13.09.2013 Views

De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1

De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1

De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

te oordelen. En toen Israël uiteindelijk berouw toonde, zond God een richter met de<br />

naam Ehud <strong>om</strong> hen van <strong>het</strong> houten juk van Moab te verlossen (Rich. 3:15).<br />

<strong>De</strong>zelfde soort gebeurtenissen worden telkens herhaald wanneer Israël God en Zijn wet<br />

aan de kant schuift. Richteren 4 spreekt van Israëls derde gevangenschap, dit maal<br />

onder Jabin, de koning van Kanaän, die in Hazor, een noordelijke vesting, regeerde. <strong>De</strong><br />

vierde gevangenschap was voor zeven jaar onder de Midjanieten (Rich. 6:1). Toen <strong>het</strong><br />

volk God aanriep zond God hen Gideon <strong>om</strong> hen te verlossen <strong>–</strong> maar deze keer werd de<br />

verlosser pas gezonden nadat God een profeet had gezonden <strong>om</strong> hen een<br />

geschiedenisles te geven. Hier zien wij <strong>het</strong> eerste teken van de weerzin van Gods kant<br />

<strong>om</strong> Israël vrij te zetten. Hij wilde dat zij zich bekeerden en niet dat zij Hem slechts<br />

aanriepen.<br />

<strong>De</strong> vijfde en de zesde gevangenschappen staan in Richteren 10 opgetekend, eerst onder<br />

de Amonnieten en daarna onder de Filistijnen. Telkens was de oorzaak van<br />

gevangenschap <strong>het</strong>zelfde <strong>–</strong> <strong>het</strong> volk had God en Zijn wet weggedaan. Richteren 10:10<br />

zegt ons,<br />

10 Toen riepen de Israëlieten tot de HEERE en zeiden: Wij hebben tegen U<br />

gezondigd, zowel <strong>om</strong>dat wij onze God hebben verlaten, alsook <strong>om</strong>dat wij de<br />

Baäls hebben gediend.<br />

Maar deze keer lijkt <strong>het</strong> erop dat God genoeg had van hun tijdelijke berouw en op<br />

emoties gebaseerde opwekkingen die noch diepte noch kracht bezaten. Zijn weerwoord is<br />

zeer opvallend:<br />

11 Maar de HEERE zei tegen de Israëlieten: Heb Ik u niet van de Egyptenaars<br />

verlost, en van de Amorieten, de Ammonieten en de Filistijnen, 12 en van de<br />

Sidoniërs, de Amalekieten en de Maonieten, toen zij u onderdrukten en u tot Mij<br />

riep en Ik u uit hun hand verloste? 13 En toch hebt u Mij verlaten en andere<br />

goden gediend. Daar<strong>om</strong> zal Ik u niet meer verlossen. 14 Ga weg en roep tot de<br />

goden die u verkozen hebt. Laten die u verlossen ten tijde dat u in nood<br />

verkeert!<br />

Het volk deed hun valse goden weg en beleed haar zonden, waarna God hen door de<br />

hand van Jefta verlostte. Toch duurde <strong>het</strong> niet lang voordat zij weer in zonde vielen en<br />

God hen uiteindelijk weer voor 40 jaar in de handen van de Filistijnen overleverde (Rich.<br />

13:1). In die tijd liet God Simson als een richter opstaan, maar God stond <strong>het</strong> hem niet<br />

toe <strong>om</strong> Israël van hun gevangenschap te verlossen. In feite werd Simson ten slotte door<br />

de Filistijnen gevangengen<strong>om</strong>en, die hem blind maakten en hem dwongen <strong>om</strong> bij de<br />

molen te malen.<br />

In de tussentijd was Eli de hogepriester bij de tabernakel in Silo. <strong>De</strong> zonen van Eli waren<br />

corrupt en de toek<strong>om</strong>st van <strong>het</strong> priesterschap zag er s<strong>om</strong>ber uit. Het volk probeerde<br />

zichzelf van <strong>het</strong> juk van de Filistijnen te verlossen, echter zonder succes, want zij<br />

bekeerden zich niet van de wetteloosheid en verkregen zo geen hulp van God.<br />

Vervolgens kregen de corrupte zonen van Eli <strong>het</strong> idee <strong>om</strong> de ark van <strong>het</strong> verbond mee te<br />

nemen in de <strong>strijd</strong> tegen de Filistijnen. In plaats van door eenvoudigweg berouw te tonen<br />

voor hun wetteloosheid dachten zij dat zij God in hun voordeel konden gebruiken. Zij<br />

dachten terug aan Num. 10:35, waar staat:<br />

35 En <strong>het</strong> was bij <strong>het</strong> opbreken van de ark dat Mozes zei: Sta op, HEERE, laat Uw<br />

vijanden overal verspreid worden en hen die U haten, van Uw aangezicht<br />

vluchten.<br />

<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!