kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
7.1.4.1.2. Actuele potentiële bronnen van verontreiniging op de site Zone elektriciteitscentrale Na de ontmanteling en afbraak van de isocyanaatafdeling zijn er geen risicoactiviteiten op bodem- en grondwaterverontreiniging meer aanwezig binnen de projectzone. Zone kolenopslag In deze zone is het contractordorp van BAYER gevestigd. Deze activiteiten worden ook niet aanzien als risicoactiviteiten op bodem- en grondwaterverontreiniging. 7.1.4.2. Immissiesituatie voor bodem en grondwater 7.1.4.2.1. Topografie en hydrografie Geomorfologisch is het projectgebied gelegen in de Scheldepolders. Deze polders ontstonden door inpoldering van de slikken en schorren langs de Zeeschelde die waren ontstaan door mariene transgressies in historische tijden. Bij de aanleg van de Antwerpse Haven werden de polders opgespoten. Het projectgebied situeert zich tussen het Kanaaldok B1 en de Zeeschelde. Het vlakke maaiveld situeert zich omstreeks 8 m TAW. Het is gedeeltelijk gerioleerd en de rioleringen monden in het Kanaaldok uit. Het hemelwater dat op de onverharde gedeelten valt, zal door de sterk doorlatende bodem infiltreren. Het kolenpark zal langs het Kanaaldok (zie Figuur 1.1) gebouwd worden. Het kanaaldok is hier aangelegd met schuin aflopende oevers zonder kaaimuren. 7.1.4.2.2. Bodem, samenstelling en gebruik Ter hoogte van de site De oorspronkelijke polderbodem is begraven onder de opspuitingen. De nieuw ontstane antropogene bodem heeft een zandige tot kleiige textuur, een relatief goede drainage en geen profielsontwikkeling. Het bodemgebruik op de site en de omliggende zones is industrieel en havengebied. Enkel tussen de dijken van de Zeeschelde is er estuarien natuurgebied aanwezig. Aanwezige bodems in een straal van 10 km De aanwezige natuurlijke bodemtypes binnen een straal van 10 km worden gepresenteerd op Figuur 7.1. De grenzen van de verschillende gebieden vallen samen met de grote geomorfologische eenheden, zijnde : • In het noorden en oosten worden de zandbodems van de Kempen aangetroffen. Deze podzolbodems zijn gevormd in eolische dekzanden van Pleistocene ouderdom en kenmerken zich door een diepe mineraal- en kleiarme uitspoelingshorizont en een ijzeraanrijkingshorizont. • In een smalle strook in het zuidwesten worden eveneens zandbodems aangetroffen. Ook deze podzolbodems zijn gevormd in eolische dekzanden van Pleistocene ouderdom en kenmerken zich door een diepe mineraal- en kleiarme uitspoelingshorizont en een ijzeraanrijkingshorizont. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline bodem en grondwater 532 Projectnummer: 07.0309
• Centraal wordt de alluviale vallei van de Zeeschelde aangetroffen. Hier worden voornamelijk kleigronden aangetroffen gevormd in Holocene estuariene sedimenten. Deze bodems zijn profielloos en ontstaan door de (her)inpoldering van rijpe schorren. Door de havenuitbreiding is het grootste deel van deze gronden vergraven, uitgebaggerd of ondergespoten. • Een volgende eenheid zijn de opgehoogde en vergraven gronden van het Antwerps stedelijk gebied. Deze zeer heterogene gronden hebben weinig typische karakteristieken en zijn meestal puinhoudend en licht aangerijkt met zware metalen en polycyclische koolwaterstoffen. • Een laatste eenheid zijn de hydraulisch opgespoten gronden van het Antwerps Havengebied. Deze profielloze gronden hebben een zandige textuur en hebben zich gevormd in de opgespoten zanden van mariene oorsprong. 7.1.4.2.3. Historiek van bodem en grondwater ter hoogte van de site De oudste bron die beschikbaar is, is de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden. Deze geeft de situatie weer op het einde van de 18de eeuw. Op deze kaart vormen de polders van Lillo en Stabroekpolder nog één geheel. Het landgebruik is agrarisch. De bewoning heeft een half verspreid karakter en concentreert zich in kleine kernen langs de binnendijken en het wegennet. In 1838 werd de ringdijk of kragdijk rond Fort Lillo aangelegd en deze liep dwars door de site van noord naar zuid. Hij scheidde de Polder van Lillo in het westen en de Polder van Stabroek in het oosten. Tot het begin van de jaren ‘60 trad er geen fundamentele verandering op binnen het studiegebied. Daarna werden het Churchilldok en de Kanaaldokken B1 en B2 uitgebaggerd en de terreinen tussen de Dokken en de Zeeschelde opgespoten en bouwrijp gemaakt. De bouw van de BAYER fabrieken startte in maart 1965 en in de loop van 1967 waren ze in productie. De omliggende industrieterreinen werden ook in de tweede helft van de jaren zestig in gebuik genomen. De zone van de geplande elektriciteitscentrale is gedeeltelijk gelegen op het terrein waar tussen 1969 en 2003 de isocyanaatafdeling gevestigd was. Deze afdeling was een joint venture tussen BAYER en Shell. Deze afdeling is ondertussen afgebroken. In de zone van de geplande kolenopslag hebben geen industriële activiteiten plaatsgevonden. Hier is of was wel het contractorpark gevestigd. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline bodem en grondwater 533 Projectnummer: 07.0309
- Page 481 and 482: lootstelling aan poriënwater wordt
- Page 483 and 484: waarbij dezelfde systematiek wordt
- Page 485 and 486: • Optie 2: lozing tussen de hoog-
- Page 487 and 488: Figuur 6.4: Schema van de mogelijke
- Page 489 and 490: Figuur 6.6: Algemeen jaarlijks verl
- Page 491 and 492: 0,4°C toenemen. Een stijging van d
- Page 493 and 494: Saliniteit Het geloosde water heeft
- Page 495 and 496: 'Belgische Sluis'. Het effect van l
- Page 497 and 498: Temperatuur in het water In de refe
- Page 499 and 500: Saliniteit Het geloosde water heeft
- Page 501 and 502: Figuur 6.14: Vergelijking van de to
- Page 503 and 504: van de warmwaterpluim, en ook is de
- Page 505 and 506: TCA TMB : temperatuur van het gecap
- Page 507 and 508: zijn. Tijdens een dergelijk jaar is
- Page 509 and 510: In Figuur 6.18 wordt de verwachte o
- Page 511 and 512: • Er zijn geen effecten van de lo
- Page 513 and 514: 6.2. Discipline water voor het scen
- Page 515 and 516: Figuur 6.22 : Schema waterbalans (b
- Page 517 and 518: Parameter (mg/l) Waarde (maximale w
- Page 519 and 520: De temperatuur van het geloosde koe
- Page 521 and 522: Koelwater Voor de impactberekeninge
- Page 523 and 524: Gezien de grote stroomsnelheden in
- Page 525 and 526: lozingspunt en tot een hoogte van m
- Page 527 and 528: Figuur 6.29: Snelheden aan de uitwa
- Page 529 and 530: 6.4. Evaluatie van het scenario van
- Page 531: 7.1.2. Afbakening van het studiegeb
- Page 535 and 536: van Boom. De Formatie van Boom beho
- Page 537 and 538: Grondwaterkwetsbaarheid Volgens de
- Page 539 and 540: Figuur 7.2: Overzicht van de kernen
- Page 541 and 542: Bouwput voor de aanleg van het kete
- Page 543 and 544: wordt aangenomen dat deze niet vero
- Page 545 and 546: 7.1.5.3. Exploitatiefase 7.1.5.3.1.
- Page 547 and 548: odemsaneringsnorm voor type II (agr
- Page 549 and 550: 7.1.7. Significantie van de milieue
- Page 551 and 552: Toegepast op het geplande scenario
- Page 553 and 554: 7.2. Discipline bodem en grondwater
- Page 555 and 556: Bouwput voor de aanleg van het kete
- Page 557 and 558: 7.2.5.4.2. Emissies naar bodem en g
- Page 559 and 560: 7.4. Evaluatie van het scenario van
- Page 561 and 562: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 563 and 564: De toename in verharding wordt als
- Page 565 and 566: • Evaluatie van het specifiek gel
- Page 567 and 568: MP2 (Fort van Lillo) is gelegen ten
- Page 569 and 570: - LA5,T - LA50,T - LA95,T - LA99,T
- Page 571 and 572: Tabel 8.4: Samenvatting meetresulta
- Page 573 and 574: Tabel 8.9: Toetsing oorspronkelijk
- Page 575 and 576: De geluidvermogenniveaus van de rel
- Page 577 and 578: Figuur 8.2: Positie geluidbronnen i
- Page 579 and 580: • vanwege de grondwerken (grondve
- Page 581 and 582: Berekeningsresultaten In Tabel 8.15
• Centraal wordt de alluviale vallei van de Zeeschelde aangetroffen. Hier worden<br />
voornamelijk kleigronden aangetroffen gevormd in Holocene estuariene sedimenten.<br />
Deze bodems zijn profielloos en ontstaan door de (her)inpoldering van rijpe schorren.<br />
Door de havenuitbreiding is <strong>het</strong> grootste deel van deze gronden vergraven,<br />
uitgebaggerd of ondergespoten.<br />
• Een volgende eenheid zijn de opgehoogde en vergraven gronden van <strong>het</strong> Antwerps<br />
stedelijk gebied. Deze zeer <strong>het</strong>erogene gronden hebben weinig typische<br />
karakteristieken en zijn meestal puinhoudend en licht aangerijkt met zware metalen en<br />
polycyclische koolwaterstoffen.<br />
• Een laatste eenheid zijn de hydraulisch opgespoten gronden van <strong>het</strong> Antwerps<br />
Havengebied. Deze profielloze gronden hebben een zandige textuur en hebben zich<br />
gevormd in de opgespoten zanden van mariene oorsprong.<br />
7.1.4.2.3. Historiek van bodem en grondwater ter hoogte van de site<br />
De oudste bron die beschikbaar is, is de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden. Deze<br />
geeft de situatie weer op <strong>het</strong> einde van de 18de eeuw. Op deze kaart vormen de polders van<br />
Lillo en Stabroekpolder nog één geheel. Het landgebruik is agrarisch. De bewoning heeft een<br />
half verspreid karakter en concentreert zich in kleine kernen langs de binnendijken en <strong>het</strong><br />
wegennet. In 1838 werd de ringdijk of kragdijk rond Fort Lillo aangelegd en deze liep dwars<br />
door de site van noord naar zuid. Hij scheidde de Polder van Lillo in <strong>het</strong> westen en de Polder<br />
van Stabroek in <strong>het</strong> oosten.<br />
Tot <strong>het</strong> begin van de jaren ‘60 trad er geen fundamentele verandering op binnen <strong>het</strong><br />
studiegebied. Daarna werden <strong>het</strong> Churchilldok en de Kanaaldokken B1 en B2 uitgebaggerd en<br />
de terreinen tussen de Dokken en de Zeeschelde opgespoten en bouwrijp gemaakt. De bouw<br />
van de BAYER fabrieken startte in maart 1965 en in de loop van 1967 waren ze in productie.<br />
De omliggende industrieterreinen werden ook in de tweede helft van de jaren zestig in gebuik<br />
genomen.<br />
De zone van de geplande elektriciteitscentrale is gedeeltelijk gelegen op <strong>het</strong> terrein waar tussen<br />
1969 en 2003 de isocyanaatafdeling gevestigd was. Deze afdeling was een joint venture tussen<br />
BAYER en Shell. Deze afdeling is ondertussen afgebroken.<br />
In de zone van de geplande kolenopslag hebben geen industriële activiteiten plaatsgevonden.<br />
Hier is of was wel <strong>het</strong> contractorpark gevestigd.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline bodem en grondwater 533<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309