10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
88<br />
tweede vertrekpunt worden – fusie – dan moet vanuit de streek alsnog de lokale situatie<br />
benaderd worden en is aandacht nodig voor de tweede groep van ‘waarden’. We<br />
belichten de plaats van de waarden van ‘klein’ in de context van een fusiegemeente in<br />
drie sleutelwoorden: decentralisatie en zelfbestuur, nabijheid van de politiek en<br />
identiteit.<br />
<strong>10</strong>.1 Decentralisatie en zelfbestuur<br />
In grotere gemeenten wordt veel gediscussieerd over de wijk als handelingskader voor<br />
inwoners en overheid, over sociale samenhang en, over burgerparticipatie en over<br />
decentralisatie. Die discussies gaan nooit gepaard met de gedachte om een gemeente af<br />
te schalen. Niemand wil Haarlem of Leiden splitsen. En dat geldt ook voor recente<br />
fusiegemeenten als Westland of Súdwest Fryslân. Het debat in grotere gemeenten gaat<br />
anders.<br />
In de eerste plaats is er ook binnen een grotere gemeente veel ruimte voor territoriale<br />
decentralisatie vanuit de overheid. Een voorbeeld komt uit Súdwest Fryslân. Die<br />
gemeente is ontstaan uit een fusie van vijf. Sommigen van die vijf waren op zich ook al<br />
fusieproducten. Uiteindelijk gaat het om een archipel van tientallen kernen. Van de<br />
historische elf Friese steden liggen er zes in deze ene gemeente. Na de herindeling is een<br />
dorpscoördinator aangewezen: iemand die ambtelijk verantwoordelijk is voor het<br />
terugkoppelen van alle signalen uit stad of dorp naar het ‘back office’ van de gemeente<br />
in Sneek. De gemeente stimuleert actief het functioneren van wijk- en<br />
dorpsverenigingen. Dat zijn de gesprekspartners van de coördinator. De coördinator<br />
heeft dus een actieve achterban die kan meedenken en het totaal overziet (anders dan<br />
een klacht van ene individuele burger). Die achterban stelt hem in staat om snel<br />
resultaat te boeken in het ‘back office’. De eerste resultaten wijzen er op dat de<br />
fusiegemeente op zowel nabijheid van bestuur als kwaliteit van dienstverlening beter<br />
scoort dan de oude en kleinere gemeenten. Natuurlijk zijn successen niet te kopiëren.<br />
Maar Súdwest Fryslân geeft wel aan dat een grote gemeente dichtbij de burgers kan<br />
staan, wanneer daar voldoende politieke energie ingestoken wordt. Daar past de<br />
kanttekening bij dat het niet gaat om ‘gelijk krijgen’ van de dorpscoördinator of het<br />
gemeentebestuur, maar om de responsiviteit. De gemeente moet antwoord geven, zelfs<br />
wanneer dat antwoord inhoudelijk gezien niet het gewenste antwoord is. Betrokkenheid<br />
van burger en bestuur lijkt vooral een zaak van responsiviteit, niet van fysieke afstand<br />
(de afstand tot het gemeentehuis kan in Súdwest Fryslân oplopen tot 35 kilometer).<br />
Er kan geargumenteerd worden dat de dorpsraad feitelijk de rol overneemt van een<br />
gekozen gemeenteraad. Dat klopt wel als het gaat om het signaleren van wat er in het<br />
dorp aan de hand is: de leden van de dorpsraad zijn aanspreekbaar voor de<br />
dorpsbewoners. Maar het geldt niet als het gaat om het mechaniek: de dorpsraad of<br />
wijkvereniging heeft geen kiezers, hoeft niet te scoren en kan dus op basis van minnelijk<br />
overleg zaken met de dorpscoördinator doornemen. Súdwest Fryslân heeft dus een<br />
nieuwe, nog niet bestaande vorm van decentrale aansturing uitgevonden.