De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
was dezelfde reactie als die van de slechte vijgen jegens <strong>het</strong> leger van Babylon vele jaren<br />
eerder.<br />
Zij begrepen niet dat God hen aan <strong>het</strong> oordelen was. In plaats daarvan besloten zij <strong>om</strong><br />
tot de dood toe te <strong>strijd</strong>en, denkende dat God te allen tijde aan hun kant zou staan. Het<br />
lijkt een historisch feit te zijn dat zij die wetteloos zijn, eveneens ook blind zijn voor hun<br />
eigen wetteloosheid. Vanwege deze reden bevochten zij degenen die God had<br />
opgeworpen <strong>om</strong> de natie te oordelen. Zij bevochten de stok, in plaats van zich te<br />
vernederen voor <strong>De</strong>gene die deze hanteerde. <strong>De</strong>ut. 28:64 profeteert dat zij in hun<br />
gevangenschap andere goden in andere landen zouden gaan dienen. Judaïsme vervult<br />
deze profetie eveneens, want zij dienen niet de God van de Bijbel, behalve dan met hun<br />
lippen.<br />
En daar<strong>om</strong> staan Joodse geschiedenisboeken vol van klachten over hoe andere volken<br />
hen slecht hebben behandeld. Laten wij ons als christenen niet mengen met hen die<br />
doelbewust anderen mishandelen, waaronder de Joden. En laten wij eveneens erkennen<br />
dat God een goddeloos volk opwierp <strong>om</strong> hen volgens de wet van Mozes te oordelen. God<br />
gebruikt naast goede mensen ook slechte mensen voor Zijn doeleinden <strong>–</strong> <strong>het</strong>zij op<br />
verschillende manieren.<br />
DE TIMING VAN HET OORDEEL OVER JERUZALEM<br />
Dit oordeel van God kwam over hen als direct gevolg van hun verwerping en executie<br />
van Johannes de Doper en Jezus Christus. God had hen 40 jaar van genade geschonken<br />
waarin zij tot bekering konden k<strong>om</strong>en, zij weigerden dit echter te doen. In hun blinde<br />
overijverigheid bleven zij <strong>strijd</strong>en tot heel <strong>het</strong> land geruïneerd was en er miljoenen<br />
mensen dood of in slavernij verkocht waren.<br />
Johannes de Doper werd met <strong>het</strong> Pascha van 30 n.Chr. gedood, dit was ca. zes maanden<br />
nadat hij Jezus had gedoopt. Mattheüs 14:1-12 zegt ons dat nadat Johannes was<br />
geëxecuteerd zijn discipelen naar Jezus gingen en Hem <strong>het</strong> nieuws vertelden. Vervolgens<br />
voedde Jezus de 5000 met vijf broden en twee vissen. (Hetzelfde verhaal wordt in<br />
Johannes 6 verteld, waar wij zien dat dit wonder rond de tijd van Pascha werd gedaan.)<br />
Johannes stierf op <strong>het</strong> Pascha van 30 n.Chr.<br />
Veertig jaar later, met <strong>het</strong> Pascha van 70 n.Chr., begonnen de R<strong>om</strong>einen de stad<br />
Jeruzalem te belegeren. Josephus, een van de Judese generaals die tot aan deze<br />
belegering tegen de R<strong>om</strong>einen had gevochten, schreef van de 115.880 doden en<br />
gewonden die door een van de poorten van Jeruzalem werden gedragen. In zijn “Wars of<br />
the Jews”, V, xiii, 7, schreef hij:<br />
“Niet minder dan honderdvijftienduizend achthonderdtachtig dode lichamen, binnen de tijd tussen de<br />
veertiende dag van de maand Xanthicus of Nissan [d.w.z. Pascha], toen de R<strong>om</strong>einen hun kamp bij de stad<br />
opzetten, en de eerste dag van de maand Panemus of Tamuz."<br />
Josephus beschreef dat de R<strong>om</strong>einen hun kamp rond Jeruzalem opzetten <strong>om</strong> zo de<br />
belegering op <strong>het</strong> Pascha van 70 n.Chr. te beginnen. Dit was exact veertig jaar na de<br />
executie van Johannes de Doper. <strong>De</strong> stad werd eind augustus dat jaar verwoest. <strong>De</strong><br />
tempel werd verbrand. Door de hitte hiervan smolt al <strong>het</strong> goud. Later wrikte in de <strong>strijd</strong><br />
<strong>om</strong> <strong>het</strong> goud heel <strong>het</strong> volk elke steen van de andere los <strong>om</strong> <strong>het</strong> goud, dat zich tussen de<br />
stenen bevond, te verzamelen. Toen de verwoesting eenmaal was geschied stond er<br />
geen enkele steen meer op de andere, <strong>het</strong>geen Jezus in Mat. 24: 1, 2, al voorzegt had,<br />
1 En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar<br />
Hem toe <strong>om</strong> Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. 2 Jezus antwoordde<br />
en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op<br />
de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden.<br />
<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 48