10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk 10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

14.09.2013 Views

32 22. Als het gaat om de ‘reguliere’ economie (kantoren, winkels, bedrijventerreinen) spreken de vijf Duin- en Bollengemeenten af hun gezamenlijke grondgebied te beschouwen als een integraal te ontwikkelen regio. De vijf Duin- en Bollengemeenten ontwikkelen eerst gezamenlijk een regionale ontwerpvisie op de ontwikkeling van winkels e.d. in de regio en in de afzonderlijke gemeenten. Vervolgens onderzoeken zij de wenselijkheid om hun investeringsmiddelen voor alle economie-gerelateerde kwesties (inclusief onderhoudsgelden voor infrastructuur) onder te brengen in een gezamenlijk meerjarenkader en of dat kader zich kan ontwikkelen tot een gezamenlijk investeringsfonds. Dat kan betekenen dat elke gemeente op den duur beschikt over een basispakket aan terreinen en winkels voor de verzorgende bedrijvigheid en dat daar bovenop regionale afspraken komen over specialisatie en diversiteit. (zie ook afspraak 29 EZ) 23. De vijf Duin- en Bollengemeenten richten een gezamenlijke servicebalie in voor alle bedrijven, zodat verschillen in gevalsbehandeling tussen gemeenten opgespoord kunnen worden en gezamenlijk de best mogelijke praktijk kan worden ontwikkeld. 24. De vijf Duin- en Bollengemeenten streven naar verhoging van de organisatiegraad van hun bedrijfsleven en naar uitbreiding van het park- en citymanagement naar de hele streek. 25. De vijf Duin- en Bollengemeenten voeren gezamenlijk een ambitieus en krachtig regionaal onderwijsbeleid waarin aandacht is voor de aansluiting van het regionale (beroeps-)onderwijs en arbeidsmarkt bij de economische doelstellingen in regio. Daarnaast voeren de vijf Duin- en Bollengemeenten een krachtig lokaal onderwijsbeleid, dat is gericht op het tegengaan van de schooluitval in het voortgezet onderwijs, vmbo en mbo; op het ondersteunen van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt (stageplekken en leerarbeidsplaatsen) en op goede relaties met werkgevers; en op goede relaties tussen de streek en de educatieve infrastructuur ‘van buiten’ (Hogescholen, UL, ROC, Wageningen

33 4.2 Working Party Economische Zaken: verkenning samenwerkingsvormen 3 Het toekomstbeeld van de regio dat uit de afspraken oprijst, is dat van een hoogproductieve en kennisintensieve economie met een sterke samenhang en met een hoge mate van integratie in de nationale en internationale economie. De ambitie gaat veel verder dan alleen een verzorgende en lokale economie. Sommige afspraken wijzen op een hoge mate van operationele samenwerking (zoals afspraak 23), andere afspraken wijzen op een regio die zich in strategische kwesties feitelijk als één gemeente gedraagt (22). Aan welke voorwaarden moet een effectieve samenwerkingsvorm voldoen? Op dit moment is regionale samenwerking bezien vanuit de uitvoering, in sterke mate een proces van ‘check op check op check’. Beleidsstukken verhuizen tussen beleidstafels op gemeentehuizen en tussen gemeentehuizen onderling. Behandelende ambtenaren besteden veel tijd aan checken of alle individuele inbreng nog steeds geborgd is. Dat kost niet alleen tijd, het leidt ook tot het blijven liggen van echte keuzes en echte proactieve dossierontwikkeling. Dat mechaniek moet zeker doorbroken worden, nu de inhoudelijke lat – de politieke ambities – zo hoog gelegd wordt. Om aan deze politieke ambities tegemoet te komen, is een uitvoeringsorganisatie nodig met een regionaal beslismoment. Vraagstukken moeten op hun merites voor de hele regio beoordeeld worden en niet als verlengde van een lokaal vraagstuk. Als dat laatste het geval zou zijn, weten we nu al dat we geen vooruitgang boeken ten opzichte van de status quo en dat de inhoudelijke ambities niet of nauwelijks bereikbaar zullen blijven. Twee voorbeelden: het onderschrijven van het Holland Space Center als een regionaal cluster dat regionale support verdient (afspraak 11 is in theorie eenvoudig; maar in de praktijk zal het Center als een Noordwijks belang gezien worden, zolang er niet een regionale bevoegdheid is. En de regionale planning (afspraak 22) komt alleen van de grond met een regionaal beslismoment. Welke varianten zijn mogelijk? Bundeling van de ambtelijke capaciteit in één afdeling, teneinde specialisatie en deskundigheidsontwikkeling mogelijk te maken, dubbelwerk overbodig te maken, het overlegcircuit uit te dunnen en korte interne lijnen te scheppen. Ook gewone praktische zaken vragen om samenwerking: vervanging bij ziekte maar ook om te zorgen dat je als ambtenaar voldoende proactief naar buiten toe blijft optreden en aan de beleidsprioriteiten (samen)werkt. Er is ambtelijk draagvlak en animo om snel te beginnen met de vorming van een intergemeentelijke afdeling op een locatie. Ambtelijke samenwerking betekent meer slagkracht en lobbykracht. Dit geldt bijvoorbeeld voor subsidie-aanvragen bij HR, provincie of EU: je moet je als gebied profileren dan maak je een veel grotere kans op subsidie (voorbeelden: waterrecreatie, 3 De twee working parties hebben plaatsgevonden op respectievelijk 4 en 22 april 2013 met deelname van beleidsmedewerkers Economische Zaken en Toerisme van 6 gemeenten, o.l.v. G. Van Lierop, gemeentesecretaris Hillegom

32<br />

22. Als het gaat om de ‘reguliere’ economie (kantoren, winkels, bedrijventerreinen)<br />

spreken de vijf Duin- en Bollengemeenten af hun gezamenlijke grondgebied te<br />

beschouwen als een integraal te ontwikkelen regio. De vijf Duin- en<br />

Bollengemeenten ontwikkelen eerst gezamenlijk een regionale ontwerpvisie op de<br />

ontwikkeling van winkels e.d. in de regio en in de afzonderlijke gemeenten.<br />

Vervolgens onderzoeken zij de wenselijkheid om hun investeringsmiddelen voor<br />

alle economie-gerelateerde kwesties (inclusief onderhoudsgelden voor<br />

infrastructuur) onder te brengen in een gezamenlijk meerjarenkader en of dat<br />

kader zich kan ontwikkelen tot een gezamenlijk investeringsfonds. Dat kan<br />

betekenen dat elke gemeente op den duur beschikt over een basispakket aan<br />

terreinen en winkels voor de verzorgende bedrijvigheid en dat daar bovenop<br />

regionale afspraken komen over specialisatie en diversiteit. (zie ook afspraak 29 EZ)<br />

23. De vijf Duin- en Bollengemeenten richten een gezamenlijke servicebalie in voor alle<br />

bedrijven, zodat verschillen in gevalsbehandeling tussen gemeenten opgespoord<br />

kunnen worden en gezamenlijk de best mogelijke praktijk kan worden ontwikkeld.<br />

24. De vijf Duin- en Bollengemeenten streven naar verhoging van de organisatiegraad<br />

van hun bedrijfsleven en naar uitbreiding van het park- en citymanagement naar de<br />

hele streek.<br />

25. De vijf Duin- en Bollengemeenten voeren gezamenlijk een ambitieus en krachtig<br />

regionaal onderwijsbeleid waarin aandacht is voor de aansluiting van het regionale<br />

(beroeps-)onderwijs en arbeidsmarkt bij de economische doelstellingen in regio.<br />

Daarnaast voeren de vijf Duin- en Bollengemeenten een krachtig lokaal<br />

onderwijsbeleid, dat is gericht op het tegengaan van de schooluitval in het<br />

voortgezet onderwijs, vmbo en mbo; op het ondersteunen van de aansluiting<br />

tussen onderwijs en arbeidsmarkt (stageplekken en leerarbeidsplaatsen) en op<br />

goede relaties met werkgevers; en op goede relaties tussen de streek en de<br />

educatieve infrastructuur ‘van buiten’ (Hogescholen, UL, ROC, Wageningen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!