kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 7 Verwijzing Het Uitvoeringsbesluit van de Watertoets (B.S. 31 oktober 2006) SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 98 Projectnummer: 07.0309 andere beleidsvelden zoals milieubeleid, mobiliteitsbeleid, ruimtelijke ordening). In het DIWB worden een hele reeks doelstellingen en beginselen van integraal waterbeleid opgenomen (preventiebeginsel, voorzorgsbeginsel, herstelbeginsel,…) die fungeren als een richtsnoer voor de besluitvorming van de overheid (bv. de vergunningverlener). Vervolgens worden de algemene instrumenten van integraal waterbeleid, waaronder de watertoets, uitgewerkt. Verder wordt het algemene kader van de Vlaamse waterbeleids-structuren uitgetekend, die in overeenstemming met de watersysteembenadering worden georganiseerd op verschillende geografische niveaus (stroomgebieden en stroomgebieddistricten, bekkens en deelbekkens), waarbij waterbeheerplannen moeten worden opgemaakt op elk niveau. Op vandaag zijn er nog geen dergelijke plannen vastgesteld door de Vlaamse Regering. De bekkenbeheerplannen, zoals het bekkenbeheerplan van de Benedenschelde hebben intussen wel het openbaar onderzoek doorlopen en zijn goedgekeurd door de bekkenbesturen, zodat hun juridische status al ver gevorderd is. De finale doelstelling van het integraal waterbeleid is het bereiken van een goede toestand van de watersystemen, zowel op chemisch, kwantitatief als ecologisch vlak. Dit uitgangspunt is echter niet altijd verzoenbaar met het voorgenomen gebruik van grond en watersystemen. Het DIWB voorziet daarom in de invoering van het instrument ‘de watertoets’, waarvan de decretale omkadering is terug te vinden in artikel 8 DIWB. Via deze watertoets wil men de watergerelateerde belangen meewegen in de besluit-vorming op andere beleidsterreinen. De watertoets geeft uitvoering aan het principe van de externe integratie van integraal waterbeleid bij de besluitvorming op andere beleidsterreinen. Art. 8 DIWB bevat de minimumlijst van vergunningen, plannen en programma’s die aan de watertoets zijn onderworpen. Het doel van deze toets is het ontstaan van schadelijke effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken en als dat niet kan, om de schadelijke effecten ana de watersystemen te vermijden, milderen, herstellen of, in de door het decreet aangewezen gevallen, te compenseren. Met het oog daarop moeten desgevallend bijzondere voorwaarden worden opgenomen in de J De exploitatie ven E.ON zal een bepaalde impact hebben op de waterkwaliteit, waterkwantiteit en aquatische ecosystemen, zodat valt te verwachten dat op basis van de watertoetsbeoordeling in ieder geval een aantal randvoorwaarden aan de exploitatie zullen worden gesteld. Voor wat betreft de effectenanalyse in verband met de aquatische ecosystemen dient te worden afgestemd met de discipline fauna & flora (cf. beschermde gebieden).
Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 7 Verwijzing Grondwaterdecreet van 24 januari 1984 en uitvoeringsbesluit van 27 maart 1985 over de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones Legionellabesluit (B.S. 4 mei 2007) SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 99 Projectnummer: 07.0309 plannen of vergunningen. Desnoods moet de vergunning worden geweigerd. De watertoets maakt een onderscheid naargelang het schadelijk effect dat mogelijk wordt veroorzaakt. Indien het effect betrekking heeft op de kwantitatieve grondwater-toestand, dat niet kan worden vermeden door het opleggen van bepaalde voorwaarden, geldt een verscherpte beoordeling, waarbij het project slechts kan worden toegelaten indien dat is vereist omwille van dwingende redenen van groot maatschappelijk belang. De toepassing van de watertoets wordt gekoppeld aan een uitdrukkelijke motiveringsplicht ‘waterparagraaf’. De water-toets, m.i.v. de in dit kader op te leggen voorwaarden of de vergunningsweigering, moet worden verantwoord in het licht van de doelstellingen en beginselen van het DIWB. Indien er waterbeheerplannen bestaan, moeten die ook in de beoordeling worden betrokken. Indien er een MER moet worden opgesteld, wordt de watertoets hierin uitgewerkt. Het besluit van 20 juli 2006 geeft de vergunningverlenende overheden richtlijnen voor de toepassing van de water-toets, onder meer over de wijze waarop de waterparagraaf moet worden opgesteld, wanneer er schadelijke effecten verwacht worden en wanneer en wie het wateradvies dan moet verlenen. De bescherming van het grondwater wordt via dit decreet geregeld. Het decreet voorziet ook in de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones rond drinkwaterwingebieden. De procedure m.b.t. het aanvragen van een vergunning voor de onttrekking van of infiltratie naar het grondwater is opgenomen in Vlarem. Het Legionallabesluit beoogt de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen. J In de ruime omgeving van het projectgebied zijn geen waterwingebieden of beschermingszones afgebakend. In het hoofdstuk water van dit MER wordt de potentiële invloed van het project op de grondwaterkwaliteit en –kwantiteit nagegaan. Tijdens de aanlegfase zal zo min mogelijk grondwater worden onttrokken. In het hoofdstuk bodem van dit MER worden de effecten geëvalueerd van de bronbemaling bij de aanlegwerkzaamheden, en wordt nagegaan hoe de impact van deze bemaling kan worden beperkt. Tijdens de exploitatiefase wordt geen gebruik gemaakt van grondwater op de site van E.ON. J Bij keuze voor het koeltorenconcept, zal E.ON alle verplichtingen uit het Legionellabesluit naleven, te weten de
- Page 47 and 48: ECOSYSTEEMKWETSBAARHEIDSKAART (bron
- Page 49 and 50: GEBIEDEN VAN HET VEN (VLAAMS ECOLOG
- Page 51 and 52: SPECIALE BESCHERMINGSZONES: VOGELRI
- Page 53 and 54: . Relevante voorschriften • Beslu
- Page 55 and 56: Tabel 1.3: Oppervlakte natuurreserv
- Page 57 and 58: 1.1.3.4. Water OVERSTROMINGSKAART (
- Page 59 and 60: . Relevante voorschriften Decreet i
- Page 61 and 62: 1.1.3.6. Mobiliteit WEGENKAART (BRO
- Page 63 and 64: 1.1.3.7. Recht van voorkoop VOORKOO
- Page 65 and 66: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 67 and 68: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 69 and 70: VERORDENINGEN Randvoorwaarde Toelic
- Page 71 and 72: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 73 and 74: 1.2.3. Milieuvergunning Tabel 1.7:
- Page 75 and 76: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 77 and 78: Tabel 1.8: Juridische en beleidsmat
- Page 79 and 80: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 81 and 82: EURAL Randvoorwaarde Toelichting Re
- Page 83 and 84: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 85 and 86: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 87 and 88: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 89 and 90: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 91 and 92: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 93 and 94: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 95 and 96: 1.2.6. Water Tabel 1.10: Juridische
- Page 97: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 101 and 102: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 103 and 104: 1.2.7. Bodem Tabel 1.11: Juridische
- Page 105 and 106: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 107 and 108: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 109 and 110: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 111 and 112: 1.2.9. Natuur Tabel 1.13: Juridisch
- Page 113 and 114: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 115 and 116: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 117 and 118: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 119 and 120: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 121 and 122: 1.3.3.3. MER voor de E.ON- elektric
- Page 123 and 124: Figuur 2.1: Overzicht van elektrici
- Page 125 and 126: 2.1.3. Dreigend tekort aan elektric
- Page 127 and 128: vaak niet meer aan de moderne eisen
- Page 129 and 130: kolencentrales in België. De emiss
- Page 131 and 132: • Locatie: o Geschikte locatie, i
- Page 133 and 134: • de gewestplannen • de plannen
- Page 135 and 136: minimale stookwaarde, zal bij 8.000
- Page 137 and 138: vlak van levering wordt gewaarborgd
- Page 139 and 140: vermogen van meer dan 100 MWth en m
- Page 141 and 142: of rookgasrecirculatie. Er is een k
- Page 143 and 144: Gasmotoren Nieuwe gasmotoren 20 - 7
- Page 145 and 146: verwachting ongeveer 8.000 h vollas
- Page 147 and 148: Techniek Lucht Water Oppervlakte /
Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 7 Verwijzing<br />
Het Uitvoeringsbesluit van de Watertoets<br />
(B.S. 31 oktober 2006)<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 98<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />
andere beleidsvelden zoals milieubeleid, mobiliteitsbeleid,<br />
ruimtelijke ordening).<br />
In <strong>het</strong> DIWB worden een hele reeks doelstellingen en beginselen<br />
van integraal waterbeleid opgenomen (preventiebeginsel,<br />
voorzorgsbeginsel, herstelbeginsel,…) die fungeren als een<br />
richtsnoer voor de besluitvorming van de overheid (bv. de<br />
vergunningverlener). Vervolgens worden de algemene<br />
instrumenten van integraal waterbeleid, waaronder de watertoets,<br />
uitgewerkt. Verder wordt <strong>het</strong> algemene kader van de Vlaamse<br />
waterbeleids-structuren uitgetekend, die in overeenstemming met<br />
de watersysteembenadering worden georganiseerd op<br />
verschillende geografische niveaus (stroomgebieden en<br />
stroomgebieddistricten, bekkens en deelbekkens), waarbij<br />
waterbeheerplannen moeten worden opgemaakt op elk niveau.<br />
Op vandaag zijn er nog geen dergelijke plannen vastgesteld door<br />
de Vlaamse Regering. De bekkenbeheerplannen, zoals <strong>het</strong><br />
bekkenbeheerplan van de Benedenschelde hebben intussen wel<br />
<strong>het</strong> openbaar onderzoek doorlopen en zijn goedgekeurd door de<br />
bekkenbesturen, zodat hun juridische status al ver gevorderd is.<br />
De finale doelstelling van <strong>het</strong> integraal waterbeleid is <strong>het</strong> bereiken<br />
van een goede toestand van de watersystemen, zowel op<br />
chemisch, kwantitatief als ecologisch vlak. Dit uitgangspunt is<br />
echter niet altijd verzoenbaar met <strong>het</strong> voorgenomen gebruik van<br />
grond en watersystemen. Het DIWB voorziet daarom in de<br />
invoering van <strong>het</strong> instrument ‘de watertoets’, waarvan de<br />
decretale omkadering is terug te vinden in artikel 8 DIWB. Via<br />
deze watertoets wil men de watergerelateerde belangen<br />
meewegen in de besluit-vorming op andere beleidsterreinen.<br />
De watertoets geeft uitvoering aan <strong>het</strong> principe van de externe<br />
integratie van integraal waterbeleid bij de besluitvorming op<br />
andere beleidsterreinen. Art. 8 DIWB bevat de minimumlijst van<br />
vergunningen, plannen en programma’s die aan de watertoets<br />
zijn onderworpen.<br />
Het doel van deze toets is <strong>het</strong> ontstaan van schadelijke effecten<br />
te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken en als dat niet kan,<br />
om de schadelijke effecten ana de watersystemen te vermijden,<br />
milderen, herstellen of, in de door <strong>het</strong> decreet aangewezen<br />
gevallen, te compenseren. Met <strong>het</strong> oog daarop moeten<br />
desgevallend bijzondere voorwaarden worden opgenomen in de<br />
J De exploitatie ven E.ON zal een bepaalde impact hebben op de<br />
waterkwaliteit, waterkwantiteit en aquatische ecosystemen,<br />
zodat valt te verwachten dat op basis van de<br />
watertoetsbeoordeling in ieder geval een aantal<br />
randvoorwaarden aan de exploitatie zullen worden gesteld.<br />
Voor wat betreft de effectenanalyse in verband met de<br />
aquatische ecosystemen dient te worden afgestemd met de<br />
discipline fauna & flora (cf. beschermde gebieden).