13.09.2013 Views

BOERKE NAAS.pdf

BOERKE NAAS.pdf

BOERKE NAAS.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>BOERKE</strong> <strong>NAAS</strong><br />

1 10<br />

Wie heeft er ooit het lied gehoord, ‘Wat zal ze zeggen ‘, kreesch boer Naas,<br />

het lied van Boerke Naas? ‘wanneer ik t’huiswaards keer?<br />

’t En ha, ’t is waar, geen leeuwenhert, Hij heeft het weêrom al verbuisd!<br />

maar toch, ’t en was niet dwaas. die zatlap, nog nen keer!’<br />

2 11<br />

Boer Naas die was twee runders gaan ‘Hoort hier, mijn vriend, believe ’t u,<br />

verkoopen naar de stee toogt dat gij mij minzaam zijt,<br />

en bracht, als hij naar huis toe kwam, och, schiet ne kogel deur mijn hoed<br />

zes honderd franken meê. en spaar mij ’t vrouwverwijt!’<br />

3 12<br />

Boer Naas, die maar een boer en was, ‘k Zal zeggen, als ik thuis geraak:<br />

nochtans was scherp van zin, men heeft mijn geld geroofd,<br />

hij ging en kocht een zevenschot, en, letter schilde ’t of ik had<br />

en stak daar kogels in. nen kogel deur mijn hoofd!’<br />

4 13<br />

Alzoo kwam Naas, met stapkens licht, De dief, die meer van kluiten hield<br />

en met de beurze zwaar; als van boer Naas zijn bloed,<br />

hij zei: Och ‘k wilde dat ik thuis schoot rap ne kogel deur en deur<br />

en in mijn bedde waar !’ de kobbe van z’nen hoed.<br />

5 14<br />

Al met ‘nen keer, wat hoort boer Naas, ‘Bedankt!’zei Naas, en greep zij slep:<br />

juist bracht hem in den tronk ‘schiet nog een deur mijn kleed!’<br />

Daar roert entwat, daar loert entwat; De dief legt aan en Naasken houdt zijn<br />

’t docht Naasken dat ’t verzonk! Piterleken (*) g’reed.<br />

6 15<br />

En eer dat ’t veintjen asem kreeg, ‘Schiet nog een deur mijn broek’, zei<br />

zoodanig was’t ontsteld, Naas, ‘toen peist me wijf voorwaar,<br />

daar grijpen Naas twee vuisten vast als dat ik, bij mirakel, ben<br />

en ’t ligt daar, neêrgeveld. ontsnapt an ’t lijf gevaar.’<br />

7 16<br />

‘t En hoorde noch ’t en zag bijkan De roover zegt:’Nu zal ’t wel gaan,<br />

’t en voelde bijkans niet, waar is uw beurze, snel;<br />

’t en zij dat ’t een pistole zag, ‘k en heb noch tijd noch kogels meer.<br />

en zeggen hoorde: …..Ík schiet!’ ‘Ik wel ‘zegt Naas , ik wel!’<br />

8 17<br />

‘Ik schiet, zoo gij, op staanden voet. Zijn zevenschot haalt Naas toen uit<br />

niet al uw geld en geeft; en spreekt; ‘Is ’t dat ge u niet,<br />

en g’hebt , van zoo gij roert, me man, in een-twee-drie, van hier en pakt,<br />

uw laatsten dag geleefd!’ gij galgendweil,ik schiet!’<br />

9 18<br />

Boer Naas, die alle dagen vijf ‘Ik schiet , van als gij nader komt,<br />

zes kruisgebeden bad, uw dommen kop in gruis,<br />

om lang te mogen leven , peist en, zoo gij Naas nog rooven wilt,<br />

hoe hij in nesten zat! Laat uw verstand niet thuis!’


19<br />

En loopen dat die rover dei<br />

de beenen van zijn lijf,<br />

zoo snel, dat ’t onbeschrijflijk is,<br />

hoe snel ook dat ik schrijf!<br />

20<br />

Hier stoppe ik. Dichte een ander nu<br />

ne voois op boerke Naas;<br />

’t is waar,’t er was geen leeuwenhert,<br />

maar toch, ’t en was niet dwaas!<br />

(*) slipjasje<br />

MAAN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!