10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk 10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

14.09.2013 Views

76 staf krijgt een directeur, die als eerste aanspreekpunt voor het dagelijks bestuur van de Bollenraad functioneert. De financiering van de staf gebeurt op basis van een bijdrage van de deelnemende gemeenten per inwoner. Die bijdragen komen terug op de begrotingen van de afzonderlijke gemeenten. Een beslispunt is of het bij elkaar brengen van zo’n groot deel van de organisatie consequenties heeft voor de rest van de ambtelijke capaciteit. Die vraag kan zonder nader onderzoek niet goed beantwoord worden. Maar het ligt voor de hand dat er aanzienlijke efficiency- en kostenvoordelen geboekt kunnen worden wanneer de ‘beleidsfusie’ gebruikt wordt als aanjager voor een totale ambtelijke fusie. Het is goed denkbaar dat zo’n fusie mogelijk is zonder gezamenlijke huisvesting. Voor de beleidsafdelingen is het wezenlijk dat ze bij elkaar zitten, daar moet juist de meerwaarde worden gezocht. Maar voor uitvoerende diensten kan dat anders zijn; dan kan het bijvoorbeeld veel meer gaan om nabijheid van het werkgebied of bereikbaarheid per openbaar vervoer. Op de afzonderlijke gemeentehuizen blijven vervolgens bestuursondersteuning, publieksdiensten en contactambtenaren werken. Deze aanpak bestaat op een reeks plekken in het land al. Van die ervaring kan gebruik gemaakt worden. Natuurlijk behoeft de vorming van de staf van een Bollenraad nadere bestudering. Maar wanneer de raden daar om vragen, lijkt een eerste organisatieplan binnen enkele weken leverbaar. 9.3 Bestuurlijke aansturing in varianten In strikte zin is een ambtelijke fusie geen strategische samenwerking. Het is een gemaksarrangement, bedoeld om efficiency en kostenvoordelen te bevorderen, om deskundigheid in huis te kunnen halen en houden en om de informatie-uitwisseling te optimaliseren. Zo bezien zijn ook de ‘pooling’ van deskundigheid en capaciteit in de bestaande samenwerkingsverbanden - van ISD tot Holland Rijnland – ook te beschouwen als ambtelijke mini-fusies. Dat soort operationele samenwerking wordt pas strategisch als er een stelsel van politieke afspraken bovenop ligt. In de voorliggende rapportage is uitgebreid aangegeven dat dat ook nodig is: de opgaven waar de streek voor staat, vragen om veel meer dan alleen gemaksarrangementen en operationele samenwerking. Er moet een politiek-bestuurlijke aansturing komen op het niveau van de streek. Weliswaar goed geworteld in de afzonderlijke gemeenteraden, maar met een eigen verantwoordelijkheid om de bovenlokale samenhang en slagkracht te bewaken en met de mogelijkheid om een werkorganisatie en een budget aan te sturen. We noemen drie varianten. De eerste variant in de gezamenlijke bestuurlijke aansturing is de figuur van een coördinerend wethouder. In deze constructie overlegt een portefeuillehouder uit een van de gemeenten met zijn collega’s over de beleidskaders en stuurt binnen dat kader

77 de staf aan. De verantwoording naar de afzonderlijke raden gebeurt door de individuele wethouders. De streek heeft sinds kort enige ervaring met deze aanpak: de intergemeentelijke economische agenda voor de greenport wordt zo aangestuurd. Voor een overzichtelijk en relatief beperkt beleidsterrein als de economische kant van de greenport, is het coördinerend wethouderschap wellicht een begaanbaar pad. Maar voor het aansturen van zo goed als de complete gemeenschappelijke beleidsagenda, zal dit construct tekort schieten. Het is immers niet een kwestie van ‘af en toe’ politiek overleg plegen en (half-)jaarlijks terugkoppelen naar de raden; het is een kwestie van een permanent politiek overleg over een veelheid van zaken, met een grote mate van politieke sensitiviteit. Er is dus iets robuusters nodig dan een coördinerend wethouderschap. De tweede variant is die van de constructie met een Dagelijks Bestuur en een Algemeen Bestuur, zoals vroeger in het Samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek en nu in Holland Rijnland. Met die aanpak is al beter recht te doen aan de inhoudelijke samenhang in de streek en de woordvoering namens de streek. Daar is een integrale aanpak voor nodig vanuit verschillende portefeuilles. Het DB neemt zelf de nodige besluiten en legt, afhankelijk van de mandatering, voorstellen voor aan het Algemeen Bestuur, met vertegenwoordigers van de deelnemende raden. Maar de voorbeelden van het oude SDB en het huidige HR lijken niet toereikend. De samenwerkingsagenda van 2013 is veel omvattender en ingrijpender dan die van SDB of HR. Het grootste deel van de strategievorming verhuist van de afzonderlijke raden naar het interlokale niveau. In het oude SDB en het huidige HR is al sprake van een ‘democratisch tekort’, omdat het werk van het DB zich afspeelt in een enigszins gedepolitiseerde omgeving, op afstand van de raden. Dat democratisch tekort zou in de Bollenstreek wel zeer groot worden, wanneer de omvangrijke agenda moet worden behandeld met een construct naar analogie van SDB of HR. Een volwaardig politiek debat op dat interlokale niveau veronderstelt een eigen dynamiek, met een directe verantwoording naar een volksvertegenwoordiging. En in die volksvertegenwoordiging moeten coalities gesmeed worden op basis van programmatische voorstellen. We kijken naar het voorbeeld van de Drechtsteden. Daar bestaat een Dagelijks Bestuur met vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten (vaak de burgemeester), dat praat met de Drechtraad. In de Drechtraad zijn alle fracties uit de deelnemende raden rechtstreeks aanwezig. Ze vertegenwoordigen dus niet hun gemeenteraad, maar zichzelf. Ze hebben een stemgewicht evenredig aan hun omvang. Door deze aanpak haalt de Drechtraad al veel meer ‘politiek’ in huis dan het Algemeen Bestuur van het SDB dat destijds deed, of dat van HR nu doet. Toch blijkt ook de Drechtraad nog onvoldoende in staat om politieke dynamiek te scheppen op de plek waar die hoort. De Drechtraad wordt nu aangevuld met een maandelijkse ‘Drechtdinsdag’. Aan die dag nemen niet de fracties, maar alle raadsleden deel. Het is dus een omvangrijk gebeuren, vergelijkbaar met het Valentijnsberaad van de vijf gemeenteraden in de Bollenstreek op 14 februari 2013. De Drechtdinsdag is nietbesluitvormend. De eerste bevindingen van de Drechtdinsdag zijn positief, in de zin dat

76<br />

staf krijgt een directeur, die als eerste aanspreekpunt voor het dagelijks bestuur van de<br />

Bollenraad functioneert.<br />

De financiering van de staf gebeurt op basis van een bijdrage van de deelnemende<br />

gemeenten per inwoner. Die bijdragen komen terug op de begrotingen van de<br />

afzonderlijke gemeenten.<br />

Een beslispunt is of het bij elkaar brengen van zo’n groot deel van de organisatie<br />

consequenties heeft voor de rest van de ambtelijke capaciteit. Die vraag kan zonder<br />

nader onderzoek niet goed beantwoord worden. Maar het ligt voor de hand dat er<br />

aanzienlijke efficiency- en kostenvoordelen geboekt kunnen worden wanneer de<br />

‘beleidsfusie’ gebruikt wordt als aanjager voor een totale ambtelijke fusie. Het is goed<br />

denkbaar dat zo’n fusie mogelijk is zonder gezamenlijke huisvesting. Voor de<br />

beleidsafdelingen is het wezenlijk dat ze bij elkaar zitten, daar moet juist de<br />

meerwaarde worden gezocht. Maar voor uitvoerende diensten kan dat anders zijn; dan<br />

kan het bijvoorbeeld veel meer gaan om nabijheid van het werkgebied of<br />

bereikbaarheid per openbaar vervoer. Op de afzonderlijke gemeentehuizen blijven<br />

vervolgens bestuursondersteuning, publieksdiensten en contactambtenaren werken.<br />

Deze aanpak bestaat op een reeks plekken in het land al. Van die ervaring kan gebruik<br />

gemaakt worden.<br />

Natuurlijk behoeft de vorming van de staf van een Bollenraad nadere bestudering. Maar<br />

wanneer de raden daar om vragen, lijkt een eerste organisatieplan binnen enkele weken<br />

leverbaar.<br />

9.3 <strong>Bestuurlijke</strong> aansturing in varianten<br />

In strikte zin is een ambtelijke fusie geen strategische samenwerking. Het is een<br />

gemaksarrangement, bedoeld om efficiency en kostenvoordelen te bevorderen, om<br />

deskundigheid in huis te kunnen halen en houden en om de informatie-uitwisseling te<br />

optimaliseren. Zo bezien zijn ook de ‘pooling’ van deskundigheid en capaciteit in de<br />

bestaande samenwerkingsverbanden - van ISD tot Holland Rijnland – ook te<br />

beschouwen als ambtelijke mini-fusies. Dat soort operationele samenwerking wordt pas<br />

strategisch als er een stelsel van politieke afspraken bovenop ligt. In de voorliggende<br />

rapportage is uitgebreid aangegeven dat dat ook nodig is: de opgaven waar de streek<br />

voor staat, vragen om veel meer dan alleen gemaksarrangementen en operationele<br />

samenwerking. Er moet een politiek-bestuurlijke aansturing komen op het niveau van de<br />

streek. Weliswaar goed geworteld in de afzonderlijke gemeenteraden, maar met een<br />

eigen verantwoordelijkheid om de bovenlokale samenhang en slagkracht te bewaken en<br />

met de mogelijkheid om een werkorganisatie en een budget aan te sturen.<br />

We noemen drie varianten.<br />

De eerste variant in de gezamenlijke bestuurlijke aansturing is de figuur van een<br />

coördinerend wethouder. In deze constructie overlegt een portefeuillehouder uit een<br />

van de gemeenten met zijn collega’s over de beleidskaders en stuurt binnen dat kader

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!