kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

Ecologische receptor SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 730 Projectnummer: 07.0309 Kwetsbaarheidskaart (*) Bijdrage aan de depositie (kg N/ha/jaar) Bijdrage (%) Beoordeling Groot buitenschoor w 0,15 2,8% verwaarloosbaar Imalso – Gronden Linkeroever n 0,15 2,8% verwaarloosbaar Kuifeend – Grote Kreek z 0,5 9,3% relevant Oude Landen k 0,2 3,7% beperkt Ruige Heide z 0,45 8,3% relevant Groot Rietveld - Vlakte van Zwijndrecht w 0,15 2,8% verwaarloosbaar Putten k 0,15 2,8% verwaarloosbaar Schorren van Oude Doel w 0,15 2,8% verwaarloosbaar Drijdyck w 0,15 2,8% verwaarloosbaar Zuidelijke Groenzone w 0,15 2,8% verwaarloosbaar Schans van Smoutakker z 0,50 9,3% relevant Brabantse (Stoppelbergen) wal z 0,45 8,3% relevant (z: zeer kwetsbaar, k: kwetsbaar, w: weinig kwetsbaar, n: niet kwetsbaar) Bij de toetsing aan een kritische depositiewaarde van 5,4 kg N/ha/jaar blijken de effecten relevant te zijn in: De Kuifeend, Ruige heide, Schans van Smoutakker en de Brabantse wal (zie milderende maatregelen). 10.1.5.5.8. Verzuring Methodiek Verzuring is de directe of indirecte afname van het neutralisatievermogen van bodem of water als gevolg van de aanvoer van bepaalde stoffen via de lucht of het water. Dit resulteert op korte of lange termijn in een daling van de pH. De draagkracht voor de terrestrische natuur (bos, hei en grasland) voor verzurende depositie kan worden uitgedrukt als een kritische last verzuring. Dit is de maximaal toelaatbare depositie per eenheid van oppervlakte voor een bepaald ecosysteem zonder dat er – volgens de huidige kennis – schadelijke effecten optreden. Voor bossen is deze kritische last bepaald om wortelschade te voorkomen. Voor heide en grasland is de kritische last vastgelegd ter voorkoming van algemene bodemverzuring (Overloop & Neirynck, 2003). De totale verzurende depositie ter hoogte van de belangrijke ecologische receptoren in het studiegebied kan niet bepaald worden. Dit is immers slechts mogelijk via metingen of via berekeningen, als alle luchtemissiebronnen in beschouwing worden genomen. De bijdrage van het voorgenomen project aan de verzuring kan wel geschat worden. Deze bijdrage wordt berekend en getoetst aan de kritische depositiewaarde voor potentieel zuur. Als toetsingswaarde wordt de kritische last voor zandverstuivingen beschouwd namelijk 700 Zeq/jaar/ha. Zandverstuivingen komen voor in de Ruige Heide en de Brabantse Wal in Nederland. In de Schans van Smoutakker komt een schraalgrasland voor dat eveneens zeer

gevoelig is voor verzuring. Bovendien komt bij de Schans van Smoutakker een rijke mosflora voor, die eveneens zeer gevoelig is voor verzurende depositie. De VMM (2007) exploiteert in de omgeving van Antwerpen twee meetstations voor de totale verzurende depositie nl te Borgerhout en te Kapellen. De totale depostie in deze twee meetstations bedroeg in 2006 respectievelijk 3.424 (gras) en 3.052 Zeq/ha/jaar (heide). De middellange termijndoelstelling (MLTD) van 2.770 (Mina-plan 2) tegen 2010, wordt op deze meetstations niet gehaald. Dit is trouwens het geval voor de meeste meetstations in Vlaanderen. De lange termijndoelstelling (LTD) van 300 à 700 Zeq/ha/jaar, waarbij geen enkele schade optreedt, wordt in Vlaanderen alsnog nergens gehaald. Vooral voor typische heidegebieden (vb Kapellen) zijn de deposities nog zeer ver verwijderd van de doelstellingen. Beschrijving van het effect Bodemverzuring is de verandering van het protonenevenwicht in de bodem, wat resulteert in hogere concentraties waterstofionen (en dus lagere pH-waarden), wat ook gevolgen heeft voor andere chemische evenwichten in de bodem. Vele natuurlijke processen zijn afhankelijk van de zuurtegraad. De opname van voedingstoffen door planten verloopt moeilijker bij zuurdere bodems. De activiteit van bodemorganismen wordt ook bepaald door de zuurtegraad. De hoogste activiteit ligt gemiddeld rond pH 6 – 8, zwak zure tot zwak basische bodem. Deze bodemorganismen zorgen voor afbraak van planten- en dierenresten en vrijmaken van voedingstoffen. Hogere planten verschillen sterk in hun aanpassingsvermogen ten opzichte van de zuurtegraad van de bodem. Een lage bodem pH veroorzaakt: • verhoogde oplosbaarheid van metalen, tot zelfs giftige concentraties; • verminderde beschikbaarheid van fosfaat, wegens neerslag met ijzer en aluminium; • verminderde activiteit van bodemorganismen; • hierdoor opstapeling van organische zuren en giftige stoffen; • verminderde nitrificatie (omzetting van ammonium tot nitraat) en fixering van stikstof; • verlaagde activiteit van mycorhiza-schimmels; • verhoogde kans op infectie door in de bodem voorkomende ziekteverwekkers. Wanneer de bodem-pH daalt, breidt een beperkt aantal tolerante soorten uit, terwijl een groot aantal gevoelige soorten verdwijnt. Vooral de hogere planten en de bodemfauna reageren op verzuring. Dit leidt automatisch tot een verminderde activiteit van de bodemfauna. Deze verminderde activiteit heeft op zijn beurt als gevolg dat strooisel minder intensief vermengd wordt met de minerale bodem en accumuleert, wat dan weer gevolgen teweegbrengt voor de vestiging van planten. De verminderde diversiteit van planten en bodemfauna, wordt opgevolgd door een afname van de diversiteit op hogere trofische niveaus. De gevoeligheid van de natuur voor verzuring is variabel. Dit heeft vooral te maken met de buffercapaciteit van de bodem. Vooral voedselarme en weinig of matig gebufferde bodems zijn gevoelig voor verzuring. De omliggende natuurgebieden rondom het projectgebied omvatten biotopen die ‘zeer kwetsbaar’ tot ‘kwetsbaar’ zijn voor verzuring. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 731 Projectnummer: 07.0309

Ecologische receptor<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 730<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />

Kwetsbaarheidskaart<br />

(*)<br />

Bijdrage aan de<br />

depositie (kg N/ha/jaar)<br />

Bijdrage (%) Beoordeling<br />

Groot buitenschoor w 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Imalso – Gronden<br />

Linkeroever<br />

n 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Kuifeend – Grote Kreek z 0,5 9,3% relevant<br />

Oude Landen k 0,2 3,7% beperkt<br />

Ruige Heide z 0,45 8,3% relevant<br />

Groot Rietveld - Vlakte van<br />

Zwijndrecht<br />

w 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Putten k 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Schorren van Oude Doel w 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Drijdyck w 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Zuidelijke Groenzone w 0,15 2,8% verwaarloosbaar<br />

Schans van Smoutakker z 0,50 9,3% relevant<br />

Brabantse<br />

(Stoppelbergen)<br />

wal<br />

z 0,45 8,3% relevant<br />

(z: zeer kwetsbaar, k: kwetsbaar, w: weinig kwetsbaar, n: niet kwetsbaar)<br />

Bij de toetsing aan een kritische depositiewaarde van 5,4 kg N/ha/jaar blijken de effecten<br />

relevant te zijn in: De Kuifeend, Ruige heide, Schans van Smoutakker en de Brabantse wal (zie<br />

milderende maatregelen).<br />

10.1.5.5.8. Verzuring<br />

Methodiek<br />

Verzuring is de directe of indirecte afname van <strong>het</strong> neutralisatievermogen van bodem of water<br />

als gevolg van de aanvoer van bepaalde stoffen via de lucht of <strong>het</strong> water. Dit resulteert op korte<br />

of lange termijn in een daling van de pH.<br />

De draagkracht voor de terrestrische natuur (bos, hei en grasland) voor verzurende depositie<br />

kan worden uitgedrukt als een kritische last verzuring. Dit is de maximaal toelaatbare depositie<br />

per eenheid van oppervlakte voor een bepaald ecosysteem zonder dat er – volgens de huidige<br />

kennis – schadelijke effecten optreden. Voor bossen is deze kritische last bepaald om<br />

wortelschade te voorkomen. Voor heide en grasland is de kritische last vastgelegd ter<br />

voorkoming van algemene bodemverzuring (Overloop & Neirynck, 2003).<br />

De totale verzurende depositie ter hoogte van de belangrijke ecologische receptoren in <strong>het</strong><br />

studiegebied kan niet bepaald worden. Dit is immers slechts mogelijk via metingen of via<br />

berekeningen, als alle luchtemissiebronnen in beschouwing worden genomen.<br />

De bijdrage van <strong>het</strong> voorgenomen pro<strong>je</strong>ct aan de verzuring kan wel geschat worden. Deze<br />

bijdrage wordt berekend en getoetst aan de kritische depositiewaarde voor potentieel zuur. Als<br />

toetsingswaarde wordt de kritische last voor zandverstuivingen beschouwd namelijk 700<br />

Zeq/jaar/ha. Zandverstuivingen komen voor in de Ruige Heide en de Brabantse Wal in<br />

Nederland. In de Schans van Smoutakker komt een schraalgrasland voor dat eveneens zeer

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!