kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Figuur 2.38 : Vereenvoudigd processchema voor het koelwaterconcept met koeltoren Ultra-superkritische installatie - Voordelen: • een hoog rendement van de installatie als gevolg van de hoge temperaturen en hoge stoomdrukken; • relatief eenvoudig bij de exploitatie; • hoog rendement, ook bij deellast; • goede koude starteigenschappen; • een goede regelbaarheid van de installatie; • doordat de techniek op veel punten niet afwijkt van de traditionele kolencentrale bestaat er een ruime kennis over de werking van de componenten. - Nadelen: • zeer hoogwaardige materialen benodigd vanwege de hoge stoomcondities; • de corrosie-aspecten bij deze hoogwaardige materialen zijn nog niet bekend. Eéntreksketel - Voordelen: • een kleiner benodigd bouwoppervlak; • een korte benodigde opstarttijd; • gelijkmatiger temperatuurverdeling einde vuurhaard; • een vrije uitzetting van de drukdelen; • geen verandering van stromingsrichting bij hete rookgassen. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 270 Projectnummer: 07.0309
- Nadelen: • De ééntreksketel wordt bedreven met een stoomdruk hoger dan de zogenaamde kritische druk van ongeveer 221 bar in de verdamper. Dit drukniveau vereist speciale materialen voor de ketelpijpen. Het heeft eveneens invloed op de wanddikte van deze pijpen en alle overige componenten waar deze hoge drukken heersen. Dit alles leidt tot hogere kosten voor de ketelinstallatie. • Vergeleken met een tweetreksketel kan gesteld worden dat de bouwhoogte van de ééntreksketel hoger is. Dit resulteert in een grotere visuele impact voor de omgeving. 2.5.5. Turbogeneratorinstallatie De in de ketel geproduceerde stoom wordt naar de stoomturbine gevoerd. De onder hoge druk staande stoom expandeert trapsgewijs in de turbine. Door middel van deze expansie wordt de energie overgedragen op de schoepenwielen die op de as zijn gemonteerd. De as gaat daardoor draaien. De stoom die de turbine doorlopen heeft, zal in de condensor gecondenseerd worden met behulp van oppervlaktewater. Het turbinegedeelte bestaat uit een hoge druk deel (HD), een midden druk deel (MD) en een lage druk deel (LD). De as van de turbine is direct gekoppeld aan de generator. De in de ketel geproduceerde stoom wordt naar het HD-deel gevoerd. Na het verrichten van arbeid in dit gedeelte wordt de stoom weer teruggevoerd naar de ketel en geleid door een herverhitter en vervolgens naar het MD-deel en LD-deel geleid. De as van de stoomturbines is gekoppeld aan een generator. Daarmee wordt de elektriciteit opgewekt. Om een effectieve koeling te verzekeren in het geheel gesloten generatorhuis worden de rotorwikkelingen van de generator met waterstof gekoeld terwijl de statorwikkelingen met water worden gekoeld. De door de generator opgewekte elektrische energie wordt afgegeven op een spanning van 27 kV. Via twee machinetransformatoren wordt dit vermogen afgegeven aan het 380 kV-station en vervolgens aan het elektriciteitsnet. Voor de smering en koeling van de lagers van de turbine en de generatoren en voor de verstelling van de regel- en stopkleppen van de turbine wordt olie toegepast. Eveneens wordt olie toegepast in diverse transformatoren voor isolatie en koeling. 2.5.6. Selectieve katalytische DeNOx-installatie Om de NOx-emissie te reduceren bestaan er verschillende technieken, zoals de niet-katalytische DeNOx (SNCR), en de katalytische DeNOx (SCR) (al of niet geschakeld). Bij de selectieve nietkatalytische reductie wordt ammoniak of ureum in de rookgasstroom geïnjecteerd, waarna er reductie plaats vindt van de NOx naar stikstof en water. De locatie van de injectie is in het gebied waar de rookgassen een temperatuur hebben van 930-980 °C bij ammoniak en 950-980 °C bij ureum. Bij selectieve katalytische reductie zijn de chemische reacties dezelfde maar kunnen deze door gebruik te maken van een katalysator plaats vinden in een veel lagere temperatuur range (350 °C – 450 °C) (citaat uit de technische beschrijving zoals weergegeven op de emis-website van het vito: www.emis.vito.be/afss/fiches/technieken/denox. Om de NOx-emissie te reduceren SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 271 Projectnummer: 07.0309
- Page 219 and 220: Werfzone Zone 3 Zone 4 Oppervlakte
- Page 221 and 222: Parking Parking 2 Parking 3 (option
- Page 223 and 224: Voor de aanleg van de toegangsweg m
- Page 225 and 226: o Stookolie pompgebouw o Waterstof
- Page 227 and 228: 2.4.4.3. Bouwwijze Globaal kunnen t
- Page 229 and 230: Bemaling In de verschillende zones,
- Page 231 and 232: De koeltoren bestaat hoofdzakelijk
- Page 233 and 234: Het afleiden van het rookgas via de
- Page 235 and 236: Figuur 2.29: 3D-simulatie toekomsti
- Page 237 and 238: Figuur 2.32 3D-simulatie toekomstig
- Page 239 and 240: De betonwerken voor het controlegeb
- Page 241 and 242: uwbouw van de turbine hal in maand
- Page 243 and 244: Schematisch ziet dit er als volgt u
- Page 245 and 246: Loskranen Op de kade zullen een twe
- Page 247 and 248: 2.4.5.3. Beschrijving van scenario
- Page 249 and 250: o Beschrijving van de aanlegfase Vo
- Page 251 and 252: een stoomturbine die zich bevindt i
- Page 253 and 254: voor de stookwaarde. Bovendien neem
- Page 255 and 256: 2.5.2.2. Brandstoffen van BAYER/LAN
- Page 257 and 258: 2.5.2.5. Diesel Diesel wordt als br
- Page 259 and 260: opwerpmachine van de kolenopslagvel
- Page 261 and 262: Deze silo’s zijn geheel gesloten
- Page 263 and 264: Figuur 2.39: Inplanting tunnel SGS
- Page 265 and 266: (zelfontbranding) en mogelijk overl
- Page 267 and 268: ongecontroleerd van de band afvalt
- Page 269: Figuur 2.40: Vereenvoudigd processc
- Page 273 and 274: kanaal. Aan deze eisen kan in grote
- Page 275 and 276: Figuur 2.42 : doeken filter type HP
- Page 277 and 278: Een tweede filtersysteem bestaat ui
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
- Page 319 and 320: Er wordt verwacht dat dit project g
- Nadelen:<br />
• De ééntreksketel wordt bedreven met een stoomdruk hoger dan de zogenaamde<br />
kritische druk van ongeveer 221 bar in de verdamper. Dit drukniveau vereist speciale<br />
materialen voor de ketelpijpen. Het heeft eveneens invloed op de wanddikte van deze<br />
pijpen en alle overige componenten waar deze hoge drukken heersen. Dit alles leidt tot<br />
hogere kosten voor de ketelinstallatie.<br />
• Vergeleken met een tweetreksketel kan gesteld worden dat de bouwhoogte van de<br />
ééntreksketel hoger is. Dit resulteert in een grotere visuele impact voor de omgeving.<br />
2.5.5. Turbogeneratorinstallatie<br />
De in de ketel geproduceerde stoom wordt naar de stoomturbine gevoerd. De onder hoge druk<br />
staande stoom expandeert trapsgewijs in de turbine. Door middel van deze expansie wordt de<br />
energie overgedragen op de schoepenwielen die op de as zijn gemonteerd. De as gaat<br />
daardoor draaien. De stoom die de turbine doorlopen heeft, zal in de condensor gecondenseerd<br />
worden met behulp van oppervlaktewater.<br />
Het turbinegedeelte bestaat uit een hoge druk deel (HD), een midden druk deel (MD) en een<br />
lage druk deel (LD). De as van de turbine is direct gekoppeld aan de generator. De in de ketel<br />
geproduceerde stoom wordt naar <strong>het</strong> HD-deel gevoerd. Na <strong>het</strong> verrichten van arbeid in dit<br />
gedeelte wordt de stoom weer teruggevoerd naar de ketel en geleid door een herverhitter en<br />
vervolgens naar <strong>het</strong> MD-deel en LD-deel geleid.<br />
De as van de stoomturbines is gekoppeld aan een generator. Daarmee wordt de elektriciteit<br />
opgewekt. Om een effectieve koeling te verzekeren in <strong>het</strong> geheel gesloten generatorhuis<br />
worden de rotorwikkelingen van de generator met waterstof gekoeld terwijl de statorwikkelingen<br />
met water worden gekoeld. De door de generator opgewekte elektrische energie wordt<br />
afgegeven op een spanning van 27 kV. Via twee machinetransformatoren wordt dit vermogen<br />
afgegeven aan <strong>het</strong> 380 kV-station en vervolgens aan <strong>het</strong> elektriciteitsnet.<br />
Voor de smering en koeling van de lagers van de turbine en de generatoren en voor de<br />
verstelling van de regel- en stopkleppen van de turbine wordt olie toegepast. Eveneens wordt<br />
olie toegepast in diverse transformatoren voor isolatie en koeling.<br />
2.5.6. Selectieve katalytische DeNOx-installatie<br />
Om de NOx-emissie te reduceren bestaan er verschillende technieken, zoals de niet-katalytische<br />
DeNOx (SNCR), en de katalytische DeNOx (SCR) (al of niet geschakeld). Bij de selectieve nietkatalytische<br />
reductie wordt ammoniak of ureum in de rookgasstroom geïn<strong>je</strong>cteerd, waarna er<br />
reductie plaats vindt van de NOx naar stikstof en water. De locatie van de in<strong>je</strong>ctie is in <strong>het</strong> gebied<br />
waar de rookgassen een temperatuur hebben van 930-980 °C bij ammoniak en 950-980 °C bij<br />
ureum. Bij selectieve katalytische reductie zijn de chemische reacties dezelfde maar <strong>kun</strong>nen deze<br />
door gebruik te maken van een katalysator plaats vinden in een veel lagere temperatuur range<br />
(350 °C – 450 °C) (citaat uit de technische beschrijving zoals weergegeven op de emis-website<br />
van <strong>het</strong> vito: www.emis.vito.be/afss/fiches/technieken/denox. Om de NOx-emissie te reduceren<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 271<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309