kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
omwille van het mogelijke scenario van de aanleg van een nieuwe kademuur, ook m.e.r.beoordelingsplichtig, gelet op de inhoud van Bijlage II, 10 f) ‘Aanleg van havens en haveninstallaties, met inbegrip van visserijhavens, waaronder de aanleg van dokken en sluizen’. Omdat het toekomstige scenario van CO2-afvangst, -transport en -opslag (zie het feit dat de eenheid in juni 2009 door de TÜV-Nord is gecertificeerd als ‘capture ready’) pas in een later stadium voorwerp kan uitmaken van vergunningsaanvragen (waarvoor het Europees- en internrechtelijk kader immers nog in de maak is – zie Hoofdstuk 1.2.5. van dit MER) maakt deze ‘Coal Capture and Storage (CCS)’ géén deel uit van het in casu voorliggende m.e.r.-plichtige ‘project’. 20.2. Actuele toestand E.ON-site – Afbraakfase Het bedrijfsterrein van BAYER waar de elektriciteitscentrale van E.ON gepland is, werd vroeger gebruikt voor productie- en laad- en losdoeleinden. Dit gebied was geïntegreerd in de infrastructuur voor de chemische installaties, zoals pijpenbruggen, bluswater- en drainagesystemen. De afbraakwerken vallen onder de verantwoordelijkheid van BAYER. Voor het eerste scenario met directe koeling als koelwaterscenario gebeuren de afbraakwerken voorafgaandelijk aan de aanleg door E.ON van de geplande elektriciteitscentrale. In dit scenario en dus vooraleer E.ON kan starten met de bouw van de elektriciteitscentrale, dienen de bestaande BAYER-installaties op het terrein te worden afgebroken. Er zijn dan ook geen cumulatieve effecten bij dit scenario. Voor het tweede scenario met de koeltoren als koelwaterscenario gebeuren de meeste werken eveneens voorafgaandelijk. Er worden geen cumulatieve effecten voorzien. Ten opzichte van de bouw van de centrale zijn deze afbraakwerken verwaarloosbaar te noemen. Om die reden wordt de afbraakfase dan ook niet verder besproken in dit MER. Speciale aandacht zal wel dienen besteed te worden aan de veiligheidsaspecten in verband met de site van BAYER. 20.3. Aanlegfase Voor de aanlegfase zal E.ON gebruik maken van enerzijds de eigen E.ON-site (inclusief de toekomstige kolenopslagplaats) en van anderzijds een aantal bijkomende terreinen, met name (zie Bijlage 8 bij dit MER): Zone 1: terrein van 7,5 ha ten noorden van de kolenopslag, nog gelegen op de BAYER-site (bestemming industriegebied) Zone 2: terrein van 1,4 ha, nog gelegen op de BAYER-site ten noorden van de Bio plant en grenzend aan de bouwplaats (bestemming industriegebied) Zone 3: terrein van 2.5 ha ter hoogte van ‘Antwerp Ship Repair’, gelegen aan het Hansadok, 403B SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 828 Projectnummer: 07.0309
Zone 4 (optioneel): deel van het terrein van 4,8 ha ten noorden van BAYER en ten zuiden van de R2, eigendom van de NMBS-Holding Bovenstaande terreinen zullen worden gebruikt voor: Zone 1: het terrein van 7,5 ha zal worden gebruikt voor tussenopslag en voormontage van diverse installatiedelen. De locatie is gunstig gelegen voor aanvoer over water, waartoe de nog aan te leggen kade ten behoeve van het toekomstige kolentransport kan worden benut. Zone 2: Het 1,4 ha terrein zal worden gebruikt voor het oprichten van de tijdelijke behuizing (bouwketen e.d.) voor de medewerkers van E.ON en de diverse aannemers. Zone 3: Dit terrein zal gebruikt worden voor tussenopslag en voormontage van diverse installatiedelen. Deze oplossing zal aanleiding geven tot meer verkeersoverlast omwille van de grotere afstand tot de locatie. Zone 4 (optioneel): Het terrein van 4,8 ha zal worden gebruikt voor tussenopslag en voormontage van diverse installatiedelen. Het terrein is gunstig gelegen voor aanvoer over de weg. Hiertoe zal worden voorzien in een verkeerstechnische maatregelen ter plaatse (een uitrit en oprit aan de weg langs het terrein). Op het terrein zal een bouwweg worden aangelegd die onder de Lillobrug door naar het bouwterrein voert. De vispaaiplaats (gelegen in de bufferzone) zal in geen geval worden gebruikt. Overeenkomstig de bepalingen van het gewestplan Antwerpen zijn de zones 1 t.e.m. 3 in een industriegebied gelegen. De zone 4 bevindt zich in een bufferzone. Wat de zone 4 betreft, dient – in overleg met de bevoegde vergunningverlenende overheid – de vergunningsgrondslag te worden nagegaan. Ofwel dient toepassing te worden gemaakt van artikel 3, 1° van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is (tijdelijke werken, handelingen en wijzigingen nodig voor de uitvoering van vergunde werken, voorzover deze plaatsvinden binnen de werkstrook afgebakend in de stedenbouwkundige vergunning). Ofwel dient toepassing te worden gemaakt van artikel 145bis, § 1, lid 1, 5 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO) (zonevreemde aanpassingswerken (zoals (tijdelijke) terreinverhardingen) zonder volume-uitbreiding), vermits een bufferzone voor de toepassing van deze bepaling niet als ruimtelijk kwetsbaar gebied wordt aangemerkt), gecombineerd met artikel 105, § 4, 3° DRO (tijdelijke vergunningen kunnen worden afgeleverd voor werken, handelingen en wijzigingen gedurende de periode die voorafgaat aan de oprichting van bouwwerken, aan de uitvoering van andere vergunningsplichtige werken of handelingen, of aan de verwezenlijking van de definitieve bestemming). 20.4. Beschrijving van het project De door E.ON geplande elektriciteitscentrale op de BAYER-site bestaat uit een poederkoolgestookte ketelinstallatie met superkritische stoomcondities en een turbogeneratorinstallatie met een bruto vermogen van 1.100 MWe en de meest moderne rookgasreiniginginstallatie. De voorzieningen van de centrale kunnen onderverdeeld worden in hoofdinstallaties, neveninstallaties en infrastructuur. De hiernavolgende paragrafen behandelen een aantal belangrijke onderdelen/aspecten van het proces van de elektriciteitscentrale. SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 829 Projectnummer: 07.0309
- Page 777 and 778: Figuur 11.14: Toekomstig landschapp
- Page 779 and 780: Figuur 11.18: Toekomstig landschapp
- Page 781 and 782: De koeltoren en het hoofdgebouw zul
- Page 783 and 784: De kleur van de koeltoren moet zo m
- Page 785 and 786: 12. Overige disciplines 12.0. Leesw
- Page 787 and 788: gelegen is op het gedeelte terrein
- Page 789 and 790: 13.2. Kenmerken van het instrument
- Page 791 and 792: Al deze aspecten zijn aan bod gekom
- Page 793 and 794: is een belangrijke randvoorwaarde.
- Page 795 and 796: • waterconservering: behouden van
- Page 797 and 798: Discipline water Er worden geen gre
- Page 799 and 800: • De berekende pluimmaxima worden
- Page 801 and 802: invloeden, zij het beperkt op Schel
- Page 803 and 804: weinig kritische beoordelingspositi
- Page 805 and 806: De bijdrage van het wegverkeer gege
- Page 807 and 808: Besluit Gedurende de exploitatiefas
- Page 809 and 810: Enerzijds zorgt de werking van de g
- Page 811 and 812: Als algemeen besluit heeft E.ON bes
- Page 813 and 814: Soort maatregelen Algemene kenmerke
- Page 815 and 816: Soort maatregelen Effect Opmerkinge
- Page 817 and 818: 17.3. Analyses van de wateremissies
- Page 819 and 820: 18. Leemten in kennis Ongeacht of h
- Page 821 and 822: 19. Tewerkstelling, investeringen e
- Page 823 and 824: gelegen in het geval van de toekoms
- Page 825 and 826: Figuur 20.3: De ligging van de nieu
- Page 827: 20.1.3. Toetsing aan de M.E.R-plich
- Page 831 and 832: Steenkool SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 833 and 834: 20.4.1.7. Massa- en energiebalans I
- Page 835 and 836: verbrandingslucht voor de brander.
- Page 837 and 838: 20.4.3. Turbogeneratorinstallatie D
- Page 839 and 840: 20.4.5. Elektrostatische vliegasvan
- Page 841 and 842: • bijgevolg is de jaarlijkse effi
- Page 843 and 844: met een scheepsgrootte van 2.000 to
- Page 845 and 846: osmose (of reversed osmose) en ione
- Page 847 and 848: aangebracht, waarmee het koelwater
- Page 849 and 850: Figuur 20.7 : : schematisch zicht v
- Page 851 and 852: zal aan elke exploitant zijn om te
- Page 853 and 854: technologie ook toepassen in een gr
- Page 855 and 856: gewenste grootte om de afgassen van
- Page 857 and 858: De gemiddelde efficiëntie voor het
- Page 859 and 860: natuurfuncties beperkt en wordt de
- Page 861 and 862: 20.7. Milieueffecten 20.7.0. Leeswi
- Page 863 and 864: De verzurende depositie wordt getoe
- Page 865 and 866: Algemeen kan worden besloten dat vo
- Page 867 and 868: (16) Lillo jaargemiddelde ca. 0,1 v
- Page 869 and 870: 20.7.2.1. Scenario met directe koel
- Page 871 and 872: 20.7.2.3. Scenario met bijstook met
- Page 873 and 874: Vooral de effecten op de levensgeme
- Page 875 and 876: tijdens de onderhoudsfase is gevoel
- Page 877 and 878: slechts weinig worden beïnvloed do
Zone 4 (optioneel): deel van <strong>het</strong> terrein van 4,8 ha ten noorden van BAYER en ten zuiden<br />
van de R2, eigendom van de NMBS-Holding<br />
Bovenstaande terreinen zullen worden gebruikt voor:<br />
Zone 1: <strong>het</strong> terrein van 7,5 ha zal worden gebruikt voor tussenopslag en voormontage van<br />
diverse installatiedelen. De locatie is gunstig gelegen voor aanvoer over water, waartoe de<br />
nog aan te leggen kade ten behoeve van <strong>het</strong> toekomstige kolentransport kan worden<br />
benut.<br />
Zone 2: Het 1,4 ha terrein zal worden gebruikt voor <strong>het</strong> oprichten van de tijdelijke behuizing<br />
(bouwketen e.d.) voor de medewerkers van E.ON en de diverse aannemers.<br />
Zone 3: Dit terrein zal gebruikt worden voor tussenopslag en voormontage van diverse<br />
installatiedelen. Deze oplossing zal aanleiding geven tot meer verkeersoverlast omwille van<br />
de grotere afstand tot de locatie.<br />
Zone 4 (optioneel): Het terrein van 4,8 ha zal worden gebruikt voor tussenopslag en<br />
voormontage van diverse installatiedelen. Het terrein is gunstig gelegen voor aanvoer over<br />
de weg. Hiertoe zal worden voorzien in een verkeerstechnische maatregelen ter plaatse<br />
(een uitrit en oprit aan de weg langs <strong>het</strong> terrein). Op <strong>het</strong> terrein zal een bouwweg worden<br />
aangelegd die onder de Lillobrug door naar <strong>het</strong> bouwterrein voert. De vispaaiplaats<br />
(gelegen in de bufferzone) zal in geen geval worden gebruikt.<br />
Overeenkomstig de bepalingen van <strong>het</strong> gewestplan Antwerpen zijn de zones 1 t.e.m. 3 in een<br />
industriegebied gelegen. De zone 4 bevindt zich in een bufferzone. Wat de zone 4 betreft, dient<br />
– in overleg met de bevoegde vergunningverlenende overheid – de vergunningsgrondslag te<br />
worden nagegaan. Ofwel dient toepassing te worden gemaakt van artikel 3, 1° van <strong>het</strong> besluit<br />
van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige<br />
functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen<br />
stedenbouw<strong>kun</strong>dige vergunning nodig is (tijdelijke werken, handelingen en wijzigingen nodig<br />
voor de uitvoering van vergunde werken, voorzover deze plaatsvinden binnen de werkstrook<br />
afgebakend in de stedenbouw<strong>kun</strong>dige vergunning). Ofwel dient toepassing te worden gemaakt<br />
van artikel 145bis, § 1, lid 1, 5 van <strong>het</strong> decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van<br />
de ruimtelijke ordening (DRO) (zonevreemde aanpassingswerken (zoals (tijdelijke)<br />
terreinverhardingen) zonder volume-uitbreiding), vermits een bufferzone voor de toepassing van<br />
deze bepaling niet als ruimtelijk kwetsbaar gebied wordt aangemerkt), gecombineerd met artikel<br />
105, § 4, 3° DRO (tijdelijke vergunningen <strong>kun</strong>nen worden afgeleverd voor werken, handelingen<br />
en wijzigingen gedurende de periode die voorafgaat aan de oprichting van bouwwerken, aan de<br />
uitvoering van andere vergunningsplichtige werken of handelingen, of aan de verwezenlijking<br />
van de definitieve bestemming).<br />
20.4. Beschrijving van <strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ct<br />
De door E.ON geplande elektriciteitscentrale op de BAYER-site bestaat uit een<br />
poederkoolgestookte ketelinstallatie met superkritische stoomcondities en een<br />
turbogeneratorinstallatie met een bruto vermogen van 1.100 MWe en de meest moderne<br />
rookgasreiniginginstallatie. De voorzieningen van de centrale <strong>kun</strong>nen onderverdeeld worden in<br />
hoofdinstallaties, neveninstallaties en infrastructuur. De hiernavolgende paragrafen behandelen<br />
een aantal belangrijke onderdelen/aspecten van <strong>het</strong> proces van de elektriciteitscentrale.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Niet-technische samenvatting 829<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309