13.09.2013 Views

De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1

De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1

De strijd om het geboorterecht – bereastudies.nl 1

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

aardbodem gemaakt. Adam was geschapen vanuit <strong>het</strong> stof van de aardbodem en was in<br />

<strong>het</strong> begin een “geopenbaarde zoon”. Oftewel, <strong>het</strong> lichaam van Adam was geestelijk vlees.<br />

Zijn aardse lichaam openbaarde de heerlijkheid van God.<br />

Het doel van de schepping was dat God Zijn heerlijkheid in de aarde die Hij geschapen<br />

had kon openbaren. <strong>De</strong> hoogst haalbare openbaring was voor Adam en de mens in <strong>het</strong><br />

algemeen weggelegd. Het lichaam dat dus uit aardse materie was geschapen was niet<br />

slecht of kwaad, maar “zeer goed” (Gen. 1:31). God was altijd al in de hemelen<br />

geopenbaard, maar God schiep deze aarde zodat Hij Zichzelf in deze dimensie ook kon<br />

openbaren. Maar Adam zondigde en verloor dat verheerlijkte lichaam. Ofwel, hij verloor<br />

letterlijk zijn erfenis en kwam in slavernij van een aards lichaam terecht dat was<br />

verstoken van haar oorspronkelijke heerlijkheid. Het doel van de geschiedenis is dat de<br />

mens <strong>het</strong> verheerlijkte lichaam weer verkrijgt, waardoor <strong>het</strong> stof van de aardbodem<br />

weder<strong>om</strong> de goddelijke heerlijkheid kan huisvesten en openbaren.<br />

Vanwege deze reden is <strong>het</strong> Zoonschap in wezen <strong>het</strong> voornaamste erfdeel van de mens.<br />

Het is <strong>het</strong> ware “land Kanaän” dat God vanaf <strong>het</strong> begin aan ons wilde schenken. Het oude<br />

land Kanaän was slechts een beeld en afschaduwing van de ware erfenis. Toch toen Ezau<br />

de welvaart koos en de belofte van de landerfenis aan Jakob schonk, verachtte Ezau<br />

weder<strong>om</strong> <strong>het</strong> ware <strong>geboorterecht</strong>. En Jakob verkreeg de belofte van Zoonschap dat<br />

inherent, maar als <strong>het</strong> land Kanaän verm<strong>om</strong>t was.<br />

Het punt is dat Ezau een eerlijk tijdskeuze ontving. Maar Ezau was geen geestelijk mens,<br />

noch kon hij werkelijk onderscheiden wat er op <strong>het</strong> spel stond. Hij koos de onmiddellijke<br />

zegen van welvaart en verwierp <strong>het</strong> lange termijn erfdeel van de landerfenis, dat Paulus<br />

“de verlossing van ons lichaam” (R<strong>om</strong>. 8:23) noemt.<br />

Maar hoe zit <strong>het</strong> met <strong>het</strong> heersersmandaat? Ook dit was iets dat God in <strong>het</strong> eerste<br />

hoofdstuk van Genesis aan Adam schonk. Onthoud dat dit van generatie op generatie<br />

werd overgeleverd. Het ging over op Sem, de koning van gerechtigheid, koning van Jeru-<br />

Zalem (“Stad van Salem”). Abraham stierf te vroeg <strong>om</strong> deze mantel van heerschappij te<br />

ontvangen, maar Izak ontving <strong>het</strong> bij de dood van Sem, want hij was de volgende eerste<br />

erfgenaam in de lijn. Hoe verkreeg Jakob vervolgens dit heersersmandaat?<br />

HET HEERSERMANDAAT DOOR BEDROG GESTOLEN<br />

Het conflict tussen Jakob en Ezau stak de kop op toen Izak gereed was <strong>om</strong> de zegen aan<br />

Ezau te schenken. Blijkbaar werd Izak behoorlijk ziek of zwak en voelde hij dat zijn leven<br />

spoedig ten einde zou k<strong>om</strong>en. Daar<strong>om</strong> besloot hij <strong>om</strong> zijn oudste zoon Ezau met <strong>het</strong><br />

heersersmandaat te zegenen. Dit was een gebruikelijke manier van zegenen wanneer<br />

een aardvader voelde dat hij spoedig zou gaan sterven. Het was een formele overdracht<br />

van bezit op de opvolgende heerser. Het was <strong>het</strong> m<strong>om</strong>ent dat de houder van <strong>het</strong><br />

<strong>geboorterecht</strong> wettelijk als HEERSER werd aangewezen.<br />

Het verschil tussen <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> en de heerschappij was in <strong>het</strong> eerste hoofdstuk van<br />

Genesis gevestigd. In Gen. 1:26 zei God tegen Adam en Eva: “Laten zij heersen.” In vers<br />

28 zei God: “Wees vruchtbaar en wordt talrijk”. <strong>De</strong> zegen van <strong>het</strong> vruchtbaar en talrijk<br />

zijn was <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> dat Ezau aan Jakob voor een k<strong>om</strong> soep had verkocht. Het<br />

heersersmandaat is de zegen die Jakob stal.<br />

Izak had de intentie <strong>om</strong> de “zegen” van heerschappij aan zijn oudste zoon Ezau te<br />

schenken. Hij zond Ezau <strong>om</strong> voor de gelegenheid naar wildbraad te jagen, maar Rebekka<br />

hoorde <strong>het</strong> gesprek en dacht terug aan de profetie tijdens haar zwangerschap dat “de<br />

oudere de jongere zou dienen”. Meteen besloot zij <strong>om</strong> God te helpen <strong>om</strong> de zegen voor<br />

Jakob te verzekeren. Door misbruik te maken van de blindheid van Izak (Gen. 27:1)<br />

deed Jakob zich als Ezau voor, door zich zelfs in Ezau’s beste kleding te hullen. Genesis<br />

27:15, 16 zegt,<br />

<strong>De</strong> <strong>strijd</strong> <strong>om</strong> <strong>het</strong> <strong>geboorterecht</strong> <strong>–</strong> <strong>bereastudies</strong>.<strong>nl</strong> 19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!