Hoofdstuk 2: De rechten van het slachtoffer - Slachtofferhulp ...
Hoofdstuk 2: De rechten van het slachtoffer - Slachtofferhulp ...
Hoofdstuk 2: De rechten van het slachtoffer - Slachtofferhulp ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
2. <strong>De</strong> <strong>rechten</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong><br />
2.1. <strong>De</strong>finitie <strong>slachtoffer</strong><br />
In de wet is een definitie <strong>van</strong> <strong>het</strong> begrip “<strong>slachtoffer</strong>” opgenomen: degene die als<br />
rechtstreeks gevolg <strong>van</strong> een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft<br />
ondervonden. Dit kan ook een rechtspersoon zijn, bijvoorbeeld een vereniging of een bedrijf<br />
(art. 51a lid 1 Sv). Een nabestaande die voor spreekrecht in aanmerking komt of die zich kan<br />
voegen als benadeelde partij heeft dezelfde <strong>rechten</strong> als een <strong>slachtoffer</strong> (art. 51d Sv).<br />
Voor de definitie is aansluiting gezocht bij art. 1 Kaderbesluit en art. 6:95 BW. 1<br />
2.2. Correcte bejegening<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> heeft recht op een correcte bejegening. 2 <strong>De</strong> officier <strong>van</strong> justitie draagt zorg<br />
voor de correcte bejegening (art. 51a lid 2 Sv). Dit geldt voor bejegening door politie en<br />
openbaar ministerie. Op de rechtszitting draagt de voorzitter zorg voor een correcte<br />
bejegening <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> (art. 288a lid 2 Sv).<br />
<strong>De</strong> correcte bejegening was reeds neergelegd in de oude Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg. Het<br />
kan worden beschouwd als <strong>het</strong> kernrecht waaruit alle andere <strong>slachtoffer</strong><strong>rechten</strong> voortvloeien.<br />
<strong>De</strong> correcte bejegening is echter niet <strong>rechten</strong>s afdwingbaar. Indien <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> zich niet<br />
correct bejegend voelt, kan hierover een klacht worden ingediend. Zowel de politie als <strong>het</strong><br />
openbaar ministerie hebben klachtenregelingen. Indien de rechter zich niet <strong>van</strong> zijn taak kwijt<br />
of zelf <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> onheus bejegent kan bij <strong>het</strong> gerechtsbestuur een klacht worden<br />
ingediend. Eventueel kan daarna een klacht bij de Nationale ombudsman worden ingediend.<br />
2.2.1. Aangifte<br />
<strong>De</strong> politie neemt een aangifte <strong>van</strong> een <strong>slachtoffer</strong> op zorgvuldige wijze op. 3 <strong>De</strong> aangever<br />
krijgt desgevraagd een kopie <strong>van</strong> de aangifte, dan wel een kopie <strong>van</strong> <strong>het</strong> proces-verbaal <strong>van</strong><br />
aangifte (art. 163 lid 4 Sv). <strong>De</strong> Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik<br />
lijkt hiermee op gespannen voet te staan omdat daar wordt bepaald dat in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoek gedurende <strong>het</strong> onderzoek tot en met de terechtzitting geen afschrift <strong>van</strong> de<br />
aangifte wordt verstrekt (p. 4).<br />
In de aangifte worden persoonsgegevens <strong>van</strong> de aangever opgenomen. <strong>De</strong>ze gegevens<br />
kunnen zo via <strong>het</strong> strafdossier (later) bekent worden bij de verdachte. Het is voor <strong>het</strong><br />
<strong>slachtoffer</strong> mogelijk om domicilie te kiezen. <strong>De</strong> post voor <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> wordt dan naar dat<br />
adres gestuurd. <strong>De</strong> politie dient een <strong>slachtoffer</strong> op deze mogelijkheid te wijzen. 4<br />
1 Kamerstukken II 2004/05, 30 143, nr. 3, p. 4 (MvT).<br />
2 Kamerstukken II 2004/05, 30 143, nr. 3, p. 18 (MvT)<br />
3 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 3.<br />
4 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 3.<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
2.2.2. Verplichte bloedtest<br />
In <strong>het</strong> wetboek <strong>van</strong> strafvordering is in artikel 151 e t/m l een regeling opgenomen voor<br />
onderzoek naar de aanwezigheid <strong>van</strong> een ernstige, besmettelijke ziekte. <strong>De</strong> regeling is<br />
bedoeld voor <strong>slachtoffer</strong>s <strong>van</strong> misdrijven waarbij de besmetting met een ernstige ziekte kan<br />
hebben plaatsgevonden. <strong>De</strong>ze regeling geldt vooralsnog alleen in geval <strong>van</strong> mogelijke<br />
besmetting <strong>van</strong> HIV en hepatitis B en C. <strong>De</strong> officier kan een verdachte bij een mogelijk<br />
besmettings-incident verzoeken celmateriaal af te staan voor onderzoek. Weigert de<br />
verdachte dan kan de Rechter Commissaris toestemming geven om de verdachte te<br />
dwingen dit materiaal voor onderzoek af te staan.<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> kan de officier verzoeken om een dergelijk onderzoek te gelasten. <strong>De</strong> officier<br />
verleent daaraan zijn medewerking tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen. 5<br />
2.3. Informatieverstrekking<br />
2.3.1. Informatieplicht over de strafzaak<br />
Het recht op informatie over de strafzaak was al neergelegd in de oude Aanwijzing<br />
<strong>slachtoffer</strong>zorg, maar dit recht is aanzienlijk uitgebreid in art. 51a lid 3 Sv. Aan <strong>het</strong> recht op<br />
informatie is geen sanctie of rechtsmiddel verbonden.<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> heeft recht op informatie over de aan<strong>van</strong>g en voortgang <strong>van</strong> de zaak tegen de<br />
verdachte. <strong>De</strong> politie vraagt aan <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> of hij op de hoogte wil worden gehouden <strong>van</strong><br />
de zaak. Indien de zaak wordt ingestuurd naar <strong>het</strong> openbaar ministerie dient de vraag<br />
nogmaals aan <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> worden gesteld. Als een <strong>slachtoffer</strong> te kennen heeft geven dat<br />
hij op de hoogte wil worden gehouden, is de norm dat politie of openbaar ministerie <strong>het</strong><br />
<strong>slachtoffer</strong> zelf informeert over belangrijke ontwikkelingen. 6<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> kan natuurlijk ook altijd actief om informatie vragen over de stand <strong>van</strong> zaken.<br />
Politie of openbaar ministerie behoren vragen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> over de voortgang <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
opsporingsonderzoek zo volledig mogelijk te beantwoorden. Uiteraard is <strong>het</strong> mogelijk dat<br />
bepaalde informatie in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek niet worden verstrekt.<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> kan op elk gewenst moment te kennen gegeven (verder) geen informatie te<br />
willen ont<strong>van</strong>gen.<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> moet desgewenst in ieder geval en schriftelijk geïnformeerd worden over <strong>het</strong><br />
volgende:<br />
Door de politie:<br />
• over <strong>het</strong> opsturen <strong>van</strong> de zaak naar <strong>het</strong> openbaar ministerie of indien <strong>van</strong> verdere<br />
opsporing wordt afgezien<br />
Door de officier <strong>van</strong> justitie:<br />
• over de aan<strong>van</strong>g of voortzetting <strong>van</strong> de vervolging<br />
• indien wordt afgezien <strong>van</strong> (verdere) vervolging<br />
• over datum en tijdstip <strong>van</strong> zitting<br />
• over de einduitspraak<br />
<strong>De</strong> memorie <strong>van</strong> toelichting noemt hiernaast ook: de buiten vervolging stelling of beëindiging<br />
<strong>van</strong> de vervolging op grond <strong>van</strong> artikel 36 Sv, beëindiging of schorsing <strong>van</strong> de voorlopige<br />
hechtenis dan wel voeging ad informandum.<br />
5 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 4.<br />
6 Kamerstukken II 2004/05, 30 143, nr. 3, p. 19 - 20 (MvT).<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
<strong>De</strong> Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg vermeldt in dit verband expliciet de informatieplicht bij sepot,<br />
overdracht <strong>van</strong> strafvervolging naar <strong>het</strong> buitenland, transactie en OM-beschikking, de<br />
voorlopige hechtenis en over de zitting. 7<br />
2.3.2. Het <strong>slachtoffer</strong>gesprek<br />
<strong>De</strong> officier <strong>van</strong> justitie of de advocaat-generaal kan <strong>slachtoffer</strong>s een gesprek aanbieden. Een<br />
dergelijk gesprek wordt <strong>slachtoffer</strong>gesprek, maar ook officiersgesprek genoemd. Het<br />
aanbieden <strong>van</strong> <strong>het</strong> gesprek is verplicht in spreekrechtwaardige delicten die in aanmerking<br />
komen voor afdoening door de meervoudige kamer. Daarnaast is <strong>het</strong> verplicht om <strong>het</strong><br />
<strong>slachtoffer</strong> uit te nodigen voor een gesprek bij (de voorgenomen) afdoeningsbeslissing om<br />
een zaak <strong>van</strong> een ernstige gewelds- en zedendelict te seponeren. 8 Het <strong>slachtoffer</strong> hoeft niet<br />
in te gaan op een uitnodiging.<br />
• Het meest voorkomend is <strong>het</strong> gesprek voorafgaand aan de zitting, waarbij de officier<br />
<strong>van</strong> justitie of de advocaat-generaal <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> informeert over de gang <strong>van</strong><br />
zaken ter zitting, de bewijspositie en zo mogelijk over de strafeis. <strong>De</strong>ze variant is de<br />
meest voorkomende.<br />
• Maar ook tijdens de opsporingsfase of vóór de definitieve keuze <strong>van</strong> de<br />
strafvervolging of bij een sepot kan een <strong>slachtoffer</strong> voor een gesprek worden<br />
uitgenodigd. Het gesprek kan voortvloeien uit een verzoek <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong>, op<br />
grond <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> de strafzaak, op voorstel <strong>van</strong> de politie, <strong>Slachtofferhulp</strong><br />
Nederland, zaakscoördinator <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar ministerie of naar inschatting <strong>van</strong> de<br />
officier <strong>van</strong> justitie.<br />
2.3.3. Informatieplicht over vrijlating<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> wordt verder (desgewenst) door <strong>het</strong> Openbaar Ministerie op de hoogte<br />
gesteld <strong>van</strong> invrijheidstelling <strong>van</strong> de verdachte of veroordeelde. Dit geldt voor <strong>slachtoffer</strong>s<br />
<strong>van</strong> een strafbaar feit waarvoor ook <strong>het</strong> spreekrecht geldt (art. 51e lid 4 Sv).<br />
<strong>De</strong>ze regeling is uitgewerkt in de Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg. <strong>De</strong> Aanwijzing bepaalt dat <strong>het</strong><br />
openbaar ministerie, op verzoek <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong>, informeert over de invrijheidstelling en<br />
verlofperioden. 9 <strong>De</strong>ze informatievoorziening verloopt via <strong>het</strong> Informatiepunt <strong>De</strong>tentieverloop<br />
(IDV) dat is gevestigd bij <strong>het</strong> parket Arnhem.<br />
Informatievoorziening over een eventuele opheffing <strong>van</strong> de voorlopige hechtenis 10 zal, gelet<br />
op de korte termijnen, in ieder geval (ook) telefonisch dienen plaats te vinden.<br />
Opvallend is dat niets lijkt geregeld voor de periode voorafgaand aan de voorlopige<br />
hechtenis. Gelet op de tekst <strong>van</strong> de wet bestaat ook in deze fase de informatieplicht. <strong>De</strong><br />
Aanwijzing Opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik en de Aanwijzing Huiselijk<br />
geweld en eergerelateerd geweld stellen nadere eisen aan deze verplichting <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
openbaar ministerie.<br />
2.3.4. Informatieplicht over schadevergoeding<br />
Verder hebben politie en openbaar ministerie de plicht om <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> mededeling te<br />
doen <strong>van</strong> de mogelijkheden volgens welke hij schadevergoeding kan krijgen (art. 51a lid 4<br />
Sv). Hieronder moet vooral <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong> enkele publieksfolders worden verstaan. 11<br />
7 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg p. 5.<br />
8 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 12.<br />
9 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 13.<br />
10 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 5.<br />
11 Kamerstukken II 2004/05, 30 143, nr. 3, p. 20 (MvT).<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
2.4. Aanwezigheid op de zitting<br />
Er is in de wet geen algemeen recht op aanwezigheid ter zitting voor <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong><br />
neergelegd. Het recht om bij de zitting aanwezig te zijn vloeit in zijn algemeenheid voort uit<br />
de openbaarheid <strong>van</strong> de zitting (art. 269 Sv). Wordt de zitting achter gesloten deuren<br />
behandeld, dan kan aan <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> bijzondere toegang worden verleend. 12 Ook bij<br />
jeugdzaken, die achter gesloten deuren plaatsvinden heeft <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> recht op toegang,<br />
tenzij de voorzitter wegens bijzondere redenen anders beslist (art. 495b lid 1 Sv).<br />
Is <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> procesdeelnemer, doordat hij zich heeft gevoegd als benadeelde partij of<br />
verzocht heeft om spreekrecht uit te oefenen, dan zal <strong>het</strong> sluiten der deuren <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong><br />
niet betreffen. Het <strong>slachtoffer</strong> is dan immers geen publiek. Voor verwijdering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>slachtoffer</strong> dat procesdeelnemer is, biedt <strong>het</strong> sluiten der deuren geen rechtsgrond. 13<br />
Gelet hierop kan worden aangenomen dat ook een minderjarig <strong>slachtoffer</strong> dat optreedt als<br />
procesdeelnemer steeds toegang heeft, eventueel met begeleiding <strong>van</strong> zijn wettelijk<br />
vertegenwoordiger, tot de zitting. Is <strong>het</strong> minderjarige <strong>slachtoffer</strong> slechts aanwezig als<br />
toehoorder, staat art. 269 lid 5 Sv in beginsel aan toelating in de weg. Gelet op de bijzondere<br />
positie die <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> als toehoorder dan inneemt ligt <strong>het</strong> op de weg <strong>van</strong> de voorzitter om<br />
hem toegang te verlenen, eventueel samen met zijn wettelijk vertegenwoordiger.<br />
2.5. Kennisneming <strong>van</strong> <strong>het</strong> strafdossier<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> heeft recht op kennisneming <strong>van</strong> de processtukken, voor zover voor hem <strong>van</strong><br />
belang. <strong>De</strong> officier <strong>van</strong> justitie moet hiervoor toestemming verlenen (art. 51b lid 1 Sv). Het<br />
recht op kennisneming betekent ook een recht op een kopie <strong>van</strong> deze stukken (lid 6). Indien<br />
de officier toestemming weigert, deelt hij dat schriftelijk aan <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> mee. Hiertegen<br />
kan binnen twee weken bezwaar worden gemaakt bij <strong>het</strong> gerecht (lid 4). Na aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />
strafzitting moet <strong>het</strong> verzoek om kennisneming worden gedaan bij gerecht (lid 1).<br />
<strong>De</strong> inzage in <strong>het</strong> dossier is kosteloos (art. 12 lid 1 onder a Besluit tarieven in strafzaken<br />
2003). Voor kopieën kunnen kosten in rekening worden gebracht, tenzij benadeelde niet in<br />
staat is te betalen (art. 12 lid 1 onder b Besluit tarieven in strafzaken 2003).<br />
Toestemming kan worden geweigerd in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong>: <strong>het</strong> onderzoek, bescherming <strong>van</strong> de<br />
persoonlijke levenssfeer, de opsporing of vervolging <strong>van</strong> strafbare feiten dan wel op<br />
zwaarwichtige gronden aan <strong>het</strong> algemeen belang ontleend (lid 3). Bij de bescherming<br />
<strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer is gedacht aan inzage <strong>van</strong> reclasserings- of psychiatrische<br />
rapportage omtrent de verdachte. Bij <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> opsporing kan worden gedacht aan<br />
processen verbaal waarin opsporingsmethoden staan beschreven, die beter (nog) niet aan<br />
derden bekend kunnen worden gemaakt. En bij zwaarwichtige belangen aan <strong>het</strong> algemeen<br />
belang ontleend moet aan de veiligheid <strong>van</strong> de staat of internationale betrekkingen worden<br />
gedacht. 14<br />
12 Kamerstukken II 2004/05, 30143, nr. 3, p. 12 (MvT).<br />
13 L. <strong>van</strong> Lent, Openbaarheid in <strong>het</strong> strafproces, (diss. Utrecht 2008), p. 71, te raadplegen via: http://igiturarchive.library.uu.nl/dissertations/2008-0710-200326/lent.pdf<br />
.<br />
14 Kamerstukken II 1989/90, 21 345, nr. 3, p. 15-16 (MvT).<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
2.6. Toevoegen <strong>van</strong> documenten<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> kan documenten aan <strong>het</strong> procesdossier laten toevoegen, voor zover deze<br />
rele<strong>van</strong>t zijn voor de beoordeling <strong>van</strong> de zaak tegen de verdachte of zijn vordering op de<br />
verdachte. <strong>De</strong> officier <strong>van</strong> justitie moet hiervoor toestemming verlenen (art. 51b lid 2 Sv).<br />
Indien de officier weigert de stukken toe te voegen, deelt hij dat schriftelijk mee. Hiertegen<br />
kan binnen twee weken bezwaar worden gemaakt bij <strong>het</strong> gerecht (lid 4).<br />
Toestemming kan worden geweigerd in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong>: <strong>het</strong> onderzoek, bescherming <strong>van</strong> de<br />
persoonlijke levenssfeer, de opsporing of vervolging <strong>van</strong> strafbare feiten dan wel op<br />
zwaarwichtige gronden aan <strong>het</strong> algemeen belang ontleend (lid 3).<br />
Het recht om te verzoeken stukken toe te voegen is nieuw. Uiteraard mocht <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong><br />
onder <strong>het</strong> oude recht reeds bewijs ter onderbouwing <strong>van</strong> zijn civiele vordering inbrengen. 15<br />
Het recht om stukken toe te voegen vormt allereerst een wettelijke basis voor de<br />
mogelijkheid om een schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring in te dienen. Maar ook andere stukken<br />
die <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> rele<strong>van</strong>t acht voor de beoordeling <strong>van</strong> de strafzaak, dus <strong>van</strong> <strong>het</strong>geen ten<br />
laste is gelegd, is mogelijk. Het is daarmee een uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> in art. 3 Kaderbesluit<br />
<strong>slachtoffer</strong>zorg neergelegde recht om te worden gehoord en bewijselementen aan te dragen<br />
(de Engelse tekst <strong>van</strong> <strong>het</strong> Kaderbesluit spreekt <strong>van</strong>: to supply evidence). 16 Door <strong>het</strong><br />
toevoegingsrecht kan <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> actief bijdragen aan <strong>het</strong> bewijzen <strong>van</strong> <strong>het</strong> strafbare feit.<br />
Gedacht zou kunnen worden aan <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> een onderzoek door een privédetective.<br />
Of de stukken ook werkelijk rele<strong>van</strong>t zijn bepaalt echter in eerste instantie de officier <strong>van</strong><br />
justitie. Weliswaar is <strong>het</strong> uitgangspunt dat een verzoek om toevoeging <strong>van</strong> stukken in de<br />
regel door de officier <strong>van</strong> justitie zal worden ingewilligd, maar weigering is mogelijk als<br />
<strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> verzoekt om toevoeging <strong>van</strong> stukken die geen enkele rele<strong>van</strong>tie hebben voor<br />
<strong>het</strong> geding. Ook zal toevoeging <strong>van</strong> stukken die aantijgingen – ook ten opzichte <strong>van</strong> derden –<br />
bevatten die geen redelijke of feitelijke grondslag hebben kunnen worden geweigerd ter<br />
bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer <strong>van</strong> de verdachte of de betreffende derde. 17 <strong>De</strong><br />
officier kan ook toevoeging weigeren <strong>van</strong> een veelheid nutteloze stukken met een beroep op<br />
<strong>het</strong> belang <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek: een behoorlijke dossiervorming. 18<br />
2.7. Bijstand<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> kan zich doen bijstaan (art. 51c lid 1 Sv). Bijstaan houdt in dat <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong><br />
iemand meeneemt naar de zitting om aldaar zo nodig (mede) <strong>het</strong> woord te voeren. Het<br />
<strong>slachtoffer</strong> is volledig vrij in de keuze door wie zij zich wil laten bijstaan. 19 Dit kan een vriend<br />
of familielid 20 zijn, maar ook een medewerker <strong>van</strong> <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland, een advocaat,<br />
of de boekhouder. 21<br />
15<br />
Zie ook: art. 334 lid 1 Sv.<br />
16<br />
Zo ook: W.H. Vellinga, <strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces: een nieuwe wet, in: Verkeersrecht 2009, nr. 2, p. 36.<br />
17<br />
Kamerstukken II 2005/06, 30 143, nr. 3, p. 11 (MvT).<br />
18<br />
Kamerstukken II 2005/06, 30 143, nr. 8, p. 8 (NV).<br />
19<br />
Kamerstukken II 1989/90, 21 345, nr. 3, p. 31 (MvT) en Kamerstukken II 2004/05, 30 143, nr. 3, p. 22 (MvT).<br />
20 HR 16 juni 2010, LJN: BM2449.<br />
21 HR 14 april 2009, LJN: BH3703.<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
2.8. Vertegenwoordiging<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> kan zich ook laten vertegenwoordigen door een advocaat die verklaart<br />
daartoe bepaaldelijk gemachtigd te zijn of door een gemachtigde die een bijzondere<br />
schriftelijke volmacht dient te hebben zoals dat ook is voorgeschreven in art. 398, onder 2 Sv<br />
(art. 51c lid 2 Sv). Op <strong>het</strong> voegingsformulier is een mogelijkheid tot machtiging opgenomen.<br />
<strong>De</strong> bevoegdheden <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> komen ook toe aan zijn advocaat of schriftelijk<br />
gevolmachtigde. 22 Een bijzonder gevolmachtigde kan een medewerker <strong>van</strong> <strong>Slachtofferhulp</strong><br />
Nederland zijn.<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> heeft geen recht op toevoeging <strong>van</strong> een (gratis) advocaat <strong>van</strong> rechtswege.<br />
Het <strong>slachtoffer</strong> dient eventueel zelf een advocaat te zoeken. Het kan zijn dat een <strong>slachtoffer</strong><br />
voor gesubsidieerde rechtsbijstand in aanmerking komt. Hiervoor kan dan door de advocaat<br />
een aanvraag bij de Raad voor Rechtsbijstand worden gedaan. Ingevolge art. 44 lid 4 Wet<br />
op de rechtsbijstand kunnen <strong>slachtoffer</strong>s <strong>van</strong> een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf zich<br />
kosteloos door een advocaat laten bijstaan indien vervolging is ingesteld en <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong><br />
overeenkomstig art. 3 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in aanmerking komt voor een<br />
uitkering.<br />
2.9. Tolk<br />
Een <strong>slachtoffer</strong> kan zich laten bijstaan door een tolk (art. 51c lid 3 Sv). Als <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> te<br />
kennen geeft de zitting bij te zullen wonen en <strong>het</strong> Nederlands niet of onvoldoende beheerst<br />
roept <strong>het</strong> Openbaar Ministerie desgewenst een tolk op voor de zitting. Hieraan zijn geen<br />
kosten verbonden. 23 Het <strong>slachtoffer</strong> mag ook zelf iemand meenemen die voor hem tolkt,<br />
maar moet dan eventuele kosten zelf betalen.<br />
2.10. Spreekrecht en Schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring<br />
2.10.1. Spreekrecht<br />
Op 1 januari 2005 is de Wet spreekrecht voor <strong>slachtoffer</strong>s in werking getreden. <strong>De</strong>ze wet<br />
heeft <strong>het</strong> mogelijk gemaakt dat <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong>, of diens nabestaande, op de terechtzitting<br />
een verklaring kan afleggen omtrent de gevolgen die <strong>het</strong> ten laste gelegde feit bij hem<br />
teweeg heeft gebracht.<br />
Het spreekrecht is geregeld in art. 51e Sv en art. 302 Sv. Het spreekrecht is door de wet<br />
versterking positie <strong>slachtoffer</strong> inhoudelijk onveranderd. Dat wil zeggen dat een <strong>slachtoffer</strong> of<br />
nabestaande op de zitting een verklaring kan afleggen over de gevolgen die <strong>het</strong> strafbare feit<br />
bij hem heeft teweeg gebracht (art. 51e lid 1 Sv). Het spreekrecht geldt voor strafbare feiten<br />
waarop 8 jaar of meer ge<strong>van</strong>genisstraf is gesteld en voor een aantal andere misdrijven die in<br />
de wet zijn genoemd (art. 51e lid 4 Sv).<br />
22 Kamerstukken II 1989/90, 21 345, nr. 3, p. 31 (MvT).<br />
23 Kamerstukken II 2004/05, 21 345, nr. 3, p. 22 (MvT) en Kamerstukken II 2005/06, 30 143, nr. 8 p. 21 (NV). Aanwijzing<br />
<strong>slachtoffer</strong>zorg p. 7.<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011
<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> in <strong>het</strong> strafproces<br />
<strong>De</strong> rechtbank kan aan de spreekgerechtigde nadere vragen stellen. Nadere vragen door de<br />
officier of de verdediging worden door tussenkomst <strong>van</strong> de voorzitter gesteld (art. 302 lid 1<br />
Sv). Het is niet de bedoeling dat <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> zijn visie op de bewijsbaarheid, op de<br />
verdachte of op de op te leggen straf geeft. 24 Blijkt <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> nieuwe informatie te<br />
kunnen verstrekken die <strong>van</strong> belang is voor beoordeling <strong>van</strong> de strafzaak, dan ligt <strong>het</strong> in de<br />
reden dat <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> hierover als getuige worden gehoord. 25<br />
Spreekgerechtigd is <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> of, indien <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> is overleden, één nabestaande.<br />
Als er toch meer nabestaanden <strong>het</strong> woord willen voeren, beslist de rechter eventueel wie hij<br />
zal horen (art. 302 lid 2 Sv). In de praktijk staat de rechter dan overigens soms toch toe dat<br />
meer nabestaanden <strong>het</strong> spreekrecht uitoefenen. Ook een minderjarige kan spreekrecht<br />
uitoefenen (art. 51e 3 Sv). Het spreekrecht is strikt persoonlijk, omdat <strong>het</strong> gaat om<br />
vertolking <strong>van</strong> de eigen ervaringen. <strong>De</strong> spreekgerechtigde kan zich dus niet laten<br />
vertegenwoordigen, ook niet als hij fysiek niet in staat is <strong>van</strong> <strong>het</strong> spreekrecht gebruik te<br />
maken. 26 Het is evenmin toegestaan dat de wettelijk vertegenwoordiger voor de minderjarige<br />
spreekt.<br />
Het openbaar ministerie informeert de spreekgerechtigden tijdig over de mogelijkheid om ter<br />
zitting een mondelinge verklaring af te leggen. Alleen <strong>slachtoffer</strong>s <strong>van</strong> feiten die aan<br />
verdachte ten laste zijn gelegd kunnen <strong>het</strong> spreekrecht uitoefenen. Het openbaar ministerie<br />
verstrekt daarbij de brochure schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring en spreekrecht.<br />
<strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland ondersteunt <strong>slachtoffer</strong>s die <strong>het</strong> spreekrecht willen uitoefenen,<br />
maar ondersteuning kan ook door een advocaat plaatsvinden. Ter voorbereiding kan<br />
eventueel een schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring worden opgesteld. 27 <strong>De</strong> officier <strong>van</strong> justitie<br />
roept <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> of diens nabestaanden op voor de zitting conform de bepalingen<br />
betreffende de oproeping <strong>van</strong> getuigen (art. 260 lid 2 Sv).<br />
2.10.2. <strong>De</strong> schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring<br />
Een schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring (ssv) kan worden opgesteld indien een <strong>slachtoffer</strong> geen<br />
gebruik wenst te maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> spreekrecht, maar wel de officier <strong>van</strong> justitie, rechter en<br />
verdachte over de gevolgen <strong>van</strong> <strong>het</strong> delict wil informeren. <strong>De</strong> ssv wordt als officieel<br />
processtuk toegevoegd aan <strong>het</strong> strafdossier. Het opstellen <strong>van</strong> een ssv leidt in geen geval tot<br />
een plicht om de verklaring mondeling ter zitting toe te lichten. <strong>De</strong> schriftelijke verklaring<br />
wordt tevens verstrekt aan verdachte en/of zijn raadsman. Op de zitting kunnen zowel de<br />
officier <strong>van</strong> justitie als de rechter nadrukkelijk aandacht besteden aan de schriftelijke<br />
<strong>slachtoffer</strong>verklaring. 28<br />
Het neergelegde beleid in de Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg lijkt te bepalen dat alleen in<br />
spreekrechtwaardige zaken een ssv kan worden ingediend. Dit is strikt genomen niet juist.<br />
In art. 51b lid 2 Sv is immers neergelegd dat <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> <strong>het</strong> recht heeft om stukken die hij<br />
rele<strong>van</strong>t acht voor de beoordeling <strong>van</strong> de zaak tegen de verdachte aan <strong>het</strong> dossier toe te<br />
voegen. Dat kan een schriftelijke <strong>slachtoffer</strong>verklaring zijn. Niet is als voorwaarde gesteld dat<br />
<strong>het</strong> recht om een verklaring toe te voegen alleen bestaat bij spreekrechtwaardige zaken.<br />
<strong>De</strong> vraag kan, gelet op de wetstekst, zelfs gesteld worden in hoeverre de schriftelijke<br />
verklaring <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>slachtoffer</strong> is gebonden aan de beperkingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> spreekrecht.<br />
24 Kamerstukken II 2001/02, 27 632, nr. 5, p. 8 en 12 (MvT).<br />
25 Kamerstukken II 2001/02, 27 632, nr. 8 (NV); p. 5;. Kamerstukken I 2002/03, 27 632, nr. 104b, p. 3 (MvA).<br />
26 Kamerstukken II 2001/02, 27 632, nr. 5, p. 9 (MvT).<br />
27 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 10.<br />
28 Aanwijzing <strong>slachtoffer</strong>zorg, p. 10.<br />
Copyright <strong>Slachtofferhulp</strong> Nederland 2011