januari - ACV Openbare Diensten

Pensioenen ACV openbare diensten
Werken beloond met een bonus in pensioen
Sinds 1 januari 2001 kunnen ambtenaren
door te blijven werken na hun 60 jaar een
bonus genieten op hun pensioen van de
overheid. Zes jaar na deze maatregel, die
als een voorbeeld gold voor de privé-sector,
wordt in de pensioenregeling van de
zelfstandige en van de werknemers ook
een bonus ingevoerd. Deze maatregel is
derhalve ook voor de contractuele personeelsleden
in overheidsdienst bestemd indien
zij geen vaste benoeming bekomen.
Generatiepact
Bij de wet van 23 december 2005 betreffende
het generatiepact, werd reeds het
principe van een pensioenbonus ingevoerd.
Met name voorziet artikel 7 van
die wet dat een nieuw systeem van pensioenverhoging
wordt toegepast. De bonus
heeft als doel het verder zetten van de
beroepsactiviteit na de leeftijd van 62 jaar
of na 44 loopbaanjaren te stimuleren. De
bonus is immers een beloning voor wie
langer actief blijft en dat is het objectief
van de regering : langer aan het werk blijven
om de activiteitsgraad te verhogen.
Het wetsartikel laat de koning de bevoegdheid
om het bedrag en de modaliteiten
te bepalen. Als gevolg van deze
machtiging heeft de ministerraad op 8
december 2006 beslist om het bedrag
van de bonus op 2 euro per arbeidsdag te
bepalen. Dit komt overeen met 52 euro
per maand of 624 euro per jaar extra voor
een jaar langer werken.
De bonus wordt bovenop het normale
berekende pensioen toegekend voor
elke voltijdse dag van tewerkstelling.
Bovendien mag rekening gehouden worden
met maximaal 30 dagen gelijkstelling
per jaar, mits deze gelijkgestelde dagen
de eff ectief gewerkte dagen aanvullen
(dagen van ziekte of werkloosheid, …).
Er is reeds een bonus voorzien voor tewerkstelling
vanaf de 1ste dag van het
jaar waarin men 62 jaar wordt of waarin
men de 44 loopbaanjaren bereikt.
De bonus evolueert volgens dezelfde
voorwaarden (index) en modaliteiten als
het pensioen; hij is aan dezelfde inhoudingen
als het pensioen onderworpen.
De nieuwe maatregel is van toepassing
op de pensioenen die voor de eerste maal
ten vroegste ingaan op 1 januari 2007 en
geldt reeds voor de gewerkte periodes
na 1 januari 2006.
De bonus zal ook worden verleend aan
de rechthebbende op een overlevingspensioen.
Cumul overlevingspensioen en
vervangingsinkomen versoepeld
Wie vandaag uitsluitend een overlevingspensioen
geniet en minder dan 65 jaar is
en daarnaast nog een inkomen heeft uit
arbeid moet vooreerst de beperking van
de toegelaten grenzen voor het inkomen
uit arbeid ondergaan. Indien het inkomen
als werknemer in loondienst wordt
verdiend, loop je de kans om ziek of soms
tijdelijk werkloos te worden. Bij ziekte
ontvang je na de periode van gewaarborgd
loon een uitkering van de ziekteverzekering
(via de mutualiteit) en bij
werkloosheid een uitkering van de werkloosheidsverzekering
(via de vakbond).
In de huidige regeling is echter de cumulatie
van een overlevingspensioen
met een vervangingsinkomen niet toegestaan.
De term vervangingsinkomen
heeft een ruimere betekenis dan de twee
vermelde uitkeringen; ook invaliditeitsuitkering,
vergoeding wegens loopbaanonderbreking
en brugpensioen (= enkel
privé-sector) vallen onder het begrip.
Door het cumulverbod heeft de betrokkene
enkel de mogelijkheid om af te zien
van het vervangingsinkomen en het overlevingspensioen
te behouden indien dit
voordeliger is.
Immers wanneer de rechthebbende op
een overlevingspensioen één van de sociale
vergoedingen geniet, ook al is het
maar één dag, dan kan het overlevingspensioen
niet uitbetaald worden voor de
maand of maanden tijdens dewelke hij
die vergoeding(en) geniet.
Is het overlevingspensioen afkomstig van
de openbare sector dan wordt het pensioen
voor het ganse jaar geschorst.
Terugval inkomen – opgevangen!
De (gedwongen) keuze tussen een van
de twee betekent in geval van ziekte of
werkloosheid een ernstige terugval van
het inkomen. Immers men verliest zijn
inkomen uit arbeid en tegelijk moet men
afzien van het vervangingsinkomen dat
bedoeld was om het verlies aan arbeidsinkomen
op te vangen.
Om hieraan te verhelpen heeft de ministerraad
van 1 december 2006 beslist
om een beperkte cumul toe te staan.
Namelijk gedurende een eenmalige periode
van 12 al dan niet opeenvolgende
maanden kan een overlevingspensioen
en een vervangingsinkomen samen genoten
worden. Met vervangingsinkomen
wordt hier enkel bedoeld de vergoeding
wegens ziekte of invaliditeit of onvrijwillige
volledige werkloosheid. Naast de
beperking van 12 maanden op een ganse
loopbaan wordt het overlevingspensioen
tijdens de bedoelde cumulatie eventueel
beperkt tot het basisbedrag van de
inkomensgarantie voor ouderen –IGO (
530,30 euro). Deze beperking wordt uiteraard
enkel maar doorgevoerd indien
het overlevingspensioen hoger is dan
het IGO.
Voor de drie pensioensystemen
Het cumulatievoordeel zoals dit hiervoor
is beslist blijft van toepassing
als de sociale vergoeding die wordt
uitgekeerd,betrekking heeft op een onvolledige
maand. In dat geval wordt de
vergoeding evenwel beschouwd als een
inkomen ingevolge een beroepsactiviteit
en zal ze gevoegd worden bij het inkomen
uit arbeid dat aan de inkomstengrens
wordt getoetst
Na verloop van de 12 maanden, dus als
het cumulrecht is opgebruikt, heeft de
betrokkene de keuze tussen ofwel het
overlevingspensioen ofwel het vervangingsinkomen.
Indien betrokkene het
vervangingsinkomen verkiest, wordt het
overlevingspensioen geschorst.
Deze regeling is van toepassing op de
pensioenen van de werknemers (KB 6
dec. 2006 – BS 3 jan. 2007) die ingaan
op 1 januari 2007. Een identieke regeling
zal worden ingevoerd voor de gepensioneerden
met een ambtenarenpensioen
en met een pensioen van zelfstandigen.
De cumulaties die reeds bestonden op
31 dec. 2006 kunnen overschakelen naar
de nieuwe formule als de betrokkene
opnieuw arbeid verrichten vanaf 1 jan.
2007
23