kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
vergunningsaanvraag van toepassing zou zijn voor de E.ON-elektriciteitscentrale zal het bedrijf met de OVAM overleg plegen betreffende de juridische kwalificatie van de stroom ‘brandstoffen van BAYER/LANXESS. Door E.ON en de OVAM zal een toetsing worden uitgevoerd aan de door de OVAM gehanteerde beslissingsboom, die een antwoord biedt op de vraag of een stof als een (secundaire) grondstof dan wel als een afvalstof moet worden gekwalificeerd (zie de onder hoofdstuk 1.2. opgenomen ‘Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden’, partim afval). De OVAM gaat ermee akkoord dat dit MER niet anticipeert op het besluitvormingsproces terzake van de OVAM en de vergunningverlenende overheid: bij de evaluatie van de impact van de verbranding van de brandstoffen van BAYER/LANXESS, alsook bij de opgave van het geldende normenkader voor de emissies in de lucht wordt zowel van het (secundaire) grondstoffenscenario als van het afvalstoffenscenario uitgegaan. In het licht hiervan worden de volgende twee aannames besproken: • Emissienormen indien alle ingezette stoffen worden aanzien als grondstoffen • Emissienormen indien sommige ingezette stoffen worden aanzien als afvalstoffen Emissienormen indien alle ingezette brandstoffen worden aanzien als grondstoffen In dit geval dient de geplande elektriciteitscentrale te voldoen aan de emissienormen zoals vermeld in VLAREM II Afdeling 5.43.2. ‘Voorwaarden met betrekking tot stookinstallaties, met uitzondering van gasturbines en stoom- en gasturbine-installaties’, Subafdeling 5.43.2.1. Grotestookinstallaties, Art. 5.43.2.1.1. § 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten de rook- en uitlaatgassen die afkomstig zijn van grote stookinstallaties, voldoen aan de volgende emissiegrenswaarden, waarbij NOx wordt uitgedrukt als NO 2: 1° stookinstallaties, gevoed met vaste brandstoffen: c) nieuwe installaties waarvoor de eerste vergunning tot exploitatie is aangevraagd op of na 27 november 2002 of die na 27 november 2003 in gebruik worden genomen: Tabel 5.20: VLAREM II emissienormen stookinstallaties met vaste brandstoffen nominaal thermisch vermogen in MW emissiegrenswaarden in mg/Nm³ SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 352 Projectnummer: 07.0309 stof SO 2 NO x CO chloriden fluoriden meer dan 300 15 200 150 200 30 5 Emissienormen indien sommige ingezette brandstoffen worden aanzien als afvalstoffen Bij het inzetten van afvalstoffen zou de installatie vallen onder de rubriek van de meeverbrandingsinstallaties, zoals gedefinieerd in VLAREM II: ‘een vaste of mobiele installatie die in hoofdzaak bestemd is voor de opwekking van energie of de fabricage van materiële producten waarin afval als normale of aanvullende brandstof wordt gebruikt, of waarin afval thermisch wordt behandeld voor verwijdering. Deze definitie omvat het terrein en de gehele installatie met inbegrip van alle meeverbrandingslijnen en de voorzieningen voor ontvangst, opslag en voorbehandeling ter plaatse van het afval, de systemen voor de toevoer van afval, brandstof en lucht, de stoomketel, de voorzieningen voor het behandelen van rookgassen, de voorzieningen voor de behandeling of opslag ter plaatse van residuen en afvalwater, de schoorsteen, alsmede de apparatuur en de systemen voor de regeling van het verbrandingsproces en voor de registratie en bewaking van de verbrandingsomstandigheden. Indien meeverbranding zodanig plaatsvindt dat de installatie niet in hoofdzaak voor de opwekking van energie of de fabricage van materiële producten maar wel voor thermische behandeling van afval bestemd is, wordt de installatie beschouwd als een
verbrandingsinstallatie’. Behalve andere specifieke maatregelen dient rekening gehouden te worden met de mengregel zoals vermeld in artikel 5.2.3bis.1.19. VLAREM II: Als een specifieke totale emissiegrenswaarde ‘Ctotaal’ niet in een tabel van artikel 5.2.3bis.1.20, 1.21 of 1.22 is opgenomen, moet de onderstaande formule (mengregel) worden toegepast. De emissiegrenswaarde voor elke verontreinigende stof, opgesomd in artikel 5.2.3bis 1.15, en voor koolstofmonoxide in het rookgas dat ontstaat bij de meeverbranding van afvalstoffen, wordt als volgt berekend: Vafvalstoffen x Cafvalstoffen + Vproces x Cproces __________________________________________________ = Ctotaal SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 353 Projectnummer: 07.0309 Vafvalstoffen + Vproces Voor de Cafvalstoffen dient rekening gehouden te worden met de gegevens van Art. 5.2.3.bis 1.15. Schematisch wordt dit weergegeven in volgende tabel: Tabel 5.21: VLAREM II emissiegrenswaarden enkel voor afvalstoffen emissiegrenswaarden (daggemiddelden) emissiegrenswaarden in mg/Nm³ stof SO 2 NO x CO chloriden fluoriden enkel afvalstoffen 10 50 125 50 10 1 We kunnen aannemen dat het volume van de rookgassen van de afvalstoffen per ton uitgedrukt niet veel afwijkt van het volume van de rookgassen van de grondstoffen, zodat voor wat betreft de emissiegrenswaarden in geval van een inzet van 10% of 20% (maximale hoeveelheid biomassa) afvalstoffen aan volgende emissiewaarden dient voldaan te worden. Tabel 5.22: VLAREM II emissiegrenswaarden stookinstallaties en meeverbranding afvalstoffen emissiegrenswaarden (daggemiddelden) 90% grondstoffen en 10% afvalstoffen 80% grondstoffen en 20% afvalstoffen emissiegrenswaarden in mg/Nm³ stof SO2 NOx CO chloriden fluoriden 14,5 185 147,5 185 28 4,6 14 170 145 170 26 4,2 Besluit In de aannames voor de berekening van de immissies werd ervoor geopteerd om met de strengere normen rekening te houden, zodat in elk geval werd rekening gehouden met zeer strenge voorwaarden. Tabel 5.23: Voorgestelde emissienormen (daggemiddelden) waarden voor immissieberekeningen emissiegrenswaarden in mg/Nm³ stof SO2 NOx CO chloriden fluoriden 10 100 100 50 10 1
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 319 and 320: Er wordt verwacht dat dit project g
- Page 321 and 322: schadelijke gassen toe. Als gevolg
- Page 323 and 324: is bevestigd dat alle nieuwe in de
- Page 325 and 326: 4. Algemene methodologie 4.1. Algem
- Page 327 and 328: 5. Discipline lucht 5.0. Leeswijzer
- Page 329 and 330: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 331 and 332: De emissies ten gevolge van het pro
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
- Page 359 and 360: SO2 42M802 42R822 42R830 42R831 42R
- Page 361 and 362: Hiervan zullen dispersieberekeninge
- Page 363 and 364: 5.1.6.3. Overzicht van de toetsings
- Page 365 and 366: Parameter Toetsingsbasis Fluoriden
- Page 367 and 368: (5) Hoevenen, centrum 6,3 km ten oo
- Page 369 and 370: omgeving van de nieuwe elektricitei
- Page 371 and 372: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 373 and 374: (2) Berendrecht SGS Belgium NV Juni
- Page 375 and 376: van oppervlaktebronnen met enige vo
- Page 377 and 378: • De maximale depositiewaarde van
- Page 379 and 380: Deze impactberekeningen zijn uitgev
- Page 381 and 382: jaargemiddelde diffuse emissies < 0
- Page 383 and 384: hoge windsnelheid) specifieke actie
- Page 385 and 386: Tabel 5.40: Invloed van de nieuwe e
- Page 387 and 388: µg/m 3 . De bijdrage van het proje
- Page 389 and 390: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 391 and 392: In Bijlage 2.4.2 van VLAREM II word
- Page 393 and 394: Tabel 5.46: Invloed van de nieuwe e
- Page 395 and 396: • totaal aantal voertuigen per we
- Page 397 and 398: kwaliteitsdoelstelling en getoetst
- Page 399 and 400: De bijdrage van het voorgenomen pro
- Page 401 and 402: Uit Tabel 5.54 blijkt dat de bijdra
verbrandingsinstallatie’. Behalve andere specifieke maatregelen dient rekening gehouden te<br />
worden met de mengregel zoals vermeld in artikel 5.2.3bis.1.19. VLAREM II: Als een specifieke<br />
totale emissiegrenswaarde ‘Ctotaal’ niet in een tabel van artikel 5.2.3bis.1.20, 1.21 of 1.22 is<br />
opgenomen, moet de onderstaande formule (mengregel) worden toegepast. De<br />
emissiegrenswaarde voor elke verontreinigende stof, opgesomd in artikel 5.2.3bis 1.15, en voor<br />
koolstofmonoxide in <strong>het</strong> rookgas dat ontstaat bij de meeverbranding van afvalstoffen, wordt als<br />
volgt berekend:<br />
Vafvalstoffen x Cafvalstoffen + Vproces x Cproces<br />
__________________________________________________ = Ctotaal<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 353<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />
Vafvalstoffen + Vproces<br />
Voor de Cafvalstoffen dient rekening gehouden te worden met de gegevens van Art. 5.2.3.bis 1.15.<br />
Schematisch wordt dit weergegeven in volgende tabel:<br />
Tabel 5.21: VLAREM II emissiegrenswaarden enkel voor afvalstoffen<br />
emissiegrenswaarden (daggemiddelden)<br />
emissiegrenswaarden in mg/Nm³<br />
stof SO 2 NO x CO chloriden fluoriden<br />
enkel afvalstoffen 10 50 125 50 10 1<br />
We <strong>kun</strong>nen aannemen dat <strong>het</strong> volume van de rookgassen van de afvalstoffen per ton uitgedrukt<br />
niet veel afwijkt van <strong>het</strong> volume van de rookgassen van de grondstoffen, zodat voor wat betreft<br />
de emissiegrenswaarden in geval van een inzet van 10% of 20% (maximale hoeveelheid<br />
biomassa) afvalstoffen aan volgende emissiewaarden dient voldaan te worden.<br />
Tabel 5.22: VLAREM II emissiegrenswaarden stookinstallaties en meeverbranding afvalstoffen<br />
emissiegrenswaarden<br />
(daggemiddelden)<br />
90% grondstoffen en 10%<br />
afvalstoffen<br />
80% grondstoffen en 20%<br />
afvalstoffen<br />
emissiegrenswaarden in mg/Nm³<br />
stof SO2 NOx CO chloriden fluoriden<br />
14,5 185 147,5 185 28 4,6<br />
14 170 145 170 26 4,2<br />
Besluit<br />
In de aannames voor de berekening van de immissies werd ervoor geopteerd om met de<br />
strengere normen rekening te houden, zodat in elk geval werd rekening gehouden met zeer<br />
strenge voorwaarden.<br />
Tabel 5.23: Voorgestelde emissienormen (daggemiddelden)<br />
waarden voor<br />
immissieberekeningen<br />
emissiegrenswaarden in mg/Nm³<br />
stof SO2 NOx CO chloriden fluoriden<br />
10 100 100 50 10 1