kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Tabel 8.22: Toetsing van het specifiek geluid bij normaal regime tijdens de nachtperiode Beoordelingspositie LAsp Grenswaarde GW Toetsing SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline Geluid en Trillingen 594 Projectnummer: 07.0309 (A) dB(A) dB(A) BP1 35.8 43 -7.2 BP2 26.9 43 -16.1 BP3 32.7 45 -12.3 BP4 54.1 50 4.1 BP5 37.9 45 -7.1 BP6 *: Betrouwbaarheidsinterval = +/- 3 dB(A) 39.5 43 -3.5 Uit Tabel 8.22 blijkt dat de grenswaarden, net zoals bij maximale koeling, enkel worden overschreden in BP4. De geluidbronnen van de steenkoolopslag en losplaats zijn hier het meest relevant. (zie bronlijst naar BP4 in Bijlage 7). De geluidcontourenkaart van deze exploitatiefase (bij normale koeling) is opgenomen in Bijlage 7. Tijdens opstartfase In Tabel 8.23 is de toetsing van het specifiek geluid tijdens de opstartfase opgenomen. • De koelcellen worden niet in werking geacht. • De hulpboiler wordt mee in werking gesteld. • De back-up boiler werkt aan vol vermogen (zonder tijdsduurcorrectie). • De overige geluidbronnen worden met hetzelfde geluidvermogen verondersteld als bij normaal werkingsregime. Tabel 8.23: Toetsing van het specifiek geluid van de opstartfase tijdens de nachtperiode Beoordelingspositie LAsp Grenswaarde GW Toetsing (A) dB(A) dB(A) BP1 35.8 43 -7.2 BP2 30.1 43 -12.9 BP3 47.2 45 2.2 BP4 54.1 50 4.1 BP5 37.9 45 -7.1 BP6 *: Betrouwbaarheidsinterval = +/- 3 dB(A) 39.5 43 -3.5 Uit Tabel 8.23 blijkt dat de grenswaarden wordt overschreden in BP3 en BP4. Naar BP3 is de hulpboiler het meest relevant. Naar BP4 zijn de geluidbronnen van de steenkoolopslag en losplaats het meest relevant. Aangezien de opstartfase slechts van korte duur zal zijn en beperkt in aantal, en BP3 een weinig kritische beoordelingspositie is (gelegen in de bufferzone t.h.v. R2 tussen Tijsmanstunnel en Liefkenshoektunnel), kan de overschrijding van de nachtelijke grenswaarde tijdens de opstart als aanvaardbaar worden beschouwd. Een opstart tijdens de dagperiode geeft geen overschrijdingen naar BP3. De geluidcontourenkaart van deze exploitatiefase (bij opstart) is opgenomen in Bijlage 7.
Verschil maximale koeling met kolentransport vanuit Kaai 510 i.p.v. eigen kolenopslag Daar de geluidbronnen t.h.v. Kaai 510 tot het specifiek geluid van deze kaai behoren (en niet tot E.ON), dient enkel het bijkomend specifiek geluid te worden beschouwd van het bovengronds kolentransport (= S-APP-81 = transportband na de kolentunnel onder het Kanaaldok, vanuit BAYER naar de aansluiting met de initieel geplande kolentransportband (hoektoren 2)). De volgende geplande geluidbronnen op het initieel geplande kolenopslagterrein vallen bij deze variant weg: S-APP-48 kolentransport tussen opslagbergen zijde NW opslag S-APP-49 kolentransport van midden zijde NW opslag naar hoektoren 1 S-APP-50 kolentransport van hoektoren 1 naar hoektoren 2 S-APP-65 lossen steenkool van schip (fluctuerend geluid vallen kolen) S-APP-66 lossen steenkool van schip met mobiele kraan (bijdrage kraan) S-APP-67 kolentransport van mobiele kraan naar opslagplein (per meter) S-APP-68 kolengraafmachine In onderstaande tabel wordt het berekend specifiek geluid bij maximale koeling met kolentransport vanuit eigen kolepark vergeleken met kolentransport vanuit kaai 510. Tabel 8.24: toetsing van het specifiek geluid bij maximaal regime tijdens nachtperiode Beoordelingspositie LAsp Verschil Grenswaarde GW Toetsing SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline Geluid en Trillingen 595 Projectnummer: 07.0309 eigen kolenpark Vanuit Kaai 510 dB(A) dB(A) dB(A) BP1 37.2 36.1 -1.1 43 -6.9 BP2 27.6 26.1 -1.5 43 -16.9 BP3 33.5 30.9 -2.6 45 -14.1 BP4 54.1 33.4 -20.7 50 -16.6 BP5 37.9 24.1 -13.8 45 -20.9 BP6 39.5 34.8 -4.7 43 -8.2 *: Betrouwbaarheidsinterval = +/- 3 dB(A) Door het wegvallen van de diverse relevante geluidbronnen op het eigen kolenpark en de geringe bijdrage van het kolentransport vanuit kaai 510 (deel bovengronds) is het specifiek geluid naar voornamenlijk de oostelijke beoordelingsposities gevoelig lager. De mogelijke overschrijding naar BP4 valt duidelijk weg. Met geopende overdrukkleppen bij storing/calamiteit Bij storing of calamiteiten kunnen de veiligheidskleppen bovenop de machinezaal en het ketelhuis in werking worden gesteld.
- Page 543 and 544: wordt aangenomen dat deze niet vero
- Page 545 and 546: 7.1.5.3. Exploitatiefase 7.1.5.3.1.
- Page 547 and 548: odemsaneringsnorm voor type II (agr
- Page 549 and 550: 7.1.7. Significantie van de milieue
- Page 551 and 552: Toegepast op het geplande scenario
- Page 553 and 554: 7.2. Discipline bodem en grondwater
- Page 555 and 556: Bouwput voor de aanleg van het kete
- Page 557 and 558: 7.2.5.4.2. Emissies naar bodem en g
- Page 559 and 560: 7.4. Evaluatie van het scenario van
- Page 561 and 562: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 563 and 564: De toename in verharding wordt als
- Page 565 and 566: • Evaluatie van het specifiek gel
- Page 567 and 568: MP2 (Fort van Lillo) is gelegen ten
- Page 569 and 570: - LA5,T - LA50,T - LA95,T - LA99,T
- Page 571 and 572: Tabel 8.4: Samenvatting meetresulta
- Page 573 and 574: Tabel 8.9: Toetsing oorspronkelijk
- Page 575 and 576: De geluidvermogenniveaus van de rel
- Page 577 and 578: Figuur 8.2: Positie geluidbronnen i
- Page 579 and 580: • vanwege de grondwerken (grondve
- Page 581 and 582: Berekeningsresultaten In Tabel 8.15
- Page 583 and 584: Tabel 8.17: Toetsing van het impuls
- Page 585 and 586: o fluctuerende geluidsimmisies door
- Page 587 and 588: S-APP-35 gevel ZO gebouw zuigtrekve
- Page 589 and 590: Figuur 8.7: Bronposities t.h.v. cen
- Page 591 and 592: o In BP6 is het oorspronkelijk omge
- Page 593: tijdsduurcorrecties Cb) en er stren
- Page 597 and 598: Tabel 8.25: Toetsing van het specif
- Page 599 and 600: Tabel 8.28: Vergelijking specifiek
- Page 601 and 602: Mogelijke cumulatieve effecten wat
- Page 603 and 604: 8.1.8. Monitoring Een monitoring va
- Page 605 and 606: • Impact project op referentiesit
- Page 607 and 608: . Samenvatting immissiemetingen De
- Page 609 and 610: Figuur 8.12: Positie impulsachtige
- Page 611 and 612: • Deze geluidgegevens zijn aanger
- Page 613 and 614: i. Beschrijving van de immissies Al
- Page 615 and 616: Net als bij de normale exploitatie
- Page 617 and 618: 8.2.5.4. Onderhoudsfase De emissies
- Page 619 and 620: Tabel 8.44: Vergelijking specifiek
- Page 621 and 622: Door de schermwerking van de scheld
- Page 623 and 624: 8.2.9. Besluit • Omgevingsgeluid
- Page 625 and 626: 8.3. Discipline geluid en trillinge
- Page 627 and 628: 9. Discipline mens 9.0. Leeswijzer.
- Page 629 and 630: zie hoofdstuk 5 Compartiment water
- Page 631 and 632: Tabel 9.1 toont een overzicht van d
- Page 633 and 634: PM10 Parameter Toetsingswaarden Woo
- Page 635 and 636: Cd + Tl Parameter Toetsingswaarden
- Page 637 and 638: Maximale stijgingen van 0.9 dB(A) i
- Page 639 and 640: Stikstofdioxide heeft een verstikke
- Page 641 and 642: allerlei oppervlakken neervalt. Hie
- Page 643 and 644: indringen in de longen met gezondhe
Verschil maximale koeling met kolentransport vanuit Kaai 510 i.p.v. eigen kolenopslag<br />
Daar de geluidbronnen t.h.v. Kaai 510 tot <strong>het</strong> specifiek geluid van deze kaai behoren (en niet tot<br />
E.ON), dient enkel <strong>het</strong> bijkomend specifiek geluid te worden beschouwd van <strong>het</strong> bovengronds<br />
kolentransport (= S-APP-81 = transportband na de kolentunnel onder <strong>het</strong> Kanaaldok, vanuit<br />
BAYER naar de aansluiting met de initieel geplande kolentransportband (hoektoren 2)).<br />
De volgende geplande geluidbronnen op <strong>het</strong> initieel geplande kolenopslagterrein vallen bij deze<br />
variant weg:<br />
S-APP-48 kolentransport tussen opslagbergen zijde NW opslag<br />
S-APP-49 kolentransport van midden zijde NW opslag naar hoektoren 1<br />
S-APP-50 kolentransport van hoektoren 1 naar hoektoren 2<br />
S-APP-65 lossen steenkool van schip (fluctuerend geluid vallen kolen)<br />
S-APP-66 lossen steenkool van schip met mobiele kraan (bijdrage kraan)<br />
S-APP-67 kolentransport van mobiele kraan naar opslagplein (per meter)<br />
S-APP-68 kolengraafmachine<br />
In onderstaande tabel wordt <strong>het</strong> berekend specifiek geluid bij maximale koeling met<br />
kolentransport vanuit eigen kolepark vergeleken met kolentransport vanuit kaai 510.<br />
Tabel 8.24: toetsing van <strong>het</strong> specifiek geluid bij maximaal regime tijdens nachtperiode<br />
Beoordelingspositie LAsp Verschil Grenswaarde GW Toetsing<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline Geluid en Trillingen 595<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />
eigen<br />
kolenpark<br />
Vanuit<br />
Kaai 510<br />
dB(A) dB(A) dB(A)<br />
BP1 37.2 36.1 -1.1 43 -6.9<br />
BP2 27.6 26.1 -1.5 43 -16.9<br />
BP3 33.5 30.9 -2.6 45 -14.1<br />
BP4 54.1 33.4 -20.7 50 -16.6<br />
BP5 37.9 24.1 -13.8 45 -20.9<br />
BP6 39.5 34.8 -4.7 43 -8.2<br />
*: Betrouwbaarheidsinterval = +/- 3 dB(A)<br />
Door <strong>het</strong> wegvallen van de diverse relevante geluidbronnen op <strong>het</strong> eigen kolenpark en de<br />
geringe bijdrage van <strong>het</strong> kolentransport vanuit kaai 510 (deel bovengronds) is <strong>het</strong> specifiek<br />
geluid naar voornamenlijk de oostelijke beoordelingsposities gevoelig lager. De mogelijke<br />
overschrijding naar BP4 valt duidelijk weg.<br />
Met geopende overdrukkleppen bij storing/calamiteit<br />
Bij storing of calamiteiten <strong>kun</strong>nen de veiligheidskleppen bovenop de machinezaal en <strong>het</strong><br />
ketelhuis in werking worden gesteld.