kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
• De woonkernen in de buurt van de elektriciteitscentrale ondervinden een verwaarloosbare invloed van de elektriciteitscentrale wat betreft de immissieconcentratie van PM2,5. • De woonkernen die aangeduid zijn als speciale beschermingszone ondervinden een verwaarloosbare invloed van de PM2,5-concentratie door het project. Tabel 5.38: Invloed van de nieuwe elektriciteitscentrale op de immissieconcentratie van PM2,5 in het studiegebied lucht. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 380 Projectnummer: 07.0309 Impact (µg/m³) Norm (µg/m³) Maximum (op het terrein zelf) Percentage ten opzichte van de norm Beoordeling volgens referentiekader jaargemiddelde (*) 25 (*) - (16) Lillo Woonkernen in de buurt jaargemiddelde geleide emissies < 0,025 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde diffuse emissies < 0,01 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde totaal < 0,035 25 < 1% verwaarloosbaar (15) Doel jaargemiddelde geleide emissies < 0,015 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde diffuse emissies < 0,005 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde totaal < 0,02 25 < 1% verwaarloosbaar (2) Berendrecht jaargemiddelde geleide emissies < 0,04 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde diffuse emissies < 0,01 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde totaal < 0,05 25 < 1% verwaarloosbaar (3) Stabroek jaargemiddelde geleide emissies < 0,05 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde diffuse emissies < 0,01 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde totaal < 0,06 25 < 1% verwaarloosbaar (10) Antwerpen Woonkernen aangeduid als speciale beschermingszone jaargemiddelde geleide emissies < 0,01 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde diffuse emissies < 0,001 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde totaal < 0,011 25 < 1% verwaarloosbaar (11) Zwijndrecht jaargemiddelde geleide emissies < 0,01 25 < 1% verwaarloosbaar
jaargemiddelde diffuse emissies < 0,001 25 < 1% verwaarloosbaar jaargemiddelde totaal < 0,011 25 < 1% verwaarloosbaar (*) de diffuse emissies aan de bron zijn hier buiten beschouwing gelaten, omdat dit niet zinvol is o Actieplan fijn stof en NO2 in de Antwerpse haven en de stad Antwerpen Gelet op het groot belang dat wordt gehecht aan het in juli 2008 tussengekomen ‘Actieplan fijn stof en NO2 in de Antwerpse haven en de stad Antwerpen – Actie in uitvoering van het Vlaams stofplan’, opgemaakt door de Vlaamse minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur, door het Gemeentelijk Havenbedrijf en door de Stad Antwerpen, wordt hierna in detail ingegaan op de inhoud van dit plan en de gevolgen ervan voor de geplande elektriciteitscentrale. Huidig kader- fijn stof In het Antwerpse Havengebied staan diverse meettoestellen opgesteld. Deze registreren de PM10 -waarden. Zoals weergegeven in het ‘Actieplan fijn stof en NO2 in de Antwerpse haven en de stad Antwerpen’ d.d. juli 2008 opgesteld in het kader van de uitvoering van het Vlaams stofplan in opdracht van Hilde Crevits, Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Het Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen en Stad Antwerpen, kan op basis van deze metingen (periode 1887 tot 2007) gesteld worden dat: • De PM10 -jaargrenswaarde (40 µg/m³) in alle betrokken meetstations gerespecteerd wordt. • De daggemiddelde norm (50 µg/m³) overal meer dan het maximaal aantal toegelaten keer overschreden wordt in het studiegebied, met uitzondering van het meetstation Linkeroever en Zwijndrecht administratief Centrum. Algemeen blijkt dat een belangrijk aandeel van de gemeten concentraties van buiten Vlaanderen komt (buitenland en de andere gewesten); een ander deel is van natuurlijke oorsprong. Dit bedraagt samen 65 à 70%. De globale verhoudingen voor Vlaanderen zijn weergegeven in de onderstaande figuur. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 381 Projectnummer: 07.0309
- Page 329 and 330: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 331 and 332: De emissies ten gevolge van het pro
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351 and 352: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 353 and 354: verbrandingsinstallatie’. Behalve
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
- Page 359 and 360: SO2 42M802 42R822 42R830 42R831 42R
- Page 361 and 362: Hiervan zullen dispersieberekeninge
- Page 363 and 364: 5.1.6.3. Overzicht van de toetsings
- Page 365 and 366: Parameter Toetsingsbasis Fluoriden
- Page 367 and 368: (5) Hoevenen, centrum 6,3 km ten oo
- Page 369 and 370: omgeving van de nieuwe elektricitei
- Page 371 and 372: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 373 and 374: (2) Berendrecht SGS Belgium NV Juni
- Page 375 and 376: van oppervlaktebronnen met enige vo
- Page 377 and 378: • De maximale depositiewaarde van
- Page 379: Deze impactberekeningen zijn uitgev
- Page 383 and 384: hoge windsnelheid) specifieke actie
- Page 385 and 386: Tabel 5.40: Invloed van de nieuwe e
- Page 387 and 388: µg/m 3 . De bijdrage van het proje
- Page 389 and 390: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 391 and 392: In Bijlage 2.4.2 van VLAREM II word
- Page 393 and 394: Tabel 5.46: Invloed van de nieuwe e
- Page 395 and 396: • totaal aantal voertuigen per we
- Page 397 and 398: kwaliteitsdoelstelling en getoetst
- Page 399 and 400: De bijdrage van het voorgenomen pro
- Page 401 and 402: Uit Tabel 5.54 blijkt dat de bijdra
- Page 403 and 404: • Voor de berekende 98-Percentiel
- Page 405 and 406: Dit kan beschouwd worden als onvold
- Page 407 and 408: 5.2. Discipline lucht voor het scen
- Page 409 and 410: kunnen deze emissies zelfs lager li
- Page 411 and 412: Tabel 5.56: Kenmerken van het emiss
- Page 413 and 414: BACK UP BOILER of HULPKETELS (Back
- Page 415 and 416: Er kan echter gesteld worden dat de
- Page 417 and 418: De enige wijziging bij het concept
- Page 419 and 420: Doel SGS Belgium NV Juni 2009 Disci
- Page 421 and 422: Tabel 5.64: Gemiddelde immissieconc
- Page 423 and 424: Tabel 5.66: Bijdrage van de immissi
- Page 425 and 426: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 427 and 428: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 429 and 430: 5.2.6.9. Bespreking van de milieu-i
jaargemiddelde diffuse emissies < 0,001 25 < 1% verwaarloosbaar<br />
jaargemiddelde totaal < 0,011 25 < 1% verwaarloosbaar<br />
(*) de diffuse emissies aan de bron zijn hier buiten beschouwing gelaten, omdat dit niet zinvol is<br />
o Actieplan fijn stof en NO2 in de Antwerpse haven en de stad Antwerpen<br />
Gelet op <strong>het</strong> groot belang dat wordt gehecht aan <strong>het</strong> in juli 2008 tussengekomen ‘Actieplan fijn<br />
stof en NO2 in de Antwerpse haven en de stad Antwerpen – Actie in uitvoering van <strong>het</strong> Vlaams<br />
stofplan’, opgemaakt door de Vlaamse minister van openbare werken, energie, leefmilieu en<br />
natuur, door <strong>het</strong> Gemeentelijk Havenbedrijf en door de Stad Antwerpen, wordt hierna in detail<br />
ingegaan op de inhoud van dit plan en de gevolgen ervan voor de geplande<br />
elektriciteitscentrale.<br />
Huidig kader- fijn stof<br />
In <strong>het</strong> Antwerpse Havengebied staan diverse meettoestellen opgesteld. Deze registreren de<br />
PM10 -waarden. Zoals weergegeven in <strong>het</strong> ‘Actieplan fijn stof en NO2 in de Antwerpse haven en<br />
de stad Antwerpen’ d.d. juli 2008 opgesteld in <strong>het</strong> kader van de uitvoering van <strong>het</strong> Vlaams<br />
stofplan in opdracht van Hilde Crevits, Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie,<br />
Leefmilieu en Natuur, Het Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen en Stad Antwerpen, kan<br />
op basis van deze metingen (periode 1887 tot 2007) gesteld worden dat:<br />
• De PM10 -jaargrenswaarde (40 µg/m³) in alle betrokken meetstations gerespecteerd wordt.<br />
• De daggemiddelde norm (50 µg/m³) overal meer dan <strong>het</strong> maximaal aantal toegelaten keer<br />
overschreden wordt in <strong>het</strong> studiegebied, met uitzondering van <strong>het</strong> meetstation Linkeroever<br />
en Zwijndrecht administratief Centrum.<br />
Algemeen blijkt dat een belangrijk aandeel van de gemeten concentraties van buiten<br />
Vlaanderen komt (buitenland en de andere gewesten); een ander deel is van natuurlijke<br />
oorsprong. Dit bedraagt samen 65 à 70%. De globale verhoudingen voor Vlaanderen zijn<br />
weergegeven in de onderstaande figuur.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 381<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309