kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
het boren van de tunnel voor de tweede Tijsmanstunnel zal al begonnen worden met de uitvoering van enkele tunnelsecties. De stockage van de te hergebruiken grond tijdens de uitvoering van de cut en cover tunnelgedeelten zal plaatsvinden in delen ven de bufferzones langs de toegang tot de bestaande Tijsmanstunnel (R2). Op de linkeroever van het kanaaldok B1/B2 gaat het over een oppervlakte van ongeveer 55.500m², op de rechteroever van het kanaaldok B1/B2 is ongeveer 41.000 m² beschikbaar. Met betrekking tot de aanlegfase van de nieuwe elektriciteitscentrale zou E.ON ook willen gebruik maken van het gebied op de linkeroever van Kanaaldok B1/B2 (55.500 m²). Een goede afstemming qua timing van de aanlegfase van deze 2 projecten is bijgevolg noodzakelijk. 2.7.3. Oosterweelverbinding De Oosterweelverbinding bestaat uit een toltunnel onder de Schelde vanop Linkeroever (tussen het Sint-Annabos en Blokkersdijk) naar Rechteroever ter hoogte van het kerkje van Oosterweel. Op rechteroever komt er dan een knooppunt voor de aansluiting met de haven en gaat het tracé verder via een brug ten noorden van het Eilandje om dan aan te sluiten op het viaduct van Merksem. De Oosterweelverbinding strekt zich uit over een lengte van ongeveer 10 km. De start van de werken aan de Scheldetunnel en de Lange Wapperbrug is op dit moment onzeker. Eens gestart, zullen de werken op 4 jaar klaar zijn. De Oosterweelverbinding zou in principe in 2013 kunnen ingehuldigd worden. Tijdens de bouw van de Oosterweelverbinding wordt ook het noordelijk gedeelte van de Stedelijke Ringweg aangelegd. Op Linkeroever worden de werken gefaseerd uitgevoerd. Zo wordt de hinder geminimaliseerd en de doorstroming op de ring maximaal gegarandeerd. Fase 1 Voorjaar 2009 - 2013: bouw Oosterweelverbinding met tunnel en brug. • Aanleg van de Oosterweelverbinding (tunnel, viaduct, tolpleinen, knooppunt Oosterweel) op Linker- en Rechteroever • Aanleg van de Stedelijke Ringweg op Linkeroever en het noordelijke deel op Rechteroever (tussen Groenendaallaan en Schijnpoort) Fase 2 Vanaf 2013: optimalisatie van het zuidelijk knooppunt op Linkeroever • In deze nafase komt er een optimalisatie van de aansluiting van de E17 met de Kennedytunnel. Op dat moment is de Oosterweelverbinding al opengesteld voor het auto- en vrachtverkeer. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 318 Projectnummer: 07.0309
Er wordt verwacht dat dit project geen nadelige gevolgen zal hebben ten aanzien van het voorliggende project daar dit project op een afstand van meer dan 8 km ten zuiden-zuidoosten van de nieuwe elektriciteitscentrale gelegen is. Het milieueffectraport voor de aanleg van de Oosterweelverbinding werd goedgekeurd op 30 maart 2007. Het hele project staat echter momenteel weer ter discussie. Hierdoor loopt het project vertraging op. Eventueel zal het traject nog wijzigen. Het alternatief met een tunnel wordt weer besproken. Daar het hele project ter discussie staat kan er momenteel qua cumulatieve effecten geen besluit getrokken worden. 2.7.4. Afbraakwerken bij BAYER Bij het direct koelwaterconcept zal BAYER alle gebouwen en installaties op de site verwijderen vooraleer de gronden worden overgedragen aan E.ON (zie de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor de sloping). Doordat de werken en activiteiten door E.ON pas worden aangevat nadat de werken en activiteiten van BAYER worden beëindigd, zijn geen cumulatieve effecten te verwachten. 2.7.5. Verdieping van de Westerschelde Nederland en Vlaanderen bereiden samen de verruiming van de vaargeul in de Westerschelde voor, gericht op de getij-onafhankelijke vaart op Antwerpen, voor schepen met een diepgang tot 13,10 m. Blijkens het desbetreffende MER zijn de bevindingen met betrekking tot de milieuimpacten de volgende: • Bodem Het MER laat zien dat er bij de verruiming van de Westerschelde, vergeleken met een situatie waarin wordt doorgegaan met de huidige manier van baggeren en storten, niets verandert aan het meergeulenstelsel in de Westerschelde. Het effect van de verruiming opgeteld bij het effect van het verbeterd storten komt samen op nul uit. • Water De verruiming heeft nauwelijks invloed op de waterstanden, de beweging van het slib en de overgangen tussen zoete, zoute en brakke gebieden. Op lange termijn heeft de verruiming geen effect op het water in het Schelde-estuarium. Het water verandert vooral door de effecten van de zeespiegelstijging. Tijdelijke effecten, zoals iets meer slibafzetting in de Beneden-Zeeschelde door het baggeren en storten, zijn beperkt. • Natuur De verruiming brengt de diversiteit in soorten dieren en planten in het Scheldeestuarium niet in gevaar. Storten op de plaatranden heeft zelfs een positief gevolg: de totale oppervlakte van de plaatranden wordt door het storten groter. Dat betekent een groter gebied waar vogels kunnen zoeken naar voedsel. Daarbij is het enerzijds belangrijk dat de stortwerkzaamheden voldoende regelmatig gebeuren om het nieuwe voedselgebied in stand te houden, terwijl anderzijds de werkzaamheden zo min mogelijk verstoring voor vogels mogen opleveren. In het brakke deel van de Beneden- Zeeschelde kan de verruiming wel een negatief effect hebben. Het schor en het slik bij het Galgenschoor neemt enigszins af. Dat is niet goed voor het ecologisch functioneren SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 319 Projectnummer: 07.0309
- Page 267 and 268: ongecontroleerd van de band afvalt
- Page 269 and 270: Figuur 2.40: Vereenvoudigd processc
- Page 271 and 272: - Nadelen: • De ééntreksketel w
- Page 273 and 274: kanaal. Aan deze eisen kan in grote
- Page 275 and 276: Figuur 2.42 : doeken filter type HP
- Page 277 and 278: Een tweede filtersysteem bestaat ui
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 321 and 322: schadelijke gassen toe. Als gevolg
- Page 323 and 324: is bevestigd dat alle nieuwe in de
- Page 325 and 326: 4. Algemene methodologie 4.1. Algem
- Page 327 and 328: 5. Discipline lucht 5.0. Leeswijzer
- Page 329 and 330: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 331 and 332: De emissies ten gevolge van het pro
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351 and 352: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 353 and 354: verbrandingsinstallatie’. Behalve
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
- Page 359 and 360: SO2 42M802 42R822 42R830 42R831 42R
- Page 361 and 362: Hiervan zullen dispersieberekeninge
- Page 363 and 364: 5.1.6.3. Overzicht van de toetsings
- Page 365 and 366: Parameter Toetsingsbasis Fluoriden
- Page 367 and 368: (5) Hoevenen, centrum 6,3 km ten oo
Er wordt verwacht dat dit pro<strong>je</strong>ct geen nadelige gevolgen zal hebben ten aanzien van <strong>het</strong><br />
voorliggende pro<strong>je</strong>ct daar dit pro<strong>je</strong>ct op een afstand van meer dan 8 km ten zuiden-zuidoosten<br />
van de nieuwe elektriciteitscentrale gelegen is.<br />
Het milieueffectraport voor de aanleg van de Oosterweelverbinding werd goedgekeurd op 30<br />
maart 2007. Het hele pro<strong>je</strong>ct staat echter momenteel weer ter discussie. Hierdoor loopt <strong>het</strong><br />
pro<strong>je</strong>ct vertraging op. Eventueel zal <strong>het</strong> tra<strong>je</strong>ct nog wijzigen. Het alternatief met een tunnel<br />
wordt weer besproken. Daar <strong>het</strong> hele pro<strong>je</strong>ct ter discussie staat kan er momenteel qua<br />
cumulatieve effecten geen besluit getrokken worden.<br />
2.7.4. Afbraakwerken bij BAYER<br />
Bij <strong>het</strong> direct koelwaterconcept zal BAYER alle gebouwen en installaties op de site verwijderen<br />
vooraleer de gronden worden overgedragen aan E.ON (zie de stedenbouw<strong>kun</strong>dige<br />
vergunningsaanvraag voor de sloping). Doordat de werken en activiteiten door E.ON pas<br />
worden aangevat nadat de werken en activiteiten van BAYER worden beëindigd, zijn geen<br />
cumulatieve effecten te verwachten.<br />
2.7.5. Verdieping van de Westerschelde<br />
Nederland en Vlaanderen bereiden samen de verruiming van de vaargeul in de Westerschelde<br />
voor, gericht op de getij-onafhankelijke vaart op Antwerpen, voor schepen met een diepgang tot<br />
13,10 m. Blijkens <strong>het</strong> desbetreffende <strong>MER</strong> zijn de bevindingen met betrekking tot de milieuimpacten<br />
de volgende:<br />
• Bodem<br />
Het <strong>MER</strong> laat zien dat er bij de verruiming van de Westerschelde, vergeleken met een<br />
situatie waarin wordt doorgegaan met de huidige manier van baggeren en storten, niets<br />
verandert aan <strong>het</strong> meergeulenstelsel in de Westerschelde. Het effect van de verruiming<br />
opgeteld bij <strong>het</strong> effect van <strong>het</strong> verbeterd storten komt samen op nul uit.<br />
• Water<br />
De verruiming heeft nauwelijks invloed op de waterstanden, de beweging van <strong>het</strong> slib<br />
en de overgangen tussen zoete, zoute en brakke gebieden. Op lange termijn heeft de<br />
verruiming geen effect op <strong>het</strong> water in <strong>het</strong> Schelde-estuarium. Het water verandert<br />
vooral door de effecten van de zeespiegelstijging. Tijdelijke effecten, zoals iets meer<br />
slibafzetting in de Beneden-Zeeschelde door <strong>het</strong> baggeren en storten, zijn beperkt.<br />
• Natuur<br />
De verruiming brengt de diversiteit in soorten dieren en planten in <strong>het</strong> Scheldeestuarium<br />
niet in gevaar. Storten op de plaatranden heeft zelfs een positief gevolg: de<br />
totale oppervlakte van de plaatranden wordt door <strong>het</strong> storten groter. Dat betekent een<br />
groter gebied waar vogels <strong>kun</strong>nen zoeken naar voedsel. Daarbij is <strong>het</strong> enerzijds<br />
belangrijk dat de stortwerkzaamheden voldoende regelmatig gebeuren om <strong>het</strong> nieuwe<br />
voedselgebied in stand te houden, terwijl anderzijds de werkzaamheden zo min<br />
mogelijk verstoring voor vogels mogen opleveren. In <strong>het</strong> brakke deel van de Beneden-<br />
Zeeschelde kan de verruiming wel een negatief effect hebben. Het schor en <strong>het</strong> slik bij<br />
<strong>het</strong> Galgenschoor neemt enigszins af. Dat is niet goed voor <strong>het</strong> ecologisch functioneren<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 319<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309