kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
De streefbeelden die in de Ruige Heide worden nagestreefd zijn: • stuifduinen; • schraalgrasland; • droge heide in mozaïek met de andere ecotopen; • eikenberkenbos op zure gronden. Door het bestrijden van de Amerikaanse vogelkers is de kwaliteit van deze habitats er de laatste tijd op vooruitgegaan (monitoringrapport). Het areaal aan droge heide is toegenomen en eveneens de bedekking met tandjesgras. De diverse soorten korstmos nemen uitbreiding in de droge heide en aan de randen van het stuifduin. Belangrijke diersoorten in de Ruige heide zijn: • kommavlinder (populatie is klein, doch stabiel); • kleine vuurvlinder (toename op percelen met schraal grasland); • eikepage (gering aantal waarnemingen); • heivlinder (typische soort, gering aantal waarnemingen). Belangrijke doelsoorten/typische plantensoorten in het gebied zijn: • de bestrijding van de vogelkers heeft geleid tot een toename van inheemse soorten (lijsterbes, struikhei, veelbloemige veldbies en pilzegge); • de Ruige Heide is zeer belangrijk voor korstmossen. In totaal werden niet minder dan 28 typische soorten aangetroffen, waaronder Cladonia zopfii, Cladonia cervicornus, Cladonia gracilis en Cladonia unicalis. Deze soorten zijn in Vlaanderen zeldzaam. Volgende Rode Lijstsoorten komen in de Ruige heide voor: • achteruitgaand: zandblauwtje, struikhei: nemen toe in gebied buntgras, tormentil, tandjesgras en muizeoor: zijn stabiel in gebied. • vrij zeldzaam: heidespurrie (neemt toe in gebied, vooral aan de randen van het centraal stuifduin en langs de wandelpaden) • kwetsbaar: dwergviltkruid (in klein aantal; populatie blijft stabiel). 10.1.4.4. Schans van Smoutakker De Schans van Smoutakker is een natuurreservaat van ongeveer 1,6 ha dat beheerd door Natuurpunt vzw. In de Schans van Smoutakker gaat de specifieke aandacht uit naar het behoud van de abiotische condities die geleid hebben tot het ontstaan van een gevarieerd reliëf en microklimaat, vegetaties en kalkrijke rotsen, schrale graslanden op matig natte zandgrond, water- en oevervegetaties en spontaan ontwikkelend bos/struweel. De Schans van Smoutakker is deels een schraal ecosysteem. Lokaal komen er heidevegetaties (struikhei en brem) en arme bostypes voor. Vermeldingswaardige plantensoorten zijn schubvaren, koningsvaren, blaasjeskruid, borstelbies en drijvende waterweegbree. (bijlage II – soort, weliswaar niet specifiek voor het habitatrichtlijngebied gemeld). De Schans van Smoutakker behoort tot het habitatrichtlijngebied BE2100045: Historische fortengordels van SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 694 Projectnummer: 07.0309
Antwerpen als vleermuizenhabitat. Tot het habitatrichtlijngebied behoort ook een verzurings- en eutrofiëringsgevoelig schraalgrasland. Voor de fauna beoogt men vooral een goede instandhouding van de populaties vleermuizen. De volgende inrichtings- en omvormingsmaatregelen worden in het beheerplan aangehaald: • inrichting van de aanwezige gebouwen (bunkers, hoofdverdediging) als winterverblijf voor vleermuizen; • bestrijden van agressieve exoten (Amerikaanse vogelkers, Rododendron, Japanse duizendknoop); • verwijderen van toenemende opslag van struiken en bomen op de ‘rotsen’ (ruines) van de Schans van Smoutakker, zodat soorten die gebonden zijn aan warme, zonnige standplaatsen (vb schubvaren) meer kansen krijgen; • onderzoek naar mogelijkheden om een deel van de verlande verdedigingsgracht te herstellen en uit te graven tot het oorspronkelijke niveau; • behoud van open water en de daaraan gekoppelde verlandingvegetaties in de verdedigings- en antitankgracht. 10.1.4.5. Natuurreservaat Kuifeend – Grote Kreek Het natuurreservaat Kuifeend – Grote Kreek is opgenomen in het Natura-2000 netwerk en wordt beheerd door Natuurpunt vzw. Enkele belangrijke vegetatietypes die in dit natuurgebied voorkomen zijn (bron: aanvraag erkenning natuurreservaat): - pionier- en oeverflora op kleibodem met soorten als: Moeraszuring, Goudzuring, Rode waterereprijs, Moeraskers, Rode ganzevoet, Stippelganzevoet, Fraai duizendguldenkruid, Blaartrekkende boterbloem, Moerasdroogbloem en Bleekgele droogbloem, Slanke waterkers, Moeraswalstro, Knopig helmkruid, Kluwenzuring, riet, Grote lisdodde, Grote egelskop, Grote waterweegbree, Wolfspoot, Grote wederik en Grote kattestaart. - Rietvegetaties: Meer dan de helft van de rietvegetaties bestaan uit vitaal waterriet. In het riet komen frequent soorten voor als Heen, Blaartrekkende boterbloem, Gewone kattestaart, Wolfspoot, Moerasandoorn, Grote waterweegbree e.a. - Kamgras-Veldgerstgraslanden: Opvallend voor deze vegetaties is het frequent voorkomen van Veldgerst, een soort voor kleigrond. De graslanden van de Grote Kreek en de Kuifeend zijn één van de laatste groeiplaatsen van dit typische poldergrasland; - Dotterbloemgrasland: Van dit type komen in de Kuifeend nog slechts enkele fragmenten voor. - zeer soortenarme graslanden - droge, soortenrijke ruigten met als belangrijkste soorten: Duinriet, Kleine teunisbloem, Middelste teunisbloem, Koningskaars, Boslathyrus, Witte honingklaver, Citroengele honingklaver, Koninginnekruid en Jacobskruiskruid. De twee typische grassoorten in het gebied komen voor op de Rode lijst van Vlaanderen nl Veldgerst (zeldzaam) en Kamgras (achteruitgaand). Deze twee soorten blijven de laatste jaren stabiel in het gebied. Via een aangepast beheer probeert men biologische waardevolle systemen te creëren voor open water, moeras en poldergraslanden. Voor de realisatie van de gewenste graslandtypes moet Natuurpunt als gevolg van eutrofiëring (via de lucht) deze percelen tweemaal per jaar maaien. De tweede snede van maaien vindt geen afzet meer bij landbouwers en moet bijgevolg SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 695 Projectnummer: 07.0309
- Page 643 and 644: indringen in de longen met gezondhe
- Page 645 and 646: Bijdrage door depositie Cd+Tl Uit d
- Page 647 and 648: Het waterwegnetwerk Het E.ON-terrei
- Page 649 and 650: Er wordt uitgegaan van de volgende
- Page 651 and 652: een bijkomende belasting voor de Sc
- Page 653 and 654: Goederenverkeer Aantal transporten
- Page 655 and 656: 9.1.3.3. Te verwachten effecten o O
- Page 657 and 658: Impact Liefkenshoektunnel Dezelfde
- Page 659 and 660: SO2 CO Parameter Toetsingswaarden W
- Page 661 and 662: Indirecte blootstelling De dispersi
- Page 663 and 664: Verwaarloosbare bijdrage x
- Page 665 and 666: 9.2.2.6. Mobiliteit 9.2.2.7. Bereik
- Page 667 and 668: Rechteroever A12 of Noorderlaan ric
- Page 669 and 670: Tabel 9.13: Gemiddelde verkeersinte
- Page 671 and 672: Tabel 9.15: Inschatting van het goe
- Page 673 and 674: Figuur 9.9: Samenvattende figuur va
- Page 675 and 676: Deze bijdrage wordt ook als belangr
- Page 677 and 678: 9.3. Discipline mens voor het scena
- Page 679 and 680: de volledige afbraak van aromatisch
- Page 681 and 682: weg (met laadcapaciteit van 28 ton/
- Page 683 and 684: Figuur 9.11: Samenvattende figuur v
- Page 685 and 686: 10. Discipline fauna en flora 10.0.
- Page 687 and 688: • het voorzien van werf- en parke
- Page 689 and 690: De Speciale Beschermingszones (SBZ:
- Page 691 and 692: Situering SBZ-gebied: ‘De Brabant
- Page 693: Figuur 10.6: Ligging van de (erkend
- Page 697 and 698: • nachtzwaluw (broedvogel); • z
- Page 699 and 700: Het grote voedselaanbod in estuaria
- Page 701 and 702: Figuur 10.8: Ligging van de visbemo
- Page 703 and 704: Nederlandse benaming Wetenschappeli
- Page 705 and 706: 10.1.5.2. Effecten tijdens de afbra
- Page 707 and 708: Er zijn geen andere civiele werken
- Page 709 and 710: Het kanaaldok is momenteel aangeleg
- Page 711 and 712: Tabel 10.7: Indeling van de vissoor
- Page 713 and 714: Voor het berekenen van de impact ve
- Page 715 and 716: Impact van de centrale op de levens
- Page 717 and 718: De grootte van de warmwaterpluim va
- Page 719 and 720: De tolerantie van vissen voor hoge
- Page 721 and 722: Het is onduidelijk hoe de opwarming
- Page 723 and 724: In 1999 (richtlijn 1999/32/EG) 55 w
- Page 725 and 726: Tijdens de migratie zullen deze soo
- Page 727 and 728: Uit onderzoek is gebleken dat een t
- Page 729 and 730: Ook kan getoetst worden aan de stre
- Page 731 and 732: gevoelig is voor verzuring. Bovendi
- Page 733 and 734: Ecologische receptor SGS Belgium NV
- Page 735 and 736: 10.1.5.5.11. Effecten op het Natura
- Page 737 and 738: Bewaken van de temperatuur van het
- Page 739 and 740: De dichtst bijgelegen natuurgebiede
- Page 741 and 742: 10.2. Discipline fauna en flora voo
- Page 743 and 744: Bodemverstoring Als gevolg van de w
De streefbeelden die in de Ruige Heide worden nagestreefd zijn:<br />
• stuifduinen;<br />
• schraalgrasland;<br />
• droge heide in mozaïek met de andere ecotopen;<br />
• eikenberkenbos op zure gronden.<br />
Door <strong>het</strong> bestrijden van de Amerikaanse vogelkers is de kwaliteit van deze habitats er de<br />
laatste tijd op vooruitgegaan (monitoring<strong>rapport</strong>). Het areaal aan droge heide is toegenomen en<br />
eveneens de bedekking met tand<strong>je</strong>sgras. De diverse soorten korstmos nemen uitbreiding in de<br />
droge heide en aan de randen van <strong>het</strong> stuifduin.<br />
Belangrijke diersoorten in de Ruige heide zijn:<br />
• kommavlinder (populatie is klein, doch stabiel);<br />
• kleine vuurvlinder (toename op percelen met schraal grasland);<br />
• eikepage (gering aantal waarnemingen);<br />
• heivlinder (typische soort, gering aantal waarnemingen).<br />
Belangrijke doelsoorten/typische plantensoorten in <strong>het</strong> gebied zijn:<br />
• de bestrijding van de vogelkers heeft geleid tot een toename van inheemse soorten<br />
(lijsterbes, struikhei, veelbloemige veldbies en pilzegge);<br />
• de Ruige Heide is zeer belangrijk voor korstmossen. In totaal werden niet minder dan<br />
28 typische soorten aangetroffen, waaronder Cladonia zopfii, Cladonia cervicornus,<br />
Cladonia gracilis en Cladonia unicalis. Deze soorten zijn in Vlaanderen zeldzaam.<br />
Volgende Rode Lijstsoorten komen in de Ruige heide voor:<br />
• achteruitgaand: zandblauwt<strong>je</strong>, struikhei: nemen toe in gebied<br />
buntgras, tormentil, tand<strong>je</strong>sgras en<br />
muizeoor: zijn stabiel in gebied.<br />
• vrij zeldzaam: heidespurrie (neemt toe in gebied, vooral aan de randen van<br />
<strong>het</strong> centraal stuifduin en langs de wandelpaden)<br />
• kwetsbaar: dwergviltkruid (in klein aantal; populatie blijft stabiel).<br />
10.1.4.4. Schans van Smoutakker<br />
De Schans van Smoutakker is een natuurreservaat van ongeveer 1,6 ha dat beheerd door<br />
Natuurpunt vzw.<br />
In de Schans van Smoutakker gaat de specifieke aandacht uit naar <strong>het</strong> behoud van de<br />
abiotische condities die geleid hebben tot <strong>het</strong> ontstaan van een gevarieerd reliëf en<br />
microklimaat, vegetaties en kalkrijke rotsen, schrale graslanden op matig natte zandgrond,<br />
water- en oevervegetaties en spontaan ontwikkelend bos/struweel.<br />
De Schans van Smoutakker is deels een schraal ecosysteem. Lokaal komen er heidevegetaties<br />
(struikhei en brem) en arme bostypes voor. Vermeldingswaardige plantensoorten zijn<br />
schubvaren, koningsvaren, blaas<strong>je</strong>skruid, borstelbies en drijvende waterweegbree. (bijlage II –<br />
soort, weliswaar niet specifiek voor <strong>het</strong> habitatrichtlijngebied gemeld). De Schans van<br />
Smoutakker behoort tot <strong>het</strong> habitatrichtlijngebied BE2100045: Historische fortengordels van<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline fauna en flora 694<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309