De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
15 Daarop nam Rebekka de kostbare kleren van Ezau, haar oudste zoon, die ze<br />
bij zich in huis had, en trok ze Jakob, haar jongste zoon, aan. 16 Het vel van de<br />
geitenbokjes trok ze over zijn handen en over zijn gladde hals.<br />
Izak rook echter onraad <strong>om</strong>dat hij de stem van Jakob meende te horen. Vers 19 zegt,<br />
19 Jakob zei tegen zijn vader: Ik ben Ezau, uw eerstgeborene. Ik heb gedaan<br />
wat u mij gezegd hebt. Richt u toch op, ga zitten en eet van mijn wildbraad,<br />
zodat uw ziel mij kan zegenen.<br />
Later had Izak toch nog steeds argwaan en deed hij nogmaals een poging <strong>om</strong> Ezau’s<br />
identiteit vast te stellen. Vers 24 zegt,<br />
24 Hij zei: Ben je echt mijn zoon Ezau? Hij antwoordde: Dat ben ik.<br />
Vervolgens zegende Izak Jakob en riep hij hem uit als opvolger van Adam, goddelijk<br />
aangesteld <strong>om</strong> de aarde te regeren. Maar Ezau keerde met <strong>het</strong> wildbraad terug en vroeg<br />
<strong>om</strong> de zegen. Toen hij te horen kreeg dat Jakob <strong>het</strong> al had toegeëigend werd hij ziedend.<br />
Dit kan niemand hem echt kwalijk nemen. Ook Izak was door Jakobs bedrog behoorlijk<br />
van slag. Vervolgens lezen we in vers 36:<br />
36 Hij zei daarop: Wordt hij niet terecht Jakob genoemd, <strong>om</strong>dat hij mij nu twee<br />
keer bedrogen heeft? Mijn eerst<strong>geboorterecht</strong> heeft hij mij afgen<strong>om</strong>en, en zie,<br />
nu heeft hij mij mijn zegen afgen<strong>om</strong>en. Verder zei hij: Hebt u dan geen zegen<br />
voor mij overgehouden?<br />
Hier zien wij heel helder <strong>het</strong> verschil tussen <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> en de zegen. Vele jaren<br />
later hield hij dit onderscheid in stand toen hij zijn 12 zonen zegende, waarbij hij de<br />
zegen van <strong>het</strong> heersersmandaat aan Juda en <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> aan Jozef gaf. 1 Kron.<br />
5:1, 2 zegt,<br />
1 <strong>De</strong> zonen van Ruben, de eerstgeborene van Israël <strong>–</strong> hij was namelijk de<br />
eerstgeborene, maar <strong>om</strong>dat hij <strong>het</strong> bed van zijn vader geschonden had, is zijn<br />
eerst<strong>geboorterecht</strong> aan de zonen van Jozef, de zoon van Israël, gegeven, maar<br />
niet zo, dat deze in <strong>het</strong> geslachtsregister als eerstgeborene werd ingeschreven,<br />
2 want Juda werd machtig onder zijn broers, en een uit hem werd tot vorst,<br />
maar <strong>het</strong> eerst<strong>geboorterecht</strong> was van Jozef.<br />
Hieruit blijkt duidelijk dat Juda de zegen van leiderschap ontving en dit hield in dat uit<br />
hem de koningen van Israël <strong>–</strong> in <strong>het</strong> bijzonder de Messias <strong>–</strong> zouden k<strong>om</strong>en. Aan de<br />
andere kant ontving Jozef <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong>, dat <strong>het</strong> mandaat van “wees vruchtbaar en<br />
wordt talrijk” was. Het <strong>geboorterecht</strong> <strong>om</strong>vatte vervolgens <strong>het</strong> volk Israël <strong>–</strong> dat <strong>het</strong><br />
Koninkrijk zelf is. Dit was een beeld en afschaduwing van een grotere vervulling die nog<br />
stond te gebeuren <strong>–</strong> niet slechts vleselijke mensen die nationaal onder de naam Israël<br />
bekend kwamen te staan, maar de zonen van God die in de aarde tot openbaring k<strong>om</strong>en.<br />
Onthoud dat toen God <strong>het</strong> vruchtbaarheidsmandaat aan Adam gaf Hij niet slechts naar<br />
vleselijke kinderen, maar naar de zonen van God verlangde. Het volk Israël was zeer<br />
zeker geroepen <strong>om</strong> <strong>het</strong> Koninkrijk en de zonen van God voort te brengen, maar zij<br />
faalden onherroepelijk.<br />
<strong>De</strong> zegen van <strong>het</strong> heersersmandaat was de KONING-MESSIAS voortbrengen. Het bezit<br />
van <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> betekende <strong>het</strong> bezit van <strong>het</strong> KONINKRIJK. Jakob verdrong Ezau in<br />
beide zaken. Eerst nam Jakob <strong>het</strong> eerst<strong>geboorterecht</strong> door oneerlijke handel, namelijk<br />
door te profiteren van Ezau’s honger. Maar door bedrog stal hij simpelweg de zegen van<br />
<strong>het</strong> heersersmandaat.<br />
<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 20