Inleiding in de Salveologie

Inleiding in de Salveologie Inleiding in de Salveologie

13.09.2013 Views

ichting kan stromen. Als de spieren een omgekeerde beweging maken, worden de kleppen gesloten en kan het bloed niet terugvloeien. Bloed vervoert, zoals gezegd, zuurstof en energie naar de cellen, zodat ze hun vitale functies kunnen uitoefenen. Bloed bestaat uit een vloeibaar deel. Dit is het reeds besproken bloedplasma dat bijna volledig uit water bestaat en waarin vitamines, eiwitten, glucose en andere stoffen zijn opgelost. Het andere deel van ons bloed bestaat uit verschillende soorten bloedcellen die zich in de bloedplasma bevinden. Deze cellen zijn vooral rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes, waarvan de functie zodadelijk wordt besproken. Verreweg de meeste hiervan zijn rode bloedcellen. De witte bloedcellen en de bloedplaatjes vormen slechts twee procent van het totaal aantal bloedcellen. Elke rode bloedcel omvat heel veel moleculen hemoglobine, met daarin ijzeratomen die zich kunnen binden aan zuurstof. Hemoglobine heeft als taak het vervoeren van zuurstof naar de cellen. Terwijl het bloed naar de longen stroomt, neemt de hemoglobine zuurstof op en brengt die naar de cellen waar de zuurstof wordt afgeleverd en kooldioxide mee retour wordt genomen. Rode bloedcellen zijn bijzondere cellen die geen celkern hebben. Ze zijn heel klein en kunnen alle weefsels in het lichaam bereiken. Zo brengen ze er via hemoglobine de zuurstof naartoe. Ze hebben slechts een kort leven - minder dan vier maanden -, en daarom maakt het ruggenmerg voortdurend nieuwe rode bloedcellen aan, die de afgestorven cellen tijdig vervangen. Als er te weinig rode bloedcellen in ons fysieke lichaam zitten, kan dat ernstige gevolgen hebben voor onze gezondheid, aangezien het transport van zuurstof - onze eerste levensbehoefte - dan niet goed meer verloopt. De witte bloedcellen zijn de schildwachten die ons lichaam beschermen tegen infecties. Ze worden gemaakt in het beendermerg en zijn veel groter dan de rode bloedcellen. Als een vreemd element het bloed binnendringt, komen de witte bloedcellen in actie en nemen de indringer op. Daarna wordt de indringer geneutraliseerd. Er bestaan verschillende soorten witte bloedcellen. De lymfocyten zijn de enige witte bloedcellen die zich niet bezig houden met lichaams- 130 Inleiding in de Salveologie vreemde indringers; zij zijn gespecialiseerd in de immuniteit. Anderen zijn neutrofiel, basofiel, eosinofiel en monocyt. Bloedplaatjes worden gemaakt in het beendermerg en hebben als taak het bloeden te stelpen bij een verwonding. Als een ader wordt beschadigd, laten de bloedplaatjes het bloed stollen, zodat de bloeding stopt. Eerst zwellen de plaatjes op en proberen ze het verlies aan bloed te stoppen. Vervolgens vormen ze fibrinedraden die de bloedcellen opvangen en zo een klonter vormen die de ader weer dichtmaakt. Het lymfevatenstelsel ligt nagenoeg parallel aan de bloedvaten en is een open systeem, in tegenstelling tot de bloedsomloop. Het bestaat uit lymfevaten, lymfebanen en lymfeklieren. Het lymfe, ook wel weefselvocht genoemd, bevat onder andere lymfocyten, een hiervoor reeds genoemde soort witte bloedcellen. Lymfe wordt vanuit de extracellulaire ruimte, nadat het de bloedbaan heeft verlaten, opgezogen door de lymfevaten. Vanuit daar vindt er transport plaats via de lymfevaten naar de lymfeknopen. De milt behoort niet tot het lymfestelsel, maar voert wel een soortgelijke functie uit maar dan in het bloedvatenstelsel. Het lymfevatenstelsel, ook wel het lymfestelsel, lymfatisch stelsel of lymfatisch systeem genoemd, is het geheel van organen, vaten en weefsels in het fysieke lichaam waarin zich hoofdzakelijk lymfe en lymfocyten bevinden en getransporteerd worden. Het stelsel maakt onderdeel uit van de veneuze bloedsomloop en fungeert als een drainagesysteem van het fysieke lichaam dat begint in de lymfevaten en eindigt in grote aders. Het stelsel is van groot belang bij de afweer in het fysieke lichaam, de transport van bloedcellen, de afbraak en de rijping van lymfocyten alsmede het reinigen van het bloed. Het stelsel vervult een immuniteitsbevorderende functie van het fysieke lichaam door de aanwezigheid van lymfocyten in lymfeknopen die via de lymfe en de grote borstbuis in de bloedsomloop recirculeren. Inleiding in de Salveologie 131

Stap 3. Spierweefsel Spierweefsel is een weefsel dat uit veel cellen bestaat. Spierweefsel is zeer goed gevasculariseerd, oftewel doorbloed. Spierweefsel maakt beweging in en van het fysieke lichaam mogelijk. Spiercellen bestaan onder andere uit myofilamenten. Myofilamenten bestaan uit myosine en actine. Deze contractiele eiwitten maken spiercontractie mogelijk. Er zijn drie typen spierweefsel: dwarsgestreept skelet-, hart- en glad spierweefsel. Dwarsgestreept skeletspierweefsel wordt bijeen gehouden door bindweefsel in organen die skeletspieren worden genoemd. De skeletspieren worden middels pezen aan het skelet verbonden. De spieren vormen het vlees van het lichaam. Wanneer deze spieren contraheren trekken ze aan de huid, of botten. Hierdoor wordt beweging mogelijk. De skeletspiercellen worden ook wel spiervezels genoemd. De spiervezels zijn lange cilindrische cellen, die vele celkernen bevatten. De opvallende rangschikking van de myofilamenten geeft de skeletspieren een dwarsgestreept uiterlijk. Hartspierweefsel is de belangrijkste component van de wanden van het hart. De contracties van het hart zorgen ervoor dat het bloed het hele lichaam wordt rond gepompt, zoals reeds besproken. Ook het hartspierweefsel is dwarsgestreept. Er zijn echter belangrijke verschillen. Zo zijn de hartspiercellen eencellig en zijn deze cellen vertakt en samengevoegd in een synictium. Glad spierweefsel heeft geen opvallende streping. De individuele cellen lijken op spoelen en bevatten een centraal gelegen celkern. Glad spierweefsel is te vinden in de wanden van holle organen, zoals de spijsverteringsorganen, urinewegen, uterus en de bloedvaten. Als de gladde spieren contraheren, persen ze de inhoud door de organen. Skeletspieren worden ook wel willekeurige spieren genoemd, omdat de contractie van deze spieren rechtstreeks kan worden beïnvloedt vanuit het tussenbewustzijn. Dit verloopt dan keurig volgens de wil van de persoon in kwestie. De andere spierweefsels worden dan onwillekeurig genoemd. Dit onderscheid is echter gebaseerd op een relatief laag niveau van bewustzijn en daarmee volstrekt willekeurig. 132 Inleiding in de Salveologie Naarmate wij ons bewustzijn weten te verhogen krijgen wij meer intentiekracht en vergroten wij daarmee onze invloed op ons fysieke lichaam. Uiteindelijk gehoorzamen alle spieren en ons gehele fysieke lichaam wanneer onze wil Wil is geworden. Stap 4. Vetten Vetten zijn opgebouwd uit onder andere vetzuren. De vetzuren zijn weer opgebouwd uit een aantal chemische stoffen zoals koolstof, waterstof en zuurstof. Bij een overmaat van verzadigde vetzuren wordt het cholesterolgehalte in het bloed hoog, wat een risico inhoudt voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren zorgt juist voor een lager cholesterolgehalte. Er zijn essentiële vetzuren die ons lichaam niet zelf kan maken. Essentiële vetzuren zijn onverzadigde vetzuren, zoals linolzuur en linoleenzuur. Essentiële vetzuren, kortweg vetten, hebben meerdere belangrijke functies voor ons fysieke lichaam. Allereerst vormen vetten een onderdeel van de lichaamscellen en zijn als zodanig een bouwstof. Daarnaast vormen vetten een belangrijke energiebron en fungeren zo als brandstof. Een hoeveelheid vet levert meer energie dan overeenkomstige hoeveelheden aan eiwitten of koolhydraten. Vetten die niet worden gebruikt worden opgeslagen in vetweefsel en vormen zo de energiereserve die bij behoefte kan worden aangesproken. Ook fungeren vetten als isolatiemateriaal. De vetten worden opgeslagen in vetweefsel vlak onder de huid en zo gaan ze warmteverlies tegen. Tevens vormen vetten bestanddelen van vitamines en hormonen, en spelen ze een rol in de stofwisseling. En als vijfde functie dienen vetten als oplosmiddel. Zo lossen vetten de vitaminen A, D, E en K op en via vetten komen deze vitamines beschikbaar voor ons fysieke lichaam. Bij vetarme voeding kan er een tekort ontstaan aan deze vitaminen. Het boek Feiten over vetten is een echte aanrader voor wie hier meer van weten. Stap 5. Kraakbeen Het skelet bestaat uit beenderen en gewrichten. De beenderen geven het lichaam steun en bescherming en zijn belangrijk in de vorming Inleiding in de Salveologie 133

Stap 3. Spierweefsel<br />

Spierweefsel is een weefsel dat uit veel cellen bestaat. Spierweefsel<br />

is zeer goed gevasculariseerd, oftewel doorbloed. Spierweefsel maakt<br />

beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> en van het fysieke lichaam mogelijk.<br />

Spiercellen bestaan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit myofilamenten. Myofilamenten<br />

bestaan uit myos<strong>in</strong>e en act<strong>in</strong>e. Deze contractiele eiwitten<br />

maken spiercontractie mogelijk. Er zijn drie typen spierweefsel:<br />

dwarsgestreept skelet-, hart- en glad spierweefsel.<br />

Dwarsgestreept skeletspierweefsel wordt bijeen gehou<strong>de</strong>n door<br />

b<strong>in</strong>dweefsel <strong>in</strong> organen die skeletspieren wor<strong>de</strong>n genoemd. De skeletspieren<br />

wor<strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>ls pezen aan het skelet verbon<strong>de</strong>n. De spieren<br />

vormen het vlees van het lichaam. Wanneer <strong>de</strong>ze spieren contraheren<br />

trekken ze aan <strong>de</strong> huid, of botten. Hierdoor wordt beweg<strong>in</strong>g<br />

mogelijk. De skeletspiercellen wor<strong>de</strong>n ook wel spiervezels genoemd.<br />

De spiervezels zijn lange cil<strong>in</strong>drische cellen, die vele celkernen bevatten.<br />

De opvallen<strong>de</strong> rangschikk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> myofilamenten geeft <strong>de</strong><br />

skeletspieren een dwarsgestreept uiterlijk.<br />

Hartspierweefsel is <strong>de</strong> belangrijkste component van <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n<br />

van het hart. De contracties van het hart zorgen ervoor dat het bloed<br />

het hele lichaam wordt rond gepompt, zoals reeds besproken. Ook<br />

het hartspierweefsel is dwarsgestreept. Er zijn echter belangrijke verschillen.<br />

Zo zijn <strong>de</strong> hartspiercellen eencellig en zijn <strong>de</strong>ze cellen vertakt<br />

en samengevoegd <strong>in</strong> een synictium.<br />

Glad spierweefsel heeft geen opvallen<strong>de</strong> strep<strong>in</strong>g. De <strong>in</strong>dividuele<br />

cellen lijken op spoelen en bevatten een centraal gelegen celkern.<br />

Glad spierweefsel is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n van holle organen, zoals<br />

<strong>de</strong> spijsverter<strong>in</strong>gsorganen, ur<strong>in</strong>ewegen, uterus en <strong>de</strong> bloedvaten. Als<br />

<strong>de</strong> glad<strong>de</strong> spieren contraheren, persen ze <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd door <strong>de</strong> organen.<br />

Skeletspieren wor<strong>de</strong>n ook wel willekeurige spieren genoemd,<br />

omdat <strong>de</strong> contractie van <strong>de</strong>ze spieren rechtstreeks kan wor<strong>de</strong>n beïnvloedt<br />

vanuit het tussenbewustzijn. Dit verloopt dan keurig volgens<br />

<strong>de</strong> wil van <strong>de</strong> persoon <strong>in</strong> kwestie. De an<strong>de</strong>re spierweefsels wor<strong>de</strong>n<br />

dan onwillekeurig genoemd. Dit on<strong>de</strong>rscheid is echter gebaseerd op<br />

een relatief laag niveau van bewustzijn en daarmee volstrekt willekeurig.<br />

132<br />

<strong>Inleid<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Salveologie</strong><br />

Naarmate wij ons bewustzijn weten te verhogen krijgen wij meer<br />

<strong>in</strong>tentiekracht en vergroten wij daarmee onze <strong>in</strong>vloed op ons fysieke<br />

lichaam. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk gehoorzamen alle spieren en ons gehele fysieke<br />

lichaam wanneer onze wil Wil is gewor<strong>de</strong>n.<br />

Stap 4. Vetten<br />

Vetten zijn opgebouwd uit on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re vetzuren. De vetzuren zijn<br />

weer opgebouwd uit een aantal chemische stoffen zoals koolstof,<br />

waterstof en zuurstof. Bij een overmaat van verzadig<strong>de</strong> vetzuren<br />

wordt het cholesterolgehalte <strong>in</strong> het bloed hoog, wat een risico <strong>in</strong>houdt<br />

voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Een hoog gehalte<br />

aan onverzadig<strong>de</strong> vetzuren zorgt juist voor een lager cholesterolgehalte.<br />

Er zijn essentiële vetzuren die ons lichaam niet zelf kan maken.<br />

Essentiële vetzuren zijn onverzadig<strong>de</strong> vetzuren, zoals l<strong>in</strong>olzuur en<br />

l<strong>in</strong>oleenzuur.<br />

Essentiële vetzuren, kortweg vetten, hebben meer<strong>de</strong>re belangrijke<br />

functies voor ons fysieke lichaam. Allereerst vormen vetten een<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> lichaamscellen en zijn als zodanig een bouwstof.<br />

Daarnaast vormen vetten een belangrijke energiebron en fungeren zo<br />

als brandstof. Een hoeveelheid vet levert meer energie dan overeenkomstige<br />

hoeveelhe<strong>de</strong>n aan eiwitten of koolhydraten. Vetten die niet<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt wor<strong>de</strong>n opgeslagen <strong>in</strong> vetweefsel en vormen zo <strong>de</strong><br />

energiereserve die bij behoefte kan wor<strong>de</strong>n aangesproken.<br />

Ook fungeren vetten als isolatiemateriaal. De vetten wor<strong>de</strong>n<br />

opgeslagen <strong>in</strong> vetweefsel vlak on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huid en zo gaan ze warmteverlies<br />

tegen. Tevens vormen vetten bestand<strong>de</strong>len van vitam<strong>in</strong>es en<br />

hormonen, en spelen ze een rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> stofwissel<strong>in</strong>g. En als vijf<strong>de</strong><br />

functie dienen vetten als oplosmid<strong>de</strong>l. Zo lossen vetten <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>en<br />

A, D, E en K op en via vetten komen <strong>de</strong>ze vitam<strong>in</strong>es beschikbaar voor<br />

ons fysieke lichaam. Bij vetarme voed<strong>in</strong>g kan er een tekort ontstaan<br />

aan <strong>de</strong>ze vitam<strong>in</strong>en. Het boek Feiten over vetten is een echte aanra<strong>de</strong>r<br />

voor wie hier meer van weten.<br />

Stap 5. Kraakbeen<br />

Het skelet bestaat uit been<strong>de</strong>ren en gewrichten. De been<strong>de</strong>ren geven<br />

het lichaam steun en bescherm<strong>in</strong>g en zijn belangrijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g<br />

<strong>Inleid<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Salveologie</strong> 133

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!