De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ongeveer 200 jaar later veranderde dit opnieuw, toen Alexander de Grote Perzië<br />
veroverde en <strong>het</strong> Griekse Rijk vormde. <strong>De</strong> heerschappij van <strong>het</strong> Griekse Rijk wordt in<br />
Daniël 2 als de bronzen buik en dijen van <strong>het</strong> grote beeld afgeschilderd. Dit beeld wordt<br />
eveneens in Daniël 7 afgeschilderd als <strong>het</strong> luipaard. In de verandering van Perzië tot<br />
Grieke<strong>nl</strong>and bleef <strong>het</strong> houten juk van Juda bestaan. Zij verwisselde slechts van meester.<br />
Toen Alexander stierf werd zijn Griekse Rijk onder zijn vier generaals verdeeld.<br />
Ptolemaeus ontving Egypte en Seleceus ontving Syrië. Palestina viel er tussenin en werd<br />
zodanig <strong>het</strong> <strong>strijd</strong>toneel van deze twee rijken, waarbij <strong>het</strong> de ene keer onder de<br />
heerschappij van Syrië viel en een andere keer onder Egypte. Nadat de Syrische koning<br />
enkele bijzondere onaangename zaken aan de tempel in Jeruzalem liet bouwen stonden<br />
in 163 v.Chr. ten slotte de Makkabeeën op, die <strong>het</strong> juk van Syrië afwierpen. Voor<br />
gedurende een eeuw was de natie van Juda (of Judea, zoals de Grieken <strong>het</strong> noemde)<br />
onafhankelijk. Het is opmerkelijk dat God <strong>het</strong> toestond dat vanwege de blasfemie van de<br />
Syrische koning <strong>het</strong> houten juk voor een tijdje werd ontn<strong>om</strong>en.<br />
Maar toen <strong>het</strong> R<strong>om</strong>einse leger onder leiding van P<strong>om</strong>peus Syrië en Judea veroverden<br />
kwam Judea weder<strong>om</strong> onder een houten juk te staan. Het R<strong>om</strong>einse Rijk werd in Daniël<br />
2 als de twee ijzeren benen afgeschilderd en in Daniël 7 als <strong>het</strong> naamloze dier.<br />
Vele Judeeërs morden en klaagden over de regering van R<strong>om</strong>e en accepteerden haar niet<br />
als Gods dienaar. Zij wilden niet onder <strong>het</strong> houten juk verkeren. Vele valse messiassen<br />
stonden op en beloofden <strong>om</strong> hen te bevrijden en <strong>het</strong> Koninkrijk van God te stichtten,<br />
maar allen faalden. <strong>De</strong> grote ijzeren tanden van R<strong>om</strong>e en de bronzen klauwen vertrapten<br />
alle tegenstand met haar voeten (Dan. 7:19). Als <strong>het</strong> volk de Schriften had begrepen,<br />
hadden ze geweten dat zijzelf tot inkeer moesten k<strong>om</strong>en en voor R<strong>om</strong>e moesten bidden,<br />
net zoals Jeremia had gezegd, namelijk voor <strong>het</strong> welzijn van Babylon te bidden. Maar<br />
naarmate de tijd vorderde begon de opstand jegens God te groeien en God reageerde<br />
hierop door de onderdrukking van R<strong>om</strong>e op te voeren.<br />
Als <strong>het</strong> volk had besloten <strong>om</strong> naar R<strong>om</strong>e toe vriendelijk te zijn, dan hadden de R<strong>om</strong>einen<br />
hen ook veel vriendelijker behandeld <strong>–</strong> net zoals ze met andere volken deden. Maar<br />
Judea was een lastig land <strong>om</strong> te regeren, want van al de provincies van R<strong>om</strong>e waren zij<br />
<strong>het</strong> meeste opstandig. R<strong>om</strong>e ging niet zachtmoedig met rebellie <strong>om</strong>. Zij waren van<br />
mening dat zij alle rebellie grondig moesten onderdrukken waarop zij duidelijk maakten<br />
dat alle opstand nutteloos was. Zij dachten dat zij met <strong>het</strong> uitroeien van alle hoop op<br />
succes zij de overgebleven opstandigheid zouden ontmoedigen.<br />
<strong>De</strong> Judeeërs waren echter van mening dat God aan hun kant stond, dat hun tempel <strong>het</strong><br />
huis van God was en dat God ernaar verlangde dat zij vrij en onafhankelijk waren. Zij<br />
zagen <strong>het</strong> heidense R<strong>om</strong>e als een goddeloze onderdrukker <strong>–</strong> en niet als Gods dienaar <strong>om</strong><br />
hen te tuchtigen tot zij zich bekeerden en de boodschap van Jeremia geloofden. Zij<br />
wilden zich net zo min aan <strong>het</strong> houten juk van R<strong>om</strong>e onderwerpen als hun voorvaders<br />
zich aan <strong>het</strong> houten juk van Babylon wilden onderwerpen. Zodoende wendde de Judese<br />
geschiedenis zich langzaam maar zeker tot de laatste ontknoping in 70 n.Chr. waarbij <strong>het</strong><br />
voor een ieder ten slotte duidelijk zou worden aan wiens zijde God zou staan. God streed<br />
voor R<strong>om</strong>e. Opnieuw werd Jeruzalem verwoest en plaatste God <strong>het</strong> volk weder<strong>om</strong> onder<br />
<strong>het</strong> ijzeren juk.<br />
DE OPSTAND TEGEN ROME (EN GOD): 66-73 N.CHR.<br />
In <strong>het</strong> boek van Abram Leon Sachar uit 1930, genaamd “A History of the Jews”, schrijft<br />
de Joodse auteur op pagina 117 <strong>het</strong> volgende,<br />
“Uiteindelijk kwam <strong>het</strong> R<strong>om</strong>einse geduld ten einde waarna de procurators barbaarse strengheid gingen<br />
hanteren. Bij ook maar de kleinste provocatie kwamen de soldaten opdraven. Eminente Joodse leiders werden<br />
gekruisigd, terwijl hele dorpen met de grond gelijk gemaakt werden. Dit alles tevergeefs. Een koorts van<br />
martelaarschap leek over de lastiggevallen menigte te k<strong>om</strong>en. Fanatici reisden met een vreemde woeste blik en<br />
in staat van waanzinnigheid heel <strong>het</strong> land door, waarbij ze profeteerden over <strong>het</strong> einde van de wereld en de<br />
<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 44