kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

20.7.5.1. Scenario met directe koeling Uit de studie blijkt dat het grondverzet in totaal op 399.000 m³ of 718.000 ton geraamd. In onderstaande tabel wordt het grondverzet gedetailleerd. Tabel 20.9: Detail van het grondverzet Actie Totale hoeveelheid Ontgravingen bouwputten (m 3 ) Aantal vrachtwagenbewegingen SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 878 Projectnummer: 07.0309 Hoeveelheid terug aan te vullen Grondoverschotten Grondvolume tijdelijk te stockeren 320.000 110.000 210.000 110.000 9.000 17.200 9.000 Terreinnivellering (m 3 ) 49.000 35.000 14.000 20.000 Aantal vrachtwagenbewegingen 2.850 1.150 1.600 Grondverzet extern (m 3 ) 30.000 30.000 0 30.000 Aantal vrachtwagenbewegingen 2.450 0 2.450 Aannames: Volumegewicht bodem: 1,8 t/m 3 ; belading/vrachtwagen: 22 ton Voor wat betreft de afbraakfase houdt de afbraak in dat bovengrondse installaties en hun funderingen dienen verwijderd te worden alsook dat regenwaterrioleringen, stoomleidingen en bekabeling worden verwijderd en/of het verplaatst. De werken zijn beperkt en houden geen betekenisvolle effecten in voor bodem en grondwater. Er wordt een netto grondoverschot van 224.000 m 3 of 403.200 ton verwacht. Uit de beschikbare kwaliteitsgegevens kan worden opgemaakt dat deze gronden niet verontreinigd zijn. In het kader van het technisch verslag zullen de juiste afvoermodaliteiten worden bepaald. Tijdens de bouwfase is bemaling nodig voor de aanleg van verschillende installatieonderdelen. Bemaling voor de aanleg van het ketelhuis en de machinekamer De bemaling die dient te worden gerealiseerd is complex. Enerzijds gaat het om een grote bouwput met een diepte tussen 6 en 10 m-mv die droog dient te worden gezet. Anderzijds maakt de aanwezigheid van de weinig geconsolideerde zettinggevoelige lagen tussen 5 en 10 m-mv diepte dat een vrije bemaling voor zettingsschade kan zorgen in de omgeving. Verder maakt het feit dat de stijghoogte in de diepere watervoerende lagen nauwelijks lager is dan deze van het freatische water dat de putbodem beveiligd dient te worden voor opbarsten door opwaartse waterdruk. Uitvoeringstechnisch werd gekozen voor een volledige geohydrologische isolering door middel van een bentonietwand tot in de Formatie van Boom op 40 m diepte. Aanvullend wordt in de bovenste 10 m een metalen damwand geplaatst. Beide wanden verhinderen de horizontale toestroming van grondwater. Binnen de omwalling kan de bouwput drooggemaakt en drooggehouden worden met een beperkte bemaling waarvan de invloedskegel per definitie beperkt is tot het geïsoleerde volume. Eens het geïsoleerde volume is leeggepompt is het

debiet beperkt tot evacuatie van het regenwater en tot de mogelijke lekstromen doorheen de wanden. In totaal wordt rekening gehouden met een maximaal bemalingsdebiet van 40 m 3 /h. Het bemalingswater wordt geloosd in het dok. Er wordt verwacht dat het geen micro-polluenten zal bevatten en wat betreft het zoutgehalte zal de kwaliteit aansluiten bij dit aanwezige brakwater in het dok. Bemaling voor de aanleg van het waterpompstation. In totaal wordt rekening gehouden met een maximaal bemalingsdebiet van 10 m 3 /h. Het bemalingswater wordt geloosd in het dok. Er wordt verwacht dat het geen micro-polluenten zal bevatten en wat betreft het zoutgehalte zal de kwaliteit aansluiten bij dit aanwezige brakwater in het dok. Bemaling voor de aanleg van andere gebouwen In deze zone werd (in de bodemonderzoeken uitgevoerd in opdracht van BAYER) grondwaterverontreiniging vastgesteld onder vorm van een verhoogde TOC-waarde. De verhoogde TOC-waarden wijzen op de aanwezigheid van organische stoffen in het grondwater, maar tot op heden werden deze niet gekarakteriseerd zodat de juiste samenstelling, noch de omvang gekend zijn. Uit voorzorg dient het bemalingswater dat hier wordt opgepompt te worden gemonitord op minimaal minerale olie, vluchtige aromaten en gechloreerde solventen. Indien verontreiniging wordt gedetecteerd dient het bemalingswater te worden gezuiverd. Verder valt de invloedsfeer van de te realiseren bouwputbemalingen buiten de aangetoonde grondverontreinigingen van de voormalige BSI-eenheid zelf zodat kan gesteld worden dat deze verontreinigingen zich niet gaan verplaatsen onder invloed van de te realiseren bouwputbemalingen. Voor het scenario van de eigen kolenopslag is er een aanleg nodig van kaaimuren voor het lossen van steenkool. Hierbij ontstaat een hoeveelheid baggerspecie die wordt geschat op 300.000 m 3 . Deze specie ontstaat door de hydraulische extractie van de aanwezige schuin oplopende oever en hiervan wordt aangenomen dat deze niet verontreinigd is. Mogelijk wordt een beperkte hoeveelheid verontreinigd bodemslib mee uitgebaggerd. Het verwerken en storten van deze baggerspecie maakt geen deel uit van het project. De significantie van de milieueffecten werd geëvalueerd. De resultaten worden in onderstaande tabel weergegeven. Pedologie en geologie Ruimtebeslag / toename verhardingsgraad Vernietiging/verstoring v/d natuurlijkheid v/d bodem SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 879 Projectnummer: 07.0309 Significantie van de milieueffecten Milderende maatregelen noodzakelijk Belangrijke bijdrage Gezien de specifieke geohydrologische setting niet noodzakelijk Verwaarloosbaar niet noodzakelijk Zettingseffecten / maaivelddaling Verwaarloosbaar niet noodzakelijk

debiet beperkt tot evacuatie van <strong>het</strong> regenwater en tot de mogelijke lekstromen doorheen de<br />

wanden.<br />

In totaal wordt rekening gehouden met een maximaal bemalingsdebiet van 40 m 3 /h. Het<br />

bemalingswater wordt geloosd in <strong>het</strong> dok. Er wordt verwacht dat <strong>het</strong> geen micro-polluenten zal<br />

bevatten en wat betreft <strong>het</strong> zoutgehalte zal de kwaliteit aansluiten bij dit aanwezige brakwater in<br />

<strong>het</strong> dok.<br />

Bemaling voor de aanleg van <strong>het</strong> waterpompstation.<br />

In totaal wordt rekening gehouden met een maximaal bemalingsdebiet van 10 m 3 /h. Het<br />

bemalingswater wordt geloosd in <strong>het</strong> dok. Er wordt verwacht dat <strong>het</strong> geen micro-polluenten zal<br />

bevatten en wat betreft <strong>het</strong> zoutgehalte zal de kwaliteit aansluiten bij dit aanwezige brakwater in<br />

<strong>het</strong> dok.<br />

Bemaling voor de aanleg van andere gebouwen<br />

In deze zone werd (in de bodemonderzoeken uitgevoerd in opdracht van BAYER)<br />

grondwaterverontreiniging vastgesteld onder vorm van een verhoogde TOC-waarde. De<br />

verhoogde TOC-waarden wijzen op de aanwezigheid van organische stoffen in <strong>het</strong> grondwater,<br />

maar tot op heden werden deze niet gekarakteriseerd zodat de juiste samenstelling, noch de<br />

omvang gekend zijn. Uit voorzorg dient <strong>het</strong> bemalingswater dat hier wordt opgepompt te<br />

worden gemonitord op minimaal minerale olie, vluchtige aromaten en gechloreerde solventen.<br />

Indien verontreiniging wordt gedetecteerd dient <strong>het</strong> bemalingswater te worden gezuiverd.<br />

Verder valt de invloedsfeer van de te realiseren bouwputbemalingen buiten de aangetoonde<br />

grondverontreinigingen van de voormalige BSI-eenheid zelf zodat kan gesteld worden dat deze<br />

verontreinigingen zich niet gaan verplaatsen onder invloed van de te realiseren<br />

bouwputbemalingen.<br />

Voor <strong>het</strong> scenario van de eigen kolenopslag is er een aanleg nodig van kaaimuren voor <strong>het</strong><br />

lossen van steenkool. Hierbij ontstaat een hoeveelheid baggerspecie die wordt geschat op<br />

300.000 m 3 . Deze specie ontstaat door de hydraulische extractie van de aanwezige schuin<br />

oplopende oever en hiervan wordt aangenomen dat deze niet verontreinigd is. Mogelijk wordt<br />

een beperkte hoeveelheid verontreinigd bodemslib mee uitgebaggerd. Het verwerken en storten<br />

van deze baggerspecie maakt geen deel uit van <strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ct.<br />

De significantie van de milieueffecten werd geëvalueerd. De resultaten worden in onderstaande<br />

tabel weergegeven.<br />

Pedologie en geologie<br />

Ruimtebeslag / toename<br />

verhardingsgraad<br />

Vernietiging/verstoring v/d natuurlijkheid<br />

v/d bodem<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 879<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />

Significantie van de milieueffecten Milderende maatregelen<br />

noodzakelijk<br />

Belangrijke bijdrage Gezien de specifieke<br />

geohydrologische setting niet<br />

noodzakelijk<br />

Verwaarloosbaar niet noodzakelijk<br />

Zettingseffecten / maaivelddaling Verwaarloosbaar niet noodzakelijk

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!