kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

1.2.5. Lucht Tabel 1.9: Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Lucht Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 6 Verwijzing De Wet van 9 juli 1982 tot goedkeuring van het Verdrag van Genève op grensoverschrijdende luchtverontreiniging. NEC-richtlijn (2001/81/EG) en NEC- reductieprogramma’s SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 86 Projectnummer: 07.0309 De conventie van Genève betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (vervuiling die niet binnen de landgrenzen blijft) stelt streefcijfers vast voor de beperking van zuurrijke emissies. Sinds die worden toegepast, zijn de zwavelemissies in Europa drastisch afgenomen, maar door het toegenomen wegverkeer heeft dat nauwelijks enig effect gehad op de uitstoot van stikstofoxide. Door de goedkeuring van dit Verdrag verplicht België zich ertoe de luchtverontreiniging te beperken en zoveel mogelijk geleidelijk te verminderen en te voorkomen. België heeft ook verschillende protocols bij dit Verdrag goedgekeurd (inzake SO2, NOx- reducties, enz.). In 1999 werd het Protocol van Göteborg over vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon aangenomen. Daardoor moet België tegen 2010 zijn emissie van SO2 met 72% , zijn emissie van NOx met 47% en zijn emissie van VOS met 56% reduceren in vergelijking met 1990. Emissieplafonds voor NOx, SO2, VOS, en NH3 vormen de kern van de Europese richtlijn 2001/81/EG. Naast het voldoen aan de hierin vooropgestelde emissieplafonds dienen de lidstaten een reductieprogramma op te stellen. Het NEC-reductieprogramma beschrijft de maatregelen die in België zijn genomen of gepland om aan de emissieplafonds uit de NEC-richtlijn te voldoen. Gezien het bereiken van de nationale emissieplafonds maatregelen vergt van zowel de federale overheid als van de drie gewesten werden de Belgische emissieplafonds telkens opgesplitst in vier subplafonds: één nationaal cijfer voor de emissies van de niet-stationaire bronnen en drie plafonds voor de overige bronnen van elk van de gewesten. De gewesten zijn elk verantwoordelijk voor hun eigen plafonds. 6 J: juridisch relevante randvoorwaarde; B: beleidsmatig relevante randvoorwaarde; X: niet relevant. J De nieuwe elektriciteitscentrale stoot emissies uit die over de grens met Vlaanderen waarneembaar zijn. Voor zover bij de exploitatie stoffen worden uitgestoten die onder het toepassingsgebied van het LRATP-Verdrag vallen, zal moeten worden gewaarborgd dat deze (additionele) uitstoot de door België op zich genomen reductieverplichtingen niet in de weg staat. J De nieuwe elektriciteitscentrale emitteert diverse van de in de NEC-richtlijn genoemde stoffen.

Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 6 Verwijzing Milieubeleidovereenkomst elektriciteitsproducenten 2004-2009 (12 april 2004) SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 87 Projectnummer: 07.0309 Deze milieubeleidovereenkomst ging in vanaf 1 januari 2005 en werd afgesloten voor de duur van 5 jaar met de optie tot verlenging met 5 jaar. De milieubeleidovereenkomst geeft invulling aan Richtlijnen 2001/80/EG en 2001/81/EG, de zogenaamde LCPen NEC-richtlijnen, en strekt tot een vermindering van de NOx- en SO2-emissies afkomstig van installaties van elektriciteitsproducenten, via het vastleggen van emissieplafonds. In de MBO liggen de jaarvrachten voor NOx en SO2 vast tot 2013. Voor SO2 is er vanaf 2013 een (voorlopig indicatief) plafond van 4,3 kT en voor NOx een (voorlopig indicatief) plafond van 11 kT. In het voortgangsrapport Vlaams NEC-reductieprogramma 2008 valt met betrekking tot de electriciteitsproducenten het volgende te lezen (zie p. 25-26 van het voortgangsrapport): ‘De prognoses uit het NEC-programma zijn de emissieplafonds die zijn opgenomen in de milieubeleidsovereenkomst (MBO) die in 2004 werd afgesloten met de elektriciteitsproducenten. Deze MBO loopt van 2005 tot 2009 en voorziet een mogelijke verlenging ervan tot 2013. Uit de rapportering in het kader van deze MBO blijkt dat de sector goed op schema zit bij de uitvoering van zijn engagementen en dat reeds een belangrijke emissiereductie is gerealiseerd (zo daalden de NOx-emissies van de installaties die onder het toepassingsgebied van de MBO vallen van 23,5 kton in 2005 naar 16,8 kton in 2007). Op dit moment lopen de onderhandelingen over de verlenging van deze MBO. Hierbij staan niet enkel de emissieplafonds op de agenda, maar ook de afbakening van het toepassingsgebied van de MBO. Door de liberalisering van de energiemarkt en het toenemende belang van decentrale productie (zoals bvb. de vele kleine WKK-motoren in de landbouw) is het belang van goede afspraken hierrond alleen maar toegenomen. Naast de verlenging van de MBO wordt ook voorzien in flankerend beleid, zoals emissiegrenswaarden op basis van de Beste Beschikbare Technieken voor zowel nieuwe als bestaande installaties. Gelet op de nog lopende onderhandelingen over de verlenging van de MBO wordt voorlopig vastgehouden aan de emissieprognoses uit het NEC-programma 2006.’ J Het toepassingsgebied van de overeenkomst beperkt zich tot de reeds vergunde installaties van de tot de MBO toegetreden leden van de Federatie van de Belgische Elektriciteit- en Gasbedrijven (FEBEG). Wanneer een nieuwe eenheid in dienst genomen wordt, worden de emissieplafonds van de bestaande installaties verminderd overeenkomstig de bepalingen in artikel 4, § 2 en dit om te verhinderen dat de totale emissies van de elektriciteitsector hoger komen te liggen dan de geplafonneerde jaarvrachten.

Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 6 Verwijzing<br />

Milieubeleidovereenkomst<br />

elektriciteitsproducenten 2004-2009 (12 april<br />

2004)<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 87<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />

Deze milieubeleidovereenkomst ging in vanaf 1 januari 2005 en<br />

werd afgesloten voor de duur van 5 jaar met de optie tot<br />

verlenging met 5 jaar. De milieubeleidovereenkomst geeft invulling<br />

aan Richtlijnen 2001/80/EG en 2001/81/EG, de zogenaamde LCPen<br />

NEC-richtlijnen, en strekt tot een vermindering van de NOx- en<br />

SO2-emissies afkomstig van installaties van<br />

elektriciteitsproducenten, via <strong>het</strong> vastleggen van emissieplafonds.<br />

In de MBO liggen de jaarvrachten voor NOx en SO2 vast tot 2013.<br />

Voor SO2 is er vanaf 2013 een (voorlopig indicatief) plafond van<br />

4,3 kT en voor NOx een (voorlopig indicatief) plafond van 11 kT.<br />

In <strong>het</strong> voortgangs<strong>rapport</strong> Vlaams NEC-reductieprogramma 2008<br />

valt met betrekking tot de electriciteitsproducenten <strong>het</strong> volgende te<br />

lezen (zie p. 25-26 van <strong>het</strong> voortgangs<strong>rapport</strong>): ‘De prognoses uit<br />

<strong>het</strong> NEC-programma zijn de emissieplafonds die zijn opgenomen<br />

in de milieubeleidsovereenkomst (MBO) die in 2004 werd<br />

afgesloten met de elektriciteitsproducenten. Deze MBO loopt van<br />

2005 tot 2009 en voorziet een mogelijke verlenging ervan tot<br />

2013. Uit de <strong>rapport</strong>ering in <strong>het</strong> kader van deze MBO blijkt dat<br />

de sector goed op schema zit bij de uitvoering van zijn<br />

engagementen en dat reeds een belangrijke emissiereductie<br />

is gerealiseerd (zo daalden de NOx-emissies van de installaties<br />

die onder <strong>het</strong> toepassingsgebied van de MBO vallen van 23,5 kton<br />

in 2005 naar 16,8 kton in 2007). Op dit moment lopen de<br />

onderhandelingen over de verlenging van deze MBO. Hierbij staan<br />

niet enkel de emissieplafonds op de agenda, maar ook de<br />

afbakening van <strong>het</strong> toepassingsgebied van de MBO. Door de<br />

liberalisering van de energiemarkt en <strong>het</strong> toenemende belang van<br />

decentrale productie (zoals bvb. de vele kleine WKK-motoren in<br />

de landbouw) is <strong>het</strong> belang van goede afspraken hierrond alleen<br />

maar toegenomen. Naast de verlenging van de MBO wordt ook<br />

voorzien in flankerend beleid, zoals emissiegrenswaarden op<br />

basis van de Beste Beschikbare Technieken voor zowel<br />

nieuwe als bestaande installaties. Gelet op de nog lopende<br />

onderhandelingen over de verlenging van de MBO wordt voorlopig<br />

vastgehouden aan de emissieprognoses uit <strong>het</strong> NEC-programma<br />

2006.’<br />

J Het toepassingsgebied van de overeenkomst beperkt zich tot<br />

de reeds vergunde installaties van de tot de MBO toegetreden<br />

leden van de Federatie van de Belgische Elektriciteit- en<br />

Gasbedrijven (FEBEG). Wanneer een nieuwe eenheid in<br />

dienst genomen wordt, worden de emissieplafonds van de<br />

bestaande installaties verminderd overeenkomstig de<br />

bepalingen in artikel 4, § 2 en dit om te verhinderen dat de<br />

totale emissies van de elektriciteitsector hoger komen te liggen<br />

dan de geplafonneerde jaarvrachten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!