kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
De watertemperatuur is hoofdzakelijk seizoensbepaald. De invloed van het getij is hier ondergeschikt aan. Niettemin is er een invloed van het getij op de watertemperatuur die op een willekeurige locatie wordt gemeten. De invloed van het getij wordt mede bepaald door het langsverloop van de temperatuur. Stroomafwaarts wordt deze bepaald door de invloed van de Noordzee. Temperatuursvariaties voltrekken zich hier langzamer dan opwaarts in de ondiepe riviertakken. In het deel van de Schelde ter hoogte van de haven van Antwerpen valt een maximum in de temperatuur waar te nemen. Dit is gerelateerd aan de lozing van proceswater, onder andere afkomstig van het koelwater van de reeds aanwezige elektriciteitscentrales in de Schelde. Als gevolg van dit maximum valt stroomopwaarts van waar er geloosd wordt steeds een verwarming te zien bij vloed. In de winter is de variatie tussen maximum en minimum temperatuur (voor het langsverloop) kleiner dan in de zomer. Hierdoor is de invloed van het getij meer waar te nemen in de zomer dan in de winter, afhankelijk van de beschouwde locatie. Referentiesituatie zomer - winter Hierbij worden de basisresultaten bepaald m.b.t. de snelheid van het water, de temperaturen, saliniteit, slib en doorzicht (inclusief getij- en dieptegemiddelde slibconcentratie, doorzicht, erosie en aanslibbing) voor een warme zomer en een koude winter. Dit in het gebied rond de ligging van de centrale, zonder de E.ON koelwaterlozingen. Hiermee zullen de resultaten van de simuleringen met de E.ON lozingen, vergeleken worden. Warme zomer en damwanden tot TAW –9 m De damwandconstructie leidt tot significante veranderingen van de stroomsnelheden langsheen de Ketelplaat (Linkeroever). Tevens wordt verwacht dat door neervorming aan de lijzijde van de in- en uitlaat een accumulatie van warm water op het slik van Lillo (Rechteroever) zal ontstaan. Op basis van de conclusies over de effecten van de damwanden op de stroomsnelheden, is in overleg met E.ON besloten deze optie niet verder te onderzoeken. Volgend op dit besluit zijn door E.ON twee andere opties zonder damwanden voorgesteld die in de volgende paragrafen besproken zullen worden. Warme zomer – optie 1 (lozing aan de TAW-9m dieptelijn) Stroomsnelheid Door het onttrekken en lozen van het koelwater worden er in de directe zone rondom de in- en uitlaatconstructies kleine veranderingen van de stroomsnelheid berekend. Echter deze zijn kleiner dan 0,05 m/s en derhalve verwaarloosbaar. De uitlaatconstructie is zodanig verondersteld dat het uitstromende koelwater in verticale richting wordt geloosd (door middel van een soort overlaatconstructie) en daarom geen horizontale snelheid heeft. Door het ontbreken van een horizontale uittreesnelheid zal tevens de invloed op de snelheden in de vaargeul verwaarloosbaar zijn. Temperatuur in het water Door de lozing van koelwater vanuit de E.ON centrale ter hoogte van Liefkenshoek zal het reeds bestaande temperatuursverloop langs de Schelde worden versterkt. Door de extra thermische vracht zal de maximum temperatuur tussen Bath en Hoboken met circa 0,3 tot SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline water 490 Projectnummer: 07.0309
0,4°C toenemen. Een stijging van de minimum temperatuur wordt verwacht tussen Prosperpolder en Antwerpen. Dit blijkt uit de Figuur 6.8 waarin het bereik van de temperatuur (maximum en minimum) in de Schelde is weergegeven langs de as van de vaargeul. Effecten zullen in mindere mate merkbaar zijn van Baalhoek tot Schelle. Lokaal, in de directe omgeving kunnen grotere temperatuursstijgingen worden waargenomen. Het verschil tussen springtij en doodtij, is dat bij springtij (als de zon en maan in elkaars verlengde staan en hun krachten gebundeld worden) de amplitude (of de hoeveelheid water) van eb en vloed groter is dan bij doodtij (waarbij zon en maan haaks op mekaar staan). Springtij en doodtij komen twee maal/maand voor. Eb en vloed komen 2 maal/dag voor. Figuur 6.8: Invloed op de watertemperatuur in optie 1 - zomerscenario SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline water 491 Projectnummer: 07.0309
- Page 439 and 440: (3) Stabroek SGS Belgium NV Juni 20
- Page 441 and 442: De bijdrage van het wegverkeer gege
- Page 443 and 444: Voor de parameter PM2,5 werden volg
- Page 445 and 446: Alle voorgestelde milderende maatre
- Page 447 and 448: met gesloten kolenopslag (15) Doel
- Page 449 and 450: NOx Het pluimmaxima voor NOx is gel
- Page 451 and 452: 5.3. Discipline lucht voor het scen
- Page 453 and 454: 5.3.2.1. Bespreking van de milieu-i
- Page 455 and 456: (is in geval van 100% kolenstook en
- Page 457 and 458: Uit Tabel 5.91 blijkt dat de bijdra
- Page 459 and 460: (10) Antwerpen 99-Percentiel
- Page 461 and 462: (2) Berendrecht (3) Stabroek (4) Pu
- Page 463 and 464: 6. Discipline water 6.0. Leeswijzer
- Page 465 and 466: Figuur 6.1: Studiegebied discipline
- Page 467 and 468: wordt gedetecteerd dient het bemali
- Page 469 and 470: 6.1.5.3.2. Waterzuiveringsinstallat
- Page 471 and 472: Parameter (mg/l) Cadmium zilver chr
- Page 473 and 474: voor EOX. In Vlarem worden immissie
- Page 475 and 476: de corrosieremmers en anti-scale mi
- Page 477 and 478: 1° het geloosde koelwater is uitsl
- Page 479 and 480: Tabel 6.4 Meetresultaten meetplaats
- Page 481 and 482: lootstelling aan poriënwater wordt
- Page 483 and 484: waarbij dezelfde systematiek wordt
- Page 485 and 486: • Optie 2: lozing tussen de hoog-
- Page 487 and 488: Figuur 6.4: Schema van de mogelijke
- Page 489: Figuur 6.6: Algemeen jaarlijks verl
- Page 493 and 494: Saliniteit Het geloosde water heeft
- Page 495 and 496: 'Belgische Sluis'. Het effect van l
- Page 497 and 498: Temperatuur in het water In de refe
- Page 499 and 500: Saliniteit Het geloosde water heeft
- Page 501 and 502: Figuur 6.14: Vergelijking van de to
- Page 503 and 504: van de warmwaterpluim, en ook is de
- Page 505 and 506: TCA TMB : temperatuur van het gecap
- Page 507 and 508: zijn. Tijdens een dergelijk jaar is
- Page 509 and 510: In Figuur 6.18 wordt de verwachte o
- Page 511 and 512: • Er zijn geen effecten van de lo
- Page 513 and 514: 6.2. Discipline water voor het scen
- Page 515 and 516: Figuur 6.22 : Schema waterbalans (b
- Page 517 and 518: Parameter (mg/l) Waarde (maximale w
- Page 519 and 520: De temperatuur van het geloosde koe
- Page 521 and 522: Koelwater Voor de impactberekeninge
- Page 523 and 524: Gezien de grote stroomsnelheden in
- Page 525 and 526: lozingspunt en tot een hoogte van m
- Page 527 and 528: Figuur 6.29: Snelheden aan de uitwa
- Page 529 and 530: 6.4. Evaluatie van het scenario van
- Page 531 and 532: 7.1.2. Afbakening van het studiegeb
- Page 533 and 534: • Centraal wordt de alluviale val
- Page 535 and 536: van Boom. De Formatie van Boom beho
- Page 537 and 538: Grondwaterkwetsbaarheid Volgens de
- Page 539 and 540: Figuur 7.2: Overzicht van de kernen
0,4°C toenemen. Een stijging van de minimum temperatuur wordt verwacht tussen<br />
Prosperpolder en Antwerpen. Dit blijkt uit de Figuur 6.8 waarin <strong>het</strong> bereik van de temperatuur<br />
(maximum en minimum) in de Schelde is weergegeven langs de as van de vaargeul. Effecten<br />
zullen in mindere mate merkbaar zijn van Baalhoek tot Schelle. Lokaal, in de directe omgeving<br />
<strong>kun</strong>nen grotere temperatuursstijgingen worden waargenomen.<br />
Het verschil tussen springtij en doodtij, is dat bij springtij (als de zon en maan in elkaars<br />
verlengde staan en hun krachten gebundeld worden) de amplitude (of de hoeveelheid water)<br />
van eb en vloed groter is dan bij doodtij (waarbij zon en maan haaks op mekaar staan). Springtij<br />
en doodtij komen twee maal/maand voor. Eb en vloed komen 2 maal/dag voor.<br />
Figuur 6.8: Invloed op de watertemperatuur in optie 1 - zomerscenario<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline water 491<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309