kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
• (E) Natuurgebied Schans van Smoutakker als onderdeel van de fortengordel van Antwerpen; • (F) Natuurgebied Groot Buitenschoor; • (G) Natuurgebied Oude landen; • Natuurgebied Bospolder-Ekers moeras; • Natuurgebied Ruige heide; • Groot Rietveld – Vlakte van Zwijndrecht; • Schorren van Oude Doel; • Drydyck; • Zuidelijke groenzone; • Brabantse Wal. • Ossendrecht (strikt genomen buiten studiegebied) De beschikbare achtergrondwaarden worden telkens per parameter weergegeven en de procentuele impact van het project op de achtergrondwaarden wordt berekend en beoordeeld. 5.1.6.5. Bespreking van de milieu-impact voor stikstofoxiden (NOx) o Metingen in de omgeving Om de bijdragen door de elektriciteitscentrale te schetsen ten opzichte van de huidige achtergrondwaarde wordt gebruik gemaakt van de meetposten behorend tot het automatisch meetnet van VMM. De gemiddelde immissieconcentraties voor de 11 meetposten zijn opgenomen in Tabel 5.28. Tabel 5.28: Gemiddelde immissieconcentraties aan NO en NO2 van 11 Vlaamse meetposten (achtergrondwaarde in de omgeving van de nieuwe elektriciteitscentrale) (2006) Statistisch kengetal (op uurbasis) SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 368 Projectnummer: 07.0309 Gemiddelden (2006) van 11 geselecteerde Vlaamse meetposten [µg/m³] NO NO2 NOx (als NO2) Max. waarde 592 194 580 Normen NO2 [µg/m³] Percentage achtergrondwaarde in de norm 99-percentiel 203 102 234 232 (99,8 P)* 44% 98-percentiel 147 91 187 135 (r), 160 (g)** 67% (r), 57% (g) Jaargemiddelde 22 40 54 40 100% r = richtwaarde, g = grenswaarde, 99,8 P = norm voor 99,8 percentielwaarde * 200 µg/m³ met overschrijdingsmarge van 16% op 1 jan.2007 ** Antwerpen is een speciale beschermingszone waar de grenswaarden van bijlage 2.5.1. tot 80% van de algemene grenswaarden worden herleid. Zoals in Tabel 5.28 aangegeven voldoen het 99,8- en het 98-percentiel alsook het jaargemiddelde van de gemeten waarden in de omgeving van de nieuwe elektriciteitscentrale (gemiddelde van 11 meetposten) aan de gestelde immissiegrenswaarden voor NO2. De waarde van 200 µg/m³ op uurbasis mag niet meer dan 18 keer per kalenderjaar overschreden worden. Dit betekent dat de 99,8-ste percentiel van de uurwaarden niet meer dan 200 µg/m 3 mag bedragen. De opgemeten gemiddelde immissieconcentratie (194 µg/m³) in de
omgeving van de nieuwe elektriciteitscentrale voldoet aan deze norm. Er wordt voldaan aan de eisen van de richtlijn. Desalniettemin wordt opgemerkt dat de jaargemiddelde achtergrondwaarde de norm voor NO2 tot 100% benadert (99- en 98-percentiel 43 tot 56%). De immissieconcentraties van NO2 in de omgeving van Antwerpen kunnen dus best nauwlettend worden opgevolgd. In de volgende paragraaf zal worden nagegaan welke de invloed van het beschouwde project op de omgevingsconcentraties van NOx zal zijn. o Invloed van het project op de omgevingsconcentraties aan NOx De resultaten van de dispersieberekeningen worden visueel weergegeven op de figuren opgenomen in Bijlage 4. Wat de tabellen betreft, dient te worden vermeld dat de immissiegrens- en richtwaarden enkel voor NO2 gelden zodat strikt genomen deze cijfers niet kunnen vergeleken worden met de berekende immissiewaarden voor de somparameter NOx (NO + NO2). De berekende NOximmissieconcentraties dient men dan ook te beschouwen als maximalistische inschattingen van de eigenlijke NO2-immissieconcentraties. Uit de figuren in Bijlage 4 en Tabel 5.29 blijkt: • De pluimmaxima situeren zich ten NO van het bedrijfsterrein (ter hoogte van Putte – Stabroek) en wijzen op een verwaarloosbare (jaargemiddelde) tot belangrijke (P99,8) invloed op de immissieconcentratie van NOx door de invloed van de netto-impact van de elektriciteitscentrale. • De woonkernen in de buurt van de elektriciteitscentrale ondervinden een verwaarloosbare (jaargemiddelde) tot relevante (P99,8) invloed van de elektriciteitscentrale wat betreft de immissieconcentratie van NOx. • De woonkernen waar de hoogste concentraties worden waargenomen zijn Putte (Vlaanderen) en Putte (Nederland). De invloed van de elektriciteitscentrale op deze woonkernen kan als verwaarloosbaar (jaargemiddelde) tot relevant (P99,8) beschouwd worden. • De woonkernen gelegen in de Speciale beschermingszones ondervinden een verwaarloosbare (jaargemiddelde) tot relevante (P99,8) invloed. Tabel 5.29: Invloed van de nieuwe elektriciteitscentrale op de immissieconcentratie van NOx in het studiegebied lucht. Lillo SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 369 Projectnummer: 07.0309 impact (µg/m³) norm (µg/m³) Pluimmaximum (ten NO van het bedrijfsterrein) Percentage ten opzichte van de norm Beoordeling volgens referentiekader 99,8-percentiel (ten NO van Putte) 10,2 200 5,1% belangrijk Jaargemiddelde (tussen Putte en Stabroek) 0,38 40
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 319 and 320: Er wordt verwacht dat dit project g
- Page 321 and 322: schadelijke gassen toe. Als gevolg
- Page 323 and 324: is bevestigd dat alle nieuwe in de
- Page 325 and 326: 4. Algemene methodologie 4.1. Algem
- Page 327 and 328: 5. Discipline lucht 5.0. Leeswijzer
- Page 329 and 330: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 331 and 332: De emissies ten gevolge van het pro
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351 and 352: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 353 and 354: verbrandingsinstallatie’. Behalve
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
- Page 359 and 360: SO2 42M802 42R822 42R830 42R831 42R
- Page 361 and 362: Hiervan zullen dispersieberekeninge
- Page 363 and 364: 5.1.6.3. Overzicht van de toetsings
- Page 365 and 366: Parameter Toetsingsbasis Fluoriden
- Page 367: (5) Hoevenen, centrum 6,3 km ten oo
- Page 371 and 372: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 373 and 374: (2) Berendrecht SGS Belgium NV Juni
- Page 375 and 376: van oppervlaktebronnen met enige vo
- Page 377 and 378: • De maximale depositiewaarde van
- Page 379 and 380: Deze impactberekeningen zijn uitgev
- Page 381 and 382: jaargemiddelde diffuse emissies < 0
- Page 383 and 384: hoge windsnelheid) specifieke actie
- Page 385 and 386: Tabel 5.40: Invloed van de nieuwe e
- Page 387 and 388: µg/m 3 . De bijdrage van het proje
- Page 389 and 390: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 391 and 392: In Bijlage 2.4.2 van VLAREM II word
- Page 393 and 394: Tabel 5.46: Invloed van de nieuwe e
- Page 395 and 396: • totaal aantal voertuigen per we
- Page 397 and 398: kwaliteitsdoelstelling en getoetst
- Page 399 and 400: De bijdrage van het voorgenomen pro
- Page 401 and 402: Uit Tabel 5.54 blijkt dat de bijdra
- Page 403 and 404: • Voor de berekende 98-Percentiel
- Page 405 and 406: Dit kan beschouwd worden als onvold
- Page 407 and 408: 5.2. Discipline lucht voor het scen
- Page 409 and 410: kunnen deze emissies zelfs lager li
- Page 411 and 412: Tabel 5.56: Kenmerken van het emiss
- Page 413 and 414: BACK UP BOILER of HULPKETELS (Back
- Page 415 and 416: Er kan echter gesteld worden dat de
- Page 417 and 418: De enige wijziging bij het concept
omgeving van de nieuwe elektriciteitscentrale voldoet aan deze norm. Er wordt voldaan aan de<br />
eisen van de richtlijn.<br />
Desalniettemin wordt opgemerkt dat de jaargemiddelde achtergrondwaarde de norm voor NO2<br />
tot 100% benadert (99- en 98-percentiel 43 tot 56%). De immissieconcentraties van NO2 in de<br />
omgeving van Antwerpen <strong>kun</strong>nen dus best nauwlettend worden opgevolgd. In de volgende<br />
paragraaf zal worden nagegaan welke de invloed van <strong>het</strong> beschouwde pro<strong>je</strong>ct op de<br />
omgevingsconcentraties van NOx zal zijn.<br />
o Invloed van <strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ct op de omgevingsconcentraties aan NOx<br />
De resultaten van de dispersieberekeningen worden visueel weergegeven op de figuren<br />
opgenomen in Bijlage 4.<br />
Wat de tabellen betreft, dient te worden vermeld dat de immissiegrens- en richtwaarden enkel<br />
voor NO2 gelden zodat strikt genomen deze cijfers niet <strong>kun</strong>nen vergeleken worden met de<br />
berekende immissiewaarden voor de somparameter NOx (NO + NO2). De berekende NOximmissieconcentraties<br />
dient men dan ook te beschouwen als maximalistische inschattingen van<br />
de eigenlijke NO2-immissieconcentraties.<br />
Uit de figuren in Bijlage 4 en Tabel 5.29 blijkt:<br />
• De pluimmaxima situeren zich ten NO van <strong>het</strong> bedrijfsterrein (ter hoogte van Putte –<br />
Stabroek) en wijzen op een verwaarloosbare (jaargemiddelde) tot belangrijke (P99,8)<br />
invloed op de immissieconcentratie van NOx door de invloed van de netto-impact van<br />
de elektriciteitscentrale.<br />
• De woonkernen in de buurt van de elektriciteitscentrale ondervinden een<br />
verwaarloosbare (jaargemiddelde) tot relevante (P99,8) invloed van de<br />
elektriciteitscentrale wat betreft de immissieconcentratie van NOx.<br />
• De woonkernen waar de hoogste concentraties worden waargenomen zijn Putte<br />
(Vlaanderen) en Putte (Nederland). De invloed van de elektriciteitscentrale op deze<br />
woonkernen kan als verwaarloosbaar (jaargemiddelde) tot relevant (P99,8) beschouwd<br />
worden.<br />
• De woonkernen gelegen in de Speciale beschermingszones ondervinden een<br />
verwaarloosbare (jaargemiddelde) tot relevante (P99,8) invloed.<br />
Tabel 5.29: Invloed van de nieuwe elektriciteitscentrale op de immissieconcentratie van NOx in <strong>het</strong> studiegebied lucht.<br />
Lillo<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 369<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />
impact<br />
(µg/m³)<br />
norm<br />
(µg/m³)<br />
Pluimmaximum (ten NO van <strong>het</strong> bedrijfsterrein)<br />
Percentage ten opzichte<br />
van de norm<br />
Beoordeling<br />
volgens<br />
referentiekader<br />
99,8-percentiel (ten NO van Putte) 10,2 200 5,1% belangrijk<br />
Jaargemiddelde (tussen Putte en Stabroek) 0,38 40