10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk 10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

14.09.2013 Views

90 van een particulier belang versus een overstijgend belang. Iedereen wil zich kunnen verplaatsen, maar slechts weinigen accepteren de overlast die daar bij hoort: het ‘Not In My Backyard’ syndroom. Het is de taak van de politiek om een goede afweging te maken tussen het particulier en het overstijgende belang. Daar is juist een zekere afstand tot de kiezer voor nodig. Er komt bij dat het politieke gesprek in een kleine gemeente weliswaar nabij is, maar inhoudelijk smal is. Het gaat vaak over directe omgevingsbelangen. Activiteiten die het leven van de inwoners op de langere termijn beïnvloeden, zoals bovenlokale ruimtelijke planning, woningmarkt, onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidsbeleid, komen in een kleinere gemeente getrapt op tafel. Niet als onderdeel van de eigen lokale agenda, maar als onderdeel van een regionale agenda waar de gemeente zelf maar beperkt invloed op heeft. Het beste voorbeeld in Europa van het verband tussen omvang en (on)macht is Frankrijk. Frankrijk telt 36.000 gemeenten. Gemiddeld zijn dat 1816 inwoners per gemeente. In Nederland is dat gemiddelde 40.931. De lokale politiek is in Frankrijk zeer nabij, op het platteland kan de enige caféhouder van het dorp zijn functie combineren met het burgemeesterschap. Maar Frankrijk is een zeer centralistisch land. Vergeleken met Nederland, is een gemeente daar een bijna inhoudsloze aangelegenheid. Het ‘huiswerk’ voor een fusiegemeente ligt voor de hand. Het gaat niet om het krampachtig zoeken van methodes om raadsleden toch dichtbij de inwoners te laten functioneren. Er moet vanzelf een nieuw evenwicht ontstaan staan tussen nabijheid (signaleren, ombudsfunctie) en politiek-programmatische afweging door raadsleden. Het gaat wel om het echt ‘naar binnen halen’ van de schaalvoordelen. De fusiegemeente krijgt een flink deel van de agenda die belegd was op bovenlokale tafels, weer in eigen huis. In kleine gemeenten is op dit moment sprake van ene democratisch tekort: veel thema;s bewegen zich aan een abstracte waar de gemeente hooguit indirect invloed heeft. De democratische winst van een fusie moet worden geboekt in het daadwerkelijk betrekken van bevolking en stakeholders bij die thema’s. Het is een vorm van ‘insourcing’. Het gesprek tussen raadslid en inwoner wordt minder frequent, maar het gaat wel over veel meer. 10.3 Identiteit Het derde sleutelwoord dat vaak gebruikt wordt in een pleidooi voor het behouden van een kleinere gemeente is de lokale identiteit. Het historisch en sociaal bepaalde gezicht van een gemeenschap zou blijven bestaan wanneer die gemeenschap samenvalt met een gemeentegrens en over een eigen politieke woordvoering in de vorm van een gemeenteraad zou beschikken. We kijken eerst naar de rol van de politieke identiteit, de eigen cultuur van het lokale electoraat. Het is in Nederland hoogst ongebruikelijk om een politieke identiteit van een bevolking – in de zin van stemgedrag – een rol te laten spelen bij een gemeentelijke herindeling. Dat is heel anders dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waar administratieve

91 grenzen vrij gemakkelijk getrokken worden om het electoraat van de ene of de andere partij te isoleren. Het Amerikaanse districtenstelsel leent zich daar ook voor. Als het in Nederland al hoogst ongebruikelijk is, dan zal de rol van het stemgedrag in een toekomstige fusiegemeente in de Bollenstreek verwaarloosbaar zijn. De streek heeft een vrij stevige liberale inslag, op basis van een katholiek-cultureel verleden. Verder is er een behoorlijke presentie van lokale partijen: vier van de gemeenten hebben lokale partijen (Noordwijkerhout is de uitzondering), al is de traditie van lokale partijvorming in Noordwijk wel veel sterker dan in de andere gemeenten. Er lijken niet echt afvallers te zijn: de bestaande politieke verhoudingen zullen ook in een fusieraad zichtbaar blijven. Overigens is het electoraat natuurlijk sterk in beweging en dat zal zo blijven. Politieke identiteit kan wel een rol spelen in de onderlinge bestuurlijke verhoudingen. Bekend fenomeen in bestuurlijk Nederland is natuurlijk het calimero-effect: een grote gemeente kan in de aanloop naar een fusie een nabije kleine gemeente flink vrees inboezemen. Een bekend voorbeeld is de fusie van Rosmalen met Den Bosch. Het calimero-effect was niet goed behandeld en de kiezers van Rosmalen kozen bij de eerste verkiezingen voor de fusieraad prompt massaal op de lokale Rosmalense partij. Die werd de grootste partij in de raad van Den Bosch en heeft – ook na jaren – nog steeds een stevige positie. Van een calimero-effect is in de Bollenstreek geen sprake. De vijf gemeenten verschillen te weinig in grootte van elkaar om zo’n effect op te roepen. Toch zijn er identiteitskwesties. In de afgelopen maanden heeft met name de raad van Noordwijk een aantal keren gewezen op een bijzonder positie; maar als het Noordwijk niet was geweest, was het wel een van de anderen geworden: alle vijf gemeenten hebben welbeschouwd een bijzondere positie. Voor een deel heeft dat te maken met de ‘biotopen’: de tegenstelling tussen de kust met de bijbehorende hospitality met het achterland en de bollencultures; de tegenstelling tussen het authentieke dorp in Hillegom en de verrandstedelijkte omgeving van Teylingen; enzovoort. Maar het zijn overzichtelijke tegenstellingen. Zelfs de nabije stad Leiden heeft al meer tegenstellingen en diversiteit in groepen en gemeenschapsidentiteiten binnen de poorten dan de Bollenstreek in z’n geheel. Pas wanneer Katwijk mee zou gaan doen aan fusiebesprekingen ontstaat er een wezenlijk pluriformer beeld. Hoe krijgen we toch een vinger achter de identiteitsbeleving in de raden? Wellicht is de beste weg om toch per gemeente een lijst te maken van de in hoofdstuk 1 genoemde ‘singulariteiten’, de unica die per gemeente die bij een fusie aandacht behoeven of behouden moeten blijven. Zo’n lijst maakt een zakelijk en inhoudelijk gesprek tussen de raden mogelijk.

91<br />

grenzen vrij gemakkelijk getrokken worden om het electoraat van de ene of de andere<br />

partij te isoleren. Het Amerikaanse districtenstelsel leent zich daar ook voor.<br />

Als het in Nederland al hoogst ongebruikelijk is, dan zal de rol van het stemgedrag in een<br />

toekomstige fusiegemeente in de Bollenstreek verwaarloosbaar zijn. De streek heeft een<br />

vrij stevige liberale inslag, op basis van een katholiek-cultureel verleden. Verder is er een<br />

behoorlijke presentie van lokale partijen: vier van de gemeenten hebben lokale partijen<br />

(<strong>Noordwijk</strong>erhout is de uitzondering), al is de traditie van lokale partijvorming in<br />

<strong>Noordwijk</strong> wel veel sterker dan in de andere gemeenten. Er lijken niet echt afvallers te<br />

zijn: de bestaande politieke verhoudingen zullen ook in een fusieraad zichtbaar blijven.<br />

Overigens is het electoraat natuurlijk sterk in beweging en dat zal zo blijven.<br />

Politieke identiteit kan wel een rol spelen in de onderlinge bestuurlijke verhoudingen.<br />

Bekend fenomeen in bestuurlijk Nederland is natuurlijk het calimero-effect: een grote<br />

gemeente kan in de aanloop naar een fusie een nabije kleine gemeente flink vrees<br />

inboezemen. Een bekend voorbeeld is de fusie van Rosmalen met Den Bosch. Het<br />

calimero-effect was niet goed behandeld en de kiezers van Rosmalen kozen bij de eerste<br />

verkiezingen voor de fusieraad prompt massaal op de lokale Rosmalense partij. Die werd<br />

de grootste partij in de raad van Den Bosch en heeft – ook na jaren – nog steeds een<br />

stevige positie.<br />

Van een calimero-effect is in de Bollenstreek geen sprake. De vijf gemeenten verschillen<br />

te weinig in grootte van elkaar om zo’n effect op te roepen. Toch zijn er<br />

identiteitskwesties. In de afgelopen maanden heeft met name de raad van <strong>Noordwijk</strong><br />

een aantal keren gewezen op een bijzonder positie; maar als het <strong>Noordwijk</strong> niet was<br />

geweest, was het wel een van de anderen geworden: alle vijf gemeenten hebben<br />

welbeschouwd een bijzondere positie. Voor een deel heeft dat te maken met de<br />

‘biotopen’: de tegenstelling tussen de kust met de bijbehorende hospitality met het<br />

achterland en de bollencultures; de tegenstelling tussen het authentieke dorp in<br />

Hillegom en de verrandstedelijkte omgeving van Teylingen; enzovoort. Maar het zijn<br />

overzichtelijke tegenstellingen. Zelfs de nabije stad Leiden heeft al meer tegenstellingen<br />

en diversiteit in groepen en gemeenschapsidentiteiten binnen de poorten dan de<br />

Bollenstreek in z’n geheel. Pas wanneer Katwijk mee zou gaan doen aan<br />

fusiebesprekingen ontstaat er een wezenlijk pluriformer beeld. Hoe krijgen we toch een<br />

vinger achter de identiteitsbeleving in de raden?<br />

Wellicht is de beste weg om toch per gemeente een lijst te maken van de in hoofdstuk 1<br />

genoemde ‘singulariteiten’, de unica die per gemeente die bij een fusie aandacht<br />

behoeven of behouden moeten blijven. Zo’n lijst maakt een zakelijk en inhoudelijk<br />

gesprek tussen de raden mogelijk.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!