kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Figuur 2.55 mogelijk tracé voor de CO2 pijpleiding op Nederlands grondgebied. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 308 Projectnummer: 07.0309
2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang en –opslag De hedendaagse bezorgdheid rond klimaatverandering veroorzaakt door antropogene CO2emissies en E.ON’s bezorgdheid hierover resulteert in een vrijwillige belofte om de CO2emissies tot 50% te verminderen in 2030 ten opzichte van 1990. Ook om die reden zijn de R&D-activiteiten van E.ON vooral gericht op CCS. Samen met andere bedrijven (fabrikanten, onderzoekscentra) neemt E.ON deel aan de verdere ontwikkeling van deze technologie, met als doel de commerciële werking van CCS in 2020. De werkingstijd van de geplande elektriciteitscentrale wordt geschat op minimum 40 jaar. Het is bijgevolg nodig dat een centrale die op vandaag wordt opgestart volledig aangepast is om later CCS te kunnen toepassen. De integratie van een post-combustion technologie voor CCS in de geplande elektriciteitscentrale te Antwerpen kan gebeuren zodra dit economisch haalbaar is. E.ON bestelde een voorontwerp van CCS voor haar nieuwe centrale in de Maasvlakte bij het bedrijf Fluor Enterprise Inc. De geplande centrale in Antwerpen werd reeds in september 2008 als ‘Carbon-Capture Ready’ gecertificeerd door TÜV-nord (zie Bijlage 14 bij dit MER). De CCS-installaties die momenteel bij de (petro)chemische industrie in gebruik zijn, veroorzaken grote efficiëntieverliezen bij een kolencentrale. Bijgevolg richten de R&D- activiteiten zich momenteel op een reductie van de warmtebehoefte van ‘post combustion- CCS’. In deze context participeert E.ON momenteel wereldwijd in meer dan 40 R&D-projecten en werkt het mee aan een vijftal bestaande pilootinstallaties waarin CCS in de komende twee jaar in de praktijk wordt getest (installaties tussen 0,5 en 5 MWe), zoals bijvoorbeeld de 0,5 MWe CATO-installatie op de Maasvlakte. Zo wordt ook op korte termijn bij E.ON-Nordic in Zweden een proefproject geopend voor de afvang van CO2 met behulp van gekoelde ammoniak. Vanaf 2014 zal E.ON de CCS-technologie ook toepassen in een grotere demonstratie-eenheid van 30 tot 60 MW. Verder plannen E.ON Kraftwerke, ELECTRABEL en HITACHI onder meer een onderzoeksproject om gezamenlijk een testinstallatie te ontwerpen, te bouwen en uit te baten waarmee het gebruik van verschillende oplosmiddelen kan worden onderzocht voor de CO2afvang uit rookgassen. Het hoofddoel van het project bestaat uit het uitvoeren van een gasreinigingstest met verschillende chemische oplosmiddelen onder reële bedrijfsomstandigheden. Verder kan ook worden verwezen naar het ESBJERG-project, waar in een testinstallatie ongeveer 1 ton CO2 wordt afgevangen van het afgas. De technologie die men daar gebruikt is gelijkaardig aan deze van E.ON in de elektriciteitscentrale in Antwerpen. Het systeem is beschreven als effectief, maar economisch niet haalbaar en niet beschikbaar in de gewenste grootte om de afgassen van de elektriciteitscentrale te behandelen. E.ON gaat er vanuit dat de technische vooruitgang zal resulteren in een aanzienlijke verbetering van het rendement van de CCS waardoor het mogelijk zal zijn de technologie op grote schaal te implementeren vanaf 2020. Conclusie Gezien de fase van ontwikkeling van de geïmpliceerde technologieën en alle mogelijke scenario's van pijpleidingsafstanden en opslag met hoge kosteneffecten, leidt de benadering Kempen of Rotterdam tot analoge waarden. Er kan in dit stadium absoluut nog niet beslist worden welke optie zal gekozen worden. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 309 Projectnummer: 07.0309
- Page 257 and 258: 2.5.2.5. Diesel Diesel wordt als br
- Page 259 and 260: opwerpmachine van de kolenopslagvel
- Page 261 and 262: Deze silo’s zijn geheel gesloten
- Page 263 and 264: Figuur 2.39: Inplanting tunnel SGS
- Page 265 and 266: (zelfontbranding) en mogelijk overl
- Page 267 and 268: ongecontroleerd van de band afvalt
- Page 269 and 270: Figuur 2.40: Vereenvoudigd processc
- Page 271 and 272: - Nadelen: • De ééntreksketel w
- Page 273 and 274: kanaal. Aan deze eisen kan in grote
- Page 275 and 276: Figuur 2.42 : doeken filter type HP
- Page 277 and 278: Een tweede filtersysteem bestaat ui
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 319 and 320: Er wordt verwacht dat dit project g
- Page 321 and 322: schadelijke gassen toe. Als gevolg
- Page 323 and 324: is bevestigd dat alle nieuwe in de
- Page 325 and 326: 4. Algemene methodologie 4.1. Algem
- Page 327 and 328: 5. Discipline lucht 5.0. Leeswijzer
- Page 329 and 330: 5.1.5. Beschrijving van de emissies
- Page 331 and 332: De emissies ten gevolge van het pro
- Page 333 and 334: Tabel 5.4 Kenmerken van de huidige
- Page 335 and 336: Tabel 5.6: Kenmerken van het emissi
- Page 337 and 338: SGS Belgium NV Juni 2009 Discipline
- Page 339 and 340: Parameter SGS Belgium NV Juni 2009
- Page 341 and 342: overgedragen op het water. Om de st
- Page 343 and 344: De diffuse stofemissies door koleno
- Page 345 and 346: • Aanleverhoeveelheid: 25.000 ton
- Page 347 and 348: vullen van de vultrechter, en bij d
- Page 349 and 350: Evaluatie naar de totale emissies t
- Page 351 and 352: Tabel 5.19 bijdrage E.ON project te
- Page 353 and 354: verbrandingsinstallatie’. Behalve
- Page 355 and 356: Uit onderstaande tabel blijkt dat d
- Page 357 and 358: Tabel 5.25: Ligging van de verschil
Figuur 2.55 mogelijk tracé voor de CO2 pijpleiding op Nederlands grondgebied.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 308<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309