14.09.2013 Views

10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

10 07 Eindrapport Bestuurlijke Toekomst - Gemeente Noordwijk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

130<br />

Er wordt opgemerkt dat door de aanstelling in algemene dienst en het toevertrouwen<br />

van klussen het generalisme feitelijk op lokaal niveau wordt versterkt.<br />

Ger van Lierop deelt mede dat de raden vanavond in feite de koers bepalen door het al<br />

dan niet instemmen met de afspraken op de 5 beleidsterreinen.<br />

De betrokken ambtenaren EZ zijn echter van mening dat de raden allen denken winnaar<br />

te zijn op een bepaald terrein en om wat voor reden dan ook voordeel zien in een<br />

samenwerking met de inbreng van locale accenten. Meer politiek vooroverleg is wellicht<br />

gewenst. De suggestie wordt gedaan dat de instelling van gezamenlijke<br />

raadscommissies hierin mogelijk zou kunnen voorzien.<br />

Een beleidsambtenaar stelt voorstander te zijn van een intensieve vorm van<br />

samenwerking op ad hoc basis. De geformuleerde afspraken worden herkent. Een<br />

verdergaande vorm van samenwerking maakt de uitvoering van de afspraken het beste<br />

mogelijk. Deze beleidsambtenaar ziet voordeel in een integrale benadering en efficiëntie<br />

door specialisme. Dit gaat echter wel ten koste van de bestaande aantrekkelijkheid van<br />

de functie van beleidsmedewerker EZ.<br />

Bas van Meggelen merkt op dat dit niet zo hoeft te zijn omdat de samenwerking zich<br />

beperkt tot de 6 programmalijnen uit het koersdocument en de gemaakte afspraken op<br />

de radenconferentie op 14 februari 2013. Daarnaast blijft voldoende generalisme en<br />

aantrekkelijkheid van het werk van een beleidsmedewerker EZ bestaan.<br />

Aart van Bochove concludeert dat er in feite 3 samenwerkingsvormen benoemd zijn n.l.:<br />

- de vormgeving van 1 gezamenlijke ambtelijke afdeling EZ op 1 locatie;<br />

- een bestuurlijk aanspreekpunt voor EZ (onder voorwaarde dat dit ook gebeurt voor RO);<br />

- een fusie (meerderheidsstandpunt).<br />

Ger van Lierop komt terug op de vraagstelling. ‘Wat is in het kader van samenwerking in<br />

de ogen van de beleidsmedewerkers EZ nodig om de afspraken op Economisch terrein te<br />

kunnen halen? Welke samenwerkingsvorm is hiervoor het beste? Dit moet uiteraard<br />

werkbaar en haalbaar zijn.’<br />

Na ampele discussie wordt de keuze beperkt tussen de instelling van een bestuurlijk<br />

aanspreekpunt (wethouder) EZ of een fusie.<br />

Na een korte pauze worden de afspraken bezien vanuit de resterende<br />

voorkeursvarianten waarbij afspraak 22 als meest ingrijpende als toets wordt bezien.<br />

Beide varianten worden afgezet op de onderdelen complexiteit, bestuurlijke legitimiteit,<br />

slagkracht, efficiëntie en doorlooptijd.<br />

Met name wordt aandacht besteed aan de bestuurlijke legitimiteit in relatie tot de<br />

bepalingen van de <strong>Gemeente</strong>wet en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Gewezen<br />

wordt op het Drechtsteden-model en de samenwerking van de zgn. BEL-gemeenten.<br />

Geconstateerd wordt de technische doorlooptijd van samenwerking sneller zal kunnen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!