kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 330 Projectnummer: 07.0309 Aantal Draaiuren/dag verbruik (liter/uur)* Subtotaal (liter/dag) Bulldozers 3 8 44 1.056,0 Totaal Brandstofverbruik in liter/dag 2.268,0 * Verbruik is afkomstig uit een MER waar dergelijke grondverzetmachines ook gebruikt werden. Het totale verbruik van deze machines samen bedraagt 2.268 liter diesel per dag. De atmosferische emissies als gevolg van de werking van deze grondverzetmachines (veroorzaakt door de uitlaatgassen) kunnen gekwantificeerd worden (zie Tabel 5.2) aan de hand van algemene emissiefactoren, die vooropgesteld worden door het Europees programma voor monitoring en evaluatie van de verspreiding van atmosferische polluenten over grote afstand (afgekort EMAP). 41 Tabel 5.2: Algemene emissiefactoren en berekende atmosferische emissies op dagbasis Polluent Eenheid Emissiefactor kg/dag NOx g/kg diesel 48,8 88,54 vluchtige organische stoffen g/kg diesel 7,08 12,85 CO g/kg diesel 15,8 28,67 PM10 g/kg diesel 5,73 10,40 Uitlaatgassen van motoren kunnen eveneens ammoniak bevatten. Deze emissies worden echter veroorzaakt door het gebruik van katalysatoren. Daardoor zal het effect ook minimaal en verwaarloosbaar zijn bij het gebruik van deze machines. Om de atmosferische emissies van vrachtwagenbewegingen gedurende de aanlegfase te kwantificeren kan gebruik gemaakt worden van algemene emissiefactoren voor vrachtwagens die rijden op diesel. Tabel 5.3 toont een overzicht van mogelijke emissiefactoren. De laatste kolom geeft de emissies per dag weer. Er werd verondersteld dat er maximaal (worst case) per dag 100 vrachtwagens op- en afrijden en deze leggen maximaal een afstand van 1 km heen en 1 km terug af. De algemene emissiefactoren maken geen onderscheid tussen o.m. ouderdom van de vrachtwagens, snelheid van de vrachtwagens, helling, belading. De berekende emissievrachten kunnen bijgevolg slechts als een inschatting van de ordegrootte van atmosferische emissies beoordeeld worden. Tabel 5.3: Overzicht van emissiefactoren voor vrachtwagens op diesel en berekening van emissies per dag Polluent Eenheid emissiefactor g/dag kg/dag NOx g/km 10,4 2.080 2,08 CH4 g/km 2,01 402 0,402 VOS g/km 0,06 12 0,012 CO g/km 8,98 1.796 1,796 N2O g/km 0,03 6 0,006 41 EMEP/Corinair Atmospheric Emission Inventory Guidebook Part 3 (1999), www.emep.int.
De emissies ten gevolge van het proefdraaien van de nieuwe installaties kunnen momenteel niet ingeschat worden (draaitijd en emissievrachten zijn zeer variabel). 5.1.5.3. Exploitatiefase o Inleiding In deze paragraaf worden de emissies beschreven voor het scenario met de directe koeling met voor wat betreft de aanlevering van kolen zowel de optie van cape-sizers als de optie barges waarbij de opslag telkens gebeurt met open kolenopslag. o Geleide emissies Voor wat betreft de geleide emissies zal de exploitatie van de geplande elektriciteitscentrale op de BAYER-site zorgen voor het ontstaan van nieuwe emissiepunten en het verdwijnen of wijzigen van drie bestaande emissiepunten van BAYER. De vier nieuwe emissiepunten door de exploitatie van de geplande elektriciteitscentrale zijn: • Schouw (170 m) van de hoofdketel van de elektriciteitscentrale; (De schouwhoogte van 170 m werd bepaald op basis van dispersieberekeningen en de nodige afmetingen om genormeerde emissiemetingen uit te voeren. Er wordt verzekerd dat druppelvorming niet aan de orde is. Druppelvorming komt voor indien de snelheid van het rookgas groter is dan 16 m/s. De uitlaatsnelheid van het rookgas uit de schouw zal ongeveer 15 m/s zijn.) • Schouw van de back-up boiler; • Twee schouwen van de hulpketels (iedere schouw emitteert vanuit 3 kleine boilers). Enkele kleinere geleide emissiepunten met qua luchtemissies alleen mogelijks stofemissies kunnen vermeld worden. Onder deze kleinere emissiepunten behoren de uitlaat van de silo’s voor vliegas (6), krijt en kalk. Met de stofemissies van deze kleinere geleide emissiepunten is eveneens in dit hoofdstuk rekening gehouden. Alle huidig in exploitatie bestaande ketels vaqn BAYER worden hieronder beschreven. De drie emissiepunten van BAYER die wegvallen bij de ingebruikname van de geplande elektriciteitscentrale zijn de ketels 3, 4 en 6 van BAYER. • Schouw ketel 1 emitteert rookgassen van de tegendrukcentrale van 190 MWth voor de productie van stoom en elektriciteit. Deze tegendrukcentrale bestaat uit een stoomketel die gekoppeld is aan een tegendrukturbine met alternator. Als brandstof wordt aardgas, HO-brandstof en BPA-brandstof ingezet. • Schouw ketel 3 en 4 emitteert rookgassen vanuit 2 waterpijpketels die dienen als backup installaties. Voor deze waterpijpketels wordt enkel aardgas ingezet als brandstof. • Schouw ketel 6 en 7 emitteert rookgassen vanuit een back-up installatie voor de voorziening van stoom in de energiecentrale van BAYER (genoemd ‘midden’) bestaande uit 2 vlampijpketels Als brandstof wordt aardgas, gasolie, HO-brandstof en BPA-brandstof gebruikt. SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 331 Projectnummer: 07.0309
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 319 and 320: Er wordt verwacht dat dit project g
- Page 321 and 322: schadelijke gassen toe. Als gevolg
- Page 323 and 324: is bevestigd dat alle nieuwe in de
- Page 325 and 326: 4. Algemene methodologie 4.1. Algem
- Page 327 and 328: 5. Discipline lucht 5.0. Leeswijzer
- Page 329: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351 and 352: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 353 and 354: verbrandingsinstallatie’. Behalve
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
- Page 359 and 360: SO2 42M802 42R822 42R830 42R831 42R
- Page 361 and 362: Hiervan zullen dispersieberekeninge
- Page 363 and 364: 5.1.6.3. Overzicht van de toetsings
- Page 365 and 366: Parameter Toetsingsbasis Fluoriden
- Page 367 and 368: (5) Hoevenen, centrum 6,3 km ten oo
- Page 369 and 370: omgeving van de nieuwe elektricitei
- Page 371 and 372: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 373 and 374: (2) Berendrecht SGS Belgium NV Juni
- Page 375 and 376: van oppervlaktebronnen met enige vo
- Page 377 and 378: • De maximale depositiewaarde van
- Page 379 and 380: Deze impactberekeningen zijn uitgev
De emissies ten gevolge van <strong>het</strong> proefdraaien van de nieuwe installaties <strong>kun</strong>nen momenteel<br />
niet ingeschat worden (draaitijd en emissievrachten zijn zeer variabel).<br />
5.1.5.3. Exploitatiefase<br />
o Inleiding<br />
In deze paragraaf worden de emissies beschreven voor <strong>het</strong> scenario met de directe koeling met<br />
voor wat betreft de aanlevering van kolen zowel de optie van cape-sizers als de optie barges<br />
waarbij de opslag telkens gebeurt met open kolenopslag.<br />
o Geleide emissies<br />
Voor wat betreft de geleide emissies zal de exploitatie van de geplande elektriciteitscentrale op<br />
de BAYER-site zorgen voor <strong>het</strong> ontstaan van nieuwe emissiepunten en <strong>het</strong> verdwijnen of<br />
wijzigen van drie bestaande emissiepunten van BAYER.<br />
De vier nieuwe emissiepunten door de exploitatie van de geplande elektriciteitscentrale zijn:<br />
• Schouw (170 m) van de hoofdketel van de elektriciteitscentrale;<br />
(De schouwhoogte van 170 m werd bepaald op basis van dispersieberekeningen en de<br />
nodige afmetingen om genormeerde emissiemetingen uit te voeren. Er wordt verzekerd<br />
dat druppelvorming niet aan de orde is. Druppelvorming komt voor indien de snelheid<br />
van <strong>het</strong> rookgas groter is dan 16 m/s. De uitlaatsnelheid van <strong>het</strong> rookgas uit de schouw<br />
zal ongeveer 15 m/s zijn.)<br />
• Schouw van de back-up boiler;<br />
• Twee schouwen van de hulpketels (iedere schouw emitteert vanuit 3 kleine boilers).<br />
Enkele kleinere geleide emissiepunten met qua luchtemissies alleen mogelijks stofemissies<br />
<strong>kun</strong>nen vermeld worden. Onder deze kleinere emissiepunten behoren de uitlaat van de silo’s<br />
voor vliegas (6), krijt en kalk. Met de stofemissies van deze kleinere geleide emissiepunten is<br />
eveneens in dit hoofdstuk rekening gehouden.<br />
Alle huidig in exploitatie bestaande ketels vaqn BAYER worden hieronder beschreven. De drie<br />
emissiepunten van BAYER die wegvallen bij de ingebruikname van de geplande<br />
elektriciteitscentrale zijn de ketels 3, 4 en 6 van BAYER.<br />
• Schouw ketel 1 emitteert rookgassen van de tegendrukcentrale van 190 MWth voor de<br />
productie van stoom en elektriciteit. Deze tegendrukcentrale bestaat uit een stoomketel<br />
die gekoppeld is aan een tegendrukturbine met alternator. Als brandstof wordt aardgas,<br />
HO-brandstof en BPA-brandstof ingezet.<br />
• Schouw ketel 3 en 4 emitteert rookgassen vanuit 2 waterpijpketels die dienen als backup<br />
installaties. Voor deze waterpijpketels wordt enkel aardgas ingezet als brandstof.<br />
• Schouw ketel 6 en 7 emitteert rookgassen vanuit een back-up installatie voor de<br />
voorziening van stoom in de energiecentrale van BAYER (genoemd ‘midden’)<br />
bestaande uit 2 vlampijpketels Als brandstof wordt aardgas, gasolie, HO-brandstof en<br />
BPA-brandstof gebruikt.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline lucht 331<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309