kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
3. Historiek van het studiegebied De oudste gegevens waarop deze analyse van de historiek van het studiegebied is gebaseerd, zijn afkomstig van de kabinetskaarten van de Oostenrijkse Nederlanden opgenomen op initiatief van Graaf De Ferraris. Deze kaarten zijn planimetrisch van een bijzonder hoog niveau en hebben een detailinvulling die vergelijkbaar is met de hedendaagse topografische kaarten. Ze zijn opgesteld tussen 1770-1778 en geven de toestand weer aan het heiden van het preindustriële tijdperk. De steden waren op dat ogenblik nog volledig gelegen binnen hun middeleeuwse vesten. De voornaamste steden waren met elkaar verbonden door, waar de topografische toestand het toeliet, kaarsrechte steenwegen. Ook waren veel waterlopen bevaarbaar. Op de ferrariskaart (zie Figuur 3.1) wordt de Schelde binnen haar huidige loop aangetroffen. De verschillende forten (fort Lillo, fort Liefkenshoeck) zijn duidelijk op te merken op de kaart. Het terrein waar vroeger de dorpen Lillo en Oorderen gelegen zijn, zijn momenteel ingenomen door het kanaaldok B1 en het Churchilldok. Op de Ferrariskaart is duidelijk de ligging van het dorp Hoevenen op te merken. Deze plaats komt overeen met de ligging van het huidige Hoevenen. Ook de Ettenhovense Polder kan op de Ferrariskaart op dezelfde plaats teruggevonden worden als heden. Net boven het vroegere Oorderen kan de rivier de Schijn opgemerkt worden, deze loopt binnen haar huidige loop. Figuur 3.1: Uittreksel van Graaf de Ferrariskaart (+/-1770-1778) E.ON-Terrein SGS Belgium NV Juni 2009 Historiek 324 Projectnummer: 07.0309
4. Algemene methodologie 4.1. Algemeen De voornaamste ingrepen die in het algemeen bij een industrieel project mogelijk zijn, worden samengevat in Tabel 4.1. De aard en de omvang van een project bepalen welke ingrepen in het ter studie liggende project te verwachten zijn. Uitgaande van het algemene ingrepenschema in Tabel 4.1 kan een (naar Nederlands model gemaakt) ingreep-effectenschema worden opgesteld voor het ter studie liggende project. Tabel 4.1: Algemene ingrepen van een industrieel project voor de verschillende milieudisciplines Ingrepen naar de LUCHT (gevolgen voor de fysisch-chemische kwaliteit van de atmosfeer): • toevoeging van gassen en stoffen naar de omgevingslucht • toevoeging van warmte naar de omgevingslucht Ingrepen op OPPERVLAKTEWATER: • toevoer van stoffen of gassen • toevoer van warmte • veranderingen in morfologie en veranderingen in de waterhuishouding (indien voorkomend, meestal van incidentele aard) Ingrepen op BODEM EN GRONDWATER: • toevoer van stoffen of gassen naar de bodem • toevoer en/of onttrekking van warmte naar of aan de bodem • toevoer (infiltratie) of onttrekking van water naar of aan de bodem • bodemtechnische ingrepen Ingrepen op het GELUIDSKLIMAAT: • verandering van het (de) geluidsniveau (-hinder) Ingrepen op LANDSCHAP: • verandering van het landschappelijk uitzicht Ingrepen op MENS: • invloeden op de gezondheid van de mens • invloeden op de belevingsaspecten door de mens Ingrepen op FAUNA en FLORA: • ecotoxicologische effecten op fauna en flora • invloed van fysische veranderingen (geluidsniveau, verlichting, …) op fauna en flora 4.2. Ingreep-effectenrelaties De beschrijving van de ingreep-effectrelaties werd opgevat als een omschrijving van diverse activiteiten (die kunnen vertaald worden als ingrepen) die residuen veroorzaken of kenmerken vertonen waarvoor milieueffecten vooropgesteld kunnen worden. De mogelijke milieueffecten van de werking van de uitgebreide installaties zijn in de ingreep-effectmatrix (zie Bijlage 1) ter verdere evaluatie opgenomen. Het betreft zowel de rechtstreekse, primaire of eerste-ordeeffecten als de onrechtstreekse, secundaire of tweede-orde-effecten. Op basis van de afbakening van de referentiesituatie worden volgende aspecten als mogelijk relevante impacten (sleutelimpacten) naar voren geschoven: SGS Belgium NV Juni 2009 Algemene methodologie 325 Projectnummer: 07.0309
- Page 273 and 274: kanaal. Aan deze eisen kan in grote
- Page 275 and 276: Figuur 2.42 : doeken filter type HP
- Page 277 and 278: Een tweede filtersysteem bestaat ui
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 319 and 320: Er wordt verwacht dat dit project g
- Page 321 and 322: schadelijke gassen toe. Als gevolg
- Page 323: is bevestigd dat alle nieuwe in de
- Page 327 and 328: 5. Discipline lucht 5.0. Leeswijzer
- Page 329 and 330: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 331 and 332: De emissies ten gevolge van het pro
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351 and 352: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 353 and 354: verbrandingsinstallatie’. Behalve
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
- Page 359 and 360: SO2 42M802 42R822 42R830 42R831 42R
- Page 361 and 362: Hiervan zullen dispersieberekeninge
- Page 363 and 364: 5.1.6.3. Overzicht van de toetsings
- Page 365 and 366: Parameter Toetsingsbasis Fluoriden
- Page 367 and 368: (5) Hoevenen, centrum 6,3 km ten oo
- Page 369 and 370: omgeving van de nieuwe elektricitei
- Page 371 and 372: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 373 and 374: (2) Berendrecht SGS Belgium NV Juni
4. Algemene methodologie<br />
4.1. Algemeen<br />
De voornaamste ingrepen die in <strong>het</strong> algemeen bij een industrieel pro<strong>je</strong>ct mogelijk zijn, worden<br />
samengevat in Tabel 4.1. De aard en de omvang van een pro<strong>je</strong>ct bepalen welke ingrepen in <strong>het</strong><br />
ter studie liggende pro<strong>je</strong>ct te verwachten zijn. Uitgaande van <strong>het</strong> algemene ingrepenschema in<br />
Tabel 4.1 kan een (naar Nederlands model gemaakt) ingreep-effectenschema worden<br />
opgesteld voor <strong>het</strong> ter studie liggende pro<strong>je</strong>ct.<br />
Tabel 4.1: Algemene ingrepen van een industrieel pro<strong>je</strong>ct voor de verschillende milieudisciplines<br />
Ingrepen naar de LUCHT (gevolgen voor de fysisch-chemische kwaliteit van de atmosfeer):<br />
• toevoeging van gassen en stoffen naar de omgevingslucht<br />
• toevoeging van warmte naar de omgevingslucht<br />
Ingrepen op OPPERVLAKTEWATER:<br />
• toevoer van stoffen of gassen<br />
• toevoer van warmte<br />
• veranderingen in morfologie en veranderingen in de waterhuishouding (indien voorkomend, meestal van<br />
incidentele aard)<br />
Ingrepen op BODEM EN GRONDWATER:<br />
• toevoer van stoffen of gassen naar de bodem<br />
• toevoer en/of onttrekking van warmte naar of aan de bodem<br />
• toevoer (infiltratie) of onttrekking van water naar of aan de bodem<br />
• bodemtechnische ingrepen<br />
Ingrepen op <strong>het</strong> GELUIDSKLIMAAT:<br />
• verandering van <strong>het</strong> (de) geluidsniveau (-hinder)<br />
Ingrepen op LANDSCHAP:<br />
• verandering van <strong>het</strong> landschappelijk uitzicht<br />
Ingrepen op MENS:<br />
• invloeden op de gezondheid van de mens<br />
• invloeden op de belevingsaspecten door de mens<br />
Ingrepen op FAUNA en FLORA:<br />
• ecotoxicologische effecten op fauna en flora<br />
• invloed van fysische veranderingen (geluidsniveau, verlichting, …) op fauna en flora<br />
4.2. Ingreep-effectenrelaties<br />
De beschrijving van de ingreep-effectrelaties werd opgevat als een omschrijving van diverse<br />
activiteiten (die <strong>kun</strong>nen vertaald worden als ingrepen) die residuen veroorzaken of kenmerken<br />
vertonen waarvoor milieueffecten vooropgesteld <strong>kun</strong>nen worden. De mogelijke milieueffecten<br />
van de werking van de uitgebreide installaties zijn in de ingreep-effectmatrix (zie Bijlage 1) ter<br />
verdere evaluatie opgenomen. Het betreft zowel de rechtstreekse, primaire of eerste-ordeeffecten<br />
als de onrechtstreekse, secundaire of tweede-orde-effecten.<br />
Op basis van de afbakening van de referentiesituatie worden volgende aspecten als mogelijk<br />
relevante impacten (sleutelimpacten) naar voren geschoven:<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Algemene methodologie 325<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309