10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
29<br />
4. Strategische samenwerking Economische Zaken en Toerisme<br />
4.1 Analyse en afspraken<br />
Maatschappelijke omgeving<br />
De Vijf Duin- en Bollengemeenten hebben gezamenlijk een vrij kleine economie. Ze<br />
bieden een woonplek aan 3,4 procent van de Zuid-Hollanders, maar hebben maar<br />
2,9 procent van de Zuid-Hollandse arbeidsplaatsen in huis. We zijn dus vooral een<br />
woonregio. Zo’n woonregio heeft z’n eigen verdiensten, maar maakt ook<br />
kwetsbaar. De regio is afhankelijk van ontwikkelingen elders. Ontslagen in Den<br />
Haag, op Schiphol, in de IJmond of andere plekken waar Bollenstrekers werken,<br />
laten de werkloosheid hier stijgen. En het gaat om meer dan alleen<br />
werkgelegenheid. Een stevige lokale economie is de drager voor allerlei<br />
voorzieningen, van winkels en cultuur tot onderwijs en sport. Ondernemerschap<br />
bindt het talent van jonge mensen, verschaft dynamiek aan de samenleving en<br />
zorgt voor zelfredzame mensen. Er is veel voor te zeggen een ‘complete regio’ te<br />
willen zijn, waarin het niet alleen goed wonen maar ook goed ondernemen is. Juist<br />
in de crisis waarin Nederland verkeert en die nog vele jaren zal na-ijlen, is het zaak<br />
te werken aan een versterking van de economische structuur.<br />
Aan de innovatieve kant van de economie heeft de Bollenstreek te maken met twee<br />
of drie topsectoren: de greenport (bollen en vaste planten, met inbegrip van bulb-<br />
en flowerscience) , het Holland Space Center en in toenemende mate ook het<br />
Leidse Life Science cluster (biobased economy incl. de medische ontwikkelingen),<br />
dat meer en meer verbindingen ontwikkelt met de beide Bollenstreek clusters. Het<br />
speelveld rondom deze topsectoren is niet lokaal en zelfs niet regionaal, maar<br />
landelijk en internationaal. Om als regio die clusters mede te kunnen dragen, moet<br />
worden gehandeld in een netwerk van grote steden, provincies, ministeries,<br />
bedrijvenkoepels en kenniscentra. Daar vinden de investeringsbeslissingen plaats<br />
en worden afspraken gemaakt over subsidies, specialisaties en acquisities.<br />
Aan de reguliere kant van de economie wordt voor de komende tien tot vijftien jaar<br />
een ingrijpend proces van transitie zichtbaar. De detailhandel zal ingrijpend<br />
veranderen door de opkomst van internet en de functieverbreding van<br />
supermarkten; de kantorenleegstand vergt een oplossing; de scheiding van functies<br />
op bedrijventerreinen (productie, logistiek, ontwerp, beheer, verblijf), die vaak ook<br />
in bestemmingsplannen is vastgelegd, werkt niet meer, omdat al die processen<br />
steeds meer door elkaar gaan lopen (en van bedrijventerreinen zogenaamde<br />
‘werklandschappen’ gaan maken. We kunnen er van uitgaan dat de markt die<br />
transitie niet vanzelf zal doorvoeren: daarvoor is te weinig kapitaal voor handen. En<br />
er is in de crisis ook heel veel initiërend vermogen bij marktpartijen verdwenen. Een<br />
actieve rol van de lokale overheid is gewenst. Daar is veel specialistische kennis<br />
voor nodig, bijvoorbeeld over vastgoed.