kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Met betrekking tot de lozing van het bedrijfsafvalwater kan gesteld worden dat de impact op de kwantiteit en kwaliteit van het ontvangende water, de Schelde, verwaarloosbaar is. Met betrekking tot de captatie en de lozing van het koelwater kan besloten worden dat de hierboven beschreven ‘optie 1’ (captatie en lozing aan de TAW-9 m dieptelijn) de minste impact heeft op zowel de watertemperatuur in de Schelde als de temperatuur aan de oevers en de bodem ter hoogte van de Schorren en Slikken en de gevolgen voor de bodemgesteldheid (erosie). De impact kan beschouwd worden als beperkt voor zowel de water- als (water)bodemtemperatuur. Optie 1 zal dan ook door E.ON worden uitgevoerd. In het scenario ‘gemiddelde zomer’ werd onderzocht wat de invloed zou zijn op de Schelde tijdens een gemiddelde zomer op het vlak van temperatuur en bij een delta T van 10°C, waarbij geen extra koeling zou plaatsvinden. De resultaten geven bij deze situatie toch iets hogere invloeden, zij het beperkt op Scheldewater, maar toch hogere pieken aan de bodem, zij het zeer plaatselijk en bij doodtij. Er moet evenwel gesteld worden dat dergelijke situatie zich niet zal voordoen, nu E.ON bij de warmste periode in de zomer zal bijkoelen met koelcellen met geforceerde trek. De lozing van het koelwater heeft tot slot geen negatieve impact op de zuurstofconcentratie in de Schelde. 20.7.2.2. Scenario met koeltoren Wat betreft de significantie van de milieueffecten voor dit scenario met de koeltoren is het besluit dat: • De effecten van de lozing van het bedrijfsafvalwater dezelfde zijn als deze voor het eerste scenario zoals hierboven beschreven. • Uit vergelijking met het significantiekader is de impact op de Schelde van het geloosde koelwater in dit scenario ‘ te verwaarlozen’ . De ‘opwarming is namelijk < 0,2°C. • Ook aan de bodem is er enkel zeer lokaal en kortstondig een verhoging van ca. 1°C waar te nemen (beperkte impact). De effecten van de lozing van het bedrijfsafvalwater zijn verwaarloosbaar, en de effecten van de lozing van het koelwater zijn in de situatie met koeltoren eveneens verwaarloosbaar, zodat geen bijkomende milderende maatregelen moeten worden opgelegd. Wel zal E.ON zich ertoe verbinden om, wanneer de temperatuur van de Schelde in de zomermaanden > 25°C bedraagt, de geloosde thermische vracht te doen dalen in overeenstemming met de in VLAREM II voorgeschreven voorwaarden. Een continue monitoring van de temperatuur van zowel het ingenomen als geloosde koelwater is daarbij essentieel. De invloed van de lozing van spui in dit scenario heeft een verwaarloosbare invloed op de temperatuur van de Schelde. In het scenario ‘met koeltoren’ is er zelfs een gunstige invloed op de zuurstofconcentratie in de Schelde. SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 870 Projectnummer: 07.0309
20.7.2.3. Scenario met bijstook met maximaal 20% biomassa Voor de discipline water worden er geen veranderingen ten opzichte van 100% kolenstook verwacht. 20.7.2.4. Evaluatie Algemeen kan besloten dat voor de discipline water het scenario met koeltoren de voorkeur geniet. 20.7.3. Discipline Fauna en Flora De discipline Fauna en Flora onderzoekt de effecten van het voorgenomen project op het natuurlijke biologische milieu. Om de effecten te kunnen beoordelen wordt in een eerste stap de huidige actuele situatie beschreven (referentiesituatie). De impact van de deelingrepen van het project op het biologische milieu worden daarna beschreven en beoordeeld in functie van de referentiesituatie. 20.7.3.1. Scenario met directe koeling Voor het scenario met de directe koeling geldt dat het onttrekken van koelwater uit de Schelde het ecosysteem van het estuarium van de Schelde slechts beperkt zal aantasten. Nochtans is het aantal aangezogen organismen zeer groot (150 miljoen op jaarbasis). Om het aantal ingezogen vissen te beperken wordt projectmatig reeds een visafweersysteemvoorzien. Hierdoor zal het aantal aangezogen vissen drastisch beperkt worden (tot 90%). Mits een efficiënt visafweersysteem en een visretoursysteem worden geïnstalleerd, zullen de effecten van E.ON op de visbestand beperkt blijven. De cumulatieve opwarming van het water in de Schelde kan een verschuiving van het ecologische evenwicht veroorzaken. Het water in de Schelde zou beneden de 25°C moeten blijven. Voor verzuring en eutrofiëring zijn voor de natuurgebieden Ruige Heide, Schans van Smoutakker en de Brabantse Wal in Nederland belangrijk. De bijdrage van E.ON is t.a.v. de kritische last relevant. De verwachte effecten kunnen opgesplitst worden in (1) effecten tijdens de afbraakfase van inrichtingen van BAYER, (2) de aanlegfase voor de elektriciteitscentrale en (3) effecten tijdens de exploitatiefase. De werkzaamheden vinden na elkaar plaats, zodat ze niet met elkaar cumuleren. Tijdens de onderhoudsfase zal de elektriciteitscentrale slechts beperkt in werking zijn. Er zal geen Scheldewater worden aangezogen en koelwater geloosd worden. Er zullen tijdens deze fase geen effecten voorkomen. Ook de bijdrage van E.ON aan de verzuring en eutrofiëring zal tijdelijk terugvallen. De geplande kolencentrale zal voorzien worden van bodembeschermende maatregelen volgens de huidige stand van de techniek. Het risico op bodemverontreiniging wordt bijgevolg tot een minimum beperkt. Op basis van de beschikbare kwaliteitsgegevens van SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 871 Projectnummer: 07.0309
- Page 819 and 820: 18. Leemten in kennis Ongeacht of h
- Page 821 and 822: 19. Tewerkstelling, investeringen e
- Page 823 and 824: gelegen in het geval van de toekoms
- Page 825 and 826: Figuur 20.3: De ligging van de nieu
- Page 827 and 828: 20.1.3. Toetsing aan de M.E.R-plich
- Page 829 and 830: Zone 4 (optioneel): deel van het te
- Page 831 and 832: Steenkool SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 833 and 834: 20.4.1.7. Massa- en energiebalans I
- Page 835 and 836: verbrandingslucht voor de brander.
- Page 837 and 838: 20.4.3. Turbogeneratorinstallatie D
- Page 839 and 840: 20.4.5. Elektrostatische vliegasvan
- Page 841 and 842: • bijgevolg is de jaarlijkse effi
- Page 843 and 844: met een scheepsgrootte van 2.000 to
- Page 845 and 846: osmose (of reversed osmose) en ione
- Page 847 and 848: aangebracht, waarmee het koelwater
- Page 849 and 850: Figuur 20.7 : : schematisch zicht v
- Page 851 and 852: zal aan elke exploitant zijn om te
- Page 853 and 854: technologie ook toepassen in een gr
- Page 855 and 856: gewenste grootte om de afgassen van
- Page 857 and 858: De gemiddelde efficiëntie voor het
- Page 859 and 860: natuurfuncties beperkt en wordt de
- Page 861 and 862: 20.7. Milieueffecten 20.7.0. Leeswi
- Page 863 and 864: De verzurende depositie wordt getoe
- Page 865 and 866: Algemeen kan worden besloten dat vo
- Page 867 and 868: (16) Lillo jaargemiddelde ca. 0,1 v
- Page 869: 20.7.2.1. Scenario met directe koel
- Page 873 and 874: Vooral de effecten op de levensgeme
- Page 875 and 876: tijdens de onderhoudsfase is gevoel
- Page 877 and 878: slechts weinig worden beïnvloed do
- Page 879 and 880: debiet beperkt tot evacuatie van he
- Page 881 and 882: De geplande installaties zullen vol
- Page 883 and 884: vee. De hierboven berekende deposit
- Page 885 and 886: gebied van geluid en als gevolg van
- Page 887 and 888: etrekking tot de handling van de st
- Page 889 and 890: Om aan deze vereiste te voldoen, di
- Page 891 and 892: Tabel 20.10 Overzichtstabel technis
- Page 893 and 894: Soort maatregelen Algemene kenmerke
- Page 895 and 896: Soort maatregelen Effect Opmerkinge
- Page 897 and 898: minder impact op water heeft. Zo za
- Page 899 and 900: e.a. En andere e.d. En dergelijke E
- Page 901 and 902: NOx Stikstofoxiden N.V. Naamloze Ve
- Page 903 and 904: 22. Verklarende woordenlijst Achter
- Page 905 and 906: MER Milieu Effect Rapport (het rapp
- Page 907 and 908: • Luchtkwaliteit in het Vlaamse g
- Page 909: • Verkeerstellingen 2006, Vlaamse
20.7.2.3. Scenario met bijstook met maximaal 20% biomassa<br />
Voor de discipline water worden er geen veranderingen ten opzichte van 100% kolenstook<br />
verwacht.<br />
20.7.2.4. Evaluatie<br />
Algemeen kan besloten dat voor de discipline water <strong>het</strong> scenario met koeltoren de voorkeur<br />
geniet.<br />
20.7.3. Discipline Fauna en Flora<br />
De discipline Fauna en Flora onderzoekt de effecten van <strong>het</strong> voorgenomen pro<strong>je</strong>ct op <strong>het</strong><br />
natuurlijke biologische milieu. Om de effecten te <strong>kun</strong>nen beoordelen wordt in een eerste stap de<br />
huidige actuele situatie beschreven (referentiesituatie). De impact van de deelingrepen van <strong>het</strong><br />
pro<strong>je</strong>ct op <strong>het</strong> biologische milieu worden daarna beschreven en beoordeeld in functie van de<br />
referentiesituatie.<br />
20.7.3.1. Scenario met directe koeling<br />
Voor <strong>het</strong> scenario met de directe koeling geldt dat <strong>het</strong> onttrekken van koelwater uit de Schelde<br />
<strong>het</strong> ecosysteem van <strong>het</strong> estuarium van de Schelde slechts beperkt zal aantasten.<br />
Nochtans is <strong>het</strong> aantal aangezogen organismen zeer groot (150 miljoen op jaarbasis). Om <strong>het</strong><br />
aantal ingezogen vissen te beperken wordt pro<strong>je</strong>ctmatig reeds een visafweersysteemvoorzien.<br />
Hierdoor zal <strong>het</strong> aantal aangezogen vissen drastisch beperkt worden (tot 90%). Mits een<br />
efficiënt visafweersysteem en een visretoursysteem worden geïnstalleerd, zullen de effecten<br />
van E.ON op de visbestand beperkt blijven.<br />
De cumulatieve opwarming van <strong>het</strong> water in de Schelde kan een verschuiving van <strong>het</strong><br />
ecologische evenwicht veroorzaken. Het water in de Schelde zou beneden de 25°C moeten<br />
blijven. Voor verzuring en eutrofiëring zijn voor de natuurgebieden Ruige Heide, Schans van<br />
Smoutakker en de Brabantse Wal in Nederland belangrijk. De bijdrage van E.ON is t.a.v. de<br />
kritische last relevant.<br />
De verwachte effecten <strong>kun</strong>nen opgesplitst worden in (1) effecten tijdens de afbraakfase van<br />
inrichtingen van BAYER, (2) de aanlegfase voor de elektriciteitscentrale en (3) effecten tijdens<br />
de exploitatiefase. De werkzaamheden vinden na elkaar plaats, zodat ze niet met elkaar<br />
cumuleren.<br />
Tijdens de onderhoudsfase zal de elektriciteitscentrale slechts beperkt in werking zijn. Er zal<br />
geen Scheldewater worden aangezogen en koelwater geloosd worden. Er zullen tijdens deze<br />
fase geen effecten voorkomen. Ook de bijdrage van E.ON aan de verzuring en eutrofiëring zal<br />
tijdelijk terugvallen. De geplande kolencentrale zal voorzien worden van bodembeschermende<br />
maatregelen volgens de huidige stand van de techniek. Het risico op bodemverontreiniging<br />
wordt bijgevolg tot een minimum beperkt. Op basis van de beschikbare kwaliteitsgegevens van<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 871<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309