruit)zicht. Kom nu naar Tempel Optiek en<br />
doe mee. Deze aanbieding komt nog bovenop de<br />
vergoeding van uw zorgverzekeraar.<br />
Tempel Optiek<br />
werkt samen met alle<br />
zorgverzekeraars.<br />
Hoogstraat 2 • 3111 HH <strong>Schiedam</strong> • Tel (010) 473 59 19<br />
www.tempeloptiek.nl<br />
E R K E N D<br />
B L OE M SI E R K U N S T E N A AR<br />
Hoogstraat 108-110, 3111 HL <strong>Schiedam</strong>, telefoon 010 - 426 75 12<br />
Bedrijfsabonnementen, rouwarrangementen, bruidsboeketten,<br />
exclusieve arrangementen<br />
Bezoek onze website: www.rosabloemen.nl
gesloopt. Het Deltahotel, ook van Boks, ingrijpend veranderd.<br />
De flats aan de Maasboulevard van Hugh Maaskant: kunnen<br />
voor de beoogde woningbouw in de Rivierzone worden<br />
gesloopt, als het aan de gemeente ligt. De flatwoningen van<br />
Jan Wils aan het Mendelssohnplein: mismaakt door plastic<br />
kozijnen. De witte huisjes in de Indische Buurt: verbouwd naar<br />
individueel inzicht, waardoor de eenheid verloren is gegaan.<br />
Station Vlaardingen-Oost, van Koen van der Gaast: ontsierd<br />
door een patattent op het stationsplein en een kantoortoren in<br />
de flank.<br />
Waarom, vraagt Van Bommel, werd die patattent niet in de<br />
plint van het station opgenomen? En kon die kantorenflat nou<br />
echt niet ergens anders worden gebouwd?<br />
Op tal van plaatsen in de stad komt hij dergelijke slordigheden<br />
tegen. Of zijn het eerder uitingen van onverschilligheid?<br />
"Neem dat koffietentje op het Veerplein. Dat staat er om de<br />
eigenaar te compenseren van een café dat moest worden<br />
afgebroken voor woningbouw. Een fatsoenlijk gebaar,<br />
alleen kan het Veerplein door dat koffietentje nooit een echt<br />
plein worden. Waarom is dat zaakje niet gewoon in het<br />
bibliotheekgebouw opgenomen?"<br />
Misschien komen zulke missers wel voort uit een gebrek aan<br />
fantasie, oppert Van Bommel. Illustratief vond hij, enkele jaren<br />
geleden al weer, de aanstelling van een 'Hoogstraatmaker' in<br />
het kader van een kunstzinnig project dat geen ander doel had<br />
dan de schijn te wekken dat de leegstand op de Hoogstraat de<br />
volle aandacht van de gemeente had. Maar aan de leegstand<br />
veranderde helemaal niets. "Aalles wat ze uit de kast konden<br />
halen was iemand die rare lampjes in de bestrating bedacht,<br />
zodat je verblind wordt als je er 's avonds fietst," zegt Van<br />
Bommel smalend.<br />
En ook nu nog is de leegstand op de Hoogstraat een<br />
onopgelost probleem. Terwijl die met een beetje creativiteit<br />
eenvoudig voorkomen had kunnen worden. Hoe? "Ze hadden<br />
bij de bouw van de parkeergarage aan de Afrol een leuke<br />
passage moeten plannen. Dat je vanuit de garage door<br />
die passage op de Hoogstraat was uitgekomen. Nu laten<br />
gebruikers van de garage de Hoogstraat links liggen, omdat<br />
ze over de Gedempte Biersloot naar het centrum lopen. Ook<br />
alweer een gemiste kans. De enige mogelijkheid die nu nog<br />
rest, is de winkels een woonbestemming geven. En ook dat<br />
wil niet echt vlotten."<br />
Waarom legt Vlaardingen toch zo weinig visie en daadkracht<br />
aan de dag? Die vraag blijkt niet eenduidig te beantwoorden.<br />
Volgens Van Bommel spelen tal van factoren een rol. "Op<br />
het stadhuis zitten hardwerkende ambtenaren die twintig,<br />
dertig jaar geleden hun opleiding hebben gedaan. Aan hun<br />
kijk op het vak is sindsdien niets veranderd. Hoeveel van die<br />
ambtenaren wonen in deze stad? Hoe betrokken voelen ze<br />
zich bij Vlaardingen en hoe goed zijn ze op de hoogte van<br />
de situatie? Bij een aantal leidt dat zeker tot desinteresse en<br />
gemakzucht."<br />
Vervolgens zijn er de bestuurders, die het experiment mijden<br />
uit vrees voor hun positie. "Veel bestuurders hebben geen<br />
oog voor de toekomst, ze denken niet verder dan hun eigen<br />
zittingsperiode. Bovendien zijn ze beducht voor de publieke<br />
reactie. Daarom zal een interessant idee niet snel een kans<br />
krijgen. Zou je bijvoorbeeld voorstellen de Waal en de<br />
Biersloot weer open te leggen en het water terug te brengen in<br />
de binnenstad, dan gaat de middenstand ogenblikkelijk klagen<br />
dat hun winkels onbereikbaar worden. Zulke protesten zijn<br />
fnuikend voor leuke initiatieven."<br />
En tot slot is Vlaardingen van oorsprong een calvinistisch<br />
vissersdorp met een bevolking die liever langs rechte dan<br />
15 <strong>Musis</strong><br />
Bert van Bommel<br />
kromme lijnen denkt en sceptisch staat tegenover artistieke<br />
uitingen, dit vanuit de overtuiging dat gewoon doen al gek<br />
genoeg is. "Het gemiddelde opleidingsniveau is laag. Erudiete<br />
personen zijn hier in de minderheid," zegt Van Bommel. "Het<br />
is geen toeval dat Bas van Toor de beroemdste Vlaardinger is."<br />
Het lijkt een oordeel uit de zwartste categorie. Maar zo duister<br />
ziet Bert van Bommel de toekomst voor zijn woonplaats<br />
nu ook weer niet in. "Ik heb in 2001 voor de monumentencommissie<br />
rondgekeken en toen vastgesteld dat veel<br />
waardevolle panden waren gesloopt, maar ik heb ook gezien<br />
ook dat er nog veel staat dat de moeite waard is om te<br />
behouden," zegt hij.<br />
Voorts verdient niet ieder gerealiseerd bouwplan het predikaat<br />
lelijk of mislukt. Het Buizengat bijvoorbeeld vindt hij een<br />
geslaagd project. "Hoe negatief veel mensen er ook over doen,<br />
het zijn redelijk bestendige woningen. Door hun ligging tegen<br />
het centrum aan, niet al te ver van het NS-station , zullen ze<br />
ook in de toekomst hun waarde behouden."<br />
Tot slot wil hij nog eens gezegd hebben dat Vlaardingen met<br />
het Actieplan Wonen een goede weg is ingeslagen. "Alleen<br />
mag het van mij best een onsje meer. Laten we ook eens<br />
denken aan het vullen van de open gaten in de binnenstad. Er<br />
moeten wat roeren om, in deze stad. We hebben de keuze. We<br />
kunnen weer voorop gaan lopen, zoals in de wederopbouw, of<br />
we kunnen achterover leunen en afwachten. Ik zou liever voor<br />
het eerste kiezen."
Stadslab<br />
<strong>Schiedam</strong><br />
Annerieke Kooi is sinds 31 oktober 2009 coördinator<br />
van het Centrum Beeldende Kunst <strong>Schiedam</strong>.<br />
Meer informatie over het festival en het programma<br />
op www.wennekerpand.nl en www.cbkschiedam.nl<br />
Foto: Sjaak van Beek<br />
<strong>Musis</strong> 16
tekst: Annerieke Kooi tekst: Annerieke Kooi<br />
foto's: Jan van der Ploeg, foto's: Sjaak Jan van van der Beek Ploeg<br />
Op 3 <strong>september</strong> opent het Wennekerpand<br />
zijn deuren voor het publiek. Als prominent<br />
bewoner van het pand, viert het <strong>Schiedam</strong>se<br />
Centrum Beeldende Kunst deze feestelijke<br />
gebeurtenis natuurlijk mee. Van 3 tot en<br />
met 11 <strong>september</strong> organiseert het CBK het<br />
festival Stadslab <strong>Schiedam</strong>, een festival<br />
dat de stad <strong>Schiedam</strong> op eigen wijze<br />
onder de loep neemt.<br />
Leonardo da Vinci<br />
In hartje Florence is enkele jaren geleden een verborgen<br />
laboratorium ontdekt dat door het genie Leonardo da Vinci<br />
voor zijn studie van het vliegen en ander wetenschappelijk<br />
pionierswerk is gebruikt. The Independent berichtte hierover<br />
op woensdag 12 januari 2005.<br />
'...In brieven en een biografie uit de zestiende eeuw was er<br />
reeds sprake van dat LEONARDO over een verborgen lab<br />
beschikte in een klooster van de orde van de Servi di Maria,<br />
tussen het Instituut voor Militaire Geografie en de basiliek van<br />
de Santissima Annunziata. De vorsers Allessandro del Meglio,<br />
Roberto Manneschalchi en Marcia Charchio hebben de bewuste<br />
kamers nu gevonden. [...] In de kamers zijn fresco's gevonden die<br />
"imponerende gelijkenissen" vertonen met andere voorbeelden<br />
van het experimenteel werk van de Toscaanse schrijver,<br />
wetenschapper, filosoof en dichter. Zo is er een drieluik van vogels<br />
boven een later verwijderde afbeelding van de Maagd Maria. Een<br />
en ander verwijst volgens de ontdekker duidelijk naar de studies<br />
die Da Vinci maakte over de manier waarop vogels vliegen.<br />
Een engel aan de zijkant van het fresco verwijst naar de engel<br />
in een schilderij in het Uffizi-museum dat aan Da Vinci wordt<br />
toegeschreven en dat over Maria Boodschap handelt...' (vertaling<br />
uit: Gazet van Antwerpen)<br />
17 <strong>Musis</strong><br />
Wennekerpand tijdens de restauratie. Foto: Jan van der Ploeg<br />
Laboratoria<br />
Leonardo da Vinci beoefende wetenschap ten dienste van<br />
zijn creatieve werk en experimenteerde op een manier die<br />
veel op die van alchemisten lijkt. De naam laboratorium<br />
stamt uit het Latijn, en is afgeleid van labor, 'werk'. Letterlijk<br />
is een laboratorium dus niets meer en niets minder dan een<br />
werkplaats. Een laboratorium is vandaag de dag een ruimte<br />
die gebouwd is voor onderzoek, kennisdeling en innovatie.<br />
In de beeldende kunst wordt de term laboratorium eveneens<br />
gebruikt als aanduiding voor een plek waar onderzoek plaats<br />
vindt, maar dan met artistieke middelen. Een laboratorium<br />
is niet noodzakelijk een plek waar gezocht wordt naar<br />
een eindresultaat, veelal gaat het om het vergroten van<br />
inzicht in een bepaalde materie. Vandaar dat het een graag<br />
gebruikte term is onder kunstenaars, omdat deze zo tot de<br />
verbeelding spreekt, en in zekere zin vrijblijvend is. Zo heet<br />
het cultuurverzamelgebouw in Deventer Kunstenlab. Het<br />
Kunstenlab organiseert tentoonstellingen op het gebied van<br />
hedendaagse beeldende kunst waarbij onderzoek, experiment<br />
en de aandacht voor grensgebieden richtinggevend zijn. Bij<br />
Proeftuin Twente werden in 2003 en 2004 door de hele regio<br />
in 14 gemeenten 'mobiele' laboratoria geplaatst. Hierin deden<br />
kunstenaars van verschillende disciplines gedurende een<br />
maand onderzoek naar de culturele identiteit van de plekken,<br />
Een laboratorium is vandaag de dag een ruimte die gebouwd is voor<br />
onderzoek, kennisdeling en innovatie. In de beeldende kunst wordt<br />
de term laboratorium eveneens gebruikt als aanduiding voor een plek<br />
waar onderzoek plaats vindt, maar dan met artistieke middelen. Een<br />
laboratorium is niet noodzakelijk een plek waar gezocht wordt naar<br />
een eindresultaat, veelal gaat het om het vergroten van inzicht in een<br />
bepaalde materie.
aan de hand van vooraf bepaalde en op de gemeenten<br />
toegesneden thema's. Dichter bij huis, geïnitieerd door<br />
Kunstgebouw in Rijswijk werd een educatieve tentoonstelling<br />
ontwikkeld rondom het werk van de in Rotterdam woonachtige<br />
kunstenaar Hillegon Brunt, met de titel Het laboratorium van<br />
Hillegon.<br />
Wennekerpand<br />
Stadslab <strong>Schiedam</strong> is de bijdrage van het CBK aan de<br />
publieke opening van het Wennekerpand. Op 3 <strong>september</strong><br />
opent het Wennekerpand zijn deuren voor het grote<br />
publiek en gedurende tien dagen presenteren alle culturele<br />
instellingen zich onder het thema 'De Stad'. Dat is een breed<br />
thema, waar iedereen mee uit de voeten kan, vanuit ieder<br />
gezichtspunt, voor elk wat wils. Het CBK – nieuwsgierig<br />
van aard - heeft zich hierbinnen een open en centrale rol<br />
toebedacht, namelijk door te fungeren als stadslabora-<br />
torium. Een plek dus voor experiment en onderzoek<br />
en ontmoeting! Stadslab <strong>Schiedam</strong> kijkt namelijk over<br />
zijn eigen muren: in het openingsweekend vindt tevens<br />
het festival Invisible City van Ruimte in Beweging plaats.<br />
Het Stadslab gaat samenwerkingen en discussies met<br />
Invisible City aan – alles natuurlijk met de stad in de<br />
hoofdrol. Binnen de context van een cultuurverzamelgebouw<br />
waar meerdere kunstdisciplines samen komen<br />
en gezamenlijke activiteiten worden geïnitieerd, liggen<br />
dit soort kansen voor het oprapen. De mogelijkheid om<br />
interdisciplinaire en interculturele dwarsverbanden te<br />
leggen worden hiermee ingezet om nieuwe doelgroepen<br />
aan te trekken.<br />
Want zoals Jorge Luis Borges al schreef: Als kunst volmaakt<br />
is, dan is de wereld overbodig. Hierin komt duidelijk naar<br />
voren wat de betekenis van het Stadslab <strong>Schiedam</strong> zou<br />
kunnen zijn. Een centrum waarbinnen de missie leeft om<br />
<strong>Schiedam</strong> op de kaart zetten. Dat betekent vooruit denken,<br />
kansen grijpen, samenwerken, verbanden leggen, kunstenaars<br />
en kunstminnenden tegemoet komen. De betekenis van het<br />
CBK in het algemeen in de stad en de manier waarop het zich<br />
profileert is tweeledig: enerzijds door een platform in de stad<br />
Een gestript Wennekerpand. Foto: Jan van der Ploeg<br />
te zijn waar lokale kunstenaars aanspraak op kunnen maken.<br />
Maar CBK wil <strong>Schiedam</strong> ook buiten de stadsgrenzen onder<br />
de aandacht brengen, zodat kunstenaars en kunstminnenden<br />
geprikkeld raken om naar de stad te trekken. <strong>Schiedam</strong> heeft<br />
zoveel te bieden en kan als kweekvijver fungeren voor aan-<br />
stormend talent dat essentieel is om een dynamisch kunstklimaat<br />
van de grond te brengen. Het CBK gaat met de tijd mee en<br />
deze tijd vraagt om een verschuiving naar zelfredzaamheid,<br />
van kunstenaars wordt verlangd dat zij naast inhoudelijke<br />
expertise ook ondernemende en communicatieve vaardigheden<br />
beheersen. Het CBK wil daarin een rol spelen en een springplank<br />
zijn naar creatief ondernemerschap. Want we zullen nieuwe<br />
wegen moeten inslaan om mensen te bereiken en daarbij<br />
schuwen we de discussie en het rumoer in de stad niet.<br />
<strong>Schiedam</strong> zal synoniem worden voor een cultureel en bruisend<br />
centrum dat zijn weerga niet kent.<br />
Stadslab <strong>Schiedam</strong> is typisch een programmaonderdeel dat<br />
binnen de meer algemene doelstelling van het CBK past en<br />
waarmee het CBK zowel zijn open en vernieuwende karakter<br />
toont, als zijn vele gezichten en functies. Het resultaat voor het<br />
komende festival is een programma dat divers, oogstrelend,<br />
analytisch en lichtvoetig is. Voor iedereen die de stad in<br />
het algemeen en <strong>Schiedam</strong> in het bijzonder een warm hart<br />
toedraagt.<br />
Programma<br />
In 'Groeten uit <strong>Schiedam</strong>' tonen wereldberoemde skatehelden<br />
hun skills met de stad <strong>Schiedam</strong> als pittoreske achtergrond.<br />
Katja Schellekens gaat met kinderen op stadjutterstocht, met<br />
als doel gevonden voorwerpen om te toveren tot kunstwerken.<br />
En Yvon Koopman heeft tientallen krasse oudjes zover<br />
gekregen om gezamenlijk de grootste jas voor Aleida te breien.<br />
Ter gelegenheid van het festival heeft het CBK een magazine<br />
gemaakt waarin het uitgebreide programma, achtergronden<br />
over de deelnemende kunstenaars en activiteiten te lezen zijn.<br />
Op de cover van het magazine prijkt een citaat van de schrijver<br />
Bordewijk over de stad <strong>Schiedam</strong>, waaruit eens te meer blijkt<br />
hoe woorden schitterende beelden kunnen opleveren.<br />
<strong>Musis</strong> 18
Het ongedwongen <strong>Schiedam</strong><br />
van Robert Collette<br />
In het kader van het 'Stadslab'<br />
dat met de opening van het<br />
Wennekerpand op 3 <strong>september</strong><br />
<strong>2011</strong> van start gaat opent het<br />
Centrum Beeldende Kunst vanaf<br />
deze dag een tentoonstelling<br />
van foto's van Robert Collette.<br />
'Ongedwongen <strong>Schiedam</strong>' is de<br />
titel. Voor deze tentoonstelling<br />
maakten de coördinator van<br />
het CBK Annerieke Kooi en<br />
kunstenaar Aad Riepsaame een<br />
selectie uit de vele duizenden<br />
foto's die de op 30 december<br />
2004 overleden Collette tussen<br />
1964 en 1971 in <strong>Schiedam</strong> maakte.<br />
Het Stadslab(oratorium) stelt de<br />
huidige stedelijke ontwikkeling<br />
centraal. De tentoonstelling van<br />
zijn foto's is hierin het historisch<br />
uitgangspunt. Zo zag de stad<br />
waarover we NU praten er<br />
TOEN uit.<br />
19 <strong>Musis</strong><br />
tekst: Marleen Brusse<br />
foto's: Robert Collette<br />
Kinderen op afbraakgebied achter de Lange Achterweg, <strong>Schiedam</strong> Nu, 1968<br />
Robert Collette, die zijn grotere bekendheid dankt aan zijn<br />
talloze voetbal- en sportfoto's waarvoor hij werd onderscheiden<br />
met de Zilveren Camera, maakte het merendeel van<br />
zijn <strong>Schiedam</strong>se foto's voor het maandblad van de <strong>Schiedam</strong>se<br />
Gemeenschap (1949-1971). In 1969 verscheen van hem het<br />
fotoboek '<strong>Schiedam</strong> Nu', waarvoor journalist Hans van der<br />
Sloot de – soms wijdlopige - teksten schreef.<br />
In '<strong>Schiedam</strong> Nu' toont hij zich een fotograaf die in zijn<br />
beelden een eigen verhaal vertelt. De 'collectie Collette'<br />
bestaande uit enkele duizenden negatieven die door het<br />
<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong> worden bewaard, bevestigt dit.<br />
Elke foto op de tentoonstelling is in deze collectie onderdeel<br />
van een minireportage. Zo legde hij bijvoorbeeld gedetailleerd
Woonwagenkamp, afgebeeld in de <strong>Schiedam</strong>se Gemeenschap, augustus 1967<br />
Zomerdag aan de Poldervaart, 1968<br />
Alle bloemen van de wereld, serie 'Mariastraat', '<strong>Schiedam</strong> Nu', 1968<br />
De keuze voor de fotografie van<br />
Robert Collette als historische basis<br />
voor Stadslab is gemotiveerd vanuit<br />
het gegeven dat stad en stedelijk<br />
leven in diens <strong>Schiedam</strong>se oeuvre<br />
één ongedwongen geheel vormen.<br />
Aan het werk, de poort van Werf Gusto bij aanvang van de werkdag, 1968<br />
<strong>Musis</strong> 20
het complete beeld vast van het toenmalige<br />
woonwagenkamp aan de Schie, tegenwoordig<br />
een villawijkje zoals het onvol-prezen Google<br />
Earth ons toont, volgt hij de jeugd in Zwembad<br />
Groenoord en verslaat hij de spanning onder<br />
de toeschouwers bij wat ooit een <strong>Schiedam</strong>se<br />
wielerwedstrijd moet zijn geweest (de Ronde van<br />
<strong>Schiedam</strong> – red.). Ook in <strong>Schiedam</strong> Nu vertelt hij<br />
hoe dit <strong>Schiedam</strong> zich in de dagelijkse omgang<br />
manifesteerde. Meer zelfs dan dat de tekst<br />
vermag. Hij brengt daarin een stad in beeld die –<br />
veertig jaar na dato – zo niet volledig verdwenen<br />
lijkt, dan toch heel sterk veranderd is.<br />
Uit de korte schetsen waarin zij de samenwerking<br />
met Robert Collette ter sprake brachten, vertellen<br />
oud-SG-eindredacteur Aad Wagenaar en toen-<br />
malig directeur Peter van den Boom hoe soms<br />
lange discussies werden gevoerd over de<br />
technische en inhoudelijke kanten van de<br />
fotografie. Wie in de gelegenheid is om in de<br />
verzamelde jaargangen van de <strong>Schiedam</strong>se<br />
Gemeenschap te duiken, ontdekt dat de discussies<br />
regelmatig tot opmerkelijke, ongedwongen – en<br />
ook nu nog lezenswaardige – bijdragen leidde.<br />
De documentaire waarde van de voor de SG<br />
geschoten foto's is daarbij eens zo groot omdat<br />
hij vanuit elk perspectief zoekt naar de menselijke<br />
maat. Ook in zijn meer dan omvangrijke<br />
'voetbaloeuvre' blijkt het spelmoment meestal<br />
van ondergeschikt belang. Het gaat hem om de<br />
actie, de expressie, de sfeer en de fotografie als<br />
autonoom medium naast tekst en uitleg.<br />
Typerend voor de school die Collette volgde is de<br />
tijdloosheid van zijn foto's. Ook na veertig jaar is<br />
de informatie relevant en oogt nog even fris als<br />
op de dag van vervaardiging. Mooie voorbeelden<br />
op de tentoonstelling zijn de foto's van de<br />
kinderen in het woonwagenkamp, toen nog een<br />
kamp waarop de wagens nog op wielen stonden<br />
en autosloperij en woonstee één ongescheiden<br />
geheel vormden. De kinderen die hij portretteert<br />
zijn te vroeg volwassenen in een omgeving die<br />
ze weinig kansen biedt. Nee, dan de kinderen in<br />
het centrum, die hij trof in één van de toen vele<br />
afbraakbuurten in <strong>Schiedam</strong>. Ook arm, maar<br />
levenslustig in hun avontuurlijke wereld met al<br />
die ruïnes als speelobject.<br />
De keuze voor de fotografie van Robert Collette<br />
als historische basis voor Stadslab is gemotiveerd<br />
vanuit het gegeven dat stad en stedelijk leven<br />
in diens <strong>Schiedam</strong>se oeuvre één ongedwongen<br />
geheel vormen. Een gelukkige beslissing van<br />
Annerieke Kooi en Aad Riepsaame ligt in de<br />
uitdrukkelijke keuze voor minder bekende<br />
en zelfs nooit gepubliceerde foto's. Dit maakt<br />
nieuwsgierig naar wat de verzameling negatieven<br />
nog meer te bieden heeft. En met name hoe<br />
de daarin besloten verhalen over bijvoorbeeld<br />
kunst en kunst in de openbare ruimte, sport en<br />
recreatie, verdwenen straten en bedrijven voor<br />
een groter publiek toegankelijk kunnen worden<br />
gemaakt. Misschien op dezelfde manier zoals ook<br />
de films van Jan Schaper en de Filmdienst van<br />
Wilton-Fijenoord permanent worden vertoond in<br />
het <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong>.<br />
21 <strong>Musis</strong><br />
Brand in de Frankelandkerk, tijdens de sloop, 1970, niet gepubliceerd<br />
Typerend voor de school die Collette<br />
volgde is de tijdloosheid van zijn<br />
foto's. Ook na veertig jaar is de<br />
informatie relevant en oogt nog even<br />
fris als op de dag van vervaardiging.
Een tweede leven<br />
voor oude gebouwen.<br />
Open Monumentendag<br />
in Vlaardingen<br />
<strong>Schiedam</strong> maakt al jaren goede sier met<br />
haar monumentale centrum, maar ook<br />
Vlaardingen heeft de historische binnenstad<br />
eindelijk herontdekt. Dat werd deze maand<br />
tijdens Open Monumentendag met een<br />
gevarieerd programma onderstreept. Het<br />
thema 'Nieuw Gebruik – Oud Gebouw'<br />
is Gerard Hoogerwaard, dé 'monumentenambtenaar'<br />
van Vlaardingen, op het lijf<br />
geschreven.<br />
tekst: Robert van Herk<br />
foto's: Jan van Kampenhout, Kroepoekfabriek<br />
Gerard Hoogerwaard<br />
Foto: Jan van Kampenhout<br />
<strong>Musis</strong> 22
Gerard Hoogerwaard (45) kijkt bewonderend naar de<br />
Kroepoekfabriek aan de Koningin Wilhelminahaven.<br />
Het stoere 19de eeuwse gebouw, ooit een woonhuis en<br />
pakhuis voor oliegoed, is dit jaar ingrijpend verbouwd. Het<br />
is nu een regionaal poppodium, althans daar moet het toe<br />
uitgroeien. "Dit is goed gedaan, dat kun je wel zien aan<br />
het voegwerk", vindt Hoogerwaard. Hij wijst op de strakke<br />
knipvoegen in de bakstenen gevel vol sierlijke trekankers.<br />
Ook de moderne cortenstalen trap kan Gerards goedkeuring<br />
wegdragen: "Mooi robuust materiaal. Past goed bij de haven."<br />
De Kroepoekfabriek is een geslaagd voorbeeld van een<br />
monumentaal pand dat dankzij herbestemming een tweede<br />
leven heeft gekregen. Een nieuw gebruik voor een oud<br />
gebouw: hét thema van Open Monumentendag <strong>2011</strong>.<br />
Sloophamer<br />
Zo vanzelfsprekend is dit Vlaardingse voorbeeld echter<br />
niet. De stad had lange tijd een, op z'n zachtst gezegd,<br />
twijfelachtige omgang met haar architectonisch erfgoed.<br />
Zeker tijdens de hoogtijdagen van PvdA-wethouder Teun<br />
de Bruijn, in de jaren 1950 en '60, regeerde de sloophamer.<br />
Met de beste bedoelingen natuurlijk, dat wel. Het was de<br />
tijd van wederopbouw en van een ongebreideld geloof in<br />
de vooruitgang. Oudbouw stond voor armoede, voor tocht<br />
en vocht, inclusief de bijbehorende gezondheidsproblemen.<br />
Modernisme bracht verlossing. Een megalomaan project als<br />
het Liesveldviaduct paste binnen dit tijdsbeeld en ondervond<br />
nauwelijks weerstand. Groeistad Vlaardingen had Rotterdamse<br />
ambities, maar zonder de stedenbouwkundige luxe van een<br />
gebombardeerde binnenstad.<br />
Beschermd stadsgezicht<br />
Een halve eeuw later is de bestuurlijke kijk op de historische<br />
binnenstad radicaal veranderd. Landelijk groeide de waardering<br />
voor authentieke gebouwen naarmate meer en meer<br />
zielloze Vinex-wijken de polders vulden. Ook in Vlaardingen.<br />
Waar de hoek <strong>Schiedam</strong>seweg Oosthavenkade in de jaren<br />
1980 nog volgeplempt werd met lompe nieuwbouw, worden<br />
bouwprojecten tegenwoordig respectvol ingepast, met<br />
als meest geslaagde recente voorbeeld de pakhuisachtige<br />
appartementen aan de Havenstraat. Helemaal van nu,<br />
maar passend in het verleden. Onlangs nog stemde de<br />
gemeenteraad met grote meerderheid in met de status<br />
van 'beschermd stadsgezicht' voor de Oostwijk en het<br />
oude havengebied. En zelfs vanuit de toch altijd kritische<br />
Historische Vereniging Vlaardingen klinken tegenwoordig<br />
positieve geluiden over de gemeentelijke omgang met<br />
monumentaal erfgoed. Met dank aan Gerard Hoogerwaard,<br />
de Vlaardingse Beleidsmedewerker Monumenten?<br />
"Dat hoor je mij niet zeggen hoor", werpt Gerard tegen:<br />
"Die meer doordachte omgang met monumenten is al door<br />
mijn voorgangers ingezet en vooral wethouder Versluijs<br />
doet zijn uiterste best om historische gebouwen te behouden.<br />
In de eerste plaats voor de bewoners van Vlaardingen die<br />
een prettige woonomgeving verdienen, maar ook voor de<br />
uitstraling naar buiten."<br />
Hulde dus voor de wethouder (ironisch genoeg van de PvdA<br />
net als historische tegenpool Teun de Bruijn), maar feit blijft<br />
dat Gerard Hoogerwaard van de gemeente Vlaardingen<br />
de ruimte krijgt om zich volledig op het behoud van<br />
monumentaal Vlaardingen te werpen. Daardoor heeft hij<br />
ook tijd om met alle partijen te communiceren. En goede<br />
communicatie is natuurlijk het halve werk. Hoogerwaard:<br />
"Ik ben ingehuurd om de monumentenbelangen te behartigen,<br />
maar dat lukt alleen als je ook oog hebt voor andermans<br />
23 <strong>Musis</strong><br />
belangen, die van de eigenaar van een pand bijvoorbeeld.<br />
Ik probeer een soort bewustzijn te creëren, zodat iedereen<br />
de cultuurhistorische waarde van een monument gaat<br />
waarderen."<br />
Veelzijdiger dan <strong>Schiedam</strong><br />
We wandelen vanaf de Kroepoekfabriek richting Oude<br />
Haven. Het verstilde Grote Visserijplein aan de kop van<br />
de Koningin Wilhelminahaven contrasteert pijnlijk met<br />
het voortdenderende verkeer over de Galgkade. Maar<br />
tweehonderd meter verderop, veilig achter de opgehoogde<br />
deltadijk, ruisen de platanen langs de Oude Haven alweer<br />
rustig in de wind. Historisch Vlaardingen trekt zich niets<br />
aan van de drukke verkeersader die haar doorsnijdt.<br />
Gerard Hoogerwaard is zelf geen Vlaardinger, maar is de<br />
stad wel enorm gaan waarderen. "Voorheen werkte ik in<br />
Bruinisse en had ik alleen te maken met monumenten uit<br />
de Gouden Eeuw." Hij wijst richting de toren van de grote<br />
kerk. "In Vlaardingen vind je veel meer. Duidelijk herkenbare<br />
middeleeuwse structuren bij de kerkterp bijvoorbeeld, of<br />
neem nu de haven: hierlangs ontvouwt zich een tijdlijn die,<br />
van noord naar zuid, ruwweg van 1600 tot 1930 loopt. En dat<br />
op zo'n unieke, overzichtelijke schaal. Ik vind Vlaardingen<br />
veelzijdig en verrassend." Geen afgunst dus ten opzichte<br />
van de historisch rijker bedeelde <strong>Schiedam</strong>mers? "Nee<br />
hoor, geen moment. <strong>Schiedam</strong> heeft een prachtige 18de<br />
eeuwse binnenstad, maar de Vlaardingse beslaat veel meer<br />
bouwperiodes. Vooral de Koningin Wilhelminahaven en de<br />
Oostwijk zijn uniek in Nederland. In de Oostwijk ontdek ik<br />
nog steeds nieuwe details."<br />
Appartementen in pakhuizen<br />
We bewonderen een prachtig gerestaureerd pakhuis aan de<br />
Oosthavenkade. 'C. v.d. Burg, vischhandel 1899' lezen we<br />
op de gevel. Het pand heeft tegenwoordig een woonfunctie:<br />
mooie stadsappartementen met maritiem uitzicht. Weer een<br />
voorbeeld van een monument met een tweede leven. "De kop<br />
van deze gevel is perfect in oude staat teruggebracht en het<br />
schilderwerk is in de authentieke historische kleuren", zegt<br />
Hoogerwaard goedkeurend: "Hier heb ik niet veel bemoeienis<br />
mee gehad, maar ik weet dat de projectleider en de betrokken<br />
architect supergoed zijn." Inderdaad mooi gerestaureerd, maar<br />
pal aan de overkant staan drie enorme pakhuizen al jaren<br />
te verloederen. Kan Hoogerwaard daar nu niks aan doen?<br />
"Het heeft onze aandacht en we proberen de eigenaar te<br />
helpen door te wijzen op subsidiemogelijkheden, maar dit is<br />
natuurlijk wel een extreem moeilijke tijd. Projectontwikkelaars<br />
zijn voorzichtig." Dat het gelukkig, zelfs in economisch barre<br />
tijden, ook anders kan bewijst "t Oude Huis' dat een paar<br />
honderd meter verderop aan de Oosthavenkade staat te<br />
pronken. Tien jaar geleden was dit 19de eeuwse monument<br />
wegens vergaande verwaarlozing waarschijnlijk gesloopt,<br />
maar nu worden ook in de pand appartementen gerealiseerd.<br />
De buitengevel, inmiddels gereed, is met oog voor detail<br />
gerestaureerd. Hoogerwaard: "De adviezen van de Vlaardingse<br />
monumentcommissie vonden bij dit project een gewillig oor.<br />
Zo is niet gekozen voor totaal nieuwe raamlijsten, maar is het<br />
oude houtwerk zoveel mogelijk behouden." Hoogerwaard is<br />
als secretaris verbonden aan de monumentencommissie, maar<br />
maakt er geen officieel deel van uit. Zijn rol is min of meer<br />
faciliterend.<br />
Brandweerkazerne en watertoren<br />
"Het herbestemmen van monumentale panden is zowel<br />
een speerpunt van het rijk als van de gemeente", weet<br />
Hoogerwaard: "En het heeft ook mijn grote interesse: her-
zorg voor de stad<br />
Handling | Drukwerk | Mailing | Postbezorging | Houtindustrie<br />
Groen- en Milieuservices | Uitzendkrachten | Detachering | Enquêtes<br />
Bedrijfsinformatie | Arbeidsintegratie<br />
Tel. (010) 204 10 00<br />
Bij ons kunt u terecht voor persoonlijke en professionele rechtsbijstand<br />
op het gebied van onder meer:<br />
echtscheiding / scheidingsmediation / personen- en familierecht / sociale<br />
zekerheid / arbeidsrecht / immigratierecht / letselschade.<br />
Wij hebben jarenlange ervaring op bovenstaande terreinen.<br />
Bij ons komt u terecht op een klein kantoor waardoor er veel ruimte is<br />
voor persoonlijke betrokkenheid.<br />
Als u een zaak bij ons in behandeling heeft gegeven, vinden wij het van<br />
groot belang om met u samen te werken en in nauw overleg met u te<br />
beslissen welke stappen genomen moeten worden.<br />
Wij behandelen zaken zowel op basis van een betaalbaar uurtarief als<br />
op basis van door de overheid gefinancierde rechtshulp.<br />
Oranjestraat 2, Postbus 448, 3100 AK <strong>Schiedam</strong> - tel. 010 473 89 88 - fax 010 473 32 32 - www.habetsenvanleeuwen.nl<br />
NV IRADO<br />
NV IRADO<br />
Fokkerstraat 550<br />
3125<br />
Van Heekstraat<br />
BE <strong>Schiedam</strong><br />
15<br />
Telefoon: 3125 BN <strong>Schiedam</strong> 010- 262 1000<br />
E-mail: telefoon info@irado.nl<br />
010-262 1000<br />
www.irado.nl<br />
e-mail info@irado.nl<br />
www.irado.nl<br />
Compleet naar wens
Bovenaanzicht zaal De Kroepoekfabriek tijdens de verbouwing<br />
bestemming is immers vaak de redding van monumentale<br />
panden. Daarom vind ik het ook erg belangrijk en waardevol<br />
dat ik van de gemeente de posthbo-opleiding 'Restauratie en<br />
Herbestemming' mag volgen." Inderdaad geen overbodige luxe<br />
want in Vlaardingen ligt nog een aantal karakteristieke<br />
panden op herbestemming te wachten: de oude brandweerkazerne<br />
– straks woonhuizen – bijvoorbeeld en natuurlijk de<br />
markante watertoren uit de jaren vijftig, waarvoor nog geen<br />
nieuwe bestemming is gevonden.<br />
Barok bouwsel<br />
Het mag duidelijk zijn: het thema van Open Monumentendag<br />
<strong>2011</strong>, 'Nieuw Gebruik – Oud Gebouw' is Hoogerwaard op<br />
het lijf geschreven. Samen met collega Harm Jan Luth van<br />
het Stadsarchief heeft hij met vertegenwoordigers van de<br />
Historische Vereniging, het ServiceTeam VVV Vlaardingen,<br />
Stichting Flagen en Stad en Streek een afwisselend programma<br />
samengesteld: " We hebben ervoor gekozen om ons te<br />
concentreren op een aantal topics, te beginnen bij Villa<br />
IJzermans, voorheen een rederswoning, tegenwoordig het<br />
kantoor van Fonds <strong>Schiedam</strong> Vlaardingen en Omstreken. Hier<br />
hebben we de Monumentendag geopend. Wethouder Versluijs<br />
heeft toen ook, bij wijze van openingshandeling, een boekje<br />
over de rijke geschiedenis van Villa IJzermans ontvangen."<br />
Is dat niet wat veel eer voor dit toch tamelijk barokke<br />
bouwsel? "Nee hoor, ik vind het juist een prachtig pand. Het<br />
gebouw moest destijds uitstraling hebben: dat is terug te<br />
Aanzicht De Kroepoekfabriek voor de verbouwing<br />
25 <strong>Musis</strong><br />
Zaal De Kroepoekfabriek na de verbouwing<br />
zien in de rijke decoratie, daar is veel aandacht aan besteed.<br />
Wat mij betreft een mooi voorbeeld van neorenaissance<br />
architectuur. Leuke bijkomstigheid is natuurlijk dat het Fonds<br />
de Open Monumentendag een warm hart toedraagt en mede<br />
financiert."<br />
Sneakpreview<br />
De Vlaardingse Open Monumentendagen van de afgelopen<br />
jaren onderscheiden zich vooral door de betrokkenheid<br />
van schoolkinderen. Hoogerwaard: "Voor zover ik weet,<br />
is dat tamelijk uniek. We proberen jonge mensen al in<br />
een vroeg stadium te interesseren voor hun historische<br />
omgeving." Deze keer verdiepten ruim 400 leerlingen van acht<br />
Vlaardingse scholen zich een dag van te voren, op vrijdag<br />
9 <strong>september</strong>, in de gebouwen langs de route. Ze maakten<br />
'bouwkundige' werkstukjes en werden bijgestaan door<br />
enkele Vlaardingse kunstenaars. Een dag later kwamen de<br />
800 à 900 reguliere bezoekers van de Open Monumentendag<br />
deze werkstukjes tegen in de desbetreffende gebouwen: de<br />
oude dokterswoning aan Oosthavenkade 11 bijvoorbeeld,<br />
het statige pand van het Vlaardings Museum en in Eetcafé<br />
1613 aan de Westhavenkade. En natuurlijk in de opgeknapte<br />
Kroepoekfabriek, want hoewel dit nieuwe poppodium pas<br />
op 16 <strong>september</strong> de poorten opent, kregen bezoekers van de<br />
Open Monumentendag wel alvast een sneakpreview. Hopelijk<br />
waren zij net zo tevreden over de renovatie en nieuwe functie<br />
van dit pakhuis als de Vlaardingse monumentenambtenaar.<br />
Aanzicht De Kroepoekfabriek na de verbouwing
Wereldmuseum<br />
op 9 augustus <strong>2011</strong> kopte De Volkskrant 'Museum wil collectie<br />
afstoten. Kan een museum zomaar een deel van zijn collectie<br />
van de hand doen? De vraag is actueel door plannen uit<br />
Rotterdam'. Het artikel betrof de door directeur Stanley Bremer<br />
voorgenomen verkoop van de omvangrijke afrikacollectie van<br />
het Wereldmuseum. Een schenking van zestig uitzonderlijke<br />
objecten door het <strong>Schiedam</strong>se echtpaar ida en Piet Sanders,<br />
indertijd getaxeerd op twee miljoen gulden en inmiddels een<br />
veelvoud waard, is een belangrijk onderdeel van deze collectie.<br />
in 2007 dreigde Sanders de collectie terug te halen omdat<br />
het Wereldmuseum zich niet aan de afspraak hield om een<br />
conservator afrikaanse kunst aan te stellen als opvolger van de<br />
vertrekkende Erna Beumer. Dat is gesust, maar nu wil Stanley<br />
Bremer juist die collectie op de vrije markt brengen. Mag dat<br />
zomaar? Volgens Henk Slechte is die vraag niet zo actueel als<br />
De Volkskrant nu suggereert.<br />
Begin 1989 vertelde directeur Rudi Fuchs van het Haags<br />
gemeentemuseum als eerste museumdirecteur in nederland<br />
dat hij een paar eenzame Franse schilderijen uit de collectie<br />
wilde verkopen om zo zijn budget aan te vullen voor de aankoop<br />
van stukken die beter in de collectie pasten. De directeur van<br />
de gemeentemusea Deventer, ook lid van het dagelijks bestuur<br />
van de nederlandse Museum Vereniging en columnist van<br />
het vakblad Museumvisie, reageerde furieus in De Volkskrant.<br />
Fuchs' plan betekende het einde van de betrouwbaarheid<br />
van het museum. Hij wist waarover hij schreef, want na<br />
het bericht over de plannen van Fuchs hadden belangrijke<br />
erflaters hem laten weten dat hun legaten niet doorgingen, als<br />
nederlandse musea objecten uit hun collecties in de verkoop<br />
mochten doen. Museumcollecties waren organisch gegroeid<br />
en daarom vond deze museumdirecteur 'vervreemding' van<br />
objecten ontoelaatbaar. Het debat liep hoog op. De TRoS<br />
wilde de Deventer directeur en zijn Haagse collega met elkaar<br />
confronteren voor de camera, maar daaraan begon Fuchs niet.<br />
ook de uitspraak van de Rijkscommissie voor de Musea, het<br />
adviesorgaan van de minister, dat Fuchs te ver ging, herstelde<br />
de rust niet. zelfs de roemruchte groningse museumrebel<br />
Frans Haks zag beren op de weg. Straks wisten musea niet<br />
meer van elkaar wat ze in huis hadden, en hoe moest het dan<br />
met bruiklenen? Robert de Haas, directeur van de Rijksdienst<br />
voor Beeldende Kunst zag maar één oplossing: de politiek<br />
moest 'dit bedenkelijke tij' keren. Dat is niet gelukt, want op 12<br />
<strong>september</strong> 1991 keurde de Haagse gemeenteraad de verkoop<br />
van topstukken door Fuchs – voorwaardelijk – goed.<br />
Terug naar Rotterdam en de plannen van directeur Stanley<br />
Bremer om het afrikaanse deel van de collectie van het<br />
Wereldmuseum te gelde te maken en met de opbrengst van het<br />
museum een zelfstandige onderneming te maken, want dat is<br />
wat hij eigenlijk wil met de door hem geschatte opbrengst van<br />
maar liefst € 60.000.000. ook al beweert hij dat zijn museum<br />
zich voortaan op het verzamelen en exposeren op azië wil<br />
concentreren. net als in 1989 luiden museumdirecteuren de<br />
noodklok. niet omdat ze niet meer zouden weten wat hun<br />
collega-musea in depot hebben, want daarvoor hebben ze<br />
nu computers, maar omdat ze onherstelbare schade aan het<br />
nederlandse cultureel erfgoed vrezen, als zo'n belangrijke<br />
collectie letterlijk uit zicht verdwijnt en dat lijkt de consequentie<br />
van Bremers plan. nederland Museumland is nog maar net<br />
bekomen van de schrik van de publieke verkoop door het<br />
Museum gouda van een schilderij van Marlene Dumas om het<br />
27 <strong>Musis</strong><br />
door: Henk Slechte<br />
moegebeukte hoofd boven water te kunnen houden, en nu wil<br />
een museum, waarmee het in alle opzichten uitstekend gaat<br />
en dat zich niet in de staatssecretaarlijke gevarenzone bevindt,<br />
zichzelf verzelfstandigen door een complete collectie op de<br />
markt te brengen. De volkenkundige vakbroeders van Bremer<br />
vragen zich wanhopig af waar dit zal eindigen, en worden daarin<br />
gesteund door collega's buiten hun sector.<br />
Het plan van de Rotterdamse Fuchs heeft een interessante, zij<br />
het ditmaal <strong>Schiedam</strong>se, link met de bezwaren van de Deventer<br />
directeur uit 1989. Kunstverzamelaar prof. mr. Piet Sanders is een<br />
gulle en belangrijke en daarvoor in 1997 met de museummedaille<br />
onderscheiden mecenas van meer nederlandse musea dan<br />
alleen het Wereldmuseum. Hij heeft het Rotterdamse museum<br />
zestig kostbare – afrikaanse – objecten geschonken, en vindt<br />
terecht dat deze collectie professionele en publieke aandacht<br />
verdient. En net als destijds de deftige Deventenaren die zich<br />
beraadden op hun legaten aan het lokale museum, is ook<br />
Sanders verontwaardigd over de lichtzinnige plannen van alweer<br />
een museumdirecteur. ook hij staat voor de vraag waarom hij zijn<br />
met zoveel liefde en inspanning verzamelde kostbaarheden nog<br />
langer zou toevertrouwen aan musea die het begrip 'vrije markt'<br />
wel heel erg ruim nemen.<br />
Sanders' boosheid en de commotie in de museumwereld<br />
hebben Stanley Bremer kennelijk tot inzicht gebracht, want in<br />
De Volkskrant van 12 augustus liet hij weten dat hij er niet over<br />
piekert schenkingen te verkopen. 'Die zijn in goed vertrouwen bij<br />
ons ondergebracht. Dat respecteren wij', liet hij de krant ietwat<br />
zuinigjes optekenen. En ook van zijn grote woorden een paar<br />
dagen eerder leek weinig over, want hij overweegt niet langer<br />
de hele collectie te verkopen, maar wil de 'mindere werken' op<br />
de markt brengen. Een terugtrekkende beweging die nauwelijks<br />
overtuigt, als hij zijn einddoel overeind wil houden: € 60.000.000<br />
binnenhalen en met dat kapitaal onafhankelijk worden van de<br />
gemeentelijke suikeroom.<br />
En de toenmalige Deventer museumdirecteur, bestuurder en<br />
columnist? zijn gemoed was een kleine kwart eeuw na dato<br />
verzacht. Hij was ooit voorstander van een museumwet, zoals<br />
het archiefwezen ook zijn eigen wet heeft. inderdaad, om<br />
collecties te kunnen beschermen tegen museale vandalen<br />
als Stanley Bremer. Toen dat politiek en juridisch onmogelijk<br />
bleek, was hij tevreden met de ethische richtlijn die de<br />
museumvereniging opstelde om het – inmiddels ook volgens<br />
zijn voortgeschreden inzichten onvermijdelijke – afstoten van<br />
museale objecten in redelijke en fatsoenlijke banen te kunnen<br />
leiden. inmiddels vraagt hij zich af of zijn gemoed niet te zacht<br />
is geworden. Hier lijkt immers geen sprake meer te zijn van het<br />
opschonen of herschikken van een collectie, zoals Rudi Fuchs<br />
beoogde met het afstoten van een Monet en een Picasso, maar<br />
van een museaal ondoordachte uitverkoop die inderdaad, zelfs<br />
als Bremer de ethische richtlijn van de museumvereniging volgt,<br />
tot kaalslag in de volkenkundige collectie nederland zal leiden,<br />
en daarmee een precedent scheppen dat potentiële schenkers<br />
zal afschrikken. Stanley Bremer gedraagt zich al langer meer<br />
als ondernemer dan als museumman. Hij heeft zijn plannen<br />
gematigd, onder invloed van de publiciteit, maar het ei is gelegd<br />
en zal ooit worden uitgebroed, want Stanley Bremer is beslist<br />
niet de enige directeur die van een hem toevertrouwd museum<br />
een cultureel pretpaleis wil maken. De politiek bevordert dat<br />
commerciële denken met de actuele bezuinigingsplannen. Voor<br />
de oud-directeur uit Deventer lijkt zijn strijd voor een museumwet<br />
naast de archiefwet weer volop actueel.
De roodbruine rompen, nog kaal en roestig, trekken alle<br />
aandacht in dit schilderij van Victor Julien Trip (1913-<br />
1975). Het is de werf Wilton-Fijenoord in de jaren 1950,<br />
toen het met de scheepsbouw nog zeer voorspoedig ging.<br />
De sectiebouw, waarbij de schepen in delen gebouwd en<br />
later als het ware geassembleerd werden, toont Trip met de<br />
voorschipsectie die op de voorgrond met zijn neus naar boven<br />
wijst. Klaar om aan de rest van een romp vastgelast te worden.<br />
Klinken deed men in die jaren nauwelijks meer, lassen wel.<br />
Sterk contrasterend met het rood van de staalplaatconstructies<br />
is op verschillende plaatsen het felblauwe licht van de lassers<br />
te zien. De parallelle banen op de scheepshuid verraden de<br />
gelijkmatige grootte van de staalplaten en daarmee de plaats<br />
van de lasnaden. Na de ruwbouw volgde de afbouw, waarbij<br />
de schepen van binnen voorzien werden van apparatuur,<br />
betimmering, kabels en leidingen en werden geschilderd,<br />
welke laatste behandeling ook het exterieur onderging. De<br />
afbouw van het interieur vond in de regel voor een belangrijk<br />
deel plaats na de tewaterlating. De hoeveelheid kranen,<br />
dokken, werfinstallaties en werfgebouwen maakten de werf<br />
tot één van de grootste in Nederland. De bundeling van<br />
de activiteiten van de <strong>Schiedam</strong>se Wilton's Dok- en Werf-<br />
Maatschappij en de Rotterdamse Maatschappij voor Scheeps-<br />
en Werktuigbouw 'Fijenoord' betekende vanaf 1929 de<br />
bundeling van scheepsnieuwbouw, -reparatie en machinebouw<br />
en -onderhoud. In <strong>Schiedam</strong> kwam de hoofdvestiging, daar<br />
waar Wilton vanaf 1917 was neergestreken. Overigens had<br />
het weinig gescheeld of Wilton had zich in Vlaardinger-<br />
Ambacht gevestigd: in 1915 verkreeg de werf toestemming<br />
om in het gorzengebied van de Klein Babberspolder ten<br />
Museumvondsten<br />
tekst: Jeroen ter Brugge<br />
Wilton vanuit de hoogte<br />
© Maritiem Museum Museum Rotterdam<br />
westen van de Vijfsluizenhaven te bouwen, maar het<br />
bedrijf verkoos uiteindelijk het ten oosten hiervan gelegen<br />
<strong>Schiedam</strong>se Sterrebos als vestigingsplaats. In 1932 besloot<br />
de nieuwe fusiewerf (de N.V. Dok- en Werf Maatschappij<br />
Wilton-Fijenoord) de Rotterdamse vestigingen op te doeken,<br />
met de opening van het nieuwe hoofdkantoor in <strong>Schiedam</strong><br />
in 1935 als sluitstuk. De werf bood tijdens hoogtijdagen aan<br />
bijna 8.000 mensen werk en vervulde daarmee een grote rol<br />
als regionale werkgever. Zoals bekend maakte de werf ook<br />
dieptepunten door. De vooroorlogse crisisjaren maar zeker<br />
ook de jaren 1980 waren traumatisch, met massaontslagen<br />
en het uiteindelijk failliet verklaren van de werf in 2006.<br />
Hoewel de aanblik van het werfterrein door het verdwijnen<br />
van (bijna alle) gebouwen, kranen en vooral de op stapel of<br />
in de dokken liggende schepen onherroepelijk is veranderd, is<br />
de basisstructuur nog herkenbaar. De bedrijvigheid is echter,<br />
vooral in het westelijk gedeelte, van een geheel ander karakter.<br />
Waar eens geklonken en gelast werd, zitten nu de accountants<br />
achter hun pc's, worden auto's verkocht en bieden nieuwe<br />
grootheden als Huisman en Mammoet werkgelegenheid en<br />
aanzien voor <strong>Schiedam</strong>.<br />
Victor Trip, hij gebruikte bij voorkeur de achternaam van zijn<br />
tweede vader, is een bekend maritiem kunstenaar. Voor grote<br />
rederijen, met name in de Rotterdamse regio, vervaardigde<br />
hij scheepsportretten, havengezichten en dergelijke. Maar<br />
ook trad hij op als illustrator voor het vele bedrijfsdrukwerk<br />
van passagierslijnen en cruiseschepen zoals de vele fraai<br />
vormgegeven menukaarten. Het expressieve kleurgebruik,<br />
de vlotte penseeltoets en de realistische weergave van<br />
zijn onderwerpen, maakten hem tot een veelgevraagd en<br />
productief schilder.<br />
<strong>Musis</strong> 28
29 <strong>Musis</strong><br />
Iedere <strong>Musis</strong> worden twee museale objecten uit niet-<strong>Schiedam</strong>se en niet-Vlaardingse collecties<br />
gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.<br />
de vl.80 Gesina gepavoiseerd<br />
Als anno <strong>2011</strong> aan een willekeurige Nederlander gevraagd<br />
wordt waaraan de term 'Vlaggetjesdag' hem of haar doet<br />
denken, dan is de kans groot dat het antwoord 'een<br />
Schevenings straatfestival' is. En dan is dat niet eens ver<br />
bezijden de waarheid, ook al zullen oudere Vlaardingers<br />
met weemoed aan vroeger terugdenken. Vlaggetjesdag is<br />
immers van oorsprong een Vlaardingse traditie, die pas na<br />
de Tweede Wereldoorlog ook in Scheveningen, Katwijk en<br />
IJmuiden zijn intrede deed.<br />
De visserij verdween uit Vlaardingen maar voordat dat<br />
gebeurde, was in 1964 al de laatste Vlaardingse Vlaggetjesdag<br />
gevierd. Deze laatste was een wat zielige vertoning. De<br />
negen resterende vleetloggers lagen verspreid in de haven<br />
en deze waren amper met vlaggenlijnen versierd, zoals te<br />
doen gebruikelijk op deze dag. Hoe anders was het geweest.<br />
Aantoonbaar vanaf het begin van de 19e eeuw bestond het<br />
gebruik één tot drie dagen voor het gezamenlijk uitvaren van<br />
de haringvloot ('Buisjesdag') de schepen te versieren, welk<br />
schouwspel aanleiding gaf tot veel bekijks. Voor de Tweede<br />
Wereldoorlog voeren de tientallen schepen de landsvlag<br />
en naamwimpel, na 1945 werden deze opgetuigd met<br />
pavoiseerlijnen (kleine vlaggetjes kort onder en boven elkaar<br />
aan een lijn). Reisbeschrijvingen, gelegenheidsgedichten en<br />
krantenverslagen doen uitgebreid verslag van de volksoploop<br />
die dit teweeg bracht. Van ver buiten de stad, zelfs uit het<br />
buitenland, kwam men naar Vlaardingen om deelgenoot te<br />
zijn van deze traditie. De schipper en zijn gezin zaten op<br />
het achterschip, terwijl aan de kade het publiek langstrok.<br />
Dat Vlaardingen tot ver in de 20e eeuw gezien werd als een<br />
plaats waar oude gewoonten nog in ere gehouden werden,<br />
onder meer zich uitend in het bekende 'straatje boenen' en<br />
de opvallende klederdracht, doet denken aan de commerciële<br />
folklore die vandaag de dag nog op Marken en Volendam<br />
bestaat. Ongetwijfeld zullen ook wafelbakkers en andere<br />
© Maritiem Museum Rotterdam<br />
straathandelaren hun aandeel in de feestvreugde gehad<br />
hebben.<br />
Op de Vlaardingse tekening zien we de VL.80 'Gesina'<br />
van de N.V. Vlaardingsche Stoomvisscherij Maatschappij,<br />
toentertijd onder directie van de firma Warmelo & Van der<br />
Drift. Het is een typische stoomlogger, of in het Vlaardings<br />
'stoomfiets'. Het schip werd in 1903 in opdracht van de in<br />
Vlaardingen gevestigde Visscherij Maatschappij Rotterdam bij<br />
de Gebroeders Pot te Bolnes gebouwd en heeft een zeer lange<br />
staat van dienst gehad. Eerst in 1956 werd het opgelegd om<br />
het jaar erna gesloopt te worden. De Gesina is onlosmakelijk<br />
verbonden aan de naam C. van Oosten, die van 1924 tot en<br />
met 1939 en van 1946 tot aan zijn dood in 1955 schipper van<br />
deze logger was. Hij was een 'gelukkige schipper', die voor<br />
zijn reder goede vangsten deed. In 1946 was hij de eerste<br />
Vlaardingse winnaar van de 'Produktschapsprijs' voor de<br />
best verzorgde haring, een door het Productschap Vis en<br />
Visproducten ter stimulans ingestelde beloning. Gelukkige<br />
tijden waren voor de Gesina teruggekeerd nadat het schip in<br />
1941 zijn schipper verloor bij een beschieting door Engelse<br />
vliegers en later als vrachtvaarder dienst deed voor de Duitse<br />
bezetter.<br />
Hendrik Pieter ('Piet') Groen (1886-1964) bezocht Vlaardingen<br />
tijdens één van de naoorlogse Vlaggetjesdagen toen hij de<br />
Gesina vastlegde. Deze aan de Academie voor Beeldende<br />
Kunsten te Rotterdam opgeleide kunstenaar is vooral bekend<br />
van zijn havengezichten, waar deze gekleurde krijttekening<br />
een goed voorbeeld van is. Een groot oeuvre heeft hij, voor<br />
zover traceerbaar, niet nagelaten, waarvan een groot deel uit<br />
tegenwoordig nauwelijks nog gewaardeerde bloemstillevens<br />
bestaat. Dat is jammer, want zijn maritieme werk getuigt van<br />
vakmanschap en oog voor detail en sfeer. Het is te hopen dat<br />
hij naast deze tekening meer getekend heeft naar aanleiding<br />
van zijn bezoek aan Vlaggetjesdag.
<strong>Schiedam</strong><br />
Lange Haven 54-56<br />
Tel. 010-4732751<br />
Rotterdam-Centrum<br />
Delftsevaart 26<br />
Tel. 010-2132993<br />
Rotterdam-H'berg<br />
Bergse Dorpsstraat 25<br />
Tel. 010-2180067<br />
www.debontekoe.nl<br />
ALLES IN DE<br />
BOEKHANDEL<br />
Boekhandel J.S. van Leeuwen<br />
Broersvest 85<br />
3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />
Boekhandel Post Scriptum<br />
Hof van Spaland 31<br />
3121 CA <strong>Schiedam</strong><br />
MAAR OOK<br />
COMPLEET OP<br />
INTERNET<br />
www.boekhandelvanleeuwen.nl<br />
www.postscriptum.nl<br />
<strong>Musis</strong> 30
Het merk Nieuw Mathenesse<br />
Binnenkort op de markt<br />
Molen De Nolet gezien vanaf de oever<br />
aan de Buitenhavenweg<br />
31 <strong>Musis</strong><br />
tekst: Hans van der Sloot<br />
foto's: <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong><br />
Binnen afzienbare tijd – nu we het toch hebben<br />
over monumenten en herbestemming –<br />
zal <strong>Schiedam</strong> een begin maken met een<br />
revitaliserings- en herbestemmingsproject<br />
op wijkniveau. De voorbereidingen ertoe<br />
zijn al in volle gang. Ze betreffen het oudste<br />
industriegebied van <strong>Schiedam</strong>, Nieuw<br />
Mathenesse. De ambities zijn niet gering.<br />
Binnen enkele jaren zal <strong>Schiedam</strong> zich hier met<br />
glans profileren als Nederlands belangrijkste<br />
centrum van gedistilleerdindustrie. Daarbij<br />
is voorzien dat de Buitenhavenweg een<br />
aantrekkelijke verbinding wordt tussen<br />
stadscentrum en de oever van de Nieuwe<br />
Maas. Ook de noordelijke schil, gevormd<br />
door Rotterdamsedijk en de direct daarachter<br />
gelegen industriestraten, krijgen hernieuwde<br />
aandacht.
Leider van het project Nieuw Mathenesse, Rob Christiaanse<br />
staat helder voor ogen welke stappen gezet moeten worden<br />
om van dit oude industriegebied een opnieuw hooggekwalificeerd<br />
vestigingsgebied te maken. Zoals gezegd, met een<br />
stevig accent op stedelijke en toeristische functies. Dit laatste<br />
baart hem overigens nog de minste zorg. Met betrekkelijk<br />
eenvoudige maatregelen moet het mogelijk zijn om van de<br />
Buitenhavenweg, met z'n prachtige groene zoom aan de<br />
overzijde, tot een aantrekkelijke verbindingsweg te maken<br />
tussen het centrum van <strong>Schiedam</strong>, de Nieuwe Maas en de kop<br />
van de Gorzen. De fluisterboot krijgt Christiaanse er als gratis<br />
toetje bij.<br />
Gedistilleerdcluster<br />
Volgens bestaande plannen zal – de nu nog tussen Noordvest<br />
en Zijlstraat gevestigde – distilleerderij Herman Jansen een<br />
nieuwe vestiging realiseren nabij de Buitensluis. Daarmee<br />
heeft zich dan op, en gedeeltelijk aan weerszijden van de<br />
Buitenhaven, een gedistilleerdcluster gevormd van drie voor<br />
<strong>Schiedam</strong> zeer representatieve bedrijven. Distilleerderij<br />
Nolet vormt hierin het middelpunt geflankeerd door het<br />
(rijks)monumentale complex van de Koninklijke De Kuyper<br />
en de nieuwe vestiging van Herman Jansen. Met de drie<br />
distilleerderijen zijn inmiddels gesprekken gaande om te<br />
onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is om binnen de<br />
verschillende bedrijven publieksruimten te realiseren die<br />
inzicht geven in de rijke tradities en lange geschiedenis van<br />
deze bedrijven, maar tevens de positie in beeld brengen<br />
die deze distilleerderijen vandaag de dag op een mondiale<br />
markt bekleden. Ook de glasfabriek, tegenwoordig O-I<br />
Manufacturing, wil zich daarbij voegen. De glasfabriek denkt<br />
dan aan een museaal overzicht van het ontstaan van de<br />
Verenigde Glasfabrieken en de geschiedenis van het Nederlandse<br />
verpakkingsglas. Het kantoor van de voormalige<br />
Distilleerderij De Kuyper aan de Buitenhavenweg<br />
Kantoorgebouw Gusto aan de Maasdijk. Tekening H.W.L. van Blooys<br />
Verenigde Glasfabrieken, een ontwerp uit 1941 van de<br />
Amsterdamse architect Dirk Brouwer, verdient een plaats<br />
op de monumentenlijst. Dit gebouw behoort met de flat<br />
Singelwijck en de voormalige HAV-bank van Dudok in <strong>Schiedam</strong><br />
tot de voorbeelden van moderne architectuur op het gebied<br />
van industrie, dienstverlening en woningbouw uit het interbellum.<br />
Toeristisch valt er dus wel het één en ander te beleven.<br />
In het herontwikkelingsplan kijkt de projectgroep nadrukke-<br />
lijk naar de ontwikkelingen op de voormalige rangeerterreinen<br />
van de Merwe- en Keilehavens, het Rotterdamse deel van<br />
de Nieuw Mathenesserpolder. In dit gebied, in de Rotterdamse<br />
marketingstrategie Merwehaven-Vierhavens geheten, wordt<br />
een innovatief woon-werkmilieu gerealiseerd. In groter<br />
verband is dit gebied de voortzetting van Müllerpier en<br />
Lloydkade, waarop het aansluit met het project Parklane<br />
De brede ontwikkeling aan beide zijden van de stadsgrens is voor de<br />
herontwikkeling van het <strong>Schiedam</strong>se Nieuw Mathenesse een extra<br />
stimulans. Waarbij de bestaande architectonische en stedenbouwkundige<br />
waarden en ligging van het <strong>Schiedam</strong>se plangebied ten volle kunnen<br />
worden uitgebuit.<br />
<strong>Musis</strong> 32
Gezicht op <strong>Schiedam</strong> vanaf de Buitenhavenweg, 1853-1855. Aquarel P.D. van der Burgh<br />
tussen Hudsonplein en Marconiplein. In dit project zijn<br />
waardevolle cultuurhistorische elementen mede beeldbepalend.<br />
Een grootscheepse restauratie van het voormalige HaKa-gebouw<br />
– een schepping van H.F. Mertens, is inmiddels in gang gezet.<br />
Een aantal kantoorpanden en loodsen uit de wederopbouwperiode<br />
zal volgen, terwijl ook aan de Merwehavens inmiddels<br />
– gerestaureerde – ruimte beschikbaar is gekomen voor<br />
ateliers en creatieve bedrijven. In het begin van 2012 zal de<br />
Parklane zijn voltooid als een verhoogd stadspark van acht<br />
hectare waaronder alle ruimte is gevonden voor winkels.<br />
Stapsgewijze zullen vervolgens de havenactiviteiten in de<br />
Merwehaven worden verplaatst naar de zuidoever, waarmee<br />
de ontwikkeling in dit gebied de stadsgrens van <strong>Schiedam</strong><br />
nadert.<br />
Historische waarden<br />
Het <strong>Schiedam</strong>se Nieuw Mathenessse sluit hierop naadloos aan.<br />
Het gebied opent zich aan de Rotterdamse zijde al met twee<br />
complexen waaraan een zekere monumentale betekenis kan<br />
worden toegekend, het massieve Pompstation dat in de jaren<br />
1920 werd gebouwd en daar tegenover de door Spruijt en Den<br />
Butter ontworpen Grensflat, met aangrenzende laagbouw.<br />
Ook de kleine bedrijven aan de Van Couwenhovenstraat en de<br />
zorgvuldig vormgegeven utilitaire gebouwtjes zijn waardevol<br />
en vragen er als het ware om in gebruik te worden genomen<br />
door creatieve units. Daarvoor zijn ze overigens oorspronkelijk<br />
ook bedoeld. Ooit herbergde de Van Couwenhovenstraat<br />
reclameateliers, meubelontwerpers en in neonlichtreclames<br />
gespecialiseerde bedrijven.<br />
In de Rotterdamse planontwikkeling wordt nadrukkelijk<br />
gekeken naar de verbindingen tussen het <strong>Schiedam</strong>se en<br />
Rotterdamse deel van Nieuw Mathenesse. De strook van<br />
rangeerterreinen en kades van de Merwehavens vormt hierin<br />
de schakel. Dit terrein, gemakshalve de Marconistrip, was tot<br />
voor kort een afgesloten rangeerterrein. Hier wordt een mix<br />
van functies ontwikkeld op het gebied van kunst, techniek en<br />
stedelijke voorzieningen.<br />
Behoud van de ruige uitstraling van het rangeergebied staat<br />
in de voorbereidingsfase centraal. De eerste ontwikkelingen<br />
zullen plaatsvinden aan de uiteinden. Aan de kant van<br />
Marconiplein nemen tijdelijke voorzieningen dan hun intrek<br />
in bestaande havenloodsen en andere gebouwen. Een eerste<br />
ateliercomplex is al in gebruik tussen de tweede en derde (<br />
voor Rotterdammers tweede en eerste) Merwehaven. Hieraan<br />
worden horeca, tentoonstellingsruimte en ateliers toegevoegd.<br />
Aan de <strong>Schiedam</strong>se zijde wordt uitgaande van de reeds<br />
33 <strong>Musis</strong><br />
gevestigde bedrijven de nadruk gelegd op maakindustrie,<br />
(water)techniek, innovatie en ruimte voor experimenten.<br />
De brede ontwikkeling aan beide zijden van de stadsgrens<br />
is voor de herontwikkeling van het <strong>Schiedam</strong>se Nieuw<br />
Mathenesse een extra stimulans. Waarbij de bestaande<br />
architectonische en stedenbouwkundige waarden en ligging<br />
van het <strong>Schiedam</strong>se plangebied ten volle kunnen worden<br />
uitgebuit.<br />
Op loopafstand sluiten Marconistrip en Nieuw Mathenesse<br />
direct aan op de <strong>Schiedam</strong>se binnenstad. Met afstand het<br />
grootste historische stadsdeel in de regio. Verondersteld mag<br />
worden dat zowel bewoners als werknemers en bezoekers<br />
van de hier gevestigde bedrijven, onderzoekscentra en<br />
ateliers zich ook op <strong>Schiedam</strong> zullen oriënteren. Zeker nu het<br />
stadsherstel zich doorzet.<br />
Het is mede om die reden dat de projectgroep Nieuw<br />
Mathenesse werk maakt van de 'branding' van dit gebied.<br />
Met name projectleider Rob Christiaanse benadrukt dat<br />
Nieuw Mathenesse een 'merk' moet worden waarin bestaande<br />
en nieuwe bedrijven samenwerken.<br />
'Van betekenis is dat de kernwaarden van dit gebied onder<br />
één noemer worden gebracht', zei hij in een toelichting op de<br />
gemeentelijke plannen. 'We werken hard aan een ontwikkel-<br />
programma, waarin de gemeente z'n kaders afstemt op de<br />
opgave om van Nieuw-Mathenesse een activiteitenpark te<br />
maken van de hoogste kwaliteit. Voor een deel zal deze<br />
ontwikkeling steunen op het aanbrengen van infrastructurele<br />
verbeteringen, zoals deze van de gemeente mogen worden<br />
verwacht. Daarin houden ze alle rekening met de belangen<br />
van gevestigde en nieuw aan te trekken bedrijven. Daarbuiten<br />
echter worden in de operationele uitwerking gelijkelijk publiek-<br />
rechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten ingezet. Als we<br />
die kwaliteit willen bereiken die ons voor ogen staat zullen we<br />
De hal van flatgebouw 'De Grens' aan de Rotterdamsedijk, 1955
Samenwerking tussen publieke en private partijen stelt hij bij dit alles<br />
voorop. Christiaanse: 'De kracht van het nieuwe Nieuw Mathenesse zal<br />
liggen in het scheppen van een vestigingsklimaat dat naast een bepaald<br />
type van hoogwaardige en liefst innovatieve bedrijven ook ambachtelijke<br />
bedrijven zal aanspreken. We hebben daarin ruime ervaring opgedaan met<br />
de ontwikkeling van Vijfsluizen. De gedistilleerdcluster met toeleverende<br />
bedrijven zien we daarin als een kernwaarde.'<br />
in de vastgoedontwikkeling alle creativiteit moeten leggen die<br />
we kunnen mobiliseren. Dit houdt ook in dat we instrumenten<br />
als de bestaande en te vernieuwen erfpachtovereenkomsten<br />
inzetten om de beoogde kwaliteitsslag te kunnen realiseren.<br />
We zijn nu doorlopend in gesprek met ondernemers. We<br />
verwachten ook om daaruit een aantal nieuwe vestigingen te<br />
zullen aantrekken'.<br />
Tusse<strong>nr</strong>apportage<br />
Ondertussen is ook een tusse<strong>nr</strong>apportage voltooid van<br />
verkennende gesprekken over de kernkwaliteiten en<br />
kernwaarden van dit gebied. Rob Christiaanse: 'Dit moet een<br />
vervolg krijgen in een marketingstrategie waarin de beleving<br />
van dit gebied een uitgangspunt is. Om die reden ook hebben<br />
we een samenwerking gezocht met het gemeentearchief met<br />
het verzoek om een geschiedkundig kader te schetsen waaruit<br />
de karakteristiek van dit gebied te benoemen valt'.<br />
Het resultaat valt niet tegen, dat zal iedereen kunnen<br />
onderschrijven die op de hoogte is van de geschiedenis<br />
van <strong>Schiedam</strong>. In feite is Nieuw Mathenesse het eerste -<br />
en dus oudste industriegebied van <strong>Schiedam</strong>. Al in de<br />
achttiende eeuw vindt hier de vestiging van bedrijven<br />
plaats, waarvoor in de oude brandersstad geen ruimte was,<br />
zoals voor ijzergieterijen, houtzagerijen, scheepswerven,<br />
de befaamde kaarsenfabriek, glasfabrieken en tenslotte de<br />
Werf Gusto, waarvoor langs de Maasdijk ook een kleine wijk<br />
van kwalitatief goede arbeiderswoningen werd neergezet.<br />
Het waren zeker niet de minste bedrijven die zich in Nieuw<br />
Mathenesse vestigden waardoor het gebied lange tijd bekend<br />
stond als vestigingsplaats voor vernieuwende activiteiten.<br />
De Buitenhavenweg richting centrum ter hoogte van De Kuyper<br />
Rob Christaanse: 'Ook publieksfuncties zullen in de komende<br />
ontwikkelingen veel aandacht moeten krijgen. Anders dan<br />
in het Rotterdamse deel van Nieuw Mathenesse zullen<br />
woonfuncties in <strong>Schiedam</strong>s Nieuw Mathenesse beperkt<br />
blijven tot de bestaande complexen. <strong>Schiedam</strong> zet in een<br />
ontwikkeling op het terrein van industrie en dienstverlening<br />
en in het versterken van stedelijke en toeristische potenties<br />
van de Buitenhavenweg.<br />
Samenwerking tussen publieke en private partijen stelt<br />
hij bij dit alles voorop. Christiaanse: 'De kracht van het<br />
nieuwe Nieuw Mathenesse zal liggen in het scheppen<br />
van een vestigingsklimaat dat naast een bepaald type<br />
van hoogwaardige en liefst innovatieve bedrijven ook<br />
ambachtelijke bedrijven zal aanspreken. We hebben daarin<br />
ruime ervaring opgedaan met de ontwikkeling van Vijfsluizen.<br />
De gedistilleerdcluster met toeleverende bedrijven zien we<br />
daarin als een kernwaarde. Zeker als de vestiging van Herman<br />
Jansen als derde distillateur in dit gebied is geëffectueerd.<br />
<strong>Schiedam</strong> is nog altijd HET gedistilleerdcentrum van<br />
Nederland. Dat is een historisch gegeven. Echter de drie<br />
bedrijven die deze cluster vormen zijn uiterst innovatief en<br />
marktgericht. En dit nu moet het uitgangspunt zijn voor de<br />
ontwikkeling van het gehele gebied. Er is nog alle ruimte voor.<br />
En aan animo om de ontwikkelingen hier stevig en met elkaar<br />
aan te pakken, ontbreekt het evenmin. Nieuw Mathenesse<br />
gaat op de schop. Er zal er over enkele jaren heel anders<br />
uitzien. Het kan. Zie de 's-Gravelandseweg, zie Vijfsluizen.<br />
Zie ook de rangeerterreinen tussen <strong>Schiedam</strong> en Rotterdam.<br />
Er valt heel wat van te maken'.<br />
Voor meer informatie ga naar www.stadshavens.nl<br />
<strong>Musis</strong> 34
DE UITGAVE VAN MUSIS WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:<br />
BASTIAANS & VAN RIET ACCOUNTANTS, SCHIEDAM<br />
BOKX VASTGOED ONTWIKKELING B.V., ROTTERDAM<br />
FACILICOM BEDRIJFSDIENSTEN, SCHIEDAM<br />
FONTIJNE BEHEER B.V., VLAARDINGEN<br />
HATENBOER WATER - DRINKWATERBEHANDELING, SCHIEDAM<br />
IRADO, AFVAL, REINIGING EN DIENSTVERLENING, SCHIEDAM<br />
NICOVERKEN HOLLAND B.V., SCHIEDAM<br />
SNELWEG TRANSPORT, SCHIEDAM
Een ontmoeting met Notaris<br />
is een ontdekking op zich<br />
Notaris. Het mooiste distillaat<br />
van vaderlandse bodem.