RAADGEVINGEN BIJ HET DRAGEN VAN EEN GIPSVERBAND U ...

RAADGEVINGEN BIJ HET DRAGEN VAN EEN GIPSVERBAND
U heeft net een gipsverband gekregen, waardoor uw arm of been in een goede
stand kan genezen. Een goed immobilisatieverband vermindert de pijn in
belangrijke mate. In deze folder leest U hoe U het best kunt omgaan met het
gipsverband.
Mag ik steunen ?
Een rustspalk (voorlopig open gipsverband) mag niet worden belast. Bij een
onderbeengipsspalk is het gebruik van krukken dus aangewezen.
Synthetisch gipsverband (meestal bij gesloten gips) mag na 20 minuten worden
belast, zo toegestaan door uw arts. Vraag echter steeds aan uw arts of U al mag
steunen.
Hoogstand !
De eerste dagen na het aanleggen van het gipsverband is het aangeraden het
lidmaat in hoogstand te plaatsen. Dit betekent hoger dan de rest van het
lichaam. Dit kan zwelling voorkomen of doen verdwijnen. Wanneer het lidmaat
verder blijft zwellen, kunnen binnen het harde of knellende gipsverband letsels
optreden van huid, zenuwen en bloedvaten.
Ringen !
Bij een gips rond de arm is het aangewezen geen ringen te dragen. Reeds bij een
lichte zwelling zijn ringen nog moeilijk te verwijderen.
Jeuk !
Bij jeuk onder het gips kan U best niet met een pen of (brei)naald proberen te
krabben. Dit kan een wondje veroorzaken. Onder het afsluitende gipsverband
kan dit snel leiden tot een ernstige infectie. Jeuk kan behandeld worden door
warme (geen hete) lucht (vb. met een haardroger op afstand tussen huid en gips
blazen).
Trombo-flebitis !

Immobilisatie van een lidmaat veroorzaakt een vertraging van de circulatie en
kan het risico op trombose verhogen. Dit is vooral het geval bij gips aan het
been, bij volwassen patienten. Het risico is eveneens verhoogd bij spataders,
zwangere vrouwen en weinig mobiele personen. Om deze reden kan uw
behandelend arts overwegen om anti-trombose medicatie toe te dienen. Dit
gebeurt gewoonlijk onder vorm van inspuitingen onderhuids die dagelijks dienen
te worden toegediend.
ALARMSIGNALEN !!! Raadpleeg onmiddellijk uw huisarts of het ziekenhuis in
de volgende gevallen:
Wanneer de vingers of tenen méér zwellen, verkleuren, kouder worden, tintelen,
pijnlijk gespannen of gevoelloos worden. Dit kan te wijten zijn aan een knellend
gips met afsnoeren van de bloedscirculatie.
Blijvende toenemende pijn in het gips. Door lokale druk kunnen zich drukblaren
ontwikkelen. Na enkele dagen betert de pijn, maar de wonden kunnen verergeren.
Wanneer het gips een slechte geur verspreidt.
Wanneer er met bloed of vocht doordrenkte vlekken ontstaan.
Wanneer het gipsverband gebroken is. Het biedt dan onvoldoende steun. Er mag
niet meer op gesteund worden.
FLEBITISPREVENTIE
Door de gipsimmobilisatie kan de bloeddoorstroming afnemen. Hierdoor is er een
zeker risico op tromboflebitis. Om de bloedsomloop te stimuleren en om de
spieren en gewrichten soepel te houden, is het belangrijk veel te oefenen. Door
regelmatige spieroefeningen verdwijnt de zwelling beter en kan flebitis
voorkomen worden.
Bovenarmgips: vingers uitstrekken en tot vuisten plooien
regelmatig de armen boven het hoofd houden
Voorarmgips: vingers uitstrekken en tot vuisten plooien
regelmatig de elleboog plooien en strekken

Onderbeengips: de spieren van bovenbeen en kuit aanspannen door de tenen
te bewegen en de knie lichtjes te strekken
Bovenbeengips: de dijspieren regelmatig aanspannen door het been op te
tillen, de kuitspieren aanspannen door de tenen te bewegen