De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
k<strong>om</strong>st van de Messias. Grote menigten waren bereid <strong>om</strong> elk mogelijke visionair, die claimde inspiratie van<br />
boven te hebben, te volgen. Zeloten gingen hysterisch krijsend hun dood tegemoet. Wat moest iemand nu met<br />
zo’n natie doen? <strong>De</strong> R<strong>om</strong>einen waren behoorlijk verbijsterd. Zij hadden wel vaker met dergelijke turbulente<br />
volken te maken gehad, maar geen van allen was zo tegendraads <strong>–</strong> zo waanzinnig hardnekkig.”<br />
Toen Florus de R<strong>om</strong>einse procurator van Judea was, begon in 66 n.Chr. de oorlog. Judea<br />
was ziedend van onrust en haat jegens de R<strong>om</strong>einen. <strong>De</strong> R<strong>om</strong>einen waren van mening<br />
dat een volgende opstand op handen was. Hun eigen dipl<strong>om</strong>atie hadden ze zonder succes<br />
gebruikt. Nu instrueerde ze Florus <strong>om</strong> standvastig en indien nodig zelfs wreed te<br />
handelen. Joshephus, de Judese historicus in die tijd schreef in zijn “Wars of the Jews”,<br />
II, xiv, 3, 4, <strong>het</strong> volgende,<br />
“Daar<strong>om</strong> versterkte hij [Florus] elke dag hun calamiteiten <strong>om</strong> zo de kans op een opstand te verminderen… Op<br />
<strong>het</strong>zelfde m<strong>om</strong>ent begon in <strong>het</strong> twaalfde jaar van de regering van Nero en <strong>het</strong> zeventigste jaar van de regering<br />
van Agrippa in de maand Artemisius of Jyar de oorlog.”<br />
In onze huidige tijdberekening begon de oorlog in de lente van 66 n.Chr. Wanneer we de<br />
geschiedenis door de ogen van God lezen moeten we constateren dat geschiedenis<br />
simpelweg vervulde profetie is. Dus zonder enige kennis van geschiedenis kan men niet<br />
volledig begrijpen wat de profeten door inspiratie van God voorzegd hebben. Zij die de<br />
geschiedenis niet kennen zijn gedoemd haar te herhalen. In <strong>het</strong> geval van Juda in de<br />
eerste eeuw waren zij de wetten van tegenspoed vergeten en hechtten zij geen waarheid<br />
aan de boodschap van Jeremia. Zij vergaten de reden van <strong>het</strong> ijzeren juk van Babylon,<br />
waardoor zij gedoemd waren <strong>om</strong> tot dit zware oordeel terug te keren.<br />
God had de intentie <strong>om</strong> Jeruzalem en haar volk te oordelen voor hun hypocriete religie<br />
(zoals Jesaja dit hen voor had gehouden), die zij ten volle liet blijken door de verwerping<br />
van Johannes de Doper en Jezus Zelf door hun leiders. Johannes werd met <strong>het</strong> Pascha<br />
van 30 n.Chr. ter dood veroordeeld en Jezus was met <strong>het</strong> Pascha van 33 n.Chr.<br />
gekruisigd. Nu kwam hun genadeperiode van 40 jaar (die zij door Ezechiël in Ez. 4:6<br />
verkregen hadden) in 70-73 n.Chr. ten einde.<br />
God stuurde <strong>het</strong> hart van R<strong>om</strong>e aan door Florus over Jeruzalem aan te stellen, in de<br />
wetenschap dat zijn op angstgebaseerde beleid de Joodse rebellie alleen maar zou<br />
uitlokken, en die opstand zou op haar beurt een antwoord van R<strong>om</strong>e in <strong>het</strong> laatste<br />
oordeel uitlokken. Florus had er geen weet van dat hij slechts een pion in de handen van<br />
God was, want hij kon <strong>het</strong> grotere geheel niet overzien. Hetzelfde gold voor <strong>het</strong> volk van<br />
Judea.<br />
Rond die tijd werden een groep van Joodse extremisten, genaamd de Sicarii (Joodse<br />
“moordenaars”) uit Jeruzalem verbannen vanwege <strong>het</strong> veroorzaken van vernieling. Zij<br />
slaagden erin <strong>om</strong> heimelijk <strong>het</strong> fort van Masada in te nemen en de R<strong>om</strong>einse soldaten die<br />
daar verbleven <strong>om</strong> te leggen <strong>–</strong> dit nadat de Sicarii hadden beloofd <strong>om</strong> hun levens te<br />
sparen als zij zich simpelweg zouden overgeven. Josephus zegt hierover: “en zo werden<br />
al deze mannen dus barbaars gedood, met uitzondering van Metilius,” die gespaard werd<br />
<strong>om</strong>dat hij overeenstemde <strong>om</strong> een Jood te worden. (<strong>De</strong>ze moordenaars, of “terroristen”,<br />
zoals we ze vandaag de dag zouden noemen, verbleven in Masada totdat de R<strong>om</strong>einen<br />
hen in 73 n.Chr. veroverden.)<br />
Op <strong>het</strong>zelfde m<strong>om</strong>ent begon de gouverneur van de tempel in Jeruzalem met <strong>het</strong><br />
weigeren van <strong>het</strong> brengen van offers voor buite<strong>nl</strong>anders, en zij weigerden zelfs met <strong>het</strong><br />
gebruikelijke offer voor Caesar. Joshephus zegt ons in zijn “Wars of the Jews”, II, xvii, 2:<br />
“dit was <strong>het</strong> echte begin van de oorlog met de R<strong>om</strong>einen.”<br />
Binnen een paar maanden toen <strong>het</strong> volk voor <strong>het</strong> Loofhuttenfeest op weg was naar<br />
Jeruzalem braken ope<strong>nl</strong>ijke vijandelijkheden uit (Wars, II, xix, 1). R<strong>om</strong>e’s 12 e legioen<br />
van Antiochië werd onder leiding van Cestius Gallus verwoest. Vijfduizend driehonderd<br />
voetvolk en 380 ruiters werden gedood. <strong>De</strong> woede van R<strong>om</strong>e groeide hier door en<br />
bereidde zich voor <strong>om</strong> een groter leger te zenden <strong>om</strong> de opstand neer te drukken. Op dat<br />
<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 45