kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

8. Discipline geluid en trillingen 8.0. Leeswijzer. Voor een goed begrip van de inhoud van dit hoofdstuk, wordt erop gewezen dat E.ON, op basis van de resultaten van het onderzoek, uitgevoerd in het kader van het voorliggende MER, bij de vergunningsaanvraag zal kiezen voor het uitvoeringsalternatief van de koeltoren boven het scenario van de directe koeling. Met betrekking tot de handling van de steenkool, zal E.ON opteren voor het uitvoeringsalternatief van de volledig in gesloten ruimtes uitgevoerde kolenopslag op het terrein van BAYER. Eén en ander neemt niet weg dat de milieu-impact van alle in dit MER besproken alternatieven overeenkomstig de geldende m.e.r.-regelgeving in kaart werd gebracht. 8.1. Discipline geluid en trillingen voor het scenario van de directe koeling 8.1.1. Methodologie Voor de discipline ‘Geluid en Trillingen’ dient een referentie en geplande situatie onderzocht te worden. Volgende aspecten worden bestudeerd: • Beschrijving akoestisch klimaat rond het projectterrein (de bestaande situatie is de referentiesituatie) Het omgevingsgeluid wordt in het kader van dit project bepaald door de uitvoering van 1 langdurige meting in 1 vaste meetpositie gedurende 1 week (MP1). Meetpositie 1 (MP1) is gelegen op 200 m vanaf de grens van het industrieterrein in westzuidwestelijk richting, in het natuurgebied ‘Galgenschoor’. Omgevingsmetingen in de onmiddellijke omgeving ten NW, N en O van de site (uitgevoerd anno 2005 en 2007 i.o.v. andere projecten) worden ook mee opgenomen ter beschrijving van het huidige akoestische klimaat rond het projectterrein. • Evaluatie geluidsklimaat (bestaande situatie) Op basis van de meetresultaten zal het omgevingsgeluid van de bestaande situatie getoetst worden aan de VLAREM II milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht. • Berekening van het specifiek geluid (aanlegfase) De aanleg situatie zal bestudeerd worden aan de hand van een driedimensioneel akoestisch rekenmodel IMMI. De akoestische gegevens en de geometrie van de omgeving worden in een akoestisch rekenmodel ingevoerd. Het specifiek geluid van vrachtverkeer, werflawaai en piekgeluiden in de aanlegfase wordt bepaald op basis van door E.ON aangereikte informatie. Het specifiek geluid wordt bepaald ter hoogte van de dichtstbijzijnde bewoonde gebouwen te Lillo (BP2 = de relevante positie voor mogelijke hinder naar mens) en naar BP1, BP5 en BP6 (de relevante posities voor mogelijke hinder naar fauna tijdens de aanlegfase). Alle berekeningen worden uitgevoerd volgens de norm ISO 9613. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline Geluid en Trillingen 564 Projectnummer: 07.0309

• Evaluatie van het specifiek geluid (aanlegfase) Op basis van de berekende immissiegegevens zal nagegaan worden of aan de VLAREM II grenswaarden inzake specifiek geluid buitenshuis wordt voldaan. • Berekening van het specifiek geluid (geplande exploitatiefase) De geplande situatie zal bestudeerd worden a.d.h.v. hetzelfde akoestische rekenmodel. Het specifiek geluid van de geplande installaties zal bepaald worden op basis van door E.ON aangereikte informatie: geluidvermogenniveaus relevante geluidbronnen, • bronlocaties, gebouwen, transportroutes, .... De opstartfase, de werking bij normale en maximale koeling en de incidentele fase met geopende veiligheidskleppen worden beschouwd. Evaluatie van het specifiek geluid (geplande exploitatiefase) Op basis van de berekende immissiegegevens zal nagegaan worden of aan de VLAREM II grenswaarden inzake specifiek geluid buitenshuis wordt voldaan. • Evaluatie trillingsklimaat Aangezien de afstand van de E.ON tot de dichtst bijgelegen bewoonde gebouwen ca. 1.300 m bedraagt, wordt er geen hinder van trillingen verwacht. De evaluatie van trillingen wordt daarom niet relevant geacht. Door de grote afstand zijn er geen aanwijzingen dat de aanlegfase en de geplande exploitatiefase relevante trillingen zullen veroorzaken ter hoogte van de bewoonde gebouwen. Naar nabije installaties van BAYER zijn mogelijk wel trillingen te verwachten tijdens de constructiefase (o.m. heien funderingspalen en damplaten, zwaar transport). Eventuele trillingen worden best ter plaatse gemonitord tijdens de constructiefase. 8.1.2. Afbakening studiegebied Voor de discipline Geluid & Trillingen wordt het studiegebied begrensd volgens de bepalingen uit het VLAREM II, en bijgevolg begrensd door de 200 m-grens t.o.v. de perceelsgrens van E.ON en de 200 m grens van het industriegebied waarin E.ON gelegen is. Er is geen bewoning in de nabije omgeving (binnen de 200 m van de perceelsgrens) waar in het bijzonder aandacht aan moet worden besteed. De meest gevoelige bewoning voor geluid (naar mens) ligt in Lillo op 1.3 km van de westnoordwestelijke perceelsgrens in industriegebied. Door de grote afstand tot de dichtstbijzijnde bewoning kan het aspect trillingen buiten beschouwing worden gelaten. 8.1.3. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Een overzicht van de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden wordt weergegeven in hoofdstuk 1.2. 8.1.4. Referentiesituatie 8.1.4.1. Beschrijving van de emissies Het geluidsklimaat in de westelijke omgeving van E.ON wordt gekenmerkt door: • Passages van auto’s en vrachtwagens op de Scheldelaan; SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline Geluid en Trillingen 565 Projectnummer: 07.0309

8. Discipline geluid en trillingen<br />

8.0. Leeswijzer.<br />

Voor een goed begrip van de inhoud van dit hoofdstuk, wordt erop gewezen dat E.ON, op basis<br />

van de resultaten van <strong>het</strong> onderzoek, uitgevoerd in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> voorliggende <strong>MER</strong>, bij de<br />

vergunningsaanvraag zal kiezen voor <strong>het</strong> uitvoeringsalternatief van de koeltoren boven <strong>het</strong><br />

scenario van de directe koeling. Met betrekking tot de handling van de steenkool, zal E.ON<br />

opteren voor <strong>het</strong> uitvoeringsalternatief van de volledig in gesloten ruimtes uitgevoerde<br />

kolenopslag op <strong>het</strong> terrein van BAYER. Eén en ander neemt niet weg dat de milieu-impact van<br />

alle in dit <strong>MER</strong> besproken alternatieven overeenkomstig de geldende m.e.r.-regelgeving in kaart<br />

werd gebracht.<br />

8.1. Discipline geluid en trillingen voor <strong>het</strong> scenario van de directe<br />

koeling<br />

8.1.1. Methodologie<br />

Voor de discipline ‘Geluid en Trillingen’ dient een referentie en geplande situatie onderzocht te<br />

worden. Volgende aspecten worden bestudeerd:<br />

• Beschrijving akoestisch klimaat rond <strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ctterrein (de bestaande situatie is de<br />

referentiesituatie)<br />

Het omgevingsgeluid wordt in <strong>het</strong> kader van dit pro<strong>je</strong>ct bepaald door de uitvoering van 1<br />

langdurige meting in 1 vaste meetpositie gedurende 1 week (MP1). Meetpositie 1 (MP1)<br />

is gelegen op 200 m vanaf de grens van <strong>het</strong> industrieterrein in westzuidwestelijk<br />

richting, in <strong>het</strong> natuurgebied ‘Galgenschoor’. Omgevingsmetingen in de onmiddellijke<br />

omgeving ten NW, N en O van de site (uitgevoerd anno 2005 en 2007 i.o.v. andere<br />

pro<strong>je</strong>cten) worden ook mee opgenomen ter beschrijving van <strong>het</strong> huidige akoestische<br />

klimaat rond <strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ctterrein.<br />

• Evaluatie geluidsklimaat (bestaande situatie)<br />

Op basis van de meetresultaten zal <strong>het</strong> omgevingsgeluid van de bestaande situatie<br />

getoetst worden aan de VLAREM II milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht.<br />

• Berekening van <strong>het</strong> specifiek geluid (aanlegfase)<br />

De aanleg situatie zal bestudeerd worden aan de hand van een driedimensioneel<br />

akoestisch rekenmodel IMMI. De akoestische gegevens en de geometrie van de<br />

omgeving worden in een akoestisch rekenmodel ingevoerd. Het specifiek geluid van<br />

vrachtverkeer, werflawaai en piekgeluiden in de aanlegfase wordt bepaald op basis van<br />

door E.ON aangereikte informatie. Het specifiek geluid wordt bepaald ter hoogte van de<br />

dichtstbijzijnde bewoonde gebouwen te Lillo (BP2 = de relevante positie voor mogelijke<br />

hinder naar mens) en naar BP1, BP5 en BP6 (de relevante posities voor mogelijke hinder<br />

naar fauna tijdens de aanlegfase). Alle berekeningen worden uitgevoerd volgens de<br />

norm ISO 9613.<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline Geluid en Trillingen 564<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!