10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
17<br />
preparatie. De partners van de gemeenten zijn in hoofdzaak bovenlokaal georganiseerd<br />
(brandweer, GHOR) en het einde aan die schaalvergroting is nog niet in zicht (nationale<br />
politie). Ook de partners in de preventie-keten zijn vaak landelijke organisaties (zoals<br />
branche-organisaties van bedrijven). Een krachtenbundeling in de Duin- en Bollenstreek<br />
is noodzakelijk om gezien en gehoord te worden door deze partners. Er zijn<br />
aanwijzingen dat het ontbreken van één stem nadelig is voor de regio, bijvoorbeeld bij<br />
de verdeling van politie-capaciteit.<br />
Anderzijds is er ook een ‘intrinsieke’ toename van de veiligheidsproblematiek. Zo gaan<br />
de komende schrale jaren in het sociaal domein stellig een extra werklast opleveren<br />
voor de veiligheidsfuncties. De bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg,<br />
daklozenzorg en verslaafdenzorg betekenen dat mensen die jarenlang in trajecten<br />
hebben gezeten weer in het openbaar domein komen. Dat vraagt om meer kwaliteit:<br />
verdere specialisatie en expertise. In de praktijk zal de opschaling uit de eerste<br />
werkplaats geflankeerd worden door ‘afschaling’ in de vierde werkplaats: maatwerk in<br />
het plaatselijk veiligheidsbeleid.<br />
Elk bedrijventerrein is weer anders en moet weer een eigen pakket aan<br />
parkmanagement en beveiliging ontwikkelen. De ene buurt is veel homogener dan de<br />
andere en leent zich op een andere manier voor projecten als hang- en sluitwerk en<br />
buurtpreventie. En het uitgaans- en evenementengedrag is in elke kern weer anders.<br />
Aan welke voorwaarden moet een effectieve samenwerkingsvorm voldoen?<br />
De discussie zit in de ogen van de ‘working party’ niet zozeer in de eerste twee<br />
‘werkplaatsen’ (warme en koude kant van de crisisbeheersing). De gemeenten hebben<br />
daar een uitvoerende rol. De wettelijke eisen aan omvang en samenstelling van de<br />
crisisteams zijn van dien aard, dat de gemeenten daar niet meer op eigen kracht aan<br />
kunnen voldoen en praktische samenwerking ‘als vanzelf’ aan de orde gaat komen.<br />
<strong>Noordwijk</strong> en Katwijk hebben al een begin gemaakt met een ‘buddyschap’ als het gaat<br />
om preparatie in het duin- en strandgebied. Er loopt op dit moment een afzonderlijk<br />
onderzoek naar die samenwerking. Zoals het er nu uitziet, is dat een voorloper van<br />
operationele samenwerking van alle zes gemeenten in de regio. Het is vooral een<br />
kwestie van tijd en – letterlijk – oefening. De verwachting is dat de vorming van een<br />
gemeenschappelijk veiligheidsbureau en een gemeenschappelijk beleidscentrum er op<br />
termijn ‘vanzelf’ gaan komen, mede vanwege de samenwerking met de andere partners<br />
in de keten. Voor de aansturing en de bevoegdheden maakt deze versterkte<br />
operationele samenwerking niets uit. De burgemeester van gemeente x blijft<br />
verantwoordelijk voor een incident, ook wanneer het beleidscentrum zich buiten zijn<br />
gemeente bevindt en de crisisstaf uit mensen van zes gemeenten bestaat (tenzij het<br />
incident wordt opgeschaald en de verantwoordelijkheid naar een ander niveau over<br />
gaat). Een gemeenschappelijk veiligheidsbureau en een gemeenschappelijk<br />
beleidscentrum geven belangrijke voordelen als het gaat om het adviseren van de<br />
burgemeesters in de Veiligheidsregio (voorbereiden vergaderstukken, efficiency en<br />
specialisatie).