kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Vervolgens gaan de rookgassen door de wastoren van de rookgasontzwavelingsinstallatie en worden via de schoorsteen in de atmosfeer gebracht. De verbrandingslucht wordt aangevoerd door twee verbrandingsluchtventilatoren. Het grootste gedeelte van de verbrandingslucht wordt na voorwarming rechtstreeks aan de ketel toegevoerd. Het andere gedeelte van de voorgewarmde lucht wordt als primaire lucht gebruikt om de poederkool in de poederkoolmolens te drogen en naar de branders te transporteren. De ketel is voorzien van vijf branderlagen, drie aan de voorzijde van de ketel en twee aan de achterzijde van de ketel. De branderlagen zijn in hoogte versprongen ten opzichte van elkaar. Elke branderlaag bestaat uit zes branders, bijgevolg bestaat de ketel uit 30 branders. De branders zijn van het type DS (Drall-Stufen). Het zijn moderne NOx-arme branders. Boven de branders bevinden zich de zes bovenluchtpoorten aan weerszijden van de ketel (totaal 12). Door een gedeelte van de verbrandingslucht als bovenlucht te hanteren wordt een bij de branders nagenoeg stochiometrische verbranding bereikt. Ter voorkoming van reducerende omstandigheden aan de ketelwand worden naast de wandbranders wandluchtnozzles aangebracht. Hiermee worden CO-concentraties aan de vuurhaardwand lager dan 0,2% gerealiseerd. De totale luchtovermaat in de ketel is 17%. Om een vuurhaardontwerp te realiseren zijn verbrandings- en stromingsberekeningen uitgevoerd via CFD (computational fluid dynamics). Vollast kan gerealiseerd worden met vier molens in bedrijf en een minimale stookwaarde van de kolen van 25 MJ/kg. De laagste belasting zonder ondersteuning door middel van lichte olie is 25% met ten minste twee branderlagen in bedrijf. Kenmerken De ketelinstallatie wordt ultrasuperkritisch (water wordt direct in stoom omgezet zonder tussenstap) opgebouwd. De belangrijkste gegevens voor de ketelinstallatie zijn: Tabel 2.39: Gegevens ketelinstallatie Gegevens ketelinstallatie Waarde Eenheden bruto vermogen 1.100 MWe netto vermogen 1.055 MWe netto rendement in normaal bedrijf zonder koeltoren 45,7 % aantal vollasturen 8.000 h/j aantal draaiuren 8.760 h/j verse stoom - nominale stoomproductie: 824 kg/s - stoomdruk aan de uitlaat uitlaat van de oververhitter 285 bar - stoomtemperatuur aan de uitlaat van de oververhitter 600 °C herverhitte stoom - stoomproductie herverhitter: 692 kg/s - stoomdruk aan de uitlaat van de herverhitter 60 bar - stoomtemperatuur aan de uitlaat van de herverhitter 620 °C SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 268 Projectnummer: 07.0309
Figuur 2.40: Vereenvoudigd processchema voor het koelwaterconcept met directe koeling SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 269 Projectnummer: 07.0309
- Page 217 and 218: 2.4. Aanlegfase 2.4.1. Locatie van
- Page 219 and 220: Werfzone Zone 3 Zone 4 Oppervlakte
- Page 221 and 222: Parking Parking 2 Parking 3 (option
- Page 223 and 224: Voor de aanleg van de toegangsweg m
- Page 225 and 226: o Stookolie pompgebouw o Waterstof
- Page 227 and 228: 2.4.4.3. Bouwwijze Globaal kunnen t
- Page 229 and 230: Bemaling In de verschillende zones,
- Page 231 and 232: De koeltoren bestaat hoofdzakelijk
- Page 233 and 234: Het afleiden van het rookgas via de
- Page 235 and 236: Figuur 2.29: 3D-simulatie toekomsti
- Page 237 and 238: Figuur 2.32 3D-simulatie toekomstig
- Page 239 and 240: De betonwerken voor het controlegeb
- Page 241 and 242: uwbouw van de turbine hal in maand
- Page 243 and 244: Schematisch ziet dit er als volgt u
- Page 245 and 246: Loskranen Op de kade zullen een twe
- Page 247 and 248: 2.4.5.3. Beschrijving van scenario
- Page 249 and 250: o Beschrijving van de aanlegfase Vo
- Page 251 and 252: een stoomturbine die zich bevindt i
- Page 253 and 254: voor de stookwaarde. Bovendien neem
- Page 255 and 256: 2.5.2.2. Brandstoffen van BAYER/LAN
- Page 257 and 258: 2.5.2.5. Diesel Diesel wordt als br
- Page 259 and 260: opwerpmachine van de kolenopslagvel
- Page 261 and 262: Deze silo’s zijn geheel gesloten
- Page 263 and 264: Figuur 2.39: Inplanting tunnel SGS
- Page 265 and 266: (zelfontbranding) en mogelijk overl
- Page 267: ongecontroleerd van de band afvalt
- Page 271 and 272: - Nadelen: • De ééntreksketel w
- Page 273 and 274: kanaal. Aan deze eisen kan in grote
- Page 275 and 276: Figuur 2.42 : doeken filter type HP
- Page 277 and 278: Een tweede filtersysteem bestaat ui
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
- Page 311 and 312: zijn het AD700 programma en het COM
- Page 313 and 314: Rekening houden met deze gegevens k
- Page 315 and 316: 2.5.16.5. Andere mogelijke warmtele
- Page 317 and 318: 2.7. Interferentie met andere plann
Vervolgens gaan de rookgassen door de wastoren van de rookgasontzwavelingsinstallatie en<br />
worden via de schoorsteen in de atmosfeer gebracht.<br />
De verbrandingslucht wordt aangevoerd door twee verbrandingsluchtventilatoren. Het grootste<br />
gedeelte van de verbrandingslucht wordt na voorwarming rechtstreeks aan de ketel toegevoerd.<br />
Het andere gedeelte van de voorgewarmde lucht wordt als primaire lucht gebruikt om de<br />
poederkool in de poederkoolmolens te drogen en naar de branders te transporteren.<br />
De ketel is voorzien van vijf branderlagen, drie aan de voorzijde van de ketel en twee aan de<br />
achterzijde van de ketel. De branderlagen zijn in hoogte versprongen ten opzichte van elkaar.<br />
Elke branderlaag bestaat uit zes branders, bijgevolg bestaat de ketel uit 30 branders. De<br />
branders zijn van <strong>het</strong> type DS (Drall-Stufen). Het zijn moderne NOx-arme branders. Boven de<br />
branders bevinden zich de zes bovenluchtpoorten aan weerszijden van de ketel (totaal 12).<br />
Door een gedeelte van de verbrandingslucht als bovenlucht te hanteren wordt een bij de<br />
branders nagenoeg stochiometrische verbranding bereikt. Ter voorkoming van reducerende<br />
omstandigheden aan de ketelwand worden naast de wandbranders wandluchtnozzles<br />
aangebracht. Hiermee worden CO-concentraties aan de vuurhaardwand lager dan 0,2%<br />
gerealiseerd. De totale luchtovermaat in de ketel is 17%. Om een vuurhaardontwerp te<br />
realiseren zijn verbrandings- en stromingsberekeningen uitgevoerd via CFD (computational fluid<br />
dynamics).<br />
Vollast kan gerealiseerd worden met vier molens in bedrijf en een minimale stookwaarde van de<br />
kolen van 25 MJ/kg. De laagste belasting zonder ondersteuning door middel van lichte olie is<br />
25% met ten minste twee branderlagen in bedrijf.<br />
Kenmerken<br />
De ketelinstallatie wordt ultrasuperkritisch (water wordt direct in stoom omgezet zonder<br />
tussenstap) opgebouwd. De belangrijkste gegevens voor de ketelinstallatie zijn:<br />
Tabel 2.39: Gegevens ketelinstallatie<br />
Gegevens ketelinstallatie Waarde Eenheden<br />
bruto vermogen 1.100 MWe<br />
netto vermogen 1.055 MWe<br />
netto rendement in normaal bedrijf zonder koeltoren 45,7 %<br />
aantal vollasturen 8.000 h/j<br />
aantal draaiuren 8.760 h/j<br />
verse stoom<br />
- nominale stoomproductie: 824 kg/s<br />
- stoomdruk aan de uitlaat uitlaat van de oververhitter 285 bar<br />
- stoomtemperatuur aan de uitlaat van de oververhitter 600 °C<br />
herverhitte stoom<br />
- stoomproductie herverhitter: 692 kg/s<br />
- stoomdruk aan de uitlaat van de herverhitter 60 bar<br />
- stoomtemperatuur aan de uitlaat van de herverhitter 620 °C<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 268<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309