De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 3<br />
Het heersersmandaat van Juda<br />
<strong>De</strong> eerstgeboren zoon van Jakob was Ruben, maar <strong>om</strong>dat hij “<strong>het</strong> bed van zijn vader had<br />
geschonden” verkreeg hij <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> niet (1 Kron. 5:1). Dit is een verwijzing naar<br />
de gebeurtenis die in Gen. 35:22 is opgetekend,<br />
22 En <strong>het</strong> gebeurde, toen Israël in dat land woonde, dat Ruben ging en met<br />
Bilha sliep, de bijvrouw van zijn vader; en Israël kwam dat te weten.<br />
Dit diskwalificeerde Ruben voor <strong>het</strong> ontvangen van <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> zowel <strong>het</strong><br />
heersersmandaat als de zegen van <strong>het</strong> zoonschap. In Gen. 49:4 zegt Jakob tegen Ruben<br />
dat hij “onstuimig als <strong>het</strong> water” was, <strong>om</strong>dat hij niet de zelfbeheersing had <strong>om</strong> zich te<br />
onthouden van zijn seksuele relatie met Bilha. <strong>De</strong> naam van Ruben betekent: “Zie een<br />
zoon,” maar vanwege zijn daden verloor hij <strong>het</strong> zoonschap. Het zoonschap werd<br />
vervolgens aan zijn broer Jozef gegeven en <strong>het</strong> heersersmandaat ging over op zijn broer<br />
Juda.<br />
Juda was de vierde zoon van Jakob-Israël. Hij ontving niet <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> zelf, maar<br />
Jakob schonk hem wel <strong>het</strong> deel van <strong>het</strong> heersersmandaat. Hierover lezen we in 1 Kron.<br />
5:1, 2,<br />
1 <strong>De</strong> zonen van Ruben, de eerstgeborene van Israël <strong>–</strong> hij was namelijk de<br />
eerstgeborene, maar <strong>om</strong>dat hij <strong>het</strong> bed van zijn vader geschonden had, is zijn<br />
eerst<strong>geboorterecht</strong> aan de zonen van Jozef, de zoon van Israël, gegeven, maar<br />
niet zo, dat deze [Ruben] in <strong>het</strong> geslachtsregister als eerstgeborene werd<br />
ingeschreven, 2 want Juda werd machtig onder zijn broers, en een uit hem werd<br />
tot vorst, maar <strong>het</strong> eerst<strong>geboorterecht</strong> was van Jozef.<br />
In <strong>het</strong> boek Genesis wordt ons de manier vertelt waarop Jakob <strong>het</strong> heersersmandaat van<br />
<strong>het</strong> vruchtbaarheidsmandaat scheidde. In Gen. 37:3 vinden we de eerste hint dat <strong>het</strong><br />
<strong>geboorterecht</strong> aan Jozef gegeven was, toen Jakob hem <strong>het</strong> teken van de<br />
<strong>geboorterecht</strong>houder gaf <strong>–</strong> een speciaal kleed:<br />
3 Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen, want hij was voor hem<br />
een zoon van zijn ouderd<strong>om</strong>. Ook liet hij een veelkleurig gewaad voor hem<br />
maken.<br />
<strong>De</strong> eige<strong>nl</strong>ijke schenking van <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> geschiedde later echter aan de zonen van<br />
Jozef, in <strong>het</strong> bijzonder Efraïm, wiens naam “vruchtbaarheid” betekent. Zijn naam was op<br />
deze manier profetisch wat betreft de vervulling van <strong>het</strong> vruchtbaarheidsmandaat, dat<br />
refereert aan Gen. 1:28. Toen Jakob oud geworden was en zou gaan sterven riep hij <strong>om</strong><br />
Jozef en zijn zonen en schonk hij hen de zegen die in Genesis 48 is opgetekend. Jozef<br />
verwachtte dat de zegen op Manasse, zijn oudste zoon, zou overgaan en daar<strong>om</strong> plaatste<br />
hij Manasse naast de rechterhand van Jakob. Efraïm plaatste hij aan de linkerhand van<br />
Jakob.<br />
Maar Jakob kruiste vervolgens zijn handen en legde zijn rechterhand op <strong>het</strong> hoofd van<br />
Efraïm en zijn linkerhand op <strong>het</strong> hoofd van Manasse. Gen. 48:15, 16 zegt,<br />
15 En hij zegende Jozef en zei: <strong>De</strong> God voor Wiens aangezicht mijn vaderen,<br />
Abraham en Izak, gewandeld hebben, de God Die mij als herder geleid heeft,<br />
mijn leven lang tot op deze dag, 16 de Engel, Die mij verlost heeft van al <strong>het</strong><br />
kwaad, zegene deze jongens, zodat door hen mijn naam en de naam van mijn<br />
<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 26