13.09.2013 Views

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Figuur 5.2: Bijdragen aan de stofconcentraties in Vlaanderen<br />

3,4<br />

11%<br />

2,8<br />

9%<br />

5<br />

17%<br />

1,7<br />

6%<br />

1,9<br />

6%<br />

2,5<br />

8%<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 382<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />

8,8<br />

29%<br />

4,2<br />

14%<br />

PM10<br />

Vlaanderen<br />

Frankrijk<br />

Groot-Britannië<br />

Nederland<br />

Duitsland<br />

ander buitenland<br />

niet toewijsbaar<br />

niet gemodelleerd<br />

(Bron: Vito-Ircel 2006 (MIRA-T 2006) Niet gemodelleerd = natuurlijke bronnen + intercontinentaal transport (klein<br />

aandeel), Niet toewijsbaar = bijdragen die pas na interactie fijn stof vormen<br />

Ook de studie ‘Onderzoek naar de bronnen van PM10 in de haven van Antwerpen (VITO, maart<br />

2007)’ voor <strong>het</strong> Antwerpse Havengebied bevestigde dit. Het fijn stof in de haven blijkt voor een<br />

belangrijk deel afkomstig te zijn uit <strong>het</strong> buitenland, de andere gewesten en de achtergrond van<br />

Vlaanderen. Voor drie meetpunten in <strong>het</strong> Zuid-Oostelijk deel van de haven bedraagt deze<br />

bijdrage tussen de 61 à 80%. De plaatselijke bijdrage neemt tussen de 21 en 25% voor haar<br />

rekening. Nader onderzoek heeft aangetoond dat de plaatselijke bijdrage in hoofdzaak<br />

afkomstig is van diffuse bronnen (bijdrage varieert tussen 10 en 13%). Diffuse stofemissies<br />

doen zich voor bij ondermeer op- en overslagbedrijven. Bij <strong>het</strong> laden en lossen wordt stof<br />

geëmitteerd op lage hoogte. Puntbronnen hebben een veel kleinere invloed (bijdrage varieert<br />

tussen 1 en 5%). Het stof wordt op grotere hoogte geëmitteerd. Bovendien werden/worden bij<br />

puntbronnen de nodige technische installaties geplaatst om stofemissies maximaal te beperken.<br />

E.ON - pro<strong>je</strong>ct<br />

Voor de installaties van E.ON zijn twee bronnen te evalueren die een bijdrage zouden <strong>kun</strong>nen<br />

betekenen op <strong>het</strong> gebied van fijn stof, met name de diffuse stofemissies door de kolenopslag en<br />

de puntbron (schouw) van de centrale. Er kan echter gesteld worden dat de bijdrage van beide<br />

zeer beperkt zal zijn tengevolge van de milderende maatregelen die zijn voorzien, met name:<br />

• Bij de overslag van kolen wordt gebruik gemaakt van de beste beschikbare technieken<br />

(zie hoofdstuk 2 van dit <strong>MER</strong>). E.ON zal verder gaan dan de BBT door gebruik te<br />

maken van gesloten opslag van kolen (zie scenario koeltoren onder milderende<br />

maatregelen).<br />

• E.ON zal bovendien méér doen dan BBT: naast <strong>het</strong> inzetten van de best beschikbare<br />

technieken zal E.ON een intern systeem opzetten om de efficiëntie van alle acties (bv.<br />

van de besproeiing) adequaat op te volgen. Een permanente evaluatie van de ingezette<br />

middelen zal leiden tot een optimale werkomgeving met minimale uitstoot. Een<br />

doorgedreven onderhoud (bv. van de transportband) zal vermijden dat ongewenste<br />

niet-voorziene stofemissies ontstaan. Dit zal vastgelegd worden in procedures voor <strong>het</strong><br />

laden en lossen van kolen, zodat bij bepaalde weersomstandigheden (bv. vanaf een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!