kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

Back-up ketels SO2 NOx SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 414 Projectnummer: 07.0309 Totaal Stof PM2,5 PM10 CO CO2 56 66 5 4 5 72 Silo’s - - 4,85 4,0 4,5 Totaal 1.471 1.479 189,85(*) 154 175,5 1.358 6.288 (*) 163,25 T/jaar in geval de hoofdketel berekend is met een emissie van 6 mg/Nm 3 . gemiddelde emissies over een cyclus van 3 jaar Deze tabel geeft de ‘worst case’ situatie weer voor de situatie vanaf 2015 met de aanname dat de hoofdketel eerst in werking is. Het is mogelijk dat door omstandigheden de bouw van de centrale meer tijd in beslag neemt en dat de hulpboiler vroeger in dienst zal genomen worden om stoom te leveren aan BAYER. Hierbij zal deze op vollast draaien. De totale emissie van de hulpketel zal dan hoger zijn, maar nooit hoger dan de in deze MER beschouwde totale tonnages van de definitieve centrale. Voor de karakteristieken van de emissies vanuit de drie te elimineren emissiepunten van BAYER verwijzen we naar de beschrijving onder paragraaf 5.1.5.3. Tabel 5.11 geeft een overzicht van de schouwkarakteristieken van BAYER en zijn emissies. Een korte beschrijving van de installaties is weergegeven in paragraaf 5.1.5.3 opgenomen. o Niet-geleide emissies Als niet-geleide emissies kunnen beschouwd worden : de diffuse stofemissies, fugitieve emissies en emissies van transport. Diffuse stofemissies Een potentiële bron van niet-geleide emissies zijn de diffuse stofemissies door kolenopslag en - overslag. De scheepsbelading van vliegas zal uitgevoerd worden via een gesloten systeem en is daarom geen bron van diffuse stofemissie. Ook scheepsbelading van gips en bodemas gebeurd zonder emissie omdat gips en bodemas minimaal een vochtgehalte hebben van 8%. De diffuse stofemissies door kolenop- en overslag zijn volgens de VITO-studie ‘Evaluatie van het reductiepotentieel voor diverse polluenten naar het compartiment lucht voor elektriciteitsproductie in Vlaanderen’ te verwaarlozen. 43 Hot spot studies van de haven van Antwerpen en Gentse kanaalzone hebben wel aangetoond dat dit niet steeds het geval is en dus achterhaald is. Onder meer in de Gentse kanaalzone wordt een niet te verwaarlozen invloed vastgesteld van de kolenopslag van GCT (Ghent Coal Terminal), dat volledig conform BBT opereert. 43 Zie Duerinck, J., Cornelis, E., Van Rompaey, H. (2002). Evaluatie van het reductiepotentieel voor diverse polluenten naar het compatriment lucht voor elektriciteitsproductie in Vlaanderen, studie uitgevoerd in opdracht van Aminal, uitgevoerd door Vito, Rapportnr. 2002/IMS/R/067, 125 pagina’s.

Er kan echter gesteld worden dat de kolenhandling zoals E.ON die toepast wel specifiek is. In Figuur 5.1 is een foto weergegeven van een scheepsontlading zoals die wordt uitgevoerd in Duitsland met besproeiing in de ontladingtrechters. De ruwe kolen, die in de centrale toekomen, hebben een zodanige vochtigheidsgraad en grootte dat de stuifgevoeligheid ervan verwaarloosbaar is. Diffuse emissies bij overslag kunnen wel aan de orde zijn. E.ON neemt echter maatregelen om de invloed hiervan zoveel mogelijk te beperken. De diffuse stofemissies op de kolenopslag zelf is eveneens te verwaarlozen. In het scenario met de koeltoren wordt gebruik gemaakt met aanlevering van kolen via Sea- Invest of barges in plaats van met cape-sizers. Voor de theoretisch achtergrond van de berekeningen (gebaseerd op de methode van de VDI – TNO) verwijzen naar de beschrijving onder paragraaf 5.1.6. De berekening van de diffuse stofemissies met de barges wordt hieronder in detail beschreven. Berekening bij aanlevering van kolen met barges • Aanvoer van de kolen per schip: 24 uur per dag, heel het jaar rond; • Capaciteit van een schip: 10.000 ton; • Aanleverhoeveelheid: 20.000 ton per dag of ongeveer 1.000 ton per uur (maximum); • Geplande operationele uren: 8.760 uur per jaar; • Massadichtheid van de kolen: 0,9 ton/m³; • Valhoogte tussen transportband en kolenhoop: 0,5 m; • De kolenhopen die bevochtigd worden zijn geen bronnen van stofemissies. Gebaseerd op deze uitgangsgegevens worden emissiefactoren en emissies van stof en fijn stof berekend (de verdeling tussen de verschillende deeltjesgrootte van het stof is afkomstig van EPA 42 emissiefactoren) zoals weergegeven in Tabel 5.60 Tabel 5.60: Stofemissies van de kolenoverslag bij de nieuwe elektriciteitscentrale bij gebruik met barges (ref: Duitse richtlijn ‘VDI richtlinie 3790 Blatt 3’. Stofemissies kg/h SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 415 Projectnummer: 07.0309 Aantal uren per jaar TSP (kg/jaar) TSP (ton/jaar) PM10 PM30 (ton/jaar) (ton/jaar) PM2,5 (ton/jaar) Schipsontlading (**) 0,25 8.760 2.190,00 2,2 1,6 0,8 0,1 trimming schipontlading (**) 0.238 8.760 2.088,00 2,1 1,5 0,8 0,1 Van schip naar vultrechter (**) 0.526 8.760 4.611,00 4,6 3,4 1,7 0,2 Afworp op de kolenhoop 0.7 8.760 6.132,00 6,1 4,5 2,1 0,3 Laden vanuit de kolenvoorraad 0.321 8.760 2.803,20 2,8 2,1 1 0,1 Afworp op de transportband naar de elektriciteitscentrale 0.7 8.760 6.132,00 6,1 4,5 2,1 0,3 TOTAAL 23.956,20 23,89 17,56 8,43 1,10 * PM10 en PM2,5 zijn een deel van PM30, PM2,5 is een deel van PM10. Deze mogen bijgevolg niet opgeteld worden. ** de stofemissies worden in het VDI model uitgemiddeld over het ganse jaar.

Er kan echter gesteld worden dat de kolenhandling zoals E.ON die toepast wel specifiek is. In<br />

Figuur 5.1 is een foto weergegeven van een scheepsontlading zoals die wordt uitgevoerd in<br />

Duitsland met besproeiing in de ontladingtrechters.<br />

De ruwe kolen, die in de centrale toekomen, hebben een zodanige vochtigheidsgraad en<br />

grootte dat de stuifgevoeligheid ervan verwaarloosbaar is. Diffuse emissies bij overslag <strong>kun</strong>nen<br />

wel aan de orde zijn. E.ON neemt echter maatregelen om de invloed hiervan zoveel mogelijk te<br />

beperken. De diffuse stofemissies op de kolenopslag zelf is eveneens te verwaarlozen.<br />

In <strong>het</strong> scenario met de koeltoren wordt gebruik gemaakt met aanlevering van kolen via Sea-<br />

Invest of barges in plaats van met cape-sizers. Voor de theoretisch achtergrond van de<br />

berekeningen (gebaseerd op de methode van de VDI – TNO) verwijzen naar de beschrijving<br />

onder paragraaf 5.1.6. De berekening van de diffuse stofemissies met de barges wordt<br />

hieronder in detail beschreven.<br />

Berekening bij aanlevering van kolen met barges<br />

• Aanvoer van de kolen per schip: 24 uur per dag, heel <strong>het</strong> jaar rond;<br />

• Capaciteit van een schip: 10.000 ton;<br />

• Aanleverhoeveelheid: 20.000 ton per dag of ongeveer 1.000 ton per uur (maximum);<br />

• Geplande operationele uren: 8.760 uur per jaar;<br />

• Massadichtheid van de kolen: 0,9 ton/m³;<br />

• Valhoogte tussen transportband en kolenhoop: 0,5 m;<br />

• De kolenhopen die bevochtigd worden zijn geen bronnen van stofemissies.<br />

Gebaseerd op deze uitgangsgegevens worden emissiefactoren en emissies van stof en fijn stof<br />

berekend (de verdeling tussen de verschillende deelt<strong>je</strong>sgrootte van <strong>het</strong> stof is afkomstig van<br />

EPA 42 emissiefactoren) zoals weergegeven in Tabel 5.60<br />

Tabel 5.60: Stofemissies van de kolenoverslag bij de nieuwe elektriciteitscentrale bij gebruik met barges (ref: Duitse<br />

richtlijn ‘VDI richtlinie 3790 Blatt 3’.<br />

Stofemissies kg/h<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 415<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />

Aantal uren<br />

per jaar<br />

TSP<br />

(kg/jaar)<br />

TSP<br />

(ton/jaar)<br />

PM10<br />

PM30<br />

(ton/jaar) (ton/jaar)<br />

PM2,5<br />

(ton/jaar)<br />

Schipsontlading (**) 0,25 8.760 2.190,00 2,2 1,6 0,8 0,1<br />

trimming schipontlading<br />

(**) 0.238 8.760 2.088,00 2,1 1,5 0,8 0,1<br />

Van schip naar<br />

vultrechter (**) 0.526 8.760 4.611,00 4,6 3,4 1,7 0,2<br />

Afworp op de<br />

kolenhoop 0.7 8.760 6.132,00 6,1 4,5 2,1 0,3<br />

Laden vanuit de<br />

kolenvoorraad 0.321 8.760 2.803,20 2,8 2,1 1 0,1<br />

Afworp op de<br />

transportband naar<br />

de<br />

elektriciteitscentrale 0.7 8.760 6.132,00 6,1 4,5 2,1 0,3<br />

TOTAAL 23.956,20 23,89 17,56 8,43 1,10<br />

* PM10 en PM2,5 zijn een deel van PM30, PM2,5 is een deel van PM10. Deze mogen bijgevolg niet opgeteld worden.<br />

** de stofemissies worden in <strong>het</strong> VDI model uitgemiddeld over <strong>het</strong> ganse jaar.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!