Fuifgids - gemeente Jabbeke

Fuifgids - gemeente Jabbeke Fuifgids - gemeente Jabbeke

13.09.2013 Views

FUIVEN IN EEN LOODS (WAAR OCCASSIONEEL WORDT GEFUIFD) Wanneer het gaat om een loods die niet gewoon toegankelijk is voor het publiek omdat er slechts uitzonderlijk een fuif in plaatsvindt, valt niet onder het toepassingsgebied van de wet. Volgens de omzendbrief veronderstelt het derde criterium (gewoon toegankelijk voor het publiek) namelijk een regelmatig terugkomende omstandigheid, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. TAAK VAN DE BURGEMEESTER De burgemeester moet controleren of de verzekeringsplichtige instellingen wel degelijk een verzekering hebben afgesloten. Wanneer dit laatste niet het geval is, mag de inrichting niet voor het publiek worden opengesteld. ! Indien een verzekering niet verplicht is, zal de burgerlijke aansprakelijkheidspolis dekking bieden. In dit geval zijn de klassieke aansprakelijkheidsregels van toepassing. Wie schade veroorzaakt door een fout zal deze schade moeten vergoeden als er een oorzakelijk verband is tussen de schade en de fout. VERZEKERING BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De gewone verzekering burgerlijke aansprakelijkheid dekt een aantal dingen niet die je in verenigingsverband doet. Je doet er goed aan een verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten voor de schade die door een fout, een onvoorzichtigheid of een nalatigheid van één of meerdere van de vrijwilligers werd toegebracht aan derden. In de meeste gevallen wordt deze schade immers niet gedekt door de klassieke familiale polis van de betrokkene. Wat de bijkomende verzekering betreft, heb je twee mogelijkheden: Je sluit een dagverzekering af, bovenop de bestaande verenigingspolis. Als je regelmatig evenementen op poten zet, sluit je best een BA exploitatie op jaarbasis af. De verzekering burgerlijke aansprakelijkheid dekt materiële schade aan derden en lichamelijke schade (de terugbetaling van medische kosten tot een invaliditeitsuitkering), zolang er geen sprake is van eigen schuld, een actieve daad of nalatigheid. VERZEKERING CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID Als je een zaal huurt, dan wordt er verwacht dat je het gehuurde goed achterlaat in de staat waarin het zich bevond. Als er schade is, dan wordt volgens het Burgerlijk Wetboek de term ‘de huurder vermoed aansprakelijk te zijn’ gehanteerd. Tenzij het tegendeel kan bewezen worden en het bijvoorbeeld gaat om een geval van overmacht, een niet-oordeelkundige bouwconstructie of het overslaan van vuur van een naburig goed. VERZEKERING ‘ALLE RISICO’S’ Met deze verzekering kan je voorwerpen, naast de risico’s van een brandverzekering, ook laten verzekeren tegen de risico’s als vandalisma en diefstal. Zowel materiaal dat je eigendom is, als materiaal dat je huurt, kan je op deze manier verzekeren. Een verzekering ‘alle risisco’s’ is echter geen ontlasting van mogelijke schuld. Je moet er dus steeds voor zorgen dat de organisatie goed is opgezet en dat het risico dat er iets fout loopt, zo klein mogelijk wordt gehouden. De schade mag dus niet te wijten zijn aan eigen schuld, een actieve daad of nalatigheid. ONGEVALLENVERZEKERING Bij de organisatie van een fuif of een groot evenmenent komen de risico’s op ongevallen om het hoekje loeren. Zeker bij de op- en afbouw lopen vrijwilligers risico’s. Je kan overwegen om hiervoor een ongevallenverzekering af te sluiten.

WERKEN MET VRIJWILLIGERS Sinds 1 januari 2007 is de nieuwe Vrijwilligersweg (wet van 3 juli 2005) volledig van kracht. Vanaf die datum regelt één wet alle belangrijke aspecten van het vrijwilligerswerk. De Vrijwilligerswet bundelt de vroegere regelgeving maar voert ook belangrijke juridische nieuwigheden in, bijvoorbeeld rond het verzekeren. WAT IS VRIJWILLIGERSWERK? Volgens de wetgeving is vrijwilligerswerk elke activiteit die onbezoldigd en vrijwillig wordt verricht ten behoeve van één of meerdere anderen personen, een groep, een organisatie of ruimere samenleving, en die ingericht wordt door een organisatie. Uitgesloten van het vrijwilligerswerk is het werk in familieverband of in het kader van een tewerkstelling. WIE MAG VRIJWILLIGERSWERK DOEN? In principe mag iedereen vanaf vijftien jaar vrijwilligerswerk doen. Voor sommige categorieën personen gelden er echter speciale regels: Een uitkeringsgerechtigde werkloze kan met behoud van zijn/haar uitkeringen vrijwilligerswerk uitoefenen, op voorwaarde dat hij/zij dit vooraf en schriftelijk aangeeft bij de RVA. Bruggepensioneerden kunnen onder dezelfde voorwaarden vrijwilliger zijn als werklozen. Arbeidsongeschikten of invaliden hebben toestemming nodig van de bevoegde adviserend geneesheer. Een gewoon doktersbriefje volstaat niet. Enkel vreemdelingen van binnen de Europese Unie (‘gelijkgestelde’ vreemdelingen) mogen vrijwilligerswerk verrichten. Het bezitten van een arbeidskaart A, B of C volstaat dus niet. Leefl oongerechtigden moeten hun dossierbeheerder op de hoogte brengen. DE INFORMATIEPLICHT De eerste versie van de Vrijwilligerswet voerde een veelbesproken ‘organisatienota’ Dat document, dat organisaties verplicht aan hun vrijwilligers moet bezorgen, had als doel de vrijwilligers te informeren over bepaalde belangrijke aspecten van hun vrijwilligerswerk. Niettegenstaande het feit dat de ‘organisatienota’ terug werd afgeschaft, blijft de verplichting om de vrijwilligers correct en uitvoerig in te lichten over de inhoud en de mogelijke gevolgen van hun vrijwilligerswerk. De organisatie kiest zelf vrij hoe ze deze informatie aan de vrijwilligers meedeelt, doch moet kunnen bewijzen dat de vrijwilliger deze informatie heeft ontvangen. DE DISCRETIEPLICHT Vrijwilligers zijn altijd gebonden aan de ‘discretieplicht’. Dit houdt in dat de vrijwilligers de deontologie van de organisatie moeten respecteren. En dat zij ervoor zorgen geen emotionele, lichamelijke of materiële schade te berokkenen aan de personen met wij zij als vrijwilliger in contact komen. Overtredingen van de discretieplicht zijn zelfs strafbaar volgens art. 458 van het Strafwetboek. VERGOEDING VOOR HET VRIJWILLIGERSWERK Een essentieel kenmerk van vrijwilligerswerk is dat het onbezoldigd is. Als vrijwilliger mag je nooit voor je prestaties worden vergoed. Een vrijwilliger mag wel een onkostenvergoeding ontvangen. Die dient niet om de geleverde prestaties te vergoeden, maar wel om te vermijden dat je als vrijwilliger naast tijd en energie ook nog geld in het engagement moet steken. Er bestaan twee soorten, namelijk de forfaitaire onkostenvergoeding (een vast bedrag) en de reële onkostenvergoeding (een bedrag gelijk aan de werkelijke kosten).

WERKEN MET VRIJWILLIGERS<br />

Sinds 1 januari 2007 is de nieuwe Vrijwilligersweg (wet van 3 juli 2005) volledig van kracht. Vanaf die datum<br />

regelt één wet alle belangrijke aspecten van het vrijwilligerswerk. De Vrijwilligerswet bundelt de vroegere<br />

regelgeving maar voert ook belangrijke juridische nieuwigheden in, bijvoorbeeld rond het verzekeren.<br />

WAT IS VRIJWILLIGERSWERK?<br />

Volgens de wetgeving is vrijwilligerswerk elke activiteit die onbezoldigd en vrijwillig wordt verricht ten behoeve<br />

van één of meerdere anderen personen, een groep, een organisatie of ruimere samenleving, en die<br />

ingericht wordt door een organisatie. Uitgesloten van het vrijwilligerswerk is het werk in familieverband of in<br />

het kader van een tewerkstelling.<br />

WIE MAG VRIJWILLIGERSWERK DOEN?<br />

In principe mag iedereen vanaf vijftien jaar vrijwilligerswerk doen. Voor sommige categorieën personen<br />

gelden er echter speciale regels:<br />

Een uitkeringsgerechtigde werkloze kan met behoud van zijn/haar uitkeringen vrijwilligerswerk uitoefenen,<br />

op voorwaarde dat hij/zij dit vooraf en schriftelijk aangeeft bij de RVA.<br />

Bruggepensioneerden kunnen onder dezelfde voorwaarden vrijwilliger zijn als werklozen.<br />

Arbeidsongeschikten of invaliden hebben toestemming nodig van de bevoegde adviserend geneesheer.<br />

Een gewoon doktersbriefje volstaat niet.<br />

Enkel vreemdelingen van binnen de Europese Unie (‘gelijkgestelde’ vreemdelingen) mogen vrijwilligerswerk<br />

verrichten. Het bezitten van een arbeidskaart A, B of C volstaat dus niet.<br />

Leefl oongerechtigden moeten hun dossierbeheerder op de hoogte brengen.<br />

DE INFORMATIEPLICHT<br />

De eerste versie van de Vrijwilligerswet voerde een veelbesproken ‘organisatienota’ Dat document, dat organisaties<br />

verplicht aan hun vrijwilligers moet bezorgen, had als doel de vrijwilligers te informeren over<br />

bepaalde belangrijke aspecten van hun vrijwilligerswerk. Niettegenstaande het feit dat de ‘organisatienota’<br />

terug werd afgeschaft, blijft de verplichting om de vrijwilligers correct en uitvoerig in te lichten over de inhoud<br />

en de mogelijke gevolgen van hun vrijwilligerswerk. De organisatie kiest zelf vrij hoe ze deze informatie<br />

aan de vrijwilligers meedeelt, doch moet kunnen bewijzen dat de vrijwilliger deze informatie heeft ontvangen.<br />

DE DISCRETIEPLICHT<br />

Vrijwilligers zijn altijd gebonden aan de ‘discretieplicht’. Dit houdt in dat de vrijwilligers de deontologie van de<br />

organisatie moeten respecteren. En dat zij ervoor zorgen geen emotionele, lichamelijke of materiële schade<br />

te berokkenen aan de personen met wij zij als vrijwilliger in contact komen. Overtredingen van de discretieplicht<br />

zijn zelfs strafbaar volgens art. 458 van het Strafwetboek.<br />

VERGOEDING VOOR HET VRIJWILLIGERSWERK<br />

Een essentieel kenmerk van vrijwilligerswerk is dat het onbezoldigd is. Als vrijwilliger mag je nooit voor je<br />

prestaties worden vergoed. Een vrijwilliger mag wel een onkostenvergoeding ontvangen. Die dient niet om de<br />

geleverde prestaties te vergoeden, maar wel om te vermijden dat je als vrijwilliger naast tijd en energie ook<br />

nog geld in het engagement moet steken.<br />

Er bestaan twee soorten, namelijk de forfaitaire onkostenvergoeding (een vast bedrag) en de reële<br />

onkostenvergoeding (een bedrag gelijk aan de werkelijke kosten).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!