13.09.2013 Views

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Als we deze cijfers extrapoleren naar <strong>het</strong> totale vloedvolume dat de elektriciteitscentrale tussen<br />

eb en vloed passeert, dan komen maximaal 150 miljoen organismen de centrale voorbij.<br />

Dezelfde hoeveelheid individuen passeert de centrale opnieuw tussen vloed en eb.<br />

Een impact van 0,29% per passage kan als vrij laag bestempeld worden. Theoretisch kan een<br />

vis deze passage meerdere malen maken. Hoe dikwijler een vis de centrale passeert, hoe<br />

groter de kans dat hij wordt aangezogen.<br />

De impact is <strong>het</strong> grootste voor wijting (1,14%), rivierprik (0,60%) en bot (0,58%). Dit zijn<br />

demersale soorten die in nauw contact leven met de bodem zodat de berekening van de<br />

densiteiten voor deze soorten aan de hand van ankerkuilnetten wellicht een onderschatting<br />

geeft van de werkelijke densiteit waardoor de impact voor deze soorten overschat is. In de<br />

huidige situatie <strong>kun</strong>nen deze soorten in de Schelde toegenomen zijn.<br />

De aangezogen exemplaren van fint te Doel in 2006 hebben meestal een lengte tussen 10 en<br />

15 cm. Volwassen exemplaren zijn waarschijnlijk in staat te ontsnappen aan de aanzuigstroom.<br />

De mortaliteit van finten die toch worden aangezogen bedraagt 100% (Stevens, 2008).<br />

De historische paaiplaatsen van de fint bevinden zich in <strong>het</strong> zoetwater getijdengebied. Om hun<br />

paaiplaats te bereiken moeten ze door de Beneden-Zeeschelde migreren. De geplande E.ON<br />

centrale bevindt zich net als de centrales van Kallo en Doel op deze migratieweg. Ook andere<br />

migrerende soorten als zeeprik, rivierprik, paling en spiering moeten de centrales passeren om<br />

hun paaigronden te bereiken. De mortaliteit als gevolg van koelwatercaptatie van centrales is<br />

voor deze soorten <strong>het</strong> hoogst voor fint en spiering en <strong>het</strong> laagst voor rivierprik (Maes et al,<br />

1996).<br />

Als we de relatieve impact van de elektriciteitscentrale vergelijken met de visserij op haring en<br />

sprot, blijkt dat in de winter van 1994-1995 de centrale van Doel ongeveer 57 ton haring en<br />

sprot heeft binnengezogen. In dezelfde periode werd door 4 vissers met behulp van<br />

ankerkuilnetten 1.200 ton haring en sprot gevangen in de Westerschelde. De relatieve impact<br />

van de elektriciteitscentrale op de haring- en sprotpopulaties bedraagt in vergelijking met de<br />

visserij bijgevolg slechts 5%. Door de open verbinding en aangegeven migratiepatronen tussen<br />

de Noordzee-Westerschelde en Beneden-Zeeschelde is er een constante bijsturing van de<br />

stocks, waardoor geen depletie optreedt.<br />

Voor de soorten die louter uit <strong>het</strong> zoete deel van de Schelde komen is de ‘pool’ echter veel<br />

kleiner. In de studie van Maes (1996) komt dit aspect niet aan bod, waarschijnlijk omdat dit<br />

probleem zich toen niet stelde. Als een gevolg van een betere waterkwaliteit heeft de<br />

zoetwaterpopulatie zich <strong>kun</strong>nen vestigen en is momenteel nog aan <strong>het</strong> herstellen. Het aantal<br />

individuen op de Schelde is ondertussen ongetwijfeld toegenomen. Er kan gesteld worden dat<br />

<strong>het</strong> voorkomen van zoetwatervissen ter hoogte van de geplande centrale eerder beperkt is.<br />

Gezien de brakke tot zoute samenstelling van <strong>het</strong> water ligt ter hoogte van de geplande centrale<br />

de grens van hun leefgebied. Tijdens hogere afvoer in bijvoorbeeld de wintermaanden en <strong>het</strong><br />

dagelijks afgaande getij <strong>kun</strong>nen deze vissoorten echter wel ter hoogte van de geplande centrale<br />

aangetroffen worden. Er wordt vanuit gegaan dat <strong>het</strong> hier over een beperkt deel van de<br />

populatie gaat en dat de kernpopulatie die meer stroomopwaarts voorkomt hier niet significant<br />

onder zal lijden.<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 714<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!