kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

Tabel 5.5: Kenmerken van het emissiepunt van de hoofdketel en de rookgasemissies SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 334 Projectnummer: 07.0309 Hoofdketel Brandstoffen: 100% kolen, reststoffen van afvalwaterbehandeling, brandstoffen van BAYER en Lanxess Ligging (X/Y Lambertcoördinaten) x (m): 146221 y (m): 221140 Hoogte (m): 170 Gemiddelde temperatuur (°C): 51°C Debiet droog – 6% O2 (m³/h): 3.200.000 Debiet nat – act% O2 (m³/h): 3.400.000 Diameter (m) 9,7 Werkingsregime* (h/j) 8.000 * Emissiegegevens Parameter (jaargemiddeld) (daggemiddeld) Massastroom (ton/j) Concentratie droog (mg/m³) Emissiegrenswaarden (mg/m³) bij 6%O2 SO2 55 100 1.408 200 NOx (as NO2) 55 100 1.408 150 Totaal stof 7 10 179 15 PM2,5 5,67 8,1 145 - PM10 6,44 9,2 165 - CO 50 50 1.280 200 CO2 - 6.288.000** * 8.000 equivalente vollasturen betekent in de praktijk dat de hoofdketel ook 8.760 uur/jaar in bedrijf kan zijn, maar dan zitten er ook een aantal deellastsituaties bij, zodanig dat er niet meer geëmitteerd wordt dan bij 8.000 equivalente vollasturen. ** Gebaseerd op een standaard emissiefactor voor steenkool van 94,6 kg CO2/GJ; mocht de daadwerkelijk gebruikte steenkool hiervan afwijken dan dient de emissie overeenkomstig gecorrigeerd te worden In het nieuwe Vlarem II-voorstel tot wijziging van emissiegrenswaarden van nieuwe grote stookinstallaties (vergund na januari 2010), wordt voor steenkoolcentrales een jaargemiddelde van 6 mg/Nm 3 voorzien. Uit de impactberekeningen is gebleken dat 7 mg/Nm 3 geen significante effecten heeft, zodat dit ook voor 6 mg/Nm 3 het geval is. De totale stofemissie, berekend op basis van 8.000 u/jaar belastingsregime met 6 mg/Nm 3 , geeft een waarde van 153 ton/jaar. Ten behoeve van de bepaling van de impact bij verwerking van afvalstoffen of biomassa wordt in Tabel 5.6 een overzicht gegeven van de supplementaire schouwkarakteristieken en de emissies vanuit de schouw. De evaluatie van de emissies van deze stoffen wordt behandeld in paragraaf 5.3. De algemene emissiegrenswaarden van het VLAREM II zijn voor deze drie metalen 200 µg/m 3 . Voor de meeverbranding van afval dient rekening gehouden te worden met de emissiegrenswaarden voor afval (Vlarem II 5.2.3 bis) van 50 µg/m 3 (voor Hg, en de som Cd+Tl).

Tabel 5.6: Kenmerken van het emissiepunt van de hoofdketel en de rookgasemissies bij verwerking van afvalstoffen of biomassa Brandstoffen: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 335 Projectnummer: 07.0309 Hoofdketel 20% afvalstoffen of biomassa, reststoffen van afvalwaterbehandeling, brandstoffen van BAYER en Lanxess Ligging (X/Y Lambertcoördinaten)* x (m): 146221 y (m): 221140 Hoogte (m): 170 Diameter (m) 9,7 Emissiegegevens Gemiddelde empératuur (°C): 51°C Debiet droog – 6% O2 (m³/h): 3.200.000 Debiet nat – act% O2 (m³/h): 3.400.000 Werkingsregime** (h/j) 8.000 Parameter (jaargemiddeld) (daggemiddeld) Massastroom (ton/j) Emissiegrenswaarden (mg/m³) bij 6%O2 Concentratie droog (mg/m³) HCl 10 10 256 10 NH3 2 2 51,2 - HF 1 1 26 1 Concentratie droog (µg/m³) Massastroom (kg/j) Emissiegrenswaarden (µg/m³) bij 6%O2 Cd+TI (***) 25 25 640 50 Hg 15 15 384 50 * De mogelijke coördinaten van de schouw kunnen eventueel nog lichte wijzigingen ondergaan. Dit zal geen invloed hebben op de uiteindelijke beoordelingen van de impacten. ** 8.000 equivalente vollasturen betekent in de praktijk dat de hoofdketel ook 8.760 uur/jaar in bedrijf kan zijn maar dan zitten er ook een aantal deellastsituaties bij, zodanig dat er niet méér geëmitteerd wordt dan bij 8.000 equivalente vollasturen. *** Het aandeel van Cd is < 2,5 µg/m³. Opmerking: Deze waarden zijn licht verschillend ten opzichte van de situatie op de Maasvlakte. Op de Maasvlakte bestaat de mogelijkheid om verschillende soorten kolen te mengen tot een homogene input voor de centrale. Dit is niet voorzien in Antwerpen. Voor het mengen van verschillende soorten kolen is ongeveer 50% meer oppervlakte voor de kolenopslag nodig. Een nadeel van het mengen is het ontstaan van bijkomende diffuse stofemissies door het veelvuldig behandelen en mengen van de kolen. Gezien deze beide nadelen heeft E.ON de optie genomen geen menging te voorzien voor het project in Antwerpen. De rookgasreiniging van Antwerpen is identiek aan deze van de nieuwe centrale op de Maasvlakte. Verschillen met emissies in vergelijking met de Maasvlakte zijn enkel gerelateerd aan het gebruik van andere types kolen als brandstof. De rookgasreiniging voldoet qua resulterende emissies aan wat beschreven staat in de BREF LCP. Voor de zware metalen, Cd/Tl en Hg, zijn geen BBT-waarden opgenomen in de BREF. De rookgasreiniging is tevens

Tabel 5.5: Kenmerken van <strong>het</strong> emissiepunt van de hoofdketel en de rookgasemissies<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 334<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />

Hoofdketel<br />

Brandstoffen: 100% kolen, reststoffen van afvalwaterbehandeling, brandstoffen van BAYER en Lanxess<br />

Ligging (X/Y Lambertcoördinaten)<br />

x (m): 146221<br />

y (m): 221140<br />

Hoogte (m): 170<br />

Gemiddelde<br />

temperatuur (°C): 51°C<br />

Debiet droog – 6% O2<br />

(m³/h): 3.200.000<br />

Debiet nat – act% O2<br />

(m³/h): 3.400.000<br />

Diameter (m) 9,7 Werkingsregime* (h/j) 8.000 *<br />

Emissiegegevens<br />

Parameter (jaargemiddeld) (daggemiddeld) Massastroom (ton/j)<br />

Concentratie droog (mg/m³)<br />

Emissiegrenswaarden<br />

(mg/m³) bij 6%O2<br />

SO2 55 100 1.408 200<br />

NOx (as NO2) 55 100 1.408 150<br />

Totaal stof 7 10 179 15<br />

PM2,5 5,67 8,1 145 -<br />

PM10 6,44 9,2 165 -<br />

CO 50 50 1.280 200<br />

CO2 - 6.288.000**<br />

* 8.000 equivalente vollasturen betekent in de praktijk dat de hoofdketel ook 8.760 uur/jaar in bedrijf kan zijn, maar dan<br />

zitten er ook een aantal deellastsituaties bij, zodanig dat er niet meer geëmitteerd wordt dan bij 8.000 equivalente<br />

vollasturen.<br />

** Gebaseerd op een standaard emissiefactor voor steenkool van 94,6 kg CO2/GJ; mocht de daadwerkelijk gebruikte<br />

steenkool hiervan afwijken dan dient de emissie overeenkomstig gecorrigeerd te worden<br />

In <strong>het</strong> nieuwe Vlarem II-voorstel tot wijziging van emissiegrenswaarden van nieuwe grote<br />

stookinstallaties (vergund na januari 2010), wordt voor steenkoolcentrales een jaargemiddelde<br />

van 6 mg/Nm 3 voorzien. Uit de impactberekeningen is gebleken dat 7 mg/Nm 3 geen significante<br />

effecten heeft, zodat dit ook voor 6 mg/Nm 3 <strong>het</strong> geval is. De totale stofemissie, berekend op<br />

basis van 8.000 u/jaar belastingsregime met 6 mg/Nm 3 , geeft een waarde van 153 ton/jaar.<br />

Ten behoeve van de bepaling van de impact bij verwerking van afvalstoffen of biomassa wordt<br />

in Tabel 5.6 een overzicht gegeven van de supplementaire schouwkarakteristieken en de<br />

emissies vanuit de schouw. De evaluatie van de emissies van deze stoffen wordt behandeld in<br />

paragraaf 5.3. De algemene emissiegrenswaarden van <strong>het</strong> VLAREM II zijn voor deze drie<br />

metalen 200 µg/m 3 . Voor de meeverbranding van afval dient rekening gehouden te worden met<br />

de emissiegrenswaarden voor afval (Vlarem II 5.2.3 bis) van 50 µg/m 3 (voor Hg, en de som<br />

Cd+Tl).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!